De Hogeschool Utrecht heeft de volgende vacature:
===============================================
Docent 1 beroepsvoorbereiding team wiskunde
Functieomvang: 1,0 fte
Vacaturenummer: 07.800.017
De organisatie
Faculteit Educatie
Instituut Archimedes is onderdeel van de Faculteit Educatie. Het leidt leraren op voor voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Wij werken nauw samen met VO-scholen en ROC’s bij het opleiden van startbekwame leraren en het vormgeven van professionaliserings- en innovatietrajecten. De medewerkers werken in teams op basis van ondernemingsplannen. Als teamlid ben je medeverantwoordelijk voor het realiseren van teamafspraken op het gebied van opleiden, innovatie, organisatie en contractwerk.
De functie
De taken:
Ontwikkelen en verzorgen van niet-vakgebonden, beroepsvoorbereidend onderwijs in de deeltijd- en duale bacheloropleidingen en de masteropleiding, meer specifiek:
*Begeleiden van studenten bij praktijkleren en portfolio-ontwikkeling;
*Begeleiden van studenten bij vakoverstijgende projecten;
*Bijdragen aan de ontwikkeling van het vakoverstijgende currriculum;
*Uitvoeren van organisatorische taken binnen het team en teamoverstijgend;
*Het onderhouden van nauwe contacten met het onderwijsveld waarvoor je opleidt;
*Deelnemen aan project- en contractactiviteiten in samenwerking met het onderwijsveld.
Wij zoeken
Een medewerker die een actieve en stimulerende rol kan vervullen in een innovatieve, sterk veranderende omgeving waarin samenwerking met de scholen een belangrijke rol speelt en die
*beschikt over een hbo of wo diploma met pedagogische en/of onderwijskundige expertise;
*aantoonbare interesse heeft in het opleiden van leraren in een competentiegerichte opleiding;
*affiniteit heeft met exacte vakken;
*werkervaring heeft waarin contacten met het voortgezet onderwijs een rol spelen.
Wij bieden
Een aanstelling in tijdelijke dienst voor 1 jaar (D4), met mogelijkheden voor verlenging. Detachering is mogelijk.
Salaris volgens de cao-hbo, schaal 11, minimaal € 2.990,- en maximaal € 4.108,- bruto per maand bij een volledig dienstverband, exclusief 8% vakantiegeld.
Wij hebben een prima aanbod, waaronder:
Een dynamische werkomgeving met ruime mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling.
Interesse?
Voor meer informatie over deze vacature kun je contact opnemen met Lucie Schipper, Teamleider Wiskunde, telefoonnummer 06 – 51 68 38 74.
Stuur je schriftelijke sollicitatie met cv en onder vermelding van het vacaturenummer voor 26 april a.s. naar: Hogeschool Utrecht, Faculteit Educatie, t.a.v. Marjan Iskes, personeelsadministratie, Postbus 14007, 3508 SB Utrecht. Je kunt ook reageren per e-mail: solliciteren.fe@hu.nl.
Overige informatie
Graag in je brief het aantal uren dat je beschikbaar bent vermelden. De aanstellingsomvang is bespreekbaar. De eerste gesprekken zijn gepland op donderdag 10 mei a.s. Dinsdag 8 mei nemen we contact op met degenen die hiervoor uitgenodigd worden. Deze vacature is tegelijk opengesteld voor interne en externe kandidaten. Interne kandidaten hebben voorrang.
==============================================
vakkennis niet gewenst
Vakkennis is niet alleen niet vereist, maar ga er maar van uit dat zij ook niet gewenst is. Een wiskundige zou enkel maar een gevaar zijn voor de ‘plezierige en constructieve samenwerking’. Een wiskundige kan veel te veel, dat wordt maar ongezellig en lastig.
Verwovenheid inhoud en vorm: didactiek en lesstof
Bramroth suggereert dat de gezochte docent juist geen expertise moet hebben omdat docenten die deze kennis hebben over het algemeen over te weinig talent zouden beschikken om samen te werken op constructieve wijze.
Dat is nogal een uitspraak, er spreekt in ieder geval naar mijn mening geen vertrouwen in de wiskundigen als docenten uit, maar wel een vooroordeel over de sociale vaardigheden van vakbroeders in de bèta-hoek. Een heel ander probleem dan volgt uit de stelling lijkt mij.
