Leve de managers! Waar zouden we zonder hen zijn?

Gisteravond in NRC: “Bij veel problemen in de publieke sector wordt met de beschuldigende vinger gewezen naar managers die vanuit een steriel en wereldvreemd model denken en de goede professionals in een keurslijf van bureaucratische regels zouden willen dwingen. Dat is een vertekend beeld.” Lees het artikel.

13 Reacties

    • Bij eerste lezing valt mij
      Bij eerste lezing valt mij op dat het functioneren van professionals nadrukkelijk ter discussie wordt gesteld (bijvoorbeeld artsen in ziekenhuizen), maar dat over het functioneren van managers alleen wijd open staande deuren worden ingetrapt (“het gaat erom hoe managers werken, niet hoeveel managers er zijn” blabla).

      Het punt dat er ten onrechte één organisatiemodel wordt toegepast (met “monitoring”, “kwaliteitsmanagement” etc.) op verschillende organisaties, is volkomen terecht. Voor het onderwijs zou ik als meest geschikte organisatiemodel willen voorstellen: géén managers; het schoolbestuur is de secretaresse van de docenten.

      • Professionals
        kunnen er tegen als hun functioneren ter discussie wordt gesteld. Dat geldt zowel voor de uitvoerende als de handhavende variant van deze soort. Ik lees in het stuk van Noordergraaf ook een pleidooi voor de terugkeer van de primus inter pares. De rector die zijn kwaliteiten bewezen heeft in zijn professie als leraar en die op grond daarvan geaccepteerd en gedragen wordt door zijn personeel.

  1. De publieke manager…..
    …..veroorzaakt de problemen niet.

    Dat kan wat het onderwijs betreft wel eens aardig kloppen, want de meeste managers werken daar allang niet meer in publieke organisaties, maar feitelijk in quango’s met financiëel-ideologische motieven. Dankzij lumpsum en schaalvergroting is de greep op het onderwijs vanuit de belanghebbenden (ouders/overheid) fors geërodeerd. Soms wordt ons nog wel eens een blik naar binnen gegund als er eens een manager uit de bocht vliegt (bv Commanderij), maar verder zien wij alleen het eindprodukt: onderwijsresultaten die over het geheel achteruit kachelen. Er is niks mis met het ontleden van de oorzaken hiervan, gevonden fouten en misstanden aan de kaak te stellen en verbeteringen af te dwingen. Tot woensdag.

  2. The empire strikes back?
    Ik zie dit als een wellicht rechtvaardige poging om nuance te brengen tav de positie van de manager. Hij is niet de oorzaak van alle ellende en doet vaak ook gewoon zijn best. Sterker nog: hij is het vaak (?) met BON eens.
    Dat lijkt me terecht, maar gaat voorbij aan de “vermanaging”. Kennelijk organiseert de maatschappij zich op dit moment zo dat er overal verantwoording en transparantie vereist is en dus alle handelingen moeten worden geregistreerd waardoor de bureaucratisering uitbuikt. Dát probleem wordt door docenten ervaren als “de manager”. Terwijl die in veel gevallen ook simpel de opdracht krijgt om 4x per jaar leerling tevredenheidsenquetes te houden, om doorloopsnelheden te meten en weet ik veel welke andere bergen info door te sturen dan ook. Die individuele manager kan er best eentje zijn waar Noordegraaf voor pleit.
    Maar dat neemt niet weg dat uiteindelijk op de werkvloer aan al die eisen moet worden voldaan en dat dat een enorm probleem is (en nog eens niets oplevert ook).

    Daarnaast zijn de managers in het onderwijs juist helemaal niet van boven af verplicht om alles en nog wat te doen. De overheid heeft zn handen van het onderwijs afgetrokken en men mag doen en laten wat men wil.

    Waar haalt hij het overigens vandaan dat allerlei projectleiders en managers BON pamfletten ondertekenen?
    citaat:
    Dat blijkt, hoe paradoxaal ook, uit steun van managers voor bijvoorbeeld Beter Onderwijs Nederland (BON). Pamfletten over problemen, zoals het manifest van BON, worden ook door projectleiders, procesmanagers en leidinggevenden ondertekend.

