Hier kunnen bijdragen (liever niet langer dan één A4) geplaatst worden die een misstand op een hogeschool beschrijven. Dat kan gaan over de niveaudaling, de marginalisering van docenten, etc. Bij elke bijdrage moeten de hogeschool en het deel van de opleiding waar de bijdrage betrekking op heeft, vermeld worden. Iedereen die voldoende bij een hogeschool betrokken is, kan een bijdrage leveren. Dus onderwijzend personeel maar bijvoorbeeld ook studenten of ouders. Wanneer onderwijspersoneel een bijdrage levert, hebben we het liefst dat dit gebeurt door een groep. Het vermelden van namen is niet noodzakelijk.
Uit alle bijdragen wordt een echt zwartboek samengesteld waar we iets mee gaan doen (bijvoorbeeld aanbieden aan de staatsecretaris). Ook moet het zwartboek uitgangspunten leveren voor een witboek dat het perspectief moet bieden op een hernieuwd HBO met onderwijs op hoog niveau, aangepast aan de eisen van de tijd.
Reacties zijn gesloten.
zwartboek HBO
Mijn dochter is tweedejaars studente aan het HBO Media en Entertainment Management aan INHOLLAND te Rotterdam. Tot nu toe heeft zij slechts projektmatig onderwijs gehad op enkele colleges na. In de projektgroepen wordt heel slecht gewerkt, leerlingen moeten elkaar aanspreken op hun bijdrage maar in het begin vond ze dat moeilijk omdat de onderlinge verstandhouding er snel door verslechtert, vervolgens deed ze het wel maar had het geen of te weinig resultaat. In een volgende fase liet ze het er zelf bij zitten omdat haar motivatie zakte en tenslotte, hierdoor boter op het hoofd gekregen, haakte ze af. Drie maanden zocht ze naar een alternatieve opleiding, maar constateerde dat het elders niet veel beter geregeld was. Nu heeft ze de draad weer opgepakt en zich er min of meer bij neergelegd dat de opleiding niet veel voor stelt. Ze probeert er nu wel het beste van te maken. Er is naar mijn stellige indruk veel te weinig kennisoverdracht en te weinig aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling naar een beroepsmatig functioneren. Ik heb van docenten en managers gehoord dat zij ook niet blij zijn met de gang van zaken. Na de enorme fusie is het organisatorisch een wanorde. Ik heb de onderwijsinspectie gebeld maar die zeggen zich niet te bemoeien met het aantal lesuren.
Beste Ria de la Rie,
Beste Ria de la Rie,
Ik ben docent Onderzoeksmethoden aan de CHN te Leeuwarden (Hoge Hotelschool). Bij ons is het elkaar aanspreken op bijdrage aan het groepsproject volledig ingevoerd, en groepsprojecten zijn er vele (moduulopdrachten). Incidenteel gebeurt het dat iemand afhaakt. Wanneer iemand niet voldoende meewerkt wordt hij/zij geschrapt als groeps- of teamlid, en krijgt dus geen punten, ook dat gebeurt slechts zeer incidenteel. In het bedrijfsleven wordt ook in teamverband gewerkt dus dit vind ik wel een goede voorbereiding. Meer problemen zie ik in de kennisoverdracht. Er is geen cultuur waarin kennis vergaren beloond wordt. Door het zoveel mogelijk schrappen van cursorisch zeg maar les-onderwijs, gecombineerd met het voorhanden zijn van kennis op Internet waardoor iets onthouden niet meer zo nodig wordt gevonden, ontstaat een groot gebrek aan kennis. Projectonderwijs en Probleemgestuurd Onderwijs prima, maar dat kan alleen wanneer voldoende voorkennis aanwezig is. Een student moet een goed verhaal kunnen houden, onvoorbereid, over een thema dat hij/zij behandeld en bestudeerd heeft. De meeste studieboeken zijn cursorisch opgebouwd en niet als naslagwerk bedoeld, en sporen dus niet (meer) met de onderwijsmethoden, als je al van “methode” kunt spreken tegenwoordig. De beroepspraktijk vraagt ook kennis dat wordt vaak vergeten bij alle aandacht voor attitude (beroepshouding) en persoonlijkheidsvorming. Ik ben het dus ten dele met u eens in zoverre als ik meer cursorisch opgebouwd onderwijs wil, en (veel) minder project-achtig onderwijs, dat voor een deel wel moet blijven bestaan. Voordat je een motor in elkaar zet, moet je weten welke functie de onderdelen hebben en moet je dat kunnen beredeneren, voordat je een tuin inricht, moet je de plantensoorten in je hoofd hebben en hun eigenschappen. Zoals het nu is wordt op scholen het “eigenlijke werk” gedaan, zoals in de praktijk, en de kennis wordt erbij opgezocht en te vaak weer even gauw vergeten als het project voorbij is en de puntjes binnen. Ik wens u en uw dochter veel sterkte!
mee eens
Oh! Wat ben ik blij dat ik niet de enige ben!