Het beschikken over vakinhoudelijke kennis als docent is wezenlijk verbonden met het docentschap, zoals bijvoorbeeld gevraagd in de vacature. De vacature stelt wel degelijk te weinig eisen op het gebied van de vakinhoud en het is te hopen dat toevalligerwijs er iemand solliciteert die overgekwalificeerd is in wiskundige expertise, dan wel een getalenteerde generalist zich aanmeldt die zich snel en accuraat kan inwerken in nieuwe materie.
zinnig meedenken?
Kennis is er in soorten en maten en afhankelijk van het type kennis dat je overbrengt zijn misschien wel andere didactische vormen gewenst. Om hierover zinnig mee te kunnen denken in een team, zoals de vacature verlangt, is niet alleen expertise in de wiskunde, maar ook de didactiek van wiskunde, als het kunnen overleggen en uitdrukken van die kennis gewenst.
Over of ondergekwalificeerd?
[ Slaghuis, karakterrestrictie is er niet voor niets – als je er nog meer omheen gaat werken ga ik stukken weghalen :: MAP ]
Ik begrijp dat de schrijver de wiskundige als overgekwalificeerd ziet maar omgekeerd suggereert dat deze ondergekwalificeerd is op een aantal gebieden- gelukkig voorziet de vacature daar nu juist wel in.
Als docent moet je denk ik bij voorkeur overgekwalificeerd zijn in het inhoudelijke vak /domein waarin je lesgeeft. NB1. Als je geen overwicht hebt in expertise dan is het zaak deze te kunnen compenseren met andere vaardigheden(goed kunnen doorverwijzen naar expertise wanneer deze nodig is, wegen naar bronnen kennen) maar het lijkt niet aanbevelenswaardig op een plek te gaan zitten waarin je aangesproken wordt op expertise die je niet hebt. NB 2. wat hier kwalificerend werkt hoeft m.i. niet per se een diploma op universitair niveau te zijn of iets dergelijks. Als er maar vastgesteld en gegarandeerd kan worden dat iemand expertise heeft.
‘De wiskundigen die zich begeven in het onderwijs dienen echter net als andere vaklieden niet alleen een wiskundige interesse en expertise te hebben. De reden dat een docent wel degelijk vakinhoudelijke kennis moet hebben ligt in het onderwijs zelf: door de zelf inzicht te hebben in het vak en geleerd te hebben omgaan met de kennis in een vak kun je als docent gemakkelijker meedenken over hoe deze kennis over te brengen. Ervan uitgaande dat iemand solliciteert op een baan als deze, denk ik dat de wiskundige die solliciteert ook naast enige affiniteit met wiskunde ook enige affiniteit met onderwijs toe te dichten valt. Waarbij het beschikken over het eerste een aanname zou moeten zijn in plaats van een pluspunt van de sollicitant(-e) dat toevallig van pas lijkt te komen.
Kijk eens verder op deze site
En je zult merken dat BramRoth in het geheel niet suggereert dat de gezochte docent geen wiskundekennis zou moeten hebben. Hij hanteert de stijlfiguur van de ironie.
Iedereen van BON vindt het absoluut noodzakelijk dat de betreffende vacature wordt opgevuld door iemand met ruime wiskundige vakkennis. Het is buitengewoon tekenend dat dat tegenwoordig kennelijk niet meer nodig is (wellicht zelfs niet meer gewenst wordt, want dat is was Bram juist wel suggereert)
Misverstandje
Uw berichtje berust op een misverstand. Ik wil alleen maar zeggen dat in de ogen van zo’n opleidingsinstituut vakinhoudelijke bekwaamheid kennelijk ondergeschikt is aan didactische. Mijn berichtje was ironisch bedoeld. U en ik zijn het roerend met elkaar eens.
Nou en ?
Als ze iemand nodig hebben met deze kwalificaties, waar bemoei je je mee ?
*affiniteit heeft met exacte vakken; Is toch prima ?
