Lokaal netjes achtergelaten, bord schoon, ramen gecontroleerd en de propjes opgeruimd.
Vervolgens nog wat strafklanten afgewerkt, wat ouders gebeld voor de nodige opvoedingsadviezen en een heerlijk kopje thee met de achtergebleven collega’s.
Het was me het weekje weer wel.
Iedere docent zou zijn klassen moeten kunnen kiezen, bedacht ik me in de file op weg naar huis.
We hebben ze allemaal, klassen die volmaakt zijn, de leerstof opslurpen, een goede sfeer hebben en dus ook goede cijfers halen en klassen waar geen land mee te bezeilen is en die je door de wringer zou willen halen.
We hebben ze ook allemaal, klassen met leuke en aardige kinderen, maar met een paar ettertjes erin die de zaak verzieken voor de hele klas.
Ik zou mijn klassen willen kiezen, de ratjes eruit en met de schatjes verder gaan.
Wat zou het leven van de leraar er dan mooi uitzien.
Ik zou zeker tot aan mijn pensioen door willen gaan en misschien zelfs voor minder salaris.
Ik heb mijn plan bij de directie ingediend, om bij de start van het nieuwe jaar de leerlingen bij de poort te mogen selecteren en alleen nog leerlingen aan te nemen, die lief en aardig voor mij zijn.
Zij vonden het een goed idee en boden me een nieuwe functie aan met meer salaris en minder kinderen.