Mijn voordeel is dat ik tien jaar geleden ben begonnen met mijn HBOopleiding (afgehaakt wegens persoonlijke problemen), want nu ik mijn studie heb hervat merk ik dat ik een enorme voorsprong heb die ik niet enkel heb verkregen door de jaren heen. Mijn voordeel ligt in de oude hoorcolleges van toen, pure kennisoverdracht!
Het projectonderwijs is prima, echter zou pas in het tweede leerjaar ingevoerd moeten worden!
projectonderwijs en andere zaken
Mevr. de la Rie,
als docent godsdienstige vorming aan de PABO van de CHN te locatie Groningen kan ik alleen maar eens zijn met mijn cololega Erik Tjallinks (zie zijn bijdrage). Op onze opleiding zijn wij dit studiejaar gestart met Projectonderwijs – tot veler tevredenheid. Er zijn kinderziekten, zeker, maar de resultaten zijn goed.
Deze vorm is echter niet alleen zaligmakend! Kennisoverdracht is bijna een vies woord aan het worden, en lesgeven is bijna een bijzaak. Colleges geven is wat anders en … goedkoper!
Het grote probleem in onderwijzend Nederland is m.i dat de ideologie heerst: die van PGL,POP, Port-folio, het Nieuwe Leren etc. En een ideologie kan slecht tegen rationele discussies: die worden dan ook zelden gevoerd hierover.
Hier worden voortdurend zaken omgedraaid: niet pop, port-folio etc genereren kennis (zie onder), maar kennis zou de basis moeten zijn voor Probleem Gestuurd Onderwijs, PoP etc.
Er gaat veel tijd verloren met het schrijven van port-folio’s en pops en dergelijke onzin. Het roept slechts sociaal wenselijke taal op: ‘wij schrijven het voor U’, aldus sommige van mijn studenten!
Projectonderwijs zou ik willen handhaven, maar op basis van kennis die in voldoende lesuren wordt verworven.
Een aardige voor het zwartboek: een forum van pabo-directeuren heeft in een ‘blaadje’ (wat en hoe en wanneer weet ik niet meer) het probleem van PABO’s geformuleerd als: te laag niveau. De remedie: port-folio en POP! Het staat/stond er echt!
met vriendelijke groet
BS
VIDEO LESSEN
Op mijn school worden lessen op video opgenomen. Je geeft statisch les vanaf een kruisje op de grond. Studenten kunnen die dan op hun pc van huis uit bekijken.
De bedoeling is dat studenten de les later nog eens kunnen nakijken. Het is duidelijk dat dit tot een enorme absentie kan leiden. Ook hoeft de docent op termijn de lessen niet meer te geven. Camera’s hebben invloed op de kwaliteit van je les. Ook pakt de ene les veel beter uit dan de andere.
Hoe zit dit juridisch? Kan je les als proces maarzo verworden tot een selectief opgenomen en digitaal uitgegeven product? Is de wijze waarop je de les geeft niet ook ‘geestelijk eigendom’? Het is niet te voorkomen (alles is te kraken) dat je les een eigen leven gaat leiden en gaat zwerven over internet. Moet zoiets niet contractueel geregeld worden? Hoor je er dan tenminste niet ook een vergoeding voor te krijgen? Wat gebeurt er met het opgenomen lesmateriaal als je daar niet meer werkt. Hoe hou je er greep op dat je weet wíe je lessen bekijken? Ben je verplicht aan zoiets mee te werken?
lekker modern…
Omdat we nu technische middelen hebben, gaan we colleges en lessen geven die geen enkele toets der kritiek kunnen verdragen. Geen interactie, statisch en saai, en dan ook nog met een technische TV kwaliteit die van geen kanten kan tippen aan de Talpa’s van deze wereld. En ik maar denken dat we met PowerPoint de statische ellende wel hebben gehad. Het kan allemaal nog erger dus.
Gosh… wat is er mis met Teleac en de prachtige BBC educatieve programma’s. Kosten wat meer dan een vastgespijkerde docent en een student die voor studiepunten de camera bedient. Vanuit welk gezichtspunt ook: slecht, slecht, slecht. Geheel passend in het moderne Nederlandse onderwijs dus.