Wij bemoeien ons hier
dacht ik met één ding: we willen beter onderwijs en niet onderwijs door mensen met affiniteit, want dan kan iedereen het gaan doen.
wij bemoeien ons hier inderdaad
“affiniteit met bètavakken”. Ik hou van sudoku’s, heb ik nu ook ‘affiniteit’ met bètavakken? Want blijkbaar komt het te vaak voor in de praktijk dat dat voldoende is… maar ik ben wel een alphaatje hoor!
Vast geen bezwaar
Enthousiasme en inlevingsvermogen geven vast de doorslag.
nvt
nvt
Een zwarte toekomst
Als dit tij niet gekeerd wordt, wacht ons (wiskundigen) een zwarte toekomst. De grote wiskundige geesten uit het verleden zullen verward ronddolen en geen rust meer vinden.
Eeuwenlang is erover gedaan een schitterend vak op te bouwen. Ook een aantal Nederlanders hebben hieraan meegewerkt. Zij leerden het vak van hun meesters (docenten, professoren), zelf ook wiskundigen uiteraard. “Op de schouders van reuzen” keken zij steeds verder uit over een wiskundig landschap.
Hoe graag zou ik eens terug in de tijd gaan om slechts een paar woorden te mogen wisselen met Pierre de Fermat (hoe zat dat nou met die kantlijn Pierre?) of nog verder terug met Euclides (dankjewel, dankjewel, dankjewel). De grote wiskundigen van weleer staan en stonden (meestal) in een groot aanzien. Het zijn zij geweest die de wetenschap ontwikkeld hebben. Stel je toch eens voor dat je een college zou mogen volgen van één van hen.
Op geen enkele wijze heb ik de wens mij te onderhouden met wat voor pedagoog dan ook. En al helemaal geen pedagogen die slechts “affiniteit hebben met exacte vakken”.
Als ik terugkijk, heb ik nog geluk gehad. Op de middelbare school werd ik geinspireerd door een kundige man en een kundige vrouw (leraar en lerares). Op de vervolgopleiding kreeg ik les van wiskundigen. Zelfs de docenten die onderwijskunde onderwezen waren wiskundigen. Mijn stagebegeleiders waren wiskundigen. Onze vakgroepleider was een wiskundige, de docent didactiek was een wiskundige.
Vervolg
[ Jos, zelfde waarschuwing voor jou: karakterrestrictie is er niet voor niets. Bij herhaling gaan we weghalen :: MAP ]
Mijn toekomstige collega’s worden niet meer begeleid door wiskundigen. Pedagogen met affiniteit met exacte vakken, die het dubbele betaald krijgen van een normaal docentensalaris, leiden hen op. Ze zijn naarstig op zoek naar vakoverstijgende projecten, creëren vol trots startbekwame leraren en geven vorm aan professionaliserings- en innovatietrajecten. Ik benijd ze niet, mijn toekomstige collega’s. Van wiskunde weten ze steeds minder. Van competenties steeds meer. Zij zijn het echter wel die de generatie na hen enthousiast moet maken voor een vak dat al van meet af aan (de oude Egyptenaren) uitblinkt door abstractie, orde en zekerheid. Juist die intrinsieke kenmerken worden door de hedendaagse vernieuwingen verkracht en voor oud vuil achter gelaten. Saai, sluit niet aan bij de belevingswereld, zit de maatschappij niet op te wachten. Wat is er in vredesnaam gebeurd in de afgelopen 50 jaar, dat een wetenschap die al zo lang zijn diensten bewezen heeft nu zo te grabbel wordt gegooid? De digitalisering van de dag van vandaag zou zonder (oude) wiskunde ondenkbaar zijn. Hoe kan diezelfde digitalisering dan verlangen dat we ons wiskundeonderwijs aan moeten passen?
