Willoos en Wat te doen?

Men vraagt zich al een tijd af hoe we van managers afkomen die, populistisch geformuleerd, voor het primaire proces, het lesgeven, overbodig zijn. De thread was gestart door Simon die in Willoos een hearing beschrijft waarin een directeur spijkers met koppen slaat. Op Willoos kwamen veel reacties. Ik vat er een paar samen en voeg er de mijne aan toe.

Em70 stelt de vraag ervan uitgaande dat er politiek voldoende draagkracht zou zijn, iets dat -ook volgens Em nu niet het geval is. Was dat wel het geval dan zie ik het probleem niet. Wanneer er politieke draagkracht is krijg je iedereen weg, dus ook foute onderwijsmanagers en hun claques.
Zijn de leraren, niet alleen die van de hearing, inderdaad mensen zonder ruggengraat die weinig respect verdienen? Hoe komt het dat een salarisreductie alleen maar boosheid wekt en geen verzet? Ligt hier de oorzaak van het zich breed maken van managers?
Kan zijn maar maakt niet uit, de veranderende tijdgeest zal alles ten goede zal keren; even doorzetten dus. Er zijn nu genoeg rapporten waaruit blijkt dat wij gelijk hebben. Inefficiënte en onrechtvaardige systemen klappen uiteindelijk in elkaar, door de druk van binnen uit en van buiten. Je moet er wel voor willen vechten. Verder gewoon de weg bewandelen van de redelijke argumenten, van die argumenten waar weinig tegen in is te brengen.
Ho ho, van ons gelijk moeten we het niet hebben, die mensen krijg je niet meer weg, niet binnen 10 jaar. Schoolleiders hebben hun eigen gelijk en vinden het, gezien de huidige wijze van financieren, bv. aantrekkelijk een kleine groep leraren op een grote groep lln. te zetten. Tegen dezulken vechten is trappen in een zak hooi.
Iemand wijst op de onscherpe definities (van bv. het primaire proces) waardoor verschillende opvattingen van leraren en schoolleiding in de hand worden gewerkt en bestendigd. De kwestie is niet envoudig want een zeer precieze regelgeving levert ook gedonder op, zij het van een ander soort.
Maar als je nou via de politiek, pats boem, een veel hogere lumpsum voor het primaire proces vaststelt? En de ‘onderbazen’ ontslaat of laat afvloeien? We hebben een Fortuyn-effect nodig.
Als politici echt zouden willen is het eenvoudig: vrije concurrentie rond vaste centrale leerdoelen. Honorering ve instituut, bv. een BON-instituut, volgt op basis van de behaalde resultaten, bv. adhv. leerlingenvouchers. Controle op de scholen is dan niet nodig.

Al deze opinies tonen aan dat discussie de ziel maar niet de vuist is van de democratie. Het is tijd een vuist te maken. Niet op het niveau van de school, die slag is verloren. Niet samen met ouders, te ondeskundig. Eerst de grootste bond overnemen. En masse lid worden, kapoenen als Dresscher en de redactie van het bondsperiodiek heensturen, betogen, staken, de volgorde is niet belangrijk. Daarna wordt toegang tot de politieke partijen en de media een stuk gemakkelijker evenals de bestrijding van de Vereniging van Schoolmanagers en incompetente instanties als de Onderwijsraad.
De discussie gaat onderwijl door.
Ik heb op deze site al eens gewezen op het boek van L. A. Cremin, The transformation of the school. -Progressivism in American Education 1876-1957. Vintage Books. Dat boek, nog gewoon te koop -in 1961 was het een bestseller- beschrijft de opkomst en neergang van HNL in de VS tussen pakweg 1915 en 1957. Het is een curieuze ervaring als een Amerikaans geschiedenisboek onze actualiteit blijkt te beschrijven. Vermeldenswaard is dat HNL in de VS een schielijke dood stierf toen de Russen vanaf 1957 de Sputniks de ruimte in schoten en de VS zich voor het eerst met een technologische achterstand zagen geconfronteerd. Binnen een jaar had men onderzoek laten verrichten naar het eindniveau van de High Schools. Europese lln. bleken in de belangrijke vakken een voorsprong van twee jaar te hebben. Het curriculum keerde meteen terug naar de oude schoolse vakken, ten koste van een bonte diversiteit aan zelfontdekkend, realistisch, actief leren en Deweyaanse hersenspinsels. Ik ga even kort door de bocht. Het was niet alleen de Sputnik, de fut was uit het progressieve leren verdwenen: de leraren waren na 4 decennia van steeds zwaardere belasting letterlijk uitgeput, één van de parallellen met onze tijd.
Dé docentenafrekening met HNL, maar moeilijk te bemachtigen is A. Bestor, The Restoration of Learning. Knopf, 1955. De eerste onderwijspsychologische afrekening levert Ausubel in The psychology of meaningful verbal learning (1963).
Meer polemisch (belachelijk maken, schelden) en dus zeer actueel en prettige leeswaar: A. Lynd, Quackery in the public schools. Little, Brown & Cy, Boston, 1953. Uit dit boek geef ik een paar hoofdstuktitels: Education by incantation; The new Curriculum and how we got it; Research, it’s wonderful; The scramble for semester-hours; Who invented Progressive Education?