Goeie vragen trouwens over het eigendomsrecht. Ik vrees……
Ik ben geen jurist maar weet
Ik ben geen jurist maar weet als wetenschappelijk bibliothecaris een beetje van auteursrecht. Wat je in de tijd van de baas maakt op schrift of video is eigendom van de baas die daar salaris voor betaald. Maar ik ga er vanuit dat ik zelf auteursrecht kan doen gelden op het lesmateriaal dat ik thuis op mijn eigen computer heb gemaakt. Dat kan nog van belang zijn i.v.m. ontslag. Ik meen dat mijn baas dus ook niet zomaar door mij gemaakt materiaal wat nog in kopie in de school aanwezig is kan verveelvoudigen. Alle elekronische versies van materiaal dat ik gemaakt heb heb ik alleen zelf. Hoewel ik mijn directeur meer malen er op geattendeerd heb dat daar een goed elektronisch archief van aanwezig zou moeten zijn in de school i.v.m. de kwetsbaarheid de organisatie. Quod non. Als materiaal in de school vervaardigd en opgeslagen wordt lijkt mij het een stuk moeilijker om je individueel auteursrecht te claimen.
Aan het verhaal van de video zit nog een portretrechtelijk aspect. Zoals ik wel eens zei tegen leerlingen met zo’n irritante digitale camera op hun telefoon. Ik heb portretrecht op mijn eigen rot kop. En hoe moet dat eigenlijk als de docent religieuze bezwaren heeft tegen fotografie?
Het lijkt mij ook niet dat de opnames buiten de organisatie waarvoor ze zijn gemaakt kunnen worden gebruikt.
In de V.S. worden opnames wel gebruikt in het afstandsonderwijs maar dat is natuurlijk wel een ander rechtssysteem.
Is er ook een jurist op dit forum die hier op kan reageren?
videolessen
Mijn dank voor de uitgebreide en onderbouwde reacties. Het portretrecht biedt zeker mogelijkheden, maar misschien is er ook iets met het persoonlijkheidsrecht te beginnen, alhoewel de jurisprudentie bij
nl.wikipedia.org/wiki/Persoonlijkheidsrecht#Persoonlijkheidsrecht_in_de_auteursrechten
ook wel laat zien dat het om lastige materie gaat. Steeds als er moderniteiten verzonnen worden, moeten we alert blijven op de juridische kant van de zaak.
Wat het persoonlijkheidsrecht betreft is mijn overweging de volgende en gelijk aan iemand die bijvoorbeeld een boek heeft geschreven en een tijd later er niet meer achter kan staan: Soms, als ik een les gegeven heb, wijzig ik e.e.a. aan de volgorde en inhoud, omdat ik van mening ben dat het beter kan. In feite sta ik niet meer achter de les, zoals ik die aanvankelijk gegeven heb. Als deze les echter is opgenomen, heb je er geen zeggenschap meer over. Dit is een wezenlijk andere situatie als die van een ‘levende les’.
Ik vind dat je het recht moet hebben om de uitzending van een les, waar je niet (meer) achter kunt staan te weigeren.
De werkgever geeft de opdrachten, dat is waar, maar hij maakt van je lesproces wel een product dat vervolgens via internet of intranet wordt uitgegeven. Een camera maakt bovendien een selectie van de les en geeft niet de gehele les weer. Dat is een ‘aantasting’ van je les.
videolessen
De Gelderlander 7 september 2006
College volgen via de mp-3-speler
Wageningen gaat als eerste universiteit in Nederland beginnen met colleges die via mp3-speler of als videobestand via de eigen pc kunnen worden beluisterd en bekeken. Docenten nemen hun colleges op met een soort memorecorder of met een simpele videocamera, waarvan de beelden ook live via het netwerk van de Wageningse universiteit (WUR) te volgen zijn. De WUR denkt niet dat het bezoek aan colleges hierdoor terugloopt. Ervaringen in de VS met pod- en vodcasting hebben zelfs tot beter bezochte colleges geleid, aldus de universiteit.
Lecture webcasts
Ik denk dat uiteindelijk zal blijken waar het toepassingsgebied ligt. Er is op het internet al aardig wat te vinden, bij voorbeeld via deze zoekmachien.
Het zou mij echter verbazen als in Nederland niet in eerste instantie getracht wordt om weer verder te bezuinigen op docenten; zet een serie podcasts on-line en je hebt voor die cursus de docent voor jaren niet nodig, alleen een goedkope begeleider.
Planeten Paultje
Te Gek voor Woorden
Ik kan het niet geloven: welke dwaas heeft dit bedacht?! Dit is te gek voor woorden! Ik vind het ongehoord! Dat jullie niet beginnen te steigeren is me een raadsel! Wat zou er gebeuren als je niet stil op de stip blijft staan? Je bent toch een levend mens!? Je mag toch heen en weer lopen en gebaren maken wanneer jij dat wilt? Wat voor sancties zouden ze dan -redelijkerwijs!- kunnen nemen?
Ontslag!
