4 Reacties

  1. Dittrich wenst er nog steeds niets van te begrijpen

    Dittrichs analyse komt er op neer dat we mopperaars zijn geworden met een korte termijnvisie en dat dat komt omdat de overheid steeds verder terugtreedt. Bepaald geen nieuwe "analyse" en bepaald net zo nietszeggend, arrogant en volkomen fout als eerder.

     

    Neem je BON als voorbeeld (en we zijn wel degelijk een exponent van de tijdgeest imo), dan is dat een uiterst gammele verklaring. Hoezo klagers? Kies je bv de discussie over Europa als “incident” voor wat er aan de hand zou zijn, dan heeft dat naar mijn mening niets te maken met consumentengedrag van de burgers. De democratie is hier onderwerp van discussie, bepaald geen klein bier. Neem een willekeurig ander voorbeeld, de verzorgingsstaat, de multiculturele samenleving, dierenwelzijn, de klimaatdiscussie, het maakt niks uit, maar op geen enkele van deze voorbeelden is de analyse van Dittrich van toepassing. Het klinkt allemaal als een goedkoop excuus van de besturende elite, klagend over de mopperende onderbuiken die niks te klagen hebben, want we hebben het tenslotte best goed. Dittrich wenst er nog steeds geen ene ruk van te begrijpen, of zou hij werkelijk niet groter denken dan zijn administratief/procedureel geneuzel bij de kwaliteitszorg van het HO? Het volk staat aan de poorten van Versailles en Karl denkt dat we meer invloed willen hebben in de kleur van het toiletpapier. Na zijn voordracht op de BON conferentie had ik hem hoger ingeschat.

     

    Als ik ergens over klaag dan is het de kwaliteit van de bestuurders en politici die, zonder enige kennis van zaken vooraf of reflectie achteraf aan de systeemknoppen van de maatschappij draaien, merken dat er van alles en nog wat uit hun handen valt, maar blijven hopen dat die Ijsberg waar we tegenaan dreigen te varen in werkelijkheid een springschans is die de Titanic in zijn geheel, met orkestje en al, verheft tot verdere zenuwachtige, kitcherige welvaart.

  2. Toch zie ik nog andere

    Toch zie ik nog andere opmerkingen, die herkenbaar zijn:

    "En om de docenten gaat het nu net. Daarom is in 2009 besloten een nieuw beoordelingssysteem te ontwerpen dat een reële herstelperiode zou krijgen bij negatieve oordelen, dat over de inhoud zou gaan zodat de docenten konden worden teruggewonnen en dat tot een vermindering van de bureaucratie zou leiden. In de eerste twee opzetten lijken we te slagen. In de laatste vooralsnog niet. Het nieuwe stelsel leidt tot stevige oordelen, ook negatieve, omdat deze oordelen niet meteen tot het sluiten van de betreffende opleidingen leiden. Het nieuwe stelsel lijkt ook in de smaak te vallen bij beoordelaars en bij de beoordeelden omdat er vooral over de inhoud van de opleiding en het gerealiseerde niveau wordt gesproken. Alleen blijven de panels en de opleidingen elkaar bestoken met extra vragen over bewijsmateriaal en met grote stapels “papieren antwoorden”. 

    Dittrich wil de bureaucratie aanpakken! 

    Maar de formulering is duister. Hij is geslaagd, zegt hij, in het ontwerp van een nieuw beoordleingssysteem en die reële herstelperiode.

    Over de inhoud, het terugwinnen van docenten, zegt hij dus eigenlijk niets.

    Maar over de bureaucratie is hij duidelijk.

    Dat laat een groot aantal vragen open.

  3. Dittrich schrijft:

    Dittrich schrijft:

    Als aan oordelen en meningen van wetenschappers achteloos voorbijgegaan wordt en elke mening die is gebaseerd op onderbuikgevoelens of op het nog vagere “iedereen weet toch dat” evenveel waard blijkt te zijn als die uit de wetenschap, dan loopt een samenleving groot gevaar.

    Het grote probleem is nu juist dat 'wetenschappers' hun eigen onderbuikgevoelens ('realistisch rekenen is goed', 'het nieuwe leren is fantastisch') als wetenschap presenteren. En anderen daarmee de mond proberen te snoeren.

     

    Verder schrijft Dittrich:

    Daarmee is – en ik overdrijf nu natuurlijk enigszins – een bureaucratisch monstrum gecreëerd dat met name heeft geleid tot het ontstaan van een kaste van kwaliteitszorgmedewerkers en dat tot overmaat van ramp de docenten heeft vervreemd van de beoordelingen.

    Dat lijkt mij geen overdrijving. Iets later schrijft Dittrich dat deze problemen in 2009 grotendeels opgelost zijn. Deze oorspronkelijke problemen waren volgens Dittrich het gevolg van 'de flinkheid van onze politici' en Dittrich heeft deze problemen volgens hemzelf opgelost. Een fraai staaltje van anderen de schuld geven van problemen en zelf alle (vermeende) successen claimen. Vermeende successen, want voorzover ik weet is de accreditatie-industrie alleen maar erger geworden.

Reacties zijn gesloten.