31 Reacties

  1. No way
    No way: er is een bond waar ik nooit lid van zal worden en dat is de AhOsB. Wij zijn zo ’n 8 a 9 jaar geleden eens met een groepje boze eerstegraders naar hen toegegaan, en het enige wat ze daar wisten te beweren was dat alle loon-verschillen door hun toedoen waren gerepareerd. Bij die gelegenheid -oh, teken aan de wand- hoorde ik ook voor het eerst het woord ‘loongebouw’.

    • Je zal het wel stom van mij
      Je zal het wel stom van mij vinden maar ik ben dus wel lid. Maar een met bergen kritiek. Ze weten daar al dat ze die fouten uit het verleden niet meer hoeven proberen goed te praten t.o. mij. Ze accepteren dat ik het met dingen niet eens ben en het van binen uit zeg te willen veranderen. Ik weet dat ik daar een lange adem voor nodig zal hebben en dat ik dan nog weinig voor elkaar zal krijgen.
      Is geen CAO bijv. een alternatief?
      Ik begrijp het wel dat je het met de AOB hebt opgegeven, maar betwijfel of dit vanuit machtsoverwegingen verstandig is.

      Nog een bondsfoutje uit het verleden :
      Ik ben in ’86 afgestudeerd. Ondanks prima resultaten was er voor mij geen plaats im wetenschap of onderwijs. Je weet wel, de verloren genratie van de jaren tachtig.
      Ik had echter ook nog een ander vak geleerd en er naast mijn studie mede om strategische redenen ook ervaring mee opgedaan.
      Daardoor vond ik wel snel (ik wilde aanpakken en was niet te kieskeurig om onder mijn niveau te gaan werken) een baan in het zgn. buitenbos van O&W. Voor een rottig schaaltje 6 ben ik aan de slag gegaan (ik heb nu reeds 32 jaren gewerkt op mijn 47ste). Maar toen kwam de domper. O&W kortte op mijn salaris vanwege een potje dat gevuld moest worden om werkloze leraren aan de slag te helpen. Ik voel dat nog als een onrecht. Ik was niet te beroerd als werkloze leraar in alle opzichten met minder genoegen te nemen en anderen konden daardoor snel opstomen naar schaal 10-12. En ooit onder je niveau gewerkt hebben bleek ook nog negatief op je CV te staan i.p.v. een ijverige aanpakker.
      Je ziet er is wel meer misgegaan…

  2. Zijn wij dan niet de kern van een school?
    Ik voel me bijna een oude communist als ik dit schrijf, maar GANS HET RADERWERK staat toch zeker stil als wij dat willen? Wij zijn toch niet machteloos?
    Ik denk dat een staking van een week, zij het op het niveau van een school / een cluster van scholen, zij het landelijk, met een duidelijke aanleiding, ruim voldoende heisa zou veroorzaken.
    Het verschil met de communisten is dat wij niet moeten staken voor zoiets banaals als looneisen, maar voor de kwaliteit van het onderwijs. Bij de invoering van 2e fase en studiehuis had er massaal gestaakt moeten worden.
    Doet er zich wederom zoiets voor, dan moeten we klaarstaan voor een waardige, maar pijnlijke actie die duidelijk maakt dat het zonder docenten niet gaat.

    • Nou kijk!
      Dat bedoel ik nou. Wij zouden niet staken voor zoiets banaals als looneisen, beweert S. Stevin. Ik heb de laatste tijd het gevoel dat het énige waarover men zich op deze site echt opwindt is over de ‘enorm slechte’ salarissen voor academici.
      Let op mijn woorden: docenten laten collectief hun hypotheek en hun pensioenzekerheid voorgaan boven hun idealen voor beter onderwijs. Leraren durven alleen maar te protesteren als er niemand kijkt. Ik heb nu al te vaak ervaren dat ik als enige mijn nek uitstak en dat heeft me veel moeilijkheden bezorgd. Staken, zelfs een simpele ludieke actie met het aanbieden van bevoegdheden loopt al op een lachertje uit.
      Docenten laten zich altijd weer tegen elkaar uitspelen, beweren tegen elkaar dat we ons positief moeten opstellen, willen vooral niet als behoudzuchtig te boek staan en zullen echt niet collectief gaan protesteren. Bovendien zijn er veel docenten wie het wel makkelijk lijkt te wachten op de eigen leermotivatie van de leerlingen.

