Zoeken naar nuance

Na een klein jaartje als “lurker” alles zo een beetje gevolgd te hebben op de Bon-site heb ik me de afgelopen 6 weken geregeld in discussies op dit forum gemengd of ben ze gestart. En nog steeds vraag ik me af: Ben ik een echte Bonner? Wil ik me aan deze beweging verbinden? En verbinden is dan niet alleen als een van de velen een kleine groep mensen het werk laten doen en aan de zijlijn toekijken. Als ik – vrijuit, vanuit mijn kennis, ervaringen en analyses en (beperkte) percepties – denk, spreek en handel zou ik dan binnen Bon passen of – toch – als een wat vreemde eend in de bijt beschouwd worden?

De uitgangspunten van de Bon kan ik wel onderschrijven. Misschien hier of daar een nuance of klemtoon wat anders, maar dat is niet principieel. Veel van mijn analyses van waar de fundamentele problemen liggen zie ik – soms sterker, soms wat terzijde – wel weerspiegeld in de gesprekken, die op het forum plaatsvinden. En voor wie een soort meting zou willen doen van zoiets als mijn oprechte Bon-gehalte, kan eenvoudig via mijn schuilnaam zoeken en lezen met welke standpunten, overwegingen en argumenten ik aan welke discussies heb deelgenomen. Ik ben (nog) geen lid geworden en twijfel daar nog steeds over. En dus zal ik de ledenvergadering ook niet bezoeken.

Laat ik eens proberen om heel genuanceerd wat punten onder woorden te brengen waar wat ik als Bon zie en ik niet zonder meer resoneren en waar ik dus twijfels heb. Dat levert dan wellicht reacties op, die meer duidelijkheid geven. Ook naar andere gebruikers van het forum c.q. mensen in Bon is dit constructief.

Overweging 1: Bon is een landelijke beweging. In principe voor iedereen die het onderwijs aan het hart gaat en voor alle soorten onderwijs. Daarmee moet Bon in algemenere termen en algemenere visies denken over het gehele onderwijs. Een school en concreet onderwijs zijn specifieker. Op mijn school, voor mijn leerlingen ben ik in de eerste plaats verantwoordelijk. Daar moet ik staan voor en werken aan goed onderwijs. Zelf in mijn lessen en samen met mijn collega’s. Soms met, vaak op gespannen voet met een veel te grote schoolleiding (ze noemen zich tegenwoordig ook graag “management”) die met weinig visie, dialoog en drive voor ons/goed onderwijs macht naar zich toetrekt en docenten degradeert tot onderwijs-geef-vee en vervolgens de kwaliteiten niet heeft om met deze macht iets constructiefs te doen.
Die collega’s zijn steeds meer afkomstig van minder degelijke opleidingen en minder bevoegd. Daar ben ik niet zo gelukkig mee, maar het zijn wel de mensen met wie ik – liefst toch samen – mijn school een zo goed mogelijke school moet laten zijn en daarom het doen met wie ze zijn en wat ze te bieden hebben en dus hen waarderen en collegeaal benaderen. Ik zie de leerlingen veranderen, gemakkelijker en lichter worden en steeds meer problematiek meebrengen, wat mijn werk bemoeilijkt. Maar elke dag moet ik met deze leerlingen werken en dus in hen geloven, en proberen – hoe moeilijk ook – er iets goeds van te maken en hen echte bagage mee te geven waar ze wat aan hebben.
Het is zeer nodig om met Bon voor de problemen op te komen die achter deze dagelijkse praktijk steeds groter worden en de degradatie van onderwijs aan de kaak te stellen die alom zichtbaar is en de fundamenten van de samenleving dreigt te ondergraven. Maar mijn taak is het vooral om dat proces op mijn school voor mijn kinderen zoveel mogelijk tegen te houden en daarvoor moet ik dagelijks roeien met de riemen die ik heb en alles wat ik in me heb inzetten om er zoveel mogelijk kwaliteit van te maken. En voor deze positievere inzet vind ik soms erg weinig oog en begrip binnen van wat ik als Bon zie. Net te vaak en te gemakkelijk vervallen we in gemakkelijke posities tegen van alles en lijken we vast te moeten houden aan een aantal ongeschreven dogma’s. Wie niet even hard roept om tegen datgene te zijn wat ons dwars zit, is tegen ons.. Het doet me denken aan de partijdiscipline die ik zag bij de CPN en SP uit de jaren 70, waarin iemand door dissonant te zijn, al gemakkelijk als verrader van de zaak buitengezet werd. In hedendaagse termen vertaald zou ik het misschien kunnen duiden als een te gemakkelijk “wij”-“zij”-patroon in ons denken. Begrijpelijk omdat het duidelijkheid lijkt te geven, maar schadelijk omdat het verdeelt en geen echte verbindingen maakt.

