30 vragen

De dertig problemen van het Nederlandse onderwijs, zijn ze onoplosbaar???
Hieronder staan ze (volgens de Volkskrant dan, maar toch…
1. De arbeidsproductiviteit in het onderwijs is dramatisch
gedaald.
2. De inhoudelijke kennis bij docenten is voor verbetering vatbaar.
3. De meeste scholieren ervaren hun onderwijs niet als zinvol.
4. De onderhandelingscultuur waarin veel kinderen opgroeien, is doorgeslagen.
5. De visie op opvoeding en gedrag varieert per gezin en per docent.

6.Docenten en schooldirecties zien elkaar ten onrechte als tegenstanders

7. Een middelbare schoolklas met dertig individuen is erg veel gevraagd van een docent.
8. Het monopolie op kennis bij de docent is verdwenen met de komst van internet.
9. Het onderwijs heeft niet hetaanzien dat het verdient en nodig heeft.

10. Het onderwijs is niet in staat achterstanden weg te werken.
11. Het vak van leraar is niet aantrekkelijk genoeg om kwaliteit te garanderen.
12. Het voorgeschreven lespakket (curriculum) past niet meer bij deze tijd.

13. In het onderwijs is te weinig belangstelling voor wat bewezen werkt.
14. Internet en technologie vergen steeds nieuwe beslissin¬gen van ouders en leerkrachten.
15. Kinderen uit zwakke milieus hebben behoefte aan veel extra (buitenschoolse) activiteiten.
16. Leraren worden niet verant¬woordelijk gehouden voor het resultaat van hun werk.
17. Meer leerkrachten maken nog geen beter onderwijs.
18. Naarmate de leerling ouder wordt, verslechtert het contact tussen ouders en school
19. Niet meisjes maar jongens raken nu op achterstand.
20. Ons onderwijs is te weinig gericht op de persoonlijke ontwikkeling van kinderen.
21. Organisatorische rompslomp belemmert steeds vaker het gewone lesgeven.
22. Ouders schuiven steeds meer opvoedingstaken af op de leerkracht.
23. Schoolbesturen zijn mach¬tig; ze moeten duidelijker verantwoording afleggen.

24.Schoolklassen zijn te groot om kinderen de benodigde begeleiding te kunnen geven

25. Starre, ouderwetse werkwijzen staan verbeteringen in de weg.
26. Studenten en scholieren krijgen te weinig steun en sturing van docenten.
27. Taalgebruik en lesmateriaal op scholen zijn te veel afgestemd op de middenklasse en daarboven.
28. Te veel scholen zijn eilanden in de samenleving.
29. Toetsen, zoals de Cito-toets, zijn slechts een momentopname, dat vergeten we telkens.
30. Zowel het taal- als het rekenniveau van kinderen is te laag.

De dertig problemen die het onderwijs zou hebben zijn alle vrij makkelijk op te lossen. Ik heb denk ik niet meer dan acht regels per onderwerp nodig om de uitweg te wijzen. Het zou natuurlijk handiger zijn als de problemen wat beter geclusterd waren, maar ja.

