BON schrijft Onderwijsinspectie aan over taal in het hoger onderwijs

BON heeft de volgende brief naar de Onderwijsinspectie gestuurd:

 

Aan:    Inspectie van het Onderwijs

T.a.v. De inspecteur-generaal van het Onderwijs drs. M. Vogelzang

Postbus 2730

3500 GS Utrecht

 

Onderwerp: verzoek om documentatie verengelsing

 

Geachte mevrouw Vogelzang,

Zoals u weet, voert de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON) al enige tijd actie tegen de grootschalige, goeddeels niet-noodzakelijke en schadelijke invoering van het Engels als instructietaal in het hoger onderwijs in het algemeen en in het bijzonder aan de universiteiten. In overeenstemming met haar doelstelling komt zij daarmee op voor de belangen van haar leden die veelal werkzaam zijn in het onderwijs. Daarnaast heeft BON een petitie opgesteld tegen deze verregaande verengelsing, die is ondertekend door meer dan 6000 mensen die werkzaam zijn binnen en buiten het academisch onderwijs.[1]

Los van de nadelige gevolgen van dit proces voor de onderwijskwaliteit heeft BON herhaaldelijk gewezen op de onrechtmatigheid ervan.

In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) artikel 1.3.5 staat te lezen:

“De instellingen richten zich in het kader van hun werkzaamheden op het gebied van het onderwijs wat betreft Nederlandstalige studenten mede op de bevordering van de uitdrukkingsvaardigheid in het Nederlands.”

In artikel 7.2 van dezelfde wet staat het volgende:

“Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:

  • a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft,
  • b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt, of
  • c. indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode.”

Mr. Peter Kwikkers schrijft in het Toelichtend commentaar op de WHW (editie 2018, p. 127) het volgende:

“De beheersing van het Nederlands is na het voortgezet onderwijs nog lang niet voldoende en wordt in Nederlandstalig hoger onderwijs enorm versterkt; juist van hen van allochtone afkomst. En hoe goed moet het Nederlands van allochtone of autochtone studenten worden – met name in al die in het Engels gegeven opleidingen – om aan deze wetsbepaling te voldoen zonder rijksbijdrage te verliezen? Vergroot al dat Engels dan de toegankelijkheid? Zeker niet en ik vrees dat dit de gemiddelde kwaliteit juist verlaagt, gezien de altijd beperkter Engelse woordenschat en het beperkte idioom van de studenten en docenten. De kwaliteit van het onderwijs en de communicatie over het vak kan logischerwijze alleen maar lager zijn dan wanneer in het Nederlands zou worden gewerkt. Achterstallig werk aan de winkel voor NVAO en Inspectie want uitvoerings- en sanctiebeleid ontbreken volledig.[2]

Peter Kwikkers, Toelichtend commentaar op de WHW editie 2018 (p. 128):

“gezien de wetssystematiek [mogen] wel onderdelen, maar niet de gehele opleiding in het Engels.”

Gezien de taakstelling van de Onderwijsinspectie mag van haar verwacht worden dat zij actie onderneemt tegen het huidige onwettige proces van verengelsing. In haar rapport De Staat van het Onderwijs2016/2017 wijst de inspectie op dit proces van verengelsing en plaatst zij daar terecht kanttekeningen bij.[3]

Als belangenbehartiger van onze leden en als vertegenwoordiger van de ondertekenaars van de petitie verneem ik graag op korte termijn van de inspectie wat zij met haar bevindingen heeft gedaan. Welke concrete maatregelen heeft de Onderwijsinspectie tot dusver genomen om het onrechtmatig handelen van onderwijsinstellingen te corrigeren en om niet-noodzakelijke – en voor de onderwijskwaliteit schadelijke – verengelsing tegen te gaan? Welke concrete maatregelen is de inspectie van plan te nemen en wanneer?

Ervan uitgaande dat over deze kwestie voldoende documentatie beschikbaar is bij de inspectie verzoeken wij u ons hierover voor uiterlijk woensdag 16 mei aanstaande, 12.00 uur uitsluitsel te geven.

Hoogachtend,

Patrick Woudstra

secretaris Beter Onderwijs Nederland


[1] Zie www.beteronderwijsnederland.nl/nieuws/2017/06/rechtszaak/

[2] Zie ook de uitspraken van mr. Kwikkers in het artikel ‘Wet op taalbeleid écht handhaven’ in ScienceGuide, dd. 11 oktober 2017. Hieruit blijkt dat veruit de meeste Engelstalige opleidingen niet voldoen aan de criteria op grond waarvan ze uitgezonderd kunnen worden van de regel ‘Nederlands, tenzij’ zoals die in de WHW artikel 7.2 geformuleerd is.

[3] Citaat uit De Staat van het Onderwijs 2016/2017: ‘Een keerzijde van het gebruik van Engels in het hbo en het wo is dat het lesgeven in een voor de docent vreemde taal goede kennisoverdracht en inhoudelijke discussie in de weg kan staan. Daarnaast kan het ten koste gaan van de Nederlandse taalvaardigheid van afgestudeerden, terwijl het grootste deel van de afgestudeerden in Nederland aan het werk gaat. […] om de aansluiting op de Nederlandse arbeidsmarkt te bevorderen zouden ook Engelstalige opleidingen aandacht moeten schenken aan Nederlandse taalvaardigheid.’ (p. 196)

1 Reactie

  1. Een Oud-Grieks gezegde luidt: De Cretenzer zegt dat alle Cretenzers liegen

    Ik had graag iets gelezen over de onhanteerbaarheid van Art 7.2 van de Wet op het Hoger Onderwijs:
    “Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:
    a)
    b)
    c) indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het instellingsbestuur vastgestelde gedragscode.

    Uitzondering c) kan zo vaak toegepast dat de uitzondering regel wordt.
    Maar de regel luidt: Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:
    Wat er gebeurt is dat door herhaaldelijk toepassen van een toegestane regel men een handeling toepast die zowel geoorloofd als ongeoorloofd is

Laat een reactie achter