Overweging 2: Het is nodig om te doorzien en analyseren waardoor het precies misgaat met het onderwijs. Dat je door discussie en uitwisseling dit scherper, breder en genuanceerder gaat zien is een goede reden om met elkaar in gesprek te gaan. Oppassen voor en ontmaskeren van schijnoplossingen en voor groepen en instanties die lichtzinnig of vanwege andere belangen dan “goed onderwijs”aan touwtjes proberen te trekken.
Dat het kan opluchten en troosten en een lekker gevoel geven om af te geven op wat er fout is, degenen die we daarvoor verantwoordelijk achten kan ik me nog voorstellen. Temeer omdat ik persoonlijk de wonden van verbittering en haat in me draag van de uitwassen van machtswellust en volstrekte incompetentie die sommige acteurs in scholen ongestraft mogen toebrengen om hun eigen zin te krijgen.
Maar ik kan niet met mezelf leven als ik vooral moet denken vanuit verbittering en haat. De enige zinvolle plaats die ik ze kan proberen te geven, is door te blijven zoeken naar wegen om voor beter te gaan. In een gesprek met een leerling uit V5 afgelopen week ben ik het beter gaan zien, dat haat een extreem gefrustreerd zoeken naar een reden om lief te kunnen hebben is. Dus vraag ik me af: Overheerst bij de mensen van Bon – allemaal verschillende mensen – en wat ze verwoorden de bitterheid of het verlangen om aan beter te werken? Is er een min of meer duidelijke grondtoon van “Ik wil me inzetten voor beter”, te vinden of blijft het te veel steken in kwaadheid over het nooit-gekregen-eigen-gelijk?
Ik heb het antwoord op die vraag nog niet gevonden en dat zal niet voor vandaag of morgen zijn. Hoe dit verder evolueert en wat de fundamentelere grondtoon blijkt te zijn, zal voor mij geleidelijk aan wel bepalend zijn voor hoe ik Bon zie en dus voor mijn verbinding met Bon.