1. Arbeidsproductiviteit in het onderwijs zou gedaald zijn. Dat ligt voor de hand als de docent wordt ingezet voor andere taken dan lesgeven, corrigeren en voorbereiden van toetsen. Als de politiek vakken afschaft, functionele barrières slecht en vooral zoveel mogelijk diploma’s wil uitreiken, is dat slecht voor de productiviteit. Dat komt de effectiviteit – een veel helderder, zo u wilt transparanter, begrip ter zake onderwijs – niet ten goede. B. Bommeljé stelde al eens voor een premie te zetten op iedere scholier / student die wordt afgeserveerd. Dat zou de effectiviteit dienen. Maak plaatsen in de derde klas nog schaarser dan plaatsen in de tweede.
2. Inhoudelijke kennis van docenten kan op peil blijven als ze elk jaar een tentamen doen over 4000 pagina’s literatuur, vakinhoud, pedagogiek of didactiek. Moet je natuurlijk niet omkomen in werk aan andere taken. Notarissen, advocaten en artsen moeten hun vak ook bijhouden. Certificeren die lui, met als criterium :’Kun je meekomen?’
3. Die scholieren voelen alleen urgentie als het ‘menes’ is. Als er een serieuze academische orientatie is, een serieuze professionele, ambachtelijke toewijding aan vakmanschap.
4. De onderhandelingscultuur mag vanuit sommige ouders een feit zijn, echt stuitend is hoe schooldirecties op vestigingsniveau hierin meegaan. Wie Koning Kind niet op zijn wenken bedient, zorgt voor ‘rare verhalen aan het schoolhek’. Van een leraar wordt een ruggengraat verwacht van een pantoffeldiertje. Sonny Bono zong het al ‘And Teeny Bopper is Our New Born King Aha ‘
5. zie boven
6. Docenten zijn door schooldirecties op slechte gronden teruggedrongen in de positie van educatief productiepersoneel. Bovendien worden de werkzaamheden van docenten tot op grote hoogte geagendeerd, gecoördineerd door het management. De leraar geeft zijn eigen beroep geen vorm meer. Van schilderen met olieverf op doek, is het kleuren op nummer geworden. Lijden aan het Stockholmsyndroom en andermans falen aan jezelf toeschrijven horen bij het standaardrepertoire van de moderne leraar.
7. Een schoolklas moet vierentwintig leerlingen tellen. Niet veel meer, maar ook niet minder.
8. Het monopolie van kennis bij de docent is helemaal niet verdwenen met internet. Zeker niet als het voorstel sub 2 wordt gehonoreerd. Informatie is breed te krijgen, ook voor de domste scholier, maar de focus, het facet, impact, zingeving en betekenis komen van de ervaren docent.
9. Aanzien? Wie in het onderwijs werkt, hoeft niet in een duffe fleecetrui te eindigen.
10. Achterstanden functioneren nu als bastions van waar uit prerogatieven worden opgeëist. Moeten we zo snel mogelijk mee ophouden.
11. Lijkt wel op 9. De periode die men in zijn loopbaan als leraar heeft gewerkt, wordt toch heel vaak als erg mooi ervaren. Je moet het niet je hele leven doen misschien, niet vijf dagen per week. Regel dat maar. Eigenwijze niet al te domme mensen zijn echter elders niet erg welkom. Jabroers zijn courant, kijk maar naar de banken.
12. Het zal eens wèl bij deze tijd passen zeg, God wat een gelul.
13. Wat werkt bewezen? Aan het onderwijs zijn in de afgelopen dertig jaar hervormingen opgedrongen die bewezen niet werken. Met een aplomb en een kortzichtigheid die in het mooie marketingvak niet worden aangeraden.
14. Ja, ongetwijfeld, maar toch ook niet. Flikker dat internet de school uit.
15. Kinderen uit zwakke milieus hebben ouders uit zwakke milieus en daar zou eindelijk eens een hardhandig bewustmakingsprogramma op losgelaten moeten worden. Op al die koffieleutende Turken, theeleutende Marokkanen met hun gezellig uitkeringen, al die voedselbanktypes van de ADO, Ajax en Euroborg met hun honden, hun bier uit blik, hun overgewicht een hun onafscheidelijke kankerstokken.
16. Leraren worden niet verantwoordelijk gehouden voor de resultaten van hun werk. Dat is tot op zekere hoogte waar. Nu kunnen wij leerlingen niet dwingen om te leren, huiswerk te maken. We kunnen ze wel van school sturen en geen vierde en vijfde kansonderwijs aanbieden op het ROC. Maar dat durven we niet, want daarvoor is ons geloof in de Verelendung te sterk. We geloven dat leerlingen die van school gestuurd worden, linea recta naar de verdommenis gaan. Dat is niet zo. Zie ook 6: het nemen van verantwoordelijkheden zonder bevoegdheden, dat ligt wat moeilijk. Meeste leerkrachten kunnen dat ook niet, staan niet erg sterk in hun schoenen. Lerarenopleidingen zijn de poezenboot van het postdoctoraal / hoger onderwijs. Het docentenbestand op die opleidingen bestaat voor een groot deel uit postmoderne halve zachten. Bindervoet en Henkes hebben daar boeiend over geschreven.
17. Meer leerkrachten betekent meer leerlingen. Hoe meer leerlingen hoe lager het gemiddeld niveau. Klopt dus: goeie stelling.
18. Ja. Erg?
19. Ja, niet het verdwijnen van de man trouwens, maar het verdwijnen van het onderwijs uit het onderwijs maakt dat jongens steeds slechter gaan presteren. Leraren openen geen venster meer op een wereld, ze bereiden je voor op een toets. Lekker makkelijk, heb je geen kennis of intellect voor nodig zelfs. (zie ook 2). Meisjesonderwijs volgt het gele klinkerpaadje, de sjablonenweg. We spelen het spelletje allemaal mee. ”Ook onze school is een veilige school waar uw kostbaarste bezit, uw kind, op een veilige wijze naar succes begeleid wordt. Door ons uitgebreide programma van counseling en door een zorgvuldige afstemming van de toetsen op de leerstof en andersom, kunnen we bij regelmatig werken een positief resultaat garanderen.” Hoe zei Huizinga dat ook al weer? De motoren nog draaiende, de vlaggen nog wapperende, maar de geest geweken, was het niet zoiets?
20. Zie boven: persoonlijke ontwikkeling is niet meetbaar, zelfs professor Sickbok stond machteloos bij de Grauwe Razer. Ga de productiviteit van het onderwijs maar eens meten onder het aspect van persoonlijke ontwikkeling. Gesteld dat persoonlijke ontwikkeling in tachtig procent van de gevallen een min of meer lineair en kenbaar proces is, dan al is het een hachelijke onderneming. En voor die twintig procent die wat grilliger is en wat meer brom en ruis vertoont, de twintig procent die een wat groter incasserings- en absorptievermogen van een schoolomgeving vergt / nodig heeft, is het helemaal een drama. (zie ook :poezenboot)
21. Organisatorische rompslomp: Ja, als je scholen, platte organisaties par excellence, een reliëf wilt geven, dan moet je een middenkader in het leven roepen. Dat middenkader organiseert toetsweken en –dagen, waarvoor dan een rooster gemaakt kan worden, waarvoor proefwerken gecoördineerd kunnen worden, en daar moeten dan weer zeven weken van tevoren programma’s voor geschreven worden. Ja, dat komt de effectiviteit van gegeven lessen, het benutten van individuele capaciteiten van begaafde docenten niet ten goede. Want waarom zou collega A nog meer doen dan collega B? Maakt u zich geen illusies, collega B zal nooit zo goed worden als collega A (zie ook poezenboot). Dus de overwaarde van A gaat in de organisatorische mêlee van de lerende organisatie verloren. Naar, maar waar.
22. Moeten ze eens mee ophouden, die leerkrachten, met opvoeden. Ze hebben zelf vaak strontvervelende kinderen.
23. Scholen moeten maatschappen van leraren worden. Leraren met een goede track record moeten een onafhankelijke positie krijgen ten opzichte van de besturen. Medezeggenschap is niet genoeg om de individuele verantwoordelijkheid van de senior docent vorm en inhoud te geven.