Ze kunnen je ontslaan vanwege het weigeren uitvoering te geven aan een dienstbevel.
Overigens zijn videolessen helemaal niets nieuws. Ooit was het idee die in de bioscoop te vertonen. Dat werkte niet. Toen kwam de TV. Als mensen het in hun eigen huiskamer konden zien in plaats van dat ze naar de bioscoop moesten, dan zou het zeker aanslaan. Niet gebeurd. Toen kwam er de videorecorder. Mensen konden kijken wanneer ze wilden. Ook geen succes. Nu is er dan de computer en internet. Nog makkelijker voor de onderwijsconsument! Zou het nu wel lukken? Verschillende Amerikaanse universiteiten hebben er mee geexperimenteerd: het werkte niet.
Videolessen en dienstbevel
Weet jij misschien ook tot hoever een dienstbevel gaat? Ik neem aan dat ze je niet ALLES kunnen opdragen. Waar worden de grenzen vastgelegd en beschreven?
Plichtsverzuim
Ik heb de CAO voortgezet onderwijs er even bijgepakt. Voor andere soorten onderwijs zal het niet heel anders zijn.
Er staat: Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift als het doen of nalaten van iets dat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen.
De disciplinaire straffen die kunnen worden opgelegd zijn: a) schriftelijke berisping; b) schorsing met behoud van salaris; c) onstslag; d) inhouding bezoldiging.
Dit is dus heel erg ruim geformuleerd. Als ze het te gek maken kun je natuurlijk naar de rechter, maar dan kunnen ze het altijd nog op een verstoorde werkrelatie gooien, krijg je een aantal maandsalarissen mee maar ben je wel je baan kwijt.
Dan zitten we al heel dicht bij intimidatie. De rechtzaak van Lex Straaijer is in deze het volgen waard.
Beleving
Leuk dat we in de economie net naar een belevingseconomie gaan en bij het onderwijs eruit.
Ik begrijp dat de discussie gaat over live of niet live. Natuurlijk is het toepassen van multimedia een verrijking maar het is geen in de plaats stelling. Het vergt overigens ook bijzondere technieken(moet terugkomen in je POP) Voorheen hadden we de LOI en de gewone school. De meeste mensen kozen voor de gewone school. Nu hebben we dadelijk alleen nog de LOI over en valt er niets meer te kiezen. De valkuil is dus dat de school in de oude vorm feitelijk zichzelf aan het opheffen is, overigens zonder dat bewezen is dat dat ook kan.
Veel efficiënter kun je niet bezuinigen.
Een Belgische leerling zegt dadelijk tegen zijn moeder dat hij naar school is en de Nederlandse leerling gaat naar zijn volledig multimediale kamer om via internet een groepsproduct te produceren volgens de oude kleuterschool norm van knippen, plakken en kleuren. Hierna vult hij standaard (reflectie) formulieren in welke zijn virtuele assessor aftekent. Op de grote dag brengt dan de postbode het lang verwachte diploma.
De jonge docent vindt dit een uitkomst want die is de hele dag aan het poppen en de oude docent hoeft eindelijk niet meer zoveel te bewegen waardoor hij minstens vijf jaar langer kan doorwerken..
Bij mijn weten is wat je in de les vertelt jouw persoonlijk intellectueel eigendom en niet van de school.
Corgi
video lessen
Dit is wel het meest absurde! Het leslokaal is het Heilig Domein van de interactie tussen leraar en leerling. Als u hiermee naar de rechter zou gaan, zou u zeer sterk staan, wie heeft zoiets verzonnen. Naast de bezwaren die u noemt (zwerven over Internet) kan ik nog het bezwaar noemen dat u het bent die bepaalt wie uw les ziet en wie niet, men is gast bij u in de les. Dat is heel wat anders dan een syllabus of ander schriftelijk of video-lesmateriaal dat u maakt bv. een powerpointpresentatie die u bij de les gebruikt en aan de leerlingen ter beschikking stelt. De lessen kunnen bv. ook (onterecht) gebruikt worden bij personeelsbeoordeling. U kunt m.i. een les op videao zetten maar dan bepaalt u en niemand anders wie die video voor welk doel ziet.
Uw bewegingen en uw woorden kunnen immers niet meer worden teruggedraaid, wat bij een schriftelijk stuk of in elkaar gezette presentatie niet speelt. Ik ben blij dat ik niet op uw school werk dat bespaart me een hoop gedoe met de leiding, en ik wens u veel sterkte.
Hier stond niets bijzonders
Hier stond niets bijzonders
videolessen ===> lessen via internet
Hier kun je toch wel jaloers op zijn:
ocw.mit.edu/OcwWeb/Physics/8-02Electricity-and-MagnetismSpring2002/VideoLectures/index.htm
Kun je avonden naar kijken, maar doen onze studenten dat ook ?