Overweging 3: Steeds meer wordt mij duidelijk dat de fundamentele onderwijskundig-didactische discussie die moet plaatsvinden als je over kwaliteit van onderwijs wilt spreken, te weinig plaatsvindt in Bon. Om het met een vergelijking te zeggen: Als de kwaliteit van huizen slecht is, moet je niet proberen architecten en aannemers af te schaffen. Dan zijn er blijkbaar slechte architecten en aannemers en zul je moeten zorgen dat er vele betere komen, die in staat zijn om goede huizen te ontwerpen en bouwen.
Het is ongetwijfeld waar dat er de laatste decennia heel veel onzinnige en ondeugdelijke luchtballonnen vanuit en als onderwijskundige waarheden verkocht zijn en het is uiterst zorgelijk dat er juist vanuit deze wetenschappen zo weinig degelijk weerwerk aan een hoop onzin geleverd is kunnen worden. Zoals zoveel in de samenleving is ook fundamenteel wetenschappelijk denken heel lichtzinnig gefunctionaliseerd tot ideologie in dienst van bepaalde belangen. Het gemak waarmee allerlei HNL-lichtzinnigheid werd gebruikt om bezuinigingen en bedrijfsmatig denken in het onderwijs in te voeren en ondeugdelijk onderwijs een cachet van deugdelijkheid mee te geven is hiervan een sprekend voorbeeld. Zelfs met mijn beperkte onderwijskundige achtergrond, vind ik het niet zo moeilijk om te doorzien dat er in onderwijskundig opzicht zoveel mis is met die theorieën…waar zijn de vakmensen gebleven die dit beter zouden moeten kunnen?
Ik bemerk in Bon veel vijandigheid tegen alles wat maar riekt naar onderwijskunde, didactiek en pedagogie an sich, dat – bijna automatisch – wordt afgedaan als onwetenschappelijke nieuwlichterij en bedreiging van degelijk onderwijs. Als reactie is dit wel begrijpelijk. Maar van degelijk onderwijskundig en didactisch denken merk ik binnen de Bon veel te weinig om allerlei gedachten over hoe en waarom het anders en beter moet of vroeger beter zou zijn echt te onderbouwen. Hier ligt als het ware een gat van 30 a 40 jaar verwaarlozing van onderwijskunde en didactiek als fundering van goed onderwijs. Eigenlijk is veel van wat er binnen Bon gezegd en beweerd wordt in dat opzicht even stuntelig als wat de gedoodverfde vijand (constructivisme, nieuw leren of competentiegericht onderwijs) vaak neerzet: veel spreken hierover komt niet uit boven het niveau van een scheldpartij of het elkaar napraten van een aantal gemeenplaatsen. Als het onderwijskundig en didactisch beter en fundamenteler doordacht zou kunnen worden wat er binnen Bon zoal beweerd en gezegd wordt, zou dat echt bijdragen aan beter onderwijs en de ideeën van Bon sterker kunnen maken, d.w.z. handen en voeten geven.
Deze overweging is natuurlijk te zwartwit. Ik ben soms echt blij dat er enkele anderen op het forum zijn, die dit ook lijken te zien of in hun stukjes ook kwalitatief spreken vanuit ervaringen in de praktijk, dit aspect aan bod laten komen. Maar evenzeer bemerk ik door het benadrukken van deze onderwijskundige kant van het probleem onderwijs, met bevreemding en zelfs wantrouwen bekeken te worden. Zegt het op zichzelf al veel over de kwaliteit van ons onderwijs, dat zo veel mensen die er professioneel bij betrokken zijn blijkbaar de gemeenschappelijke (wetenschappelijke) taal van onderwijs uit didactiek en onderwijskunde niet meer in hun denken gebruiken en kunnen spreken?

17 Reacties

  1. Herkenbaar
    Na lezing van het artikel van Ad en Marijke Verbrugge (lang geleden alweer) begaf ik mij op de BONsite. Ik was toen alleen lezer. Na een paar maanden lezen reageerde ik omdat er op de site iets ongelovelijk onzinnigs geponeerd werd dat niet tegengesproken werd. Voor ik het wist werd ik uitgenodigd voor een BON bijeenkomst in Eindhoven. Ik had toen nog geen beslissing genomen of ik me met deze club wel in wilde laten. In de meeste dingen was ik het wel met ze eens, maar het leek toch een beetje een club van recalcitrante onruststokers (Arnold Heertje en Arjo Klamer in het comite van aanbeveling, veel erger kan toch niet in dit opzicht…). Maar de mensen die ik in Eindhoven ontmoette (waaronder een aantal bestuursleden) waren diep en oprecht betrokken bij het Nederlandse onderwijs en wilden zich daarvoor inzetten. Dat trok mij over de streep: ik werd lid van BON en dan ook nog maar meteen actief (voorzover mijn vertrek uit Nederland vlak na de Eindhovense bijeenkomst dit laatste toeliet).

    Misschien moet je dus toch maar naar het BON symposium komen weknow.

  2. Vragen
    Dank voor het meegeven van je overwegingen. Het is voor mij belangrijk om daar kennis van te nemen. Je zult niet de enige zijn met degelijke gedachten en voor het bereiken van onze doelstellingen is het noodzakelijk te weten bij wie we welke reacties oproepen.
    Dus ik maak van de gelegenheid gebruik om je verder te ondervragen. Al had je misschien op antwoorden gehoopt. Die komen dan ook nog wel.