      • Actiebereidheid
        Niet zo somber, Hinke. Niet elke school is hetzelfde. De kunst is om georganiseerd te raken, en soms zijn twee of drie grote bekken voldoende om iets op gang te brengen. Ik ben optimistischer over de actiebereidheid. Maar inderdaad, in je eentje begin je niets.
        Overigens vind ik, net als iedereen, dat wij onderbetaald worden. Maar ik ben van mening dat dat alleen maar een uitvloeisel is van iets veel ergers: de minachting van nogal wat baas-achtigen voor mensen die iets weten of iets kunnen. Dus geld is NIET het hoofdprobleem.
        En daarom moeten wij het ook niet van de reguliere vakbond hebben, want die kan alleen in die termen denken.

        • Het gaat altijd om GELD!
          > Maar ik ben van mening dat dat alleen maar een uitvloeisel is van iets veel ergers:
          > de minachting van nogal wat baasachtigen voor mensen die iets weten of iets
          > kunnen. Dus geld is NIET het hoofdprobleem.

          Deze frase viel mij op in het berichtenverkeer van vandaag en het is een contradictie. Ik durf te stellen, dat geld wél degelijk het hoofdprobleem is. Alles draait alleen maar om geld en het probleem is, dat het steeds op de verkeerde plaatsen terecht komt. Dat geldt bijv. voor de gezondheidszorg en de politie, maar zeker ook voor het onderwijs. En dat zal zo blijven, zolang nitwits als Hoogervorst, Remkes en van der Hoeven de zaak blijven aansturen vanuit hun pluche stoel.
          Voortdurend wordt overal meer geld in gepompt om ‘meer handen aan het bed’ te krijgen, om ‘meer blauw op straat’ te krijgen en om ‘meer kwaliteit voor de klas’ te krijgen. Niets van dat alles gebeurt, omdat er NUL controle is. Al het extra geld blijft hangen in de zakken van ‘managers’ en hun vriendjes (zoals adviesbureaus). Zij spelen elkaar de bal toe en dekken elkaar.
          Ik heb mijn vrouw onlangs naar de EHBO van het ziekenhuis gebracht wegens een zeer heftige lichamelijke reactie na een insectenbeet. Na 50 minuten wachten werd er niets anders gedaan dan een verband aangelegd door een verpleegster. “Thuis nathouden” was de mededeling. Rekening € 189,67.
          Mijn moeder is (fietsend) doodgereden door een onverlaat in Zeeland. De blauwe kneuzen (de technische recherche is een afgeschreven vrachtwagenchauffeur plus assistent) waren niet in staat om te constateren, dat de dader veel te hard had gereden, zodat ik dat bewijs zelf heb moeten leveren.
          Het budget van ‘mijn school’ ging 3% omhoog. Toch besliste het bestuur, dat er op de werkvloer minimaal 5% bezuinigd moest worden. In de bestuursvergadering stond men voor de belangrijke keuze of de lease-auto’s Jaguars of BMW’s zouden worden.
          Het gaat altijd om GELD!

          • Grotendeels eens
            Ik ben het grotendeels met je eens Fossiel. Voor de meeste leraren gaat het niet om geld voor henzelf (ze hoeven niet zo nodig een Jaguar, ze hebben namelijk al een fiets). Maar minder uren voor de klas zodat je de lessen beter kunt voorbereiden, goede collega’s (sommige potentiele goede docenten gaat het -gedeeltelijk- wel om het geld) dat zou wel fijn zijn. Dat kost natuurlijk ook geld.

            Overigens wordt het door de overheid geen extra geld in het onderwijs gepompt. Ze nemen met de ene hand en geven vervolgens daar een klein beetje weer van terug met de andere hand.

          • Beste Mark79
            >Voor de meeste leraren draait het niet om geld voor henzelf
            Ik hoop dat je nooit een commerciële jongen ontmoet als je dit soort uitspraken blijft doen. Bij deze heb je alle salariswensen van ons allen in de ijskast gezet. Ze hoeven niet meer geld, ze blijven hun werk toch wel doen want de leerling mag nooit de dupe worden.
            Kijk je baas eens goed aan, vooral die bestuurders met hun jaguars. Misschien ontmoet je veel vaker van die commerciële figuren dan dat je zelf beseft. Alleen binnen de school had je er misschien niet op gerekend.
            Idealisme is mooi maar het is ook erg duur als de anderen, de bestuurders, het alleen als zwakte zien. Voor hun is het een kans.
            De meeste bestuurders die ik ken zouden in het bedrijfsleven nergens gekomen zijn maar binnen zo’n groep zachtaardige, gewetensvolle idealisten kun je heel goed voor jezelf zorgen, zo blijkt uit de auto’s, kantoren en salarissen(4maal dat van de docent)
            Corgi