Het demonstreert in ieder geval dat een docent niet op een kruisje kan blijven staan en ook niet hoefde in 2002 in de VS. Maar ja, wij leven in Nederland in 2006 en lopen 50 jaar achter bij de VS, toch ?
functieherwaardering = FUNCTIEDEVALUATIE
Het is een misstand van de bovenste plank dat je op een zeker moment verplicht wordt een formulier te ondertekenen waarin je instemt met de inhoud van dat formulier.
Waar stem je dan mee in:
De devaluatie van je vak. Want je bent vanaf dat moment niet meer aangesteld als vakdocent maar als opleidingsdocent.
Een zeer vage beschrijving waarmee je overal voor ingezet kunt worden. Het zoethoudertje is; dat je in niet salaris achteruit zult gaan, maar het addertje onder het gras wordt in ‘ kleine lettertjes’ toegevoegd. En wel dat er geen vakdocent meer wordt aangenomen en men verder gaat met ‘opleidingsdocenten’ die alleen hier en daar handreikingen geven. De vakken worden zo dus heel oppervlakkig en eindtoetsing zal in grote lijnen bestaan uit portfolio gegevens die door ‘anderen’ beoordeeld zullen worden. Iets wat dus geen werkelijke waarde kan hebben. Omdat niet specifiek voor het betreffende vak het oordeel van de specialist wordt ingezet.
Al met al: om niet werkeloos aan de kant te komen en niet tegendraads te zijn is men geforceerd om toch maar te tekenen en daarmee dus medewerking te verlenen aan de achteruitgang.
Hogeschool houdt studenteninput krampachtig af
Eind 2005 stond een studentenvakbond (eLSU) op aan de hogeschool Zuyd, hetgeen op veel enthousiasme stuitte. Zelfs de HBO-raad liet dit weten. eLSU werd gesubsidieerd, waarna een organisatie werd opgezet en aansloten bij de LSVb. Nu, anderhalf jaar verder, heeft eLSU op een constructieve manier verschillende hekelpunten in het hogeschoolbeleid aangekaart en de teloorgang van de onderwijskwaliteit bij opleidingen constructief aan het licht gebracht. eLSU is een bij studenten en medewerkers bekend orgaan dat participeert in stuurgroepen en door medewerkers betrokken wordt bij de beleidsvorming. eLSU heeft zelfs een eigen studentenmonitor die hoge ogen gooit qua kwaliteit en respons. Er is een clubje van 30 studenten actief en eLSU heeft de grootste fractie (Z.E.S.) in de medezeggenschap.
Helaas heeft het college van bestuur een half jaar geleden alle subsidies gestopt. Ook maken de bestuurders van eLSU geen kans op bestuursbeurzen. Wanneer eLSU punten aankaart bij het college van bestuur volgt er geen antwoord, wordt er pas na een half jaar (en herrinneringen) gereageerd en wordt er geantwoord met slechte onderbouwing en argumenten. Bovendien worden stukken van eLSU geweerd uit de medezeggenschap. Zonder subsidie en beurzen kan eLSU niet verder. Besturen van een studentenvakbond kost veel tijd, waardoor het risico op studievertraging groot is. Hierdoor krijgen de andere 11 LSVb-bonden voltijdbeurzen voor hun bestuurders. Zuyd weigert dit nu. Waarom? (zo vermoeden wij) eLSU heeft onlangs een aantal punten aangekaart waarbij bezuiniging voor ging op onderwijskwaliteit en studentenbelangen. Dit heeft de hogeschool ongetwijfeld veel geld gekost.
Helaas lukt het ons (en de LSVb) niet om met het college in gesprek te gaan. Ze houden de vakbond op afstand middels de “ambtelijke machine”. (maar het college laat wel hun eigen kantoren naar een mooiere plek verhuizen a 3 ton en ten koste van onderwijsruimte. (hiervan komt eLSU 30 jaar lang aan 4 voltijdbestuurders)).
Een paar vragen
Het verhaal, Tom, is mij niet helemaal duidelijk. Binnen het HBO bestaan medezeggenschapsorganen, waarvan de leden gekozen worden, na kandidaatstelling. Deze studenten- en personeelsvertegenwoordigers doen mee bij de besluitvorming, zitten aan tafel met de beslissers: medezeggenschap volgt zeggenschap. De studentleden kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding: bestuurlijk actieve studenten hadden voorheen de mogelijkheid om vrije studiepunten in te zetten als beloning voor bestuurlijk actief werk. Tegenwoordig kan een bestuurlijk actieve student verworven competenties inbrengen in zijn portfolio. Dit is dus een interne aangelegenheid. Als voorbeeld neem ik Fontys: studenten die binnen Fontys bestuurlijk actief zijn of willen worden, kunnen extra ondersteuning en begeleiding krijgen via medewerkers van het Studentencentrum.