    Je spreekt genuanceerd, maar tegelijkertijd in algemeenheden. Ik ga me dan direct afvragen: bedoelt hij ook mij? Dat is dan ook mijn eerste concrete vraag. Als je naar de stukjes kijkt die ik hier schrijf, denk je dan: hé hij is eerder gefrustreerd dan dat hij beter onderwijs wil. Denk je dan: hij heeft de laatste 30 jaar stil gestaan op didactiekgebied uit onvrede over de HNL richting? Ik stel die vraag maar zo platvloers en duidelijk en hoop dan ook op een “platvloers en duidelijk” antwoord. No offence taken.

    Een tweede vraag:
    Kun je aangeven waar we met BON beter en concreter op jouw specifieke situatie kunnen inspelen. Wat zou BON moeten doen om jouw schoolsituatie vooruit te helpen, of in hoeverre belemmeren we wat voor jou belangrijk is.

    Hier laat ik het even bij. Ik ben zeer benieuwd.

    • Beste 1945
      Je beide vragen kan ik vrij gemakkelijk beantwoorden.
      1. Of ik jou bedoel? Neen! Jouw reacties in al zijn algemeenheid zitten vooral in mijn stukje, dat er gelukkig ook mensen zijn die vanuit hun praktijk wel de link proberen te leggen met onderwijskunde.
      Daarnaast zie ik hoe je vaak echt de moeite neemt om mensen die -bijvoorbeeld – vanuit de praktijk van hun school ergens in het optimisme van allerlei vernieuwingen en hun loyaliteit daar aan, welkom probeert te heten en geduldig vanuit jouw lange ervaringen uitlegt waarom je denkt zoals je denkt. Zoals je uit eerdere ontmoetingen op dit forum tussen ons – toch hopelijk – hebt kunnen merken, waardeer ik juist jouw tomeloze inzet om het forum en diepgang en openheid te geven zeer! Natuurlijk is er wel een verschil in perceptie, die ook te maken heeft met bijvoorbeeld ons vakgebied en onderwijssoort, waardoor we anders zullen kijken en waarnemen. Het vak dat ik geef – levensbeschouwing – is alleen al door zijn confessionele historie en minder duidelijke eigen inhoud en positie in onderwijs op zich een vraagteken en misschien bedenklijk voor veel mensen…maar met een cultuurfilosoof als voorzitter zouden Bonners toch moeten weten dat reflectie niet hetzelfde is als nutteloos zwammen 😉
      Voor wie niet zo duidelijk negatieve ervaringen heeft met onderwijspolitiek of de gevolgen daarvan, zal een eerste bezoek aan dit forum vaak schrikken zijn over de hardheid van oordelen. En als die dan ook nog – wat voorzichtig en naief misschien in “onze”ogen – wat mildere en kool-een-geit-sparende standpunten durft voor te stellen, riskeert hij een vloedgolf van uitleg (hoi!) maar soms ook bitterheid en sarcasme….. en er zullen vast mensen snel weer door weggerend zijn, stel ik me voor. Daar probeer jij in ieder geval toch de vriendelijkheid wat te bewaken!

      • Over kolen en geiten
        Dat is een interessante opmerking die je tussen neus en lippen maakt weknow. Die opmerking over kool-en-geit sparen. Ik denk dat kool en geit sparen niet zozeer te maken heeft met BON en frustraties, maar met de manier waarop je als vakman gewend bent te discussieren. Ik ben wiskundige. En wiskundigen doen niet anders dan proberen elkaars beweringen onderuit te halen. Dat willen beide partijen. Iedere wiskundige is een ander uiterst dankbaar als die ander zijn bewering onderuit haalt. Dat komt omdat men niet wil winnen, maar wil weten. En ook dat is geen houding die enkel uit een verheven moraal voorkomt, maar omdat de enige manier om te winnen is, dat je weet. In de wiskunde bestaan er geen machtsspelletjes, bestaat er geen handig praten of sexy glimlach. In de wiskunde is er enkel waarheid. Kun je die het beste achterhalen of construeren, dan ben je winnaar.