    Kortom: ik vind het een eenzijdig verhaal van Noordegraaf. Wellicht ook niet helemaal belangeloos want hij heeft tenslotte ook zijn boeken (over publiek management) te verkopen.

    Op veel plaatsen ontstaan tegenkrachten voor BON. Ik weet niet of dit stuk daarin past, of het gecoördineerd is. Is het the Empire strikes back?

    • Terugslaan
      Een probleem in de organisatie modellen is dat er onder managers een eenheid van beleid wordt afgesproken (verordonneerd?), naar het voorbeeld van de politiek. Al in sollicitatierondes wordt dit afgecheckt of je wordt al afgeserveerd.
      Illustratief is b.v. dat je bij vakbondsmeetings over een CAO nooit een manager ziet. En bij boventalligheids problematiek ontstaan uit nieuwe rekenmodellen roepen ze : “Voor goed onderwijs is altijd geld”. Maar wel steeds met minder mensen.
      Maar terugslaan binnen de eigen hierarchie is not done. Daar kan BON wellicht een prijzig cursusje voor aanbieden. Dat scoort goed in die kringen.

  3. managerisering door probleemscheppend veranderen
    In het geval van het onderwijs werden managers noodzakelijk door niet-noodzakelijke schaalvergroting en verzelfstandiging alsmede het introduceren van oneigenlijke doelstellingen.
    Seger Weehuizen

  4. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen.
    ‘De beklemming van professionals op werkvloeren is niet zonder meer aan managers te wijten. Het beste bewijs daarvoor is dat ook vele publieke managers zich slachtoffer voelen van buiten hen geplaatste invloeden die hen dwingen om organisaties zakelijk te ‘runnen’. Dat blijkt, hoe paradoxaal ook, uit steun van managers voor bijvoorbeeld Beter Onderwijs Nederland (BON). Pamfletten over problemen, zoals het manifest van BON, worden ook door projectleiders, procesmanagers en leidinggevenden ondertekend. In manageropleidingen klagen leidinggevenden van rechterlijke organisaties, jeugdzorg, welzijnsinstellingen en scholen over onder meer instructies van hogerhand.’

    Ze slurpen bakken geld, dat aan de primaire sector wordt onttrokken.
    Ze hebben onderwijs en zorg naar de knoppen geholpen.
    Ze hebben de mensen op de werkvloer tot werkvee gemaakt.
    Het is weliswaar passietijd, maar pas op!
    Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen.

  5. Inz. Noordegraaf: papierverspilling
    Dat stuk staat vandaag (zaterdag) pas in de krant en niet gisteren.
    Waarom zoveel mensen het serieus nemen is mij een raadsel.
    De inhoud kan je als volgt samenvatten.
    1) Er zijn ook goede managers (vroeger heette dat ‘er zijn ook goede Duitsers’)
    2) Er zijn ook slechte professionals (getver, wéér dat woord). Nee maar! U meent het!
    3) De politiek kan niet alles voor ons rechtbreien.
    4) Conclusie: ieder moet gewoon zijn werk goed doen. Alsjeblieft!
    Deze gemeenplaatsen worden met veel omhaal van woorden aan elkaar geregen, en zo krijgt Noordegraaf een hele pagina vol.
    Nergens gaat hij in op de terechte kritiek op leidinggevenden die geen flauwe notie hebben van het werk waaraan ze leiding zouden moeten geven.
    De enige conclusie die we uit zijn stuk kunnen trekken is: niemand is schuldig, het probleem is niet aan te wijzen, mensen moeten gewoon beter hun werk doen. Nou, daar zullen Doekle Terpstra en Sjoerd Slagter het wel mee eens zijn.
    Ik ben van mening dat het probleem wel degelijk aan te wijzen is, dat slecht functionerende leidinggevenden verantwoordelijk zijn voor het weglopen van clientèle en personeel, dat veel zogenaamde leidinggevende banen helemaal niet horen te bestaan en dat veel organisaties helemaal niet horen te bestaan. Daar zegt die Noordegraaf helemaal niets over en daarom vind ik zijn stuk een waardeloos stuk.