          • Beste Corgi
            Dat het de meeste leraren niet om het geld voor henzelf gaat zie ik nu juist als 1 van de grote problemen (net als jij denk ik). Zoals ik opmerkte “sommige potentiele goede docenten gaat het -gedeeltelijk- wel om het geld”. Daar is helemaal niets mis mee. Maar deze mensen kiezen niet meer voor het onderwijs en daarmee komen we in een negatieve spiraal terecht. De meeste leraren geven niet zo veel om geld, dus gaan de salarissen omlaag, dus gaan de mensen weg die nog wel een beetje om geld geven, en dus neemt de ‘geldmindedness’ van de gemiddelde leraar nog verder af etc..

          • Vanwaar die houding?
            > Dat het de meeste leraren niet om het geld voor henzelf gaat zie ik nu
            > juist als 1 van de grote problemen . . .

            De vraag is: “waar komt die houding vandaan?”
            Is dat iets wat van generatie op generatie is overgebracht? Het idee, dat het onderwijs niet gewoon een beroep is, maar een roeping. (?)
            Havenarbeiders, om maar eens een willekeurig voorbeeld te nemen, zijn altijd mensen geweest, die stevig hebben moeten knokken voor hun loon. Dat was 100 jaar geleden al en het is nu nog zo. Als er iemand naar het loonzakje durfde te wijzen, lag de haven al plat.

            Bij leraren was dat niet. Die stonden (lang geleden) in hoog aanzien en hun salarissen waren zonder meer goed. Mijn grootvader was als leraar verbonden aan een lyceum. (Voor de jonkies; het lyceum herbergde gymnasium en hbs). Door die functie genoot hij niet alleen veel aanzien, maar kon het zich ook permitteren om ‘op stand’ te wonen, een gezin van negen kinderen te stichten en zijn vrouw in de huishouding te laten bijstaan door een huishoudster en een kindermeisje.
            Als je kijkt naar de huidige leraar in een vergelijkbare positie, heeft er een gigantische verschuiving plaats gevonden. De nivellerende acties van de overheid hebben hun werk gedaan, en in onderwijsland zelfs meer dan dat.
            De leraar in grootvader’s tijd had het erg goed en kon het zich veroorloven om niet meteen in opstand te komen als iedereen een dubbeltje meer ging verdienen behalve hij. Onderwijs was tenslotte ook een roeping. Maar als je die houding lang genoeg volhoudt . . .
            Langzaam aan is de leraar van ‘gestudeerde heer met gezag’ verworden tot de pispaal van het onderwijs. Het respect is wel erg ver weggezakt bij alle betrokken partijen (overheid, management, ouders én leerlingen).

          • Geen kritiek op docenten
            Mijn kritiek gaat zeker niet naar het onderwijzend personeel. Misschien gaat het leraren niet om het geld, misschien ook wel. Ik zou het terecht vinden als het de leraren óók om het geld gaat, maar ik weet dat het om veel meer gaat dan dat.
            Mijn punt is het volgende. Als “Den Haag” steeds weer de oplossing zoekt in geldmiddelen (geven en nemen zoals je zegt), dan is het einde zoek. De verantwoordelijkheden worden afgekocht en bij managers neergelegd zonder enige verdere controle.
            Het geld stroomt van Den Haag (en anderen) naar de instituten, waar op de eerste plaats onderwezen moet worden. Het geld komt echter in beheer van het management, dat op de eerste plaats aan zichzelf denkt en aan hun vriendjes. Wat er dan overblijft mag verdeeld worden op ‘de werkvloer’. De verdeling is dus verkeerd!
            Daar komt bij, dat ‘die werkvloer’ voor een flink deel van de beschikbare tijd niet aan onderwijs toekomt, omdat zij ook worden ingeschakeld om het management in stand te houden. Vraag de gemiddelde docent maar eens hoeveel tijd hij/zij kwijt is aan allerlei zaken, die niet direct te maken hebben met het onderwijs aan leerlingen.

            De hele opzet is fout. De macht zou moeten liggen bij het collectief van docenten. In plaats van managers, die de baas lopen te spelen voor veel geld, zouden er regelneven en -nichten moeten zijn, die aangestuurd worden door het collectief.
            De huidige opzet lijkt echter verdacht veel op de organisatiestructuur van een klein productiebedrijf en dan moet je niet vreemd opkijken als het instituut zich ook zo manifesteert. Halffabrikaten er in, eindproducten er uit. Het verschil is, dat in ‘ons’ geval de kwaliteit van die eindproducten blijkbaar geen donder uitmaakt. De afnemer (de betaler = de staat) accepteert alles zonder eindcontrole.