        Die houding: probeer de zwakke plekken te vinden in de redenering van de ander, die neem ik mee in BON. Kool en geit sparen is dan onmogelijk, onwenselijk enuitermate disrespectvol voor kool en geit (en de boer). Wiskundigen doen dat bijvoorbeeld door ene bewering van een ander in zijn meest extreme situatie te beschrijven. Als er al fouten in een bewering zitten, is de gedachte, dan komen die het meest waarschijnlijk naar boven bij extreme situaties. En als dat dan geschiedt, dan is de bewering afgeserveerd en kunnen we gaan zoeken naar een betere. Dat kan knap ergerlijk zijn voor anderen. Ik realiseer me ook wel dat die absolute waarheid wel in de wiskunde, maar nooit daarbuiten te viinden is. En dat dat rigoreuze en harde waarheidsonderzoek bijna altijd “fouten” in de redenering naar boven zal halen. Zo zwart wit moet je de uitkomst vna en dergelijke excerxitie dus ook niet beschouwen. Maar dat neemt niet weg dat de exercitrie zelf: zorgvuldig en hard onderzoek van de bewering, zinvol is, want het verduidelijkt concepten en beweringen.

        Zodra ik kolen en geiten ga sparen, dan zet ik mijn opponent bij het groot vuil, dan heeft hij voor mij afgedaan, dan is hij kennelijk niet geinteresseerd in waarheid.

        Ik heb vaak ervaren dat dat voor anderen soms hard lijkt te zijn en ik weet dat ik mensen daardoor kan afschrikken. Maar het gaat mij uiteindelijk toch om de werkelijke waarheid. Niet omloyaliteit aan een werkgever of aan een eerder ingenomen idee. En ik verwacht die houding ook van mijn opponenten, Dat men inhoudelijk ingaat op mijn argumenten en me aan het twijfelen brengt. Dat is namelijk de enige manier om of mijn eigen gelijk beter te formuleren en te onderbouwen, of om er an af te stappen en een andere richting in te gaan.

    • antwoord vraag 2
      2. Dat moet ik zelf doen, natuurlijk en liefst met anderen op mijn eigen school. Maar mijn net-niet-helemaal bij de Bon zijn heeft natuurlijk alles te maken met het zoeken van een bredere stem en een veilige plek van gelijkgestemden.

  3. Twijfel uit betrokkenheid
    Beste Werknow,
    Jouw twijfel komt voort uit betrokkenheid en een warm hart en dat kan niet verkeerd zijn.
    Ik denk dat je een aantal zaken in overweging moet nemen en zonder uitputtend te zijn wil ik je er een aantal meegeven.
    – In het verleden is er weinig tot geen ruimte geweest om kritiek te hebben op de onderwijsvernieuwingen, er was en is veel repressie en weinig argumenten. Jij schetst dat zelf ook. Door BON kan dat nu wel en dat gaat niet altijd even gestructureerd, het blijft soms teveel
    een reactie vanuit frustratie(terechte frustratie denk ik).
    – Het forum en de officiële uitgangspunten van BON zijn niet hetzelfde. Het forum dient als voeding voor het uiteindelijke standpunt. Het forum lijkt daarom meer op brainstormen en als eye-opener en dan zit er onvermijdelijk ook kaf tussen het koren.
    – Mocht iemand de positieve punten van bijvoorbeeld HNL naar voren willen brengen dan zijn wij deze persoon daar zeer dankbaar voor . Wij verwachten echter wel argumenten en die zien we veel te weinig. De tijd dat er compromissen gezocht worden voor de lieve vrede is
    echt voorbij, BON staat ergens voor waardoor je er ook gewoon
    tegen kunt zijn, bij ons kun je kiezen. Ben je tegen dan blijf je gewoon welkom.
    – Mochten in draadjes standpunten ingenomen worden over bijvoorbeeld 1e en 2e graads docenten dan heeft dat nooit betrekking op de mens achter de docent maar daar gaat het over het werk- en denkniveau.

    Corgi

  4. Antwoorden?
    Overweging 1. Inderdaad moet je op je eigen school door 1 deur blijven kunnen met de docenten en de leerlingen. Het tweede is niet zo moeilijk: leerlingen willen echt wel iets degelijks leren. Het eerste is mogelijk moeilijker: er zijn tegenwoordig veel `docenten’ die niets weten van het vak dat ze geven en hier nog trots op zijn ook (`ik ben tenminste geen vakidioot’). Als deze `docenten’ inmiddels in de meerderheid zijn op jouw school: hard wegrennen van die school.