De eLSU is een externe organisatie, aangesloten bij de LSVb. Daarbinnen is de SOM werkzaam. Vergelijkbaar met wat het Studentencentrum doet.
Mijn vraag is nu: hoe vindt de kandidaatstelling plaats binnen de verschillende medezeggenschapsorganen van hogeschool Zuyd en krijgen die studentleden wel een vergoeding ? En zo ja, in welke vorm ?
Antwoord
Ik vergeet een deel van de vraag te beantwoorden: Ja: de medezeggenschappers krijgen een vergoeding en worden middels verkiezingen gekozen. De vergoedingen zijn financieel. Norm is 110 Euro per daadwerkelijk bezochte vergadering voor de Centrale raad, 55 Euro voor de deelraden. OC leden krijgen 1 studiepunt voor een jaar activiteit.
De interactie tussen medezeggenschap en bonden
Adios, Ik ben inderdaad bekend met het Fontys studentencentrum van Roy Malewicz. Onze activo’s in noord limburg hebben een goede verstandhouding met het studentencentrum. Dit is inderdaad een mooi voorbeeld van hoe medezeggenschappers goed begeleid kunnen worden, mits, een dergelijk orgaan natuurlijk niet gebruikt wordt om de studenten te beinvloeden. Uit ervaring zie ik liever dat studenten zichzelf manifesteren dan dat een instelling medewerkers inhuurt om ze te ondersteunen. Het zelf manifesteren is overigens iets dat zelden gebeurt, dus hulde voor de medewerkers bij gebrek hieraan!
Op Zuyd worden studenten net zo goed gekozen. De studentenvakbond is echter niet te vergelijken met de medezeggenschap. Onze vakbond (eLSU) heeft echter wel 2 medezeggenschapsfracties (NSEM, aan de UM en ZES aan Zuyd). Samen werkt dit geweldig. Medezeggenschappers hebben ruimte en facilitering om zich met de totstandkoming van het beleid te bemoeien, via officiele wegen, terwijl de vakbond via onofficiele wegen, onafhankelijk de studentenbelangen kan bewaken. Een voorbeeld: Nadat de medezeggenschap onlangs instemde met een gigantische verhuisbeweging is de onderwijskwaliteit van een aantal opleidingen gigantisch gedaald. De medezeggenschap heeft dit nooit in de gaten gehad (en kunnen hebben). De vakbond wel (middels het steunpunt voor studenten). Vervolgens heeft onze bond via haar fractie ingegrepen.
Natuurlijk is er ook het SOM (ik was zelfs interim-bestuurslid begin 2006), maar SOM biedt medezeggenschap weinig steun op prakitsch gebied, maar bijvoorbeeld wel trainingen.
Ter illustratie van het belang van een studentenvakbond naast de medezeggenschap: Kijk u eens naar bonden als de ASVA (HvA/UvA), of VSSD (TUD/INHOLLAND). Dit zijn organisaties met gigantische budgetten (uit subsidie), op handen gedragen door hun instellingen door het gat in inspraak dat zij opvullen.
Verschil Hogeschool en Universiteit
Bedankt voor het antwoord, Tom. Mij lijkt dat door het verschil in medezeggenschap aan een hogeschool en een universiteit de geschetste situatie kan ontstaan. Dat blijkt ook uit je illustratie: Ter illustratie van het belang van een studentenvakbond naast de medezeggenschap: Kijk u eens naar bonden als de ASVA (HvA/UvA), of VSSD (TUD/INHOLLAND). Dit zijn organisaties met gigantische budgetten (uit subsidie), op handen gedragen door hun instellingen door het gat in inspraak dat zij opvullen.
Hogescholen zijn niet gewend aan invloed door studentenvakbonden, die werken met studentenfracties, gekozen door eigen studenten (en de opkomst is meestal minimaal).
Mijn ervaring is dat medezeggenschap in het HBO maar bij heel weinig studenten leeft, maar door de professionele ondersteuning functioneert het wel.
Wat mogelijke beinvloeding betreft: in een professionele organisatie behoort dat geen punt te zijn, of anders gezegd: als het wel (vermeend) optreedt dan graaft het systeem zijn eigen graf.
Vervolgvraag: heb je signalen dat de begeleiding beinvloedbaar is ?