          • Geld
            Wat u zegt komt toch neer op: het heeft geen zin om geld in een organisatie te pompen als je niet EERST die organisatie saneert? Dat vind ik nou juist ook!

          • trias politica
            Krijgen de ouders ook nog iets te zeggen als de managerslaag vervangen wordt door een collectief van leraren????
            Absolute macht van een persoon, maar ook van een groep is nooit goed. Macht corrumpeert is in dit verband een veel gehoorde uitdrukking.

            De staat die het algemene belang in de gaten moet houden en de financie”en beheert, de leraar aan wie ondanks zijn vaak goede bedoelingen niets menselijk vreemd is en de ouder als consument vormen de drie partijen die het eens moeten worden. Bij het schoolmanagement is hooguit plaats voor een toezichthouder van de overheid, een toezichthouder namens de ouders en verder uitvoerders van beslissingen van het collectief.

          • Wie bepaalt wat in het Hbo?
            Beste Seeger,
            Trias Politica in het Hbo, dit is mijn visie hierop.
            De werkgevers of markt bepaalt de te bereiken beroepsspecifieke competenties en de overheid de algemene competenties. De docenten bepalen per sectie wat geleerd dient te worden om die competenties te bereiken. De overheid stelt de budgetten ter beschikking. Het management coördineert dit proces met een dienstverlenende houding en zij vertegenwoordigt naar buiten toe. Beleid en visies hebben we in het geheel niet nodig van het management want Zoetermeer bepaald welke opleiding aangeboden mag worden. Docenten dienen weer in dienst te komen van het ministerie en niet van een private stichting. Het is juist deze private stichting die voor alle ellende zorgt. De inspectie moet weer echt inspectie worden en er dient een controlerend orgaan te komen welk controle uitoefent op of de eindexamens de competenties wel afdekken. Dit controlerend orgaan bestaat uit werkgevers, overheid, studenten en ouders. Een variant hierop kan zijn dat dit orgaan de examens gaat afnemen..
            Corgi

          • Trias politica?
            Het “trias politica” ontgaat me een beetje, want wij hebben geleerd dat het daarbij vooral gaat om de scheiding der machten, terwijl in het bericht iets anders wordt voorgesteld.

            > Krijgen de ouders ook nog iets te zeggen als de managerslaag vervangen wordt
            > door een collectief van leraren?

            Nee, is het eerste dat in mij opkomt.
            Het gaat om de interne organisatiestructuur binnen het instituut. Daar hebben de ouders in principe niets mee te maken en daar moeten ze ook niets mee te maken willen hebben.
            Waar het ouders om zou moeten gaan, en de werkelijkheid is vaak helaas anders, is dat hun kroost goed onderwijs geniet.
            Noem mij een fossiel, maar vroeger waren de verhoudingen tussen school en ouders heel anders en volgens mij stukken beter. In wezen werd tijdens schooltijd de opvoeding overgedragen aan het personeel van de school. Toen kon dat nog, omdat er beter contact was tussen de verschillende opvoeders en vooral ook vertrouwen. Tegenwoordig werkt dat niet meer door de veranderde houding van zowel ouders als docenten, wat goeddeels te wijten is aan het ontstaan van de onderwijsfabrieken en de daarbij behorende gevolgen.

            > Absolute macht . . .

            Helemaal mee eens. Absolute macht is nooit goed, maar dat is ook niet aan de orde. Het gaat echter wel om macht en in onderwijsinstituten ligt de macht op dit moment bij (commerciële) managers.
            Leg mij nou eens uit wat de toegevoegde waarde van deze personen is voor het onderwijs!

          • tijdelijk overdragen opvoedings verantwoordelijkheid
            Dat was inderdaad vroeger het geval. Ik denk alleen niet dat dat komt omdat het contact tussen ouders en school zo veel beter zou zijn. In mij ogen meer aannemelijke oorzaken liggen in de idioterie van het dienstverlener – klant concept en de heterogeniteit in culturen/pedagogische inzichten. Hoe diverser het allemaal is, hoe moeilijker het is om een min of meer consistente visie te hebben. Dan wordt het naast onderwijs op maat, ook opvoeden op maat. Jantje mag best in de klas met zijn petje op, want de ouders vinden dat Jantje zonder petje zo ongelukkig is, maar Keesje moet van de ouders vooral hard en consequent aangepakt worden (omdat ze dat thuis ook doen, of omdat ze dat thuis niet voor elkaar krijgen).
            De enige manier om daar uit te komen is heldere school aanpak. Waarbij vooral geen opvoeding op maat. Maar als dat niet te ver af moet wijken van de thuis, dan zullen er heel veel verschillende scholen moeten zijn.