    Overweging 2. BON zal inderdaad wel aantrekkingskracht hebben op mensen die alleen maar hun gram willen halen. Bij het bestuur of de `vaste’ forumbezoekers zie ik hier echter niets van. Het gaat hen echt om beter onderwijs.

    Overweging 3. Ik heb als wetenschapper (wiskundige in mijn geval) de afgelopen jaren goed gekeken naar onderzoek in de onderwijskunde en didactiek. Het is op een hele enkele uitzondering na absolute bagger. Onderzoeksopzet die niet deugt, statistische analyses die fout zijn, een interpretatie van de resultaten die wel heel erg overhelt in de richting die de onderzoeker graag wil (dit gaat regelmatig tot regelrechte en overduidelijke verdraaiingen aan toe). Er valt best goed onderzoek te doen in onderwijskunde en didactiek, door de `onderzoekspolitie’ binnen deze vakgebieden wordt dit echter tegengehouden: geld wordt aan vriendjes en `geloofsgenoten’ gegeven. De University of Chicago heeft enige tijd geleden zijn onderwijsfaculteit gesloten naar aanleiding van het abominabele niveau (binnen de onderwijskunde waren ze overigens zeer vooraanstaand), daar zou Nederland een voorbeeld aan kunnen nemen. Ik ben zeer voor onderwijskunde en didactiek. Deze zouden echter aan wetenschappelijke eisen moeten voldoen en dat doen ze nu niet: ze zijn verworden tot geloofsgemeenschappen, geen wetenschappelijke disciplines. En dat is heel heel zonde.

  5. interessante en goede discussie
    … en in de commentaren hierboven zijn al meerdere discussiepunten naar voren gekomen en verfijnd.

    Ik mis nog één aspect, dat zijdelings aan de orde komt in de posting van corgi.

    BON is tegelijk een vereniging en een webforum. (Heel strikt genomen zou je zelfs kunnen zeggen dat het forum geen onderdeel van BON vormt: onder elk commentaar staat een disclaimer met die strekking. Maar dat is een formalistisch argument dat voorbij gaat aan de perceptie van de webbezoekers.)

    weknow verwijst in zijn oorspronkelijke posting meerdere keren naar ‘de mensen van Bon’, ‘zus-en-zo vindt te weinig plaatsvindt in Bon’, ‘wat er binnen Bon gezegd en beweerd wordt’. Ik vermoed dat weknow hier met ‘Bon’ vooral de discussie op het forum bedoelt, en niet zozeer mensen, standpunten, of discussie buiten het forum. Misschien is het goed als ik dat even check: weknow, klopt dat?

    weknow is niet de enige die de toon op het forum ziet als ‘de BON-toon’, de op het forum geventileerde meningen ziet als ‘de BON-mening’. Dat doen er meer; dit is ook een van de redenen om vooraf te modereren.

    Het is een terugkerende vraag, hoe we de vereniging BON meer ‘body’ kunnen geven buiten het forum – en daarmee ook de afstand tussen het forum en de andere delen van BON verkleinen. Als bestuur proberen we dit op allerlei manieren: de kringen waren vanuit dat idee gestart, maar lijken (behoudens uitzonderingen) niet goed te functioneren. De dessert parties zijn een poging in die richting, waarmee we BONners face-to-face willen brengen om met elkaar, als mensen van vlees en bloed, bezig te zijn met beter onderwijs. (Wie organiseert de volgende? Oproep!) Het netwerk dat Ralph Maartens aan het oprichten is (meld je aan!) is ook bedoeld om BONners binnen en buiten scholen met elkaar contact te laten zoeken en hebben. En als bestuur werken we hard aan een informeel netwerk van betrokken leden, die elkaar kennen, weten wat ze aan elkaar hebben, en elkaar weten te vinden wanneer dat nodig is. Het verhaal van Gerard Verhoef in de NRC vandaag is uit dat informele netwerk ontstaan.