Vervolg 2
Maar ik laat me gaan, ik had het over de nieuwe generatie wiskundedocenten die grootgebracht worden met het idee dat wiskundeonderwijs hoort te bestaan uit slappe verhaaltjessommen en dat berekenen gewoon benaderen betekent. Zij kunnen een hoogleraar in de Didactiek van het Wiskundeonderwijs (FI) horen praten over het berekenen van wortel 2 maal wortel 3 (en hij bedoelt daarmee niet wortel 6). Niet alleen zal ik met deze toekomstige collega’s samen moeten gaan werken, het zullen er steeds meer worden. Zij zullen wiskunde willen onderwijzen op de manier waarop ze dat geleerd hebben. Van wie? Niet van de meesters van wie ze les hadden MOETEN hebben, maar van de pedagoog die gaat solliciteren op bovengenoemde advertentie. Want het gaat er niet meer om dat de toekomstige docenten op een correcte manier wiskunde overbrengen, nee, het gaat erom dat ze op een correcte manier lèsgeven: lekker in groepjes werken, aandacht voor de individuele leerling, een beetje coachen, af en toe een ander vak erbijhalen (waarvan de inhoud irrelevant is, want door de pedagoog niet te beoordelen) en natuurlijk veel projecten draaien, het moet wel leuk blijven, en de belevingswereld van de leerling, daar gaat het om, laten we daar toch alsjeblieft in rond blijven draaien, anders wordt hij veel te groot, de belevingswereld van de leerling, die mag niet te veel uitgebreid worden, en al helemaal niet met esthetische abstracte wiskunde.
En dat zal er dus, als het zo door blijft gaan, straks van de wiskunde over zijn: een verhalenbundel. “De Elementen” kunnen op de brandstapel, de pedagogen er joelend omheen.
Kortom, als ik een advertentie zie waarin weer eens pijnlijk duidelijk wordt hoe ons toekomstige wiskundeonderwijs eruit dreigt te gaan zien, dan baart mij dat niet alleen zorgen, dat doet pijn. En u, gp61 reageert met een bot “Nou en”???
Waar bemoei ik me mee? Met de toekomst van mijn vak.
Affiniteit is toch prima? Nee, het is verschrikkelijk.
Prachtig betoog!
U spreekt namens een wereld van cultuur. Onze opponenten namens een wereld van gemakzucht en verveling, onvoorstelbare verveling.
Deze opleiding
Het gaat om deze opleiding:
De docent die louter kennis op het schoolbord schrijft bestaat niet meer. Die tijd is voorbij. De docent van nu doet meer dan lesgeven. Hij/zij maakt actief deel uit van een onderwijsteam. Samen met collega’s bent u verantwoordelijk voor een prettige leeromgeving. U draagt bij aan de ontwikkeling van onderwijskundige vernieuwingen en actualiseert vakinhouden.
Ik neem aan dat er ook docenten deel uitmaken van het team die inhoudelijk wel van wanten weten. Als ze dan iemand nodig hebben met de genoemde kwalificaties dan mag dat toch, als ze deze werkwijze hebben ?
Actualiseert vakinhouden
Ja, ja. Volgens mij is dat gewoon vakinhoud, maar goed. Dus een tweedegraads docent kan door een affiniteiticus opgeleid? Een tweedegraads docent staat ook in de vwo-onderbouw. Ik begrijp niet dat je dit wil verdedigen, gp61.
Vakinhoud actualiseren
….dat zou toch bij uitstek moeten gebeuren door een wiskundige. Die pedagoog heeft geen snars verstand van die vakinhoud. Wat moet die goog dan gaan actualiseren? Hoogstens de inhoud van zijn portemonnee.
nvt
nvt
Zo iemand zouden ze niet nodig moeten hebben…
Beste gp61,
Het probleem is dat de functie uit de advertentie bedoelt is voor iemand die de studenten gaat begeleiden. Dit betekent dus dat er vanuit de opleiding zelf geen wiskundige een les van een stagiaire bij komt wonen. Hoe kan iemand zonder voldoende vakinhoudelijke kennis een toekomstig wiskundedocent begeleiden? Dat snap ik niet.
Ik had een docent die mooi wist te verwoorden:
“Ik snap niets van al die onderwijskundigen en pedagogen. Het is zo simpel. Als ik iemand wil leren hoe hij een kastje in elkaar moet timmeren, moet ik eerst zorgen dat ik dat zelf heel goed kan.”
Wat ik trouwens ook niet snap is het volgende: Er was een tijd dat er geen, of slechts een enkele pedagoog te vinden was op de docentenopleidingen. Hoe hebben zij het in vredesnaam voor elkaar gekregen om “ouderwetse vaklui” te verdringen om hun lulpraatjes te verkopen?