  6. Erkenning van de beklemming
    op de werkvloer is al een stap in de goede richting. Dat dit niet door de managers komt is 4 stappen in de tegenovergestelde richting. De managers en bestuurders hebben jarenlang aleen maar oog gehad om zo snel mogelijk en tenkoste van alles een goedlopend en vooral “winstgevend bedrijf” uit de grond te stampen, zelfs dat niet eens “bij elkaar sprokkelen”is beter op zijn plaats. Zij hebben reorganisaties niet geschuwd en hun personeelsbeleid leek meer op een afvloeiingsbeleid dan het in stand houden van een zekere professionele cultuur. Een gigantische bureaucratische en verstikkende molen is opgezet, niet door de professional, niet door de goede en niet door de slechte. Nu-na onderzoek- blijkt dat er alleen maar rokende puinhopen overblijven zowel in de zorg, jeugdzorg als onderwijs heffen ze de handen ten hemel, halen de schouders op en vertellen ons dat zij niet verantwoordelijk zijn, maar de “regelmakers”in den Haag en de overgebleven professionals op de werkvloer. BON wordt even alweer weggezet als een stelletje wijsneuzen die zich niet met de leiding van het bedrijf moeten bemoeien.
    Een regelrechte schande, dit artikel. Zonder te weten wat er zich op de werkvloer afspeelt, welke aardverschuivingen zich in het primaire proces de laatse jaren hebben voltrokken, worden de managers uit de wind gehouden omdat zij hiervoor niet verantwoordelijk zouden zijn? Gisteren was er weer een manager aan het bedelen, wou eventjes 18 miljoen om zelf “jeugdzorgje” te spelen in zijn school. Niet te vergeten MBO heeft ongeveer 4,2 miljard belegd.
    Wie geen verantwoordelijkheid wil dragen, moet dan maar geen bestuurder of manager willen worden, scheelt weer in lonen.

  7. Managen, maar hoe?
    Natuurlijk maakt het veel uit hoe een manager werkt. Echter: ik bespeur een enorme tendens naar autoritaire managers die hun medewerkers bekijken als eenvoudige uitvoerders en niet als professionals. Er worden eenvoudigweg decreten uitgevaardigd en die heb je als medewerker uit te voeren. Je wordt als hooggeschoold medewerker (ik wil het woord professional vermijden) niet meer betrokken bij gewijzigde koersen, er wordt niet meer naar je mening gevraagd. Nee, je moet eenvoudig uitvoeren wat van bovenaf bedacht is. Op het moment dat je hiertegen praktische of ideologische bezwaren inbrengt word je in de hoek gezet als conservatief en soms zelfs nog als lui.
    Dát is het waar het bij de klachten tegen de managers om gaat!

    Een echt goede manager stuurt zijn medewerkers aan alsof het om een vereniging, een vrijwilligersorganisatie gaat. Zij (hij) legt uit waar hij heen wil en waarom, geeft ruimte aan twijfels bij medewerkers, heeft geduld én doorzettingsvermogen, luistert naar bezwaren en toont zich bereid om gewenste koersen te veranderen als deze niet mogelijk blijken of verkeerde effecten blijken te hebben.

    Echter: een manager heeft tegenwoordig ook weer een bovenbaas. Deze rekent de manager uitsluitend af op het uitvoeren van de bedachte opdrachten vanuit nog hogere regionen. Daar zit volgens mij het echte probleem.

    • doorgeefluiken
      Ik beschouw managers en directies vooral als doorgeefluiken van CvB’s en onderwijsinspectie.
      Een enkele keer tref je een manager die op ’t goede moment dat luik dichtdoet.

Reacties zijn gesloten.