    Het is een proces van vallen en opstaan, waarin we gezamenlijk proberen om de vereniging BON vorm te geven. Het is een proces dat ons bestuursleden ook veel tijd, aandacht en energie kost – en daarom baat heeft bij leden die er actief aan bijdragen. Vandaar dat ik nog maar even een oproep plaats. Oordeel niet te snel. BON wordt op dit moment gemaakt, gemaakt door de mensen die haar maken. Het forum is een onderdeel, maar slechts een onderdeel. De meningen die hier worden verkondigd zijn geen wet, integendeel, iedereen weet dat op webfora vanuit de heup geschoten wordt. De beste manier om bij te dragen aan het verwezenlijken van de standpunten van BON, is door de handen uit de mouwen te steken en binnen BON aan de slag te gaan.

    Ik ga een kleine variatie geven op de posting van 29_4_1945 hierboven. Don’t ask what BON can do for you; ask what you can do for BON!

    • Wat ik zie als Bon
      Beste mark,
      Het onderscheid tussen het forum – waar in principe iedereen kan posten – en het meer officele bon-gedeelte (zeg maar: wat te vinden is op de website links bovenaan) was me duidelijk. Bij mijn allereerste kennismaking met de site een klein jaar geleden (ik had van collega’s her en der wel al over Bon gehoord) schrok ik van de discussies. Mijn allereerste indruk van het forum was slecht: Ik hoorde er vooral het soort geluiden van enkele collega’s op mijn school, die alleen nog maar kwaad en mopperend in de personeelskamer verschenen en met de minst mogelijke inzet, een ooit verworven 12-functie en vooral met minimalisme en tegenzin – ook naar leerlingen – hun jaren op school uitdeden. Gelukkig las ik ook de doelstellingen e.d. van Bon en daarin vond ik wel veel terug van wat mij zelf bezighield.

      Toch is mijn beeld van Bon ook sterk bepaald door het forum. Langzamerhand leer je de “regulars” kennen en zie je iets van denkwijzen, voorkeuren e.d. + bijvoorbeeld de essays van Sjeekspier en de relativerende plaatjes en links van Adios. Het forum mag dan niet gelijk aan Bon zijn; er zijn wel enkele tientalle meer of minder regelmatige posters, die zichzelf met Bon identificeren en er een plekje gevonden hebben waar ze zich thuisvoelen.

      Mijn antwoord op je vraag daarmee zowel duidelijk als dubbelzinnig;-)

      • Dank voor je beschrijving van je beeld van BON …
        …. maar nu de hamvraag: wat ga JIJ doen om BON nog beter te maken?

        (met opzet een tikkeltje provocerend gesteld … 🙂

        • Vooralsnog
          heb ik de uitnodigingen duidelijk gehoord. Ik leg nu mijn prioriteiten bij mijn eigen school om bij te dragen wat ik kan aan veel beter. Je vraag heeft een ondertoon (Je bent toch niet iemand die kritiek heeft en aan de kant blijft staan…de beste stuurlui..) Ik weet hoeveel ik me inzet en heb ingezet en wat me dat heeft gekost en ik voel me niet aangesproken om me daarover hier te moeten verantwoorden. Laat ik het een tikkeltje provocerend terugkaatsen: Er wordt niet alleen via Bon hard gewerkt aan beter in het onderwijs 😉

          • Weer draaien
            Mark vraagt terecht wat jij voor BON kunt doen. Ik vermoed dat de achterliggende vraag van Mark feitelijk is wat jij voor het onderwijs kunt doen. BON is hierbij niet meer dan een instrument naast andere positieve mogelijkheden. Jij kiest voor een andere route. Bij deze wil ik mij dan “beschikbaar” stellen mocht je hulp nodig hebben bij jouw poging om het onderwijs op jouw manier te verbeteren.
            Corgi