Waar staat dat ?
Dit betekent dus dat er vanuit de opleiding zelf geen wiskundige een les van een stagiaire bij komt wonen.
Waar staat dat ?
Dat zie je toch?
Dat staat in het commentaar wat ik zojuist geschreven heb! Dat lees je toch! (geintje)
Ik weet het uit ervaring. Bij ons op school komen stagiaires uit Tilburg. Komt geen wiskundedocent bij kijken (uit Tilburg).
Groeten Jos.
Ik ken dat,
heb ook een stagiaire uit Tilburg. Geeft les (althans probeert dat) in mijn vak dat hij zelf niet studeert (???). Begeleiders zie ik niet, men noemt dat begeleiding op afstand. (Wil ik dat? Nee! Maar ik moet. Van OMO).
Wat gaat deze persoon doen?
Wat voor belangwekkends gaat deze persoon volgend jou doen gp61? Als je kijkt naar de taken, dan is dat flinterdun. Kun je hier 1 FTE mee vullen? En is dat goed gebruik van die FTE (docent FTEs zijn al erg schaars aan hogescholen….). Waarschijnlijk gaat deze persoon de wiskundigen bij die opleiding voor de voeten lopen: ze bestoken met allemaal papierwerk en heel veel vergaderingen.
nvt
nvt
Overheidsbeleid
De overheid (voornamelijk linkse onderwijsministers) is een jaar of dertig geleden begonnen met de ‘nieuwe lerarenopleidingen’, in het kielzog van de ideeën over de middenschool. Men heeft deze ontwikkeling van hogerhand aangemoedigd en gestimuleerd. Als je er in slaagt om iemand die een hekel aan vakinhoud en deskundigheid heeft, tot baas van zo’n instituut te bombarderen, dan volgt het hele instituut op het laatst vanzelf. Als onderdeel van die ontwikkeling zijn de pedagogen het onderwijs binnengekropen.
We komen in de richting
De discussie gaat de goede kant op, ik voel me als docent in mijn rol: iemand uit z’n tent lokken….
Flauwe
manier om de kritiek te pareren.
Zeiden mijn leerlingen ook altijd
Zeiden mijn leerlingen ook altijd als ze vonden dat ik het maar moest uitleggen, daar was ik voor ingehuurd.
Dus ze hadden toch iets
geleerd: voor zichzelf opkomen. Dus je hebt geen leerlingen meer?
Als insecten
Mooie bewoording: binnengekropen.
Ik heb zelf in 1996 mijn eerstegraadsbevoegdheid gehaald. Over de opleiding die ik toen genoten heb (in beide betekenissen van het woord) heb ik geen klagen. Ik kan me wel herinneren dat de venieuwingen in het onderwijs in die tijd echt vorm gingen krijgen. Veel meer contexten en naast “Pietje koopt twee lollies voor …” ook “Mohammed betaald voor …” omdat dat beter aan zou sluiten bij de maatschappij. Ik vond het toen al vreselijk en ben dan ook niet direct in het onderwijs gaan werken. Maar het bloed kruipt … en nu sta ik dan toch voor de klas. Verontrustend vind ik het om te horen dat er collega’s zijn die de grafische rekenmachine bejubelen, omdat “we anders waarschijnlijk weer terugmoeten naar functieanalyse.” Natuurlijk moeten we terug naar functieanalyse!
Of misschien beter, hedendaagser: we moeten vernieuwen: De GR moet eruit en we moeten functieanalyse gaan onderwijzen. De huidige maatschappij zit niet te wachten op mensen die gedachtenloos knopjes kunnen bedienen. Mensen die achterover gaan zitten en wachten tot het werk voor hen gedaan wordt zijn niet meer van deze tijd. Het zijn de vragenstellers, de geinteresseerden, de creatieven van geesten, de dromers (niet de slaapkoppen) die nieuwsgierig zijn naar de wereld achter de knopjes die de toekomst hebben.