          • ouders als quantité négligeable
            In het lesprogramma, de didaktiek en de docenten van mijn jeugd heb en had ik vertrouwen. Door de meegaanheid van veel docenten bij de onderwijsveranderingen is bij mij ook een onvoorwaardelijk vertrouwen in de docenten verdwenen. Ik geef nu wat voorbeelden: Ik wil er over kunnen waken dat de wiskunde in het VWO voldoende abstract is, dat de klassieke talen niet verder gemarginaliseerd worden; ik wil erkenning dat het geven van klassieke talen de wijze waarop de moderne talen gegeven kunnen worden beïnvloedt en dat leren vertalen belangrijk is alsmede dat ILS uitzondering blijft etc. In de lange weg tussen start en eindexamen moet, met gebruik making van vrije ruimte, met zulke wensen rekening gehouden kunnen worden. Daarom moet er geen kleinzielige inspecteur met rare maatstaven op school komen. Ik wil dat in een of andere vorm ouders die net als ik speciale onderwijswensen hebben een school kunnen vinden die hen hierin tegemoet komt of dat zij kunnen proberen scholen in de door hen gewenste richting te beïnvloeden. In de hele discussie van BON krijg ik het idee dat ouderwensen een quantité négligeable vormen.

          • Ouders kiezen een school
            Er zouden meerdere scholen in een regio moeten zijn met duidelijk verschillende aanpakken. Ouders kunnen dan kiezen welke school het best bij hen past (compromissen moeten gemaakt worden; als ouder mag je niet verwachten dat er een school bestaat die in ieder opzicht aan jouw ideaalbeeld voldoet). Vroeger was dit ook wel enigzins zo. Door fusies en ideologische gelijkschakeling is er nu weinig tot geen keuze.

            Ouderwensen zijn voor BON heel belangrijk. De docenten horen binnen de school te bepalen wat er gebeurt, maar ouders moeten met hun voeten kunnen stemmen. Als de docenten van een school dingen doen die ouders niet willen raken ze al hun leerlingen kwijt (en dus hun salaris).

            Bij voorbaat sorry voor de volgende vergelijking, ik weet dat sommigen nu uit hun vel zullen springen. Bij Albert Heijn bepaalt de klant ook niet wat er in de winkel ligt en tegen welke prijs. Als de klant ontevreden is gaat hij naar de concurent. Albert Heijn past zich dan vanzelf wel aan (of niet en neemt genoegen met minder omzet/winst). Hiervoor is het natuurlijk wel essentieel dat er concurenten zijn en dat deze niet allemaal precies hetzelfde doen als Albert Heijn.

          • geschikte school?
            Ik denk dat ouders niet zo heel veel vreemde wensen hebben bij een school, als die school maar goed functioneert en voor hun kind daadwerkelijk onderwijs verzorgt. Wat de filosofie achter die onderwijsvorm is, zal de meeste (niet alle natuurlijk..) ouders worst zijn… zolang er maar wordt geleerd. En zo hoort het ook; docenten hebben hun vak en weten hoe dit over te brengen, ouders hebben hun eigen ‘vak’ (en evt. werk) en moeten op die docenten kunnen vertrouwen. Wat betreft opvoedkundige aspecten (wel of geen gezonde kantine, veel of nog meer verre buitenlandreizen ) zouden ouders wel enige inspraak moeten hebben.
            Managers zijn er in principe ten dienste van de onderwijstaak; zij scheppen voorwaarden en regelen zaken. Hoe minder zaken te regelen, hoe beter!
            Zelf ben ik als ouder uitermate tevreden over de vo school van mijn vier van mijn vijf kinderen. Geen of nauwelijks nieuw leren, weinig toeters en bellen, wel een goede sfeer en ook aandacht voor cultuur.
            Deze school verdient wat mij betreft een BON kwaliteitskeurmerk. (Al weet ik niet of ze dat zou willen dragen want dit ligt gevoelig onder docenten en scholen).

          • Leuk
            Soms ben ik bang dat je ongelijk hebt B. Ik heb vaak het idee dat het voor ouders alleen leuk hoeft te zijn. Men gaat ervan uit dat na enkele jaren het diploma dan vanzelf komt.
            Je zou nog verbaasd staan hoe vaak wij in het MBO tegen ouders moeten ‘knokken’. Zij worden boos als we hun kind aanspreken op afwezigheid, geen boeken, of gebrek aan prestaties. Daar moeten we begrip voor opbrengen is ons sociale beroep.’Ze zijn nog jong hoor!’