      • 180 Graden draaien
        Werknow stelt : Mijn allereerste indruk van het forum was slecht: Ik hoorde er vooral het soort geluiden van enkele collega’s op mijn school, die alleen nog maar kwaad en mopperend in de personeelskamer verschenen en met de minst mogelijke inzet, een ooit verworven 12-functie en vooral met minimalisme en tegenzin – ook naar leerlingen – hun jaren op school uitdeden.
        Beste Werknow,
        Wat ik dan weer zo jammer vind is dat jij jezelf afzet tegen deze collega’s. Wat ze doen is niet goed maar het heeft wel een oorzaak. Het zou ook wat waard zijn als de verantwoordelijken voor dit gedrag hierop aangesproken zouden worden. Immers deze docenten worden noch geholpen noch gecorrigeerd. Welk bedrijf zou nu zo met haar verkopers omgaan?
        De frustratie van dit soort docenten kom je ook op BON tegen en ik heb dat nooit als een probleem gezien daar herstel begint met luchten.
        Hier op de BON-site krijgen dit soort docenten dan ook nog de gelegenheid om constructief te worden . De spelregels en later het modereren hebben de grootste uitwassen eruit gefilterd en de discussies naar een hoger niveau getild.
        Corgi

        • Afzetten?
          Ik zet me niet af tegene deze collega’s. In tegendeel: Ik zoek ze op, neem ze serieus en vind ze belangrijk. Vaak begrijp ik erg goed waarom ze zo geworden zijn. Zij zijn moe, niet erkend, niet serieus genomen, en worden ook behandeld als “moeilijke” vakidioten uit de prehistorie.
          Maar ik wil niet zo worden zoals zij. Om mijn zelfrespect te behouden, koos en kies ik om te vechten voor beter: desnoods met de rug tegen de muur en in mijn eentje, weiger ik te geloven dat willekeur, machtswellust, incompetentie, leugen en bedrog op mijn school de dienst mogen uitmaken. Wat zou ik graag willen dat ook zij weer zin in hun werk krijgen en een reden vinden om in onze school te geloven en uit die verbitterde mokhoek te komen.
          Elke collega – ook die waarover ik bijvoorbeeld mijn twijfels heb wat betreft hun opleiding en niveau en onderwijskundig lichte ideeen – probeer ik te waarderen en serieus te nemen. Er is geen andere weg, dan een met de mensen met wie je het samen moet doen, om te werken aan een goede school! Als collega wil ik daarvan en van niets anders uitgaan. Het is niet aan mij om kwaliteitsstickers op mijn collega’s te plakken.

          • Een mooie en te respecteren houding
            Een mooie positieve en bindende houding. Niet iedereen denkt en handelt echter op deze manier. De vraag is dus of deze houding jouw voldoende beschermd als je de wolvenkooi ingaat en dat ook nog alleen? Bij het Meldpunt zien we helaas dat de wolven zo’n houding vaak als een vorm van zwakte uitleggen ofwel als een kans.
            Corgi

          • Wolvenkooi
            *Wolvenkooi* ? Het spel moet goed gespeeld worden, *lees verder…*

            Weknow schrijft: Er is geen andere weg, dan een met de mensen met wie je het samen moet doen, om te werken aan een goede school!. Daar ben ik het helemaal mee eens.
            Mijn ervaring is dat problemen ontstaan als mensen zich gaan afwenden, niet geïnteresseerd zijn, het niet eens zijn met (democratisch ?) genomen beslissingen. Omdat ze het niet democratisch vinden, maar zelf geen moeite doen daar wat aan te doen. Het mooiste (sic!) voorbeeld vind ik de problematiek rond de *docent met het krijtje*: men liet het gewoon gebeuren dat een onmogelijke procedure toch werd doorgevoerd. Ondanks vele protesten liet men het er bij. Als de angst regeert….: Ronald Plasterk zei eens:… maar wil dat mensen die leiding geven eerlijk zijn, doen wat elke leidinggevende in een patatzaak weet dat je doen moet: goed luisteren naar de mensen, maar dan zelf de knopen doorhakken. *Lees verder…*.

            Daarom pleit ik voor een sterke medezeggenschap en eigenlijk voor een ander wettelijk kader daarvoor, zodat leidingevenden/besturen beter gecontroleerd kunnen worden. We moeten ze niet steeds rauw vlees toewerpen: *lees verder…*

Reacties zijn gesloten.