Studentenvakbonden aan hogescholen
En toch blijkt het sterk noodzakelijk dat de inspraak van studenten ontwaakt aan de hogescholen. De HBO-raad laat regelmatig met klem aan de studentenvakbonden weten dat de bonden meer op het gebied van HBO moeten doen. In de afgelopen jaren zijn er aan verschillende HBO’s bonden opgestaan uit onvrede over de inspraak die studenten bij HBO’s daadwerkelijk hebben (dus bij een falende medezeggenschap). Deze bonden worden echter door de hogeschoolbesturen de kop ingedrukt en als luis in de pels gezien. Intussen blijkt dat deze hogeschoolbesturen wel regelmatig de studentenbelangen uit het oog verliezen en als het ware onderwijskwaliteit wegbezuinigen, omdat er niemand is die ze tegenhoudt.
Overigens is er geen verschil tussen de medezeggenschap op universiteiten en hogescholen (met uitzondering van de student in het faculteitsbestuur). Waar ik het verschil zie is dat universiteiten reclameren met hun onderwijskwaliteit, terwijl hogescholen dit niet altijd doen.
beinvloeding
Over de beinvloeding: mijn ervaring is dat ambtelijk secretarissen en ondersteuners in de medezeggenschap een matigende werking hebben op de medezeggenschapsstudenten. Hoe meer betrokken de ambtelijk secretarissen en ondersteuners bij de studenten zijn, des te meer invloed zij hebben. Daar kunnen zij gebruik van maken. Aangezien zij in dienst staan van het college hebben zij eerder een incentive de studenten in het voordeel van het college te beinvloeden, dan volop met de studenten de strijd aan te gaan tegen beleid (indien die situatie zich zou voordoen). Ik ken secretarissen die dit deden, maar die kregen vaak een collegelid op bezoek.
Wanneer studenten zichzelf manifesteren ligt deze incentive geheel aan de studentenkant. Ik denk dat hogescholen die aangeven de medezeggenschap te ondersteunen met eigen medewerkers een zeker hypocriete stelling innemen. Immers: een studentenvakbond (5 voltijdbeurzen en wat budget) Kost een instelling 20.000 Euro per jaar. De SVB is zuiverder in haar aanvulling van de medezeggenschap dan de studentenondersteuners, die meer kosten. Vergeet ook niet dat de vakbondsstudenten zeker zo professioneel zijn. SOM en LOF voorzien hier inderdaad in met trainingen. Overigens voorzien de vakbonden daarbij ook in sociaal economische studentenbelangenbehartiging als huisvesting, financien, etc.
Het feit dat hogescholen op de goedkope subsidies van bonden bezuinigen, maar wel investeren in relatief dure ondersteuning, terwijl zichzelf manifesterende studenten een zeker zo zuivere input kunnen hebben (zie bovenstaande rationele redenering), geeft daarbij aan dat hogescholen graag de controle houden over de medezeggenschapsstudenten. U kunt zelf concluderen of dit zuiver is of niet.
Overigens blijken bestuurders spontaan van standpunt te wisselen wanneer we ze door de pers met dit verhaal lieten confronteren (nadat eLSU en LSVb de deur gewezen kregen): www.elsu.nl/inhoudelijk/Nieuwsfiles/geen%20subsidie.pdf (bron: MGL, 14 Juli 2007)
Accreditatie-orgaan?
Wanneer komt bij jullie de volgende accreditatiecommissie langs? Mogelijk helpt het om dat ter sprake te brengen. Het NVAO lacht niet met opleidingen die kritiek van studentenorganisaties niet serieus nemen… Eén van de hoekstenen voor zo’n accreditatie is het Zelfevaluatierapport (ZER) van de opleiding en daarin MOET de opleiding zichzelf kritisch bekijken.
Ik zou eens bekijken wat je daarmee kan bereiken.
Zelfevaluatie
Dat is een compleet circus hier in NL en het heeft absoluut helemaal niets met de werkelijkheid te maken.
Alles wordt voorgekookt en juist die accreditatie is er mede oorzaak van dat alle opleidingen zo nodig aan CGO moeten. Doen ze dat niet, dan krijgen ze er van langs door de NVAO.
Voor gesprekken met die club worden de juiste studenten uitgenodigd en voorbereid en worden de juiste docenten uitgenodigd (en de anderen weggehouden)
Compleet circus of poppenkast ?
Voor gesprekken met die club worden de juiste studenten uitgenodigd en voorbereid en worden de juiste docenten uitgenodigd (en de anderen weggehouden). Ook Tom Vroemen beschrijft: De faculteit, bezorgd over de zenuwen van de studenten, voorzag het groepje van een zogenaamde ‘proef-visitatie’. Het groepje werd in strenge setting ge-vousvoyeerd en aan prangende vraagstukken onderworpen, antwoordden ze negatief, dan werden ze verschaft van nieuwe positieve inzichten, “immers is het ook in hun belang dat de opleiding zo goed mogelijk uit de bus komt”. Een zwartzichtige houding kon schadelijk zijn voor de waarde van je diploma!