          • Hoe?
            Ik denk aan scholen voor leerwillige leerlingen. Op die scholen moeten leerlingen zo nodig en zo mogelijk ook nog leergierig gemaakt worden.
            Wat als in een stad geen van de bestaande scholen een grote groep ouders met onderling overeenstemmende wensen tevreden kan stellen? Moet het hen dan gemakkelijk gemaakt worden om nog een school te stichten of moeten ze op de bestaande scholen een zo groot medezeggenschapsrecht krijgen dat ze een koersverandering kunnen afdwingen?

          • boos worden
            Dat geloof ik direct Hinke, dat nogal wat ouders vinden dat je juist hun kind moet ontzien om de een of andere reden.
            Zij hebben blijkbaar ervaren dat zij daar wat over te zeggen hebben? Als ik lees dat jullie als docenten erop worden aangesproken dat je teveel eruit stuurt, of te lage cijfers geeft, dan vind ik dat schrijnend. Dat ondermijnt het gezag en de zeggenschap van een docent. Dan is het einde zoek.
            Maar ik geloof echt, dat als ouders merken dat een school goed functioneert, en er duidelijke en redelijke regels worden gehanteerd, dat zij dat uiteindelijk ook veel prettiger vinden.
            Dan durven ze eerder tegen hun kind te zeggen; je zal het er zelf wel naar gemaakt hebben.

          • ouders!
            En dat moet maar zo blijven.
            Uit een opiniestuk (NRC Handelsblad, 24-8-1999) licht ik een passage over de bijdrage van de ouders aan het studiehuisdebat van toen. Het hele stuk staat in m’n blog onder: Het publieke onderwijsdebat en het studiehuis.

            “Dit brengt ons bij de ouders. Die lijken het allemaal best te vinden. Het studiehuis sluit op het eerste gezicht mooi aan bij wat zij op dit moment belangrijk vinden: opvoeden in en tot zelfstandigheid. Deze oppervlakkige belangstelling van de ouders is de kern van de zaak.
            De individuele burger emancipeert zich op kosten van, en identificeert zich steeds minder mét de samenleving. De rationele identificatie is, gezien de rijkdom aan informatie, ook niet eenvoudig: welke samenleving wordt bedoeld? De emotionele is als altijd onscherp en gevoelig voor het eigenbelang. De burger kan zich dus niet blijvend van zijn medeburger onderscheiden, daarom is hij juist burger. Het studiehuis geeft nochtans uitdrukking aan dit verlangen en schrijft voor dat de leerling zich individueel emancipeert van de leerstof en van de docent. Het studiehuis is dus emancipatie en tijdgeest, maar het is vooral een pedagogische vergissing, die hierin bestaat dat ‘al doende’ de beste manier van leren is. Het is echter praktisch uitgesloten dat leerlingen langs die weg de theoretische begrippen ontdekken die op elk niveau het hart zijn van kennis, wetenschap en beroep, op hun beurt de vliegwielen van onze samenleving.
            Het in politiek opzicht asociale individu oefent een liberaaldemocratisch grondrecht uit, maar het is er wel eentje met een bijsluiter. Deze burger laat in het politieke krachtenveld plaatsen onbezet die ondemocratisch worden ingenomen door expansieve politici, bestuurders en ambtenaren. Daarom bedachten zich breedmakende ambtenaren het ruïneuze studiehuis, daarin geruggesteund door politieke regenten, zonder dat dit opzien baarde.”

            willem smit

          • Maar de vraag was . .
            In mijn reactie “Trias politica?” (zie hierboven) besloot ik met de zin:
            Leg mij nou eens uit wat de toegevoegde waarde van deze personen is voor het onderwijs!

            Daarop heb ik nog geen reactie gezien.

          • Als je een reactie wilt
            Dan geef ik maar een reactie Fossiel.

            Ik denk dat we hier op het forum het er hier allemaal wel over eens zijn: de (commerciële) managers hebben geen toegevoegde waarde voor het onderwijs. Forumbezoekers die vinden dat ik hier een consensus uitspreek die er niet is: reageren!