Waarom worden de chinezen, die eraan schijnen te komen, gevreesd? Omdat wij gemakzuchtig zijn en zij niet. Zij worden niet onderwezen met een TI, zij zijn het die deze apparaten màken. Waarom kunnen ze dat? Omdat ze groot zij gebracht met functieanalyse. Hun kennis gaat veel dieper, zij zijn in staat hun wiskundige kennis te algoritmiseren, te programmeren, zodat onze leerlingen nooit veel verder zullen komen dan het bedienen van de knopjes.
en de rest…
Zo’n beetje 100% van de schoolwiskunde is ontwikkeld zonder gebruik van enige ICT. Dus waarom zouden we die erbij nodig hebben? Het enige argument dat ik hoor voor het gebruik van GR in het onderwijs is dat het zo handig is dat leerlingen nu snel grafieken kunnen laten tekenen. Dit zou bijdragen aan het inzicht in die grafieken. Ik merk in de praktijk, en dat is uiterst voorspelbaar, dat dat inzicht amper onstaat op deze manier. Als je inzicht HEBT in het verband tussen formule en grafiek, dan is een GR handig als ondersteuning. Het is een uiterst geschikt instrument voor een wiskundedocent, ter ondersteuning van zijn werk. Leerlingen die net de tweede fase ingaan zijn wiskundige kleuters. Een kleuter moet eerst leren fietsen voor hij een formule-1 wagen kan besturen.
Heb ik me toch weer laten gaan. Ik wou eigenlijk alleen maar aan S(imon?) Stevin vragen wat er dertig jaar geleden is gebeurd, daar was ik nog niet (bewust) bij toen. In mijn beleving zijn de veranderingen begonnen eind jaren negentig.
GIGO systeem
Heel terecht, die opmerkingen over de GR. Bij ons zijn die dingen verboden bij het maken van testen en tentamens. ‘Ja maar meneer dat is zo handig want ik hoef alleen maar de formule in te tikken en hij geeft een grafiek en de uitkomst!”. Klopt, maar je moet weten hoe de formule eruit ziet. Ik zeg ook altijd dat ik de uitkomst niet belangrijk vind. De eerste keer krijg je daarop een glazige blik 😉
Bovendien leg ik ze uit dat een GR zonder inzicht het GIGO-systeem vertegenwoordigt: in navolging van LIFO (Last In First Out) en FIFO (First In First Out) staat GIGO voor Garbage In Garbage Out. Bij de meesten komt dat helder & duidelijk over ……
Geldverspilling
Ongelooflijk, wat bestaan er toch veel compleet nutteloze banen.
woorden uit de mond
Ja, je haalt me de woorden uit de mond (in dit geval uit de vingers)… Zoveel over en weer gediscussieer over wiskunde ‘affiniteit’ of niet… (liever niet, liever de volle kennis, gewoon een vak geleerd hebben dus)… maar KIJK nou eens naar deze advertentie en vergeet dat bètavakkenverhaal. Waar gaat dit over??? Ik heb pas 4 jaar geleden op latere leeftijd mijn eerste graads gehaald (voor wat het nog waard is… ), dat was al een flutopleiding… en nu bestaat er een faculteit ‘educatie”??? En dat houdt in dat je op CGL basis moet kunnen doceren of anderen moet kunnen vertellen hoe dat moet? Ik lees op een ander forum hier dat dat hele cgl een drama is, maar we wijden er wel een studie aan? (ja, het zal en moet doorgaan, hoe dan ook!) Dan zie ik ook het woord ‘ondernemingsplannen’. Hebben we het over scholen of gaat dit over een Philips of een Microsoft of zo? (Ik ben toch niet voor niets het bedrijfsleven uitgevlucht. Voor niets blijkbaar).
En wat ik echt een lachtertje vind is dat van: ‘leraren in een competentiegerichte opleiding’. Tjonge, wat een woorden zeg… zijn daar dan nog leraren? Dat heten nu toch coaches? En lesgeven? Dat hoeft toch niet meer? Begeleiden is het motto! (Ik spreek uit ervaring op het mbo… Almere, ter verduidelijking: kijk maar op forum voor mbo’s.)
Zelden heb ik zo’n nutteloze, nietszegende vacature gezien. Het salaris is wel leuk, ik heb dan wel geen bèta-affiniteit, maar aan de rest voldoe ik toch wel.. Verdien ik tenminste meer als docent talen…