Dat laatste is natuurlijk ook wel zo, studenten zijn er niet mee gebaat als de bekostiging van hun opleiding wordt ingetrokken. Overigens worden ook voor het personeel proefsessies gehouden. Het is een grote poppenkast. Wie heeft dit verzonnen ? En wordt het hele circus, want dat is het, wel eens geevalueerd ? Ja, want we zijn van de visitatie overgegaan naar de accreditatie, met nog strengere normen. En wat verzinnen “ze” hierna ?
Misschien moeten we een discussie beginnen over ervaringen bij accreditaties ?
Inderdaad, een circus
Bij een visitatiepanel kun je dit moeilijk helder maken. Inderdaad is het een beetje een circus. Ik zat zelf in verschillende visitaiepanels, maar zelfs als ik er als panellid op lette, weest de panelsecretaris mij erop dat manco’s in de medezeggenschap niet het pakkie an zijn van de VBI. (ter illustratie schreef ik daar ooit een stukje over: www.elsu.nl/inhoudelijk/onderwijskwaliteit%20V%20Scienceg.pdf)
Reactie op gelinkt document
In het gelinkte document worden situaties beschreven waar wel wat op aan te merken is (schuingedrukt is uit een OC-reglement van Fontys):
Zowel voor wat het aantal als de namen van de leden betreft doet de IMR aan de directeur een voordracht.
In de beschreven situatie is de Instituutsmedezeggenschapsraad en/of de directeur in gebreke gebleven.
Terzake van de taken en de bevoegdheden van de OC gelden de desbetreffende bepalingen van artikel 10.3c van de WHW, inhoudende:
a advies uit te brengen over de onderwijs- en examenregeling (OER) alvorens de directeur het opleidingsdeel van de onderwijs- en examenregeling vaststelt;
b het jaarlijks beoordelen van de wijze van uitvoeren van de onderwijs- en examenregeling (OER);
c het desgevraagd of uit eigen beweging advies uitbrengen aan de IMR en de directeur over alle andere aangelegenheden betreffende het onderwijs in de desbetreffende opleiding, daaronder begrepen boekenlijsten en overige aan te schaffen leermiddelen;
d advies uit te brengen over beleidsplannen en uitvoeringsplannen welke zijn gemaakt naar aanleiding van aanbevelingen en conclusies in evaluatierapporten, in het bijzonder zelfevaluaties, visitaties, accreditaties en studentenenquêtes.
Hier is dus iedereen in gebreke gebleven. Ook het College van Bestuur, dat er op moet toezien dat de directeur van de opleiding zijn werk goed doet. De accreditatiecommissie dient dit te signaleren.
Regelingen en praktijk
Zie aldaar dus het gat tussen regelingen en praktijk. Ik maak in mijn column geen grapje, en iedere keer weer stuit het bij mijn collega’s op herkenning. Ik ken geen enkel reglement dat de OC leden een motivatie geeft om kritisch hiermee om te gaan. Veelal gaat het de ingezetenen om de studiepunten en zijn dus tevreden met hun eigen participatie. Ook het opleidingsmanagement ziet de kritiek van OC’s graag door de vingers, niemand verbindt er namelijk gevolgen aan. De LSVb en SOM organiseren jaarlijks OC-dagen waarbij we proberen OC-leden aan te sporen tot inhoudelijkheid. Wat je daar ziet verschijnen is diep bedroevend.
En ja, het accreditatiecircus stuit regelmatig op opleidingen zonder OC. Vaak is de motivatie dat het docentenkorps een dusdanig laagdrempelige verstandhouding heeft met de studenten, waardoor dit als apart orgaan niet nodig lijkt. De docenten brengen af en toe informeel de OER ter sprake. (Ja, zo wordt echt geredeneerd). Wanneer vervolgens de studenten voor het panel verschijnen barst het feest los. Echter staat er in het accreditatiekader nergens hoe die OC precies moet functioneren (er staat enkel: er is een OC en die checkt de OER). En ja, zelfs bovenbeschreven voorbeeld voldoet aan deze beschrijving, wanneer je cratief redeneert. Simpelweg hebben noch de OC’s, noch de VBI’s er enig belang bij om een opleiding de les te lezen wanneer de MZ niet in orde is. Vergeet ook niet dat de 2 werkvelddeskundigen van MZ geen verstand hebben, de panelsecretaris vaak enkel een didactische achtergrond heeft en de student volledig afhankelijk is van zijn (zeer beperkte) ervaring.
NVAO controle
Sinds kort is er aan het NVAO een Vlaming toegevoegd die de de taak heeft om uitgevoerde accreditaties op hun degelijkheid te checken. Misschien kan je met hem contact opnemen? Zijn naam is Hans Baeyens, o.a. te bereiken op hans.baeyens@khk.be