24. Begeleiding hoeft niet te lijden onder een klassenomvang van ca. 25 leerlingen. Als begeleiders hun vak verstaan en een dergelijke taak niet in hun maag gesplitst krijgen, (zie ook punt 2 en poezenboot), is er niets aan de hand. In een normale les zie ik alle leerlingen en kan ik alle absenten aan het einde van de dag opschrijven.
25. Starre ouderwetse werkwijzen kunnen heel nuttig gereedschap zijn. Hamer en schroevendraaier zijn ondanks hun respectabele leeftijd nog helemaal van onze tijd.
26. Ja
27. Dat is maar goed ook. Ik wist niet dat er nog een markt bestond voor dit type postmarxistisch gelul.
28. Ja, scholen moeten dan ook per se geen laagdrempelige buurtvoorzieningen worden. Ik vind het uitstekend om zo nu en dan eens de samenleving binnen te laten, maar rust om ideeën te ontwikkelen, te rijpen, te rotten, is ook brood- en broodnodig.
29. Toetsen zijn een momentopname, wat u zegt juffrouw Laps. Het is een domme stoplap. Toetsen geven in tachtig procent van de gevallen een reëel niveau van beheersing van leerstof aan, niet meer (helaas zie ook 19), maar ook niet minder.
30. Zie ook poezenboot. Taal- en rekenniveau zijn zo laag, dat ik binnen twintig jaar alleen nog foutloze sollicitatiebrieven verwacht van studenten Nederlands uit de Chinese Volksrepubliek en uit Vlaanderen.