          • Ik ben het hier met Corgi en
            Ik ben het hier met Corgi en Fossiel eens. Ouders? Ik kom liever de Inspectie tegen op school dan ouders. Goed, die Inspectie dwaalt, heeft HNL onder de leden en is vaak het contact kwijt met de docent. Maar van dwalingen kun je terugkeren. Ouders komen aan dwalen niet eens toe. Bij elkaar gezet lijken ze het meest op een dolle pinball-machine waarin de stalen kogels random heen en weer suizen. Net zijn de multipele persoonlijkheidsstoring en hoogbegaafdheid afgewerkt of autisme en dyslexie dienen zich aan. Om niet te spreken van alle creatitiviteit in de knop gebroken door mechanistisch onderwijs. In die oersoep gaat een enkele verstandige stem verloren.
            Eén van de oorzaken van het huidige onderwijsleed is de opvatting dat scholen breed moeten zijn. Nieuw dus en breed. Wijkagenten en andere gemeente-ambtenaren, maatschappelijk werkers, voorleesmoeders, therapeuten, milieu-organisaties, ouders enz. betreden het schoolgebouw. De school als startpunt voor maatschappijverbetering. Voor de coördinatie heb je weer een manager nodig.
            Er zou al heel wat gewonnen zijn als de scholen zich tot hun kerntaken beperken. Alleen dáár waren ze goed in. En die ouders zijn weer ergens anders goed in.
            willem smit

          • schoenmaker blijf bij je leest
            Precies… beperken tot de kerntaken. School is geen opvoedinstituut, ook geen bezigheidstherapie.
            Er wordt teveel op het bord van school gelegd en de school laat zich daarmee opsche(p)pen.
            Zodra ouders, instellingen etc. begrijpen dat de school haar taak duidelijk begrenst, keren problemen ook weer daar terug waar ze horen.

          • van de andere kant gezien
            Ik merk uit de discussie dat veel leraren slechte ervaringen hebben met ouders. Als ouders heb ik slechte ervaringen met leraren. Ik vroeg aan een van de 3 brede scholenggemeenschappen in mijn woonplaats of ze zich misschien zou willen profileren door de leerlingen die dat wensen vanaf de eerste klas wiskunde met een meer theoretisch karakter te geven.. De directeur antwoordde namens de wiskunde-docenten dat deze waren benoemd om de wiskunde van de basisvorming te geven EN DAT ZE ZICH DAAR LIEVER NIET TEGEN AFZETTEN! Bij een andere scholengemeenschap vroeg ik aan de betreffende docenten of ze bij het werken met ILS niet een controlegroep wilden vormen zodat ze aan konden tonen dat dat voor een groot aantal leerlinggen een betere onderwijsmethode was. Ze hebben daar niet serieus op gereageerd. En dat zouden professionals moeten zijn! Ik heb ook geprotesteerd tegen het niet-megeven van een proefwerkopgavenblad met een copie van de uitwerkingen van de leerling zodat de ouder kan zien wat zijn kind fout heeft gedaan en een fouten-analyse maken. Ik heb vastgesteld dat de leraren proberen de eenheid van het onderwijsprogramma tot uitdrukking te brengen door in de onderbouw de klassen van alle schooltypen dezelfde proefwerken te geven voorafgegaan resp. gevolgd door makkelijker en moeilijkere opgaven voor resp. lagere en hogere schooltypen. Allemaal heel raar.

          • Je snapt het . . .bijna.
            Antwoorden op een enigszins ingekort bericht.

            > Ik merk dat leraren slechte ervaringen hebben met ouders.
            > Als ouder heb ik slechte ervaringen met leraren.

            Terecht. Je verwacht een onafhankelijk persoon te spreken, maar je treft een marionet, die precies zegt en doet wat het management wil. Je hoort eigenlijk alleen nog maar ‘het management’, ongeacht wie je spreekt. De docent, met vrouw en kinderen thuis, wil namelijk graag zijn baan behouden en past er dus voor om zijn/haar eigen mening te geven.

            > Ik vroeg naar de mogelijke invulling van individuele wensen van leerlingen, zoals het
            > geven van wiskunde met een meer theoretisch karakter.

            Hier gaat het om de inhoud van een vak en dan begeef je je op glad ijs. Onderwijs is aanbodgericht tot de laatste jaren van hoger onderwijs. Individuele wensen in basisonderwijs of voortgezet onderwijs zijn niet te honoreren. De enige mogelijkheid die je hebt, is het kiezen van de school, die het beste voldoet.
            Het verbaast me in dit geval niet dat de directeur antwoordde namens de wiskundedocenten.

            > Bij een scholengemeenschap vroeg ik of ze bij het werken met ILS een controlegroep
            > wilden vormen om aan te tonen dat het een betere onderwijsmethode is.

            Ik begrijp Onderzoekbureau Weehuizen, maar scholen zijn er om les te geven, niet om dit soort onderzoeken te doen.

            > Ik heb ook geprotesteerd tegen het niet meegeven van een proefwerkopgavenblad met
            > een kopie van de uitwerkingen van de leerling zodat de ouder kan zien wat zijn kind
            > fout heeft gedaan.

            Dat protest is terecht. Controle moet te allen tijde mogelijk zijn.

Reacties zijn gesloten.