12 Reacties

  1. De aandacht waard
    Arend Schulp, je schrijft hier niet zo vaak, maar als je schrijft, is het wel meteen raak! Een prachtige post.

  2. ad taxin deuteran
    Ik denk dat een eerstegraads docent die master in de natuurwetenschappen of wiskunde is, net als vroeger een ingenieur of een doctor in de wis- en natuurkunde, meestal wel in staat is om op eigen kracht kennis uit onbezochte hoekjes van zijn vakgebied te verzamelen en te ordenen als dat voor zijn lesprogramma nodig is. Voor zo ver het om een docent van de middelbare school gaat zeker. Voor deze categorie docenten vind ik een nascholingsVERPLICHTING onzinnig. Ze zijn zelf goed in staat om te beoordelen wanneer bijscholing gewenst zou kunnen zijn.
    Seger Weehuizen

  3. ad taxin tritan
    Je moet onderwijs natuurlijk niet onnodig saai maken maar ook niet opleuken op een wijze die de benodigde leertijd verlengt. Wat voor de ene leerling het vak leuker maakt kan voor een andere leerling een bron van irritatie zijn. Bij voorbeeld dat als maar erbij slepen van praktische toepasbaarheid en praktische toepassingen. We komen er niet onder uit dat veel leerlingen (mede) extrinsiek gemotiveerd moeten zijn. Als ze dat niet zijn en last veroorzaken moeten ze van school verwijderd (kunnen) worden.
    SW

  4. ad taxin tritan et taxin tetteran
    Je moet onderwijs natuurlijk niet onnodig saai maken maar ook niet opleuken op een wijze die de benodigde leertijd verlengt. Wat voor de ene leerling het vak leuker maakt kan voor een andere leerling een bron van irritatie zijn. Bij voorbeeld dat als maar erbij slepen van praktische toepasbaarheid en praktische toepassingen. We komen er niet onder uit dat veel leerlingen (mede) extrinsiek gemotiveerd moeten zijn. Als ze dat niet zijn en last veroorzaken moeten ze van school verwijderd (kunnen) worden.

    Een school moet vanaf het begin duidelijk maken dat de schoolcultuur in dienst staat van een efficiënt leerproces. De leraar is de baas in de klas en moet met respect behandeld worden. Niet omdat een leraar gelijkwaardiger is dan leerlingen maar het leerproces in een klas gedijt meestal beter bij orde en daarvoor is het raadzaam dat een deskundige onbetwist de baas is. Het respect dat een leerling de leraar dient te betonen betreft het “ambt” dat hij vervult. Het is daarom een klap voor het Nederlandse rechtstelsel en een slecht voorbeeld voor Islamitische leerlingen dat de rechtbanken het toestaan dat Islamitische advocaten om geloofsreden niet hoeven op te staan voor een binnenkomende rechter in functie. (ik ervaar het niet opstaan voor een rechter in de rechtzaal als het tot uitdrukking brengen van minachting voor ons rechtssysteem).
    Seger Weehuizen

  5. nu nog nieuwer
    Het is niet eens zo moeilijk die 29 punten te lezen als een impliciet pleidooi voor ‘vernieuwd’ onderwijs, ‘nieuw’ onderwijs, en zelfs ‘nog nieuwer’ onderwijs.
    Alleen punt 30 wijkt af van de tendens. Dat punt moet misschien als laatste in het geheugen van de vluchtige lezer blijven hangen?
    Die moet ‘meekrijgen’ dat al die impliciete pleidooien voor het Nieuwe Leren, punt 30 willen bewerkstelligen?
    Waar 30 als een gevolg van de onderliggende idealen van de eerdere punten moet worden beschouwd.

  6. ad taxin tèn hexan et taxin tèn ogdoan
    Met de invulling van taxis hè hexa door ArendSchulp kan ik inhoudelijk helemaal meegaan. Maar het mag wel iets harder gezegd worden: Als docenten en schooldirecties elkaar als tegenstanders zien is dat terecht. Een bestuur wil meestal voor zo min mogelijk geld (salaris) een docent zo stevig mogelijk uitknijpen Gebruik maken van docenten die weinig opleiding hebben of die in omstandigheden gebracht worden waarin ze hun kennis niet ten nutte kunnen maken en die precies volgens voorschriften werken en de goede antwoorden uit een antwoordenboek halen maken zo’n beleid mogelijk. De directie moet zorgen dat dat beleid uitgevoerd wordt en staat dus aan de kant van het bestuur.

    Als toevoeging: Kennis in de vorm van losse weetjes is waardeloos. Kennis moet verdiept worden zodat de bezitter van deze kennis haar kan integreren met andere kennis. Kennis kan beter gestructureerd aangeboden worden in een leerboek dan her en der van het internet geplukt worden. En voor het verankeren en verdiepen van kennis is een leraar nu nog even belangrijk als vroeger. Een goed leerboek kan bij sterke motivatie de taak van een leraar overnemen maar bij normale motivatie is een computer veel te onpersoonlijk om de leerling bij de les te houden
    Seger Weehuizen

  7. Arendschulp vergist zich…
    De VK definieert ze niet als ‘dertig problemen van het Nederlandse onderwijs’, maar als dertig discussiepunten. Er zijn vele oplossingen aangeboden, maar daarin was de krant niet geïnteresseerd. Ze wilden liever een aantal stellingen, waarover kon worden gediscussiëerd.
    Die stellingen staan boven vermeld.

  8. Volgorde
    De lijst hierboven staat op alfabetische volgorde.
    Niet alle stellingen signaleren een ernstig probleem. De discussie ging er onder ander over, om de problemen te ordenen naar belangrijkheid c.q. urgentie.
    Bezoekers van de website konden aangeven welk probleem zij het belangrijkst vonden, en over de problemen discussiëren.
    Op de website zijn de problemen geordend naar prioriteit. Zie hier.

    Op de eerste plaats staat de organisatorische rompslomp, op twee en drie, in iets verschillende bewoordingen, de te grote klassen. Samengevoegd lijkt dit eigenlijk het grootste probleem te zijn.
    Zie ook de enquete op de onderwijspagina van Trouw.

    • Stemmen dubbeltellen bij samenvoegen van probleempunten
      Je zegt dat als je 1 en 2 samen neemt dan dat dan het grootste pijnpunt is, maar dat kan natuurlijk niet. Je kon (ik kon) op meerdere punten stemmen. Hoeveel was me eigenlijk niet duidelijk, waarschijnlijk kon je op alle punten een keertje stemmen. Dat maakt dat samenvoegen van die twee punten en de stemmen optellen natuurlijk helemaal niets meer zegt.

      • Meer stemmen?
        Op de site stond: “U kunt uw stem uitbrengen…”. Dat suggereert dat ieder maar op één punt zijn stem kon uitbrengen. Dat heb ik ook gedaan.
        Maar als de mogelijkheid bestond om meer stemmen uit te brengen, maakt dat de uitkomst inderdaad minder betrouwbaar, want we weten niet hoeveel mensen meer stemmen hebben uitgebracht.

        • Toevoegen van stellingenhalverwege
          Als manier om te stemmen is het van alle kanten gammel natuurlijk. Ook al omdat er halverwege nieuwe stellingen bij gekomen zijn. Dat maakt het noodzakelijk om meermalen te kunnen stemmen, sterker nog om geen maximum in te stellen, want je moet in de gelegenheid zijn ook op de nagekomen stellngen te stemmen.

  9. Arend Schulp vergist zich
    Arend Schulp vergist zich ook wel eens een keertje niet. Er stond in het artikel als kop boven de lijst ‘dertig problemen van het Nederlandse onderwijs…

    benikvanmening

Reacties zijn gesloten.