De rector van het Altena College in Steenwijk schrijft in Trouw waarom werken in de vakantie een ‘sigaar uit eigen doos’ is. Tevens geeft hij zijn oordeel over de verplichte 1040 klokuren voor leerlingen.
———————————————————————-
“De nieuwe norm van klokuren voor scholen is niet reëel. Het jaagt docenten én leerlingen over de kling.
Sinds 1 augustus 2006 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht 1040 klokuren onderwijs per jaar aan te bieden aan hun leerlingen in de onderbouw. Schoolleiders hebben erop gewezen dat deze nieuwe norm voor de meeste scholen niet haalbaar is zonder draconische maatregelen. De wet is toch van kracht geworden en de vorige minister bracht vervolgens zwaar geschut in stelling om scholen te dwingen zich aan de nieuwe norm te houden. Scholen staan nu voor een enorm dilemma: de wet niet naleven met het risico op inhouding van bekostiging óf de wet wel naleven en daarmee hun docenten en leerlingen over de kling jagen.
Diverse scholen hebben al maatregelen genomen om de onderwijstijd richting de 1040 te krijgen. Het gevolg: een regen van klachten bij het Landelijk Actie Comité Scholieren en bij de onderwijsvakbonden, die zelfs de voorpagina van Trouw van afgelopen zaterdag bereikte.
Bij de invoering van de basisvorming in 1993 werd bepaald dat scholen voor voortgezet onderwijs in de eerste drie leerjaren minimaal 32 lessen van 50 minuten per week moesten geven. De bekostiging van de scholen werd daarop aangepast.
In de wet kwam echter ook te staan dat scholen per jaar 1067 klokuren les moesten verzorgen. Deze 1067 waren het resultaat van 40 weken van 32 lessen van 50 minuten.
Iedereen in het onderwijs wist dat deze 1067 een symbolisch getal was. Een schooljaar telt immers geen 40 schoolweken, maar 38,5 à 39, afhankelijk van hoe de feestdagen vallen. Hiervan waren 2,5 à 3 weken nodig voor het opstarten van de cursus, het afronden van de cursus, het vergaderen over de vorderingen van leerlingen, het nascholen en bijscholen van personeel en sporadisch een studiedag. Dat was geen luxe, maar noodzaak om zorgvuldige beslissingen te nemen en het niveau van het personeel op peil te houden.
De praktijk was daarom jarenlang dat de meeste scholen feitelijk gedurende 36 weken les gaven. Uit ervaring weet ik dat een school al erg strak moet plannen om die 36 weken te halen. Met 32 lessen van 50 minuten per week komt dat neer op 960 klokuren per jaar. Dat was in de praktijk de norm waar iedereen vrede mee had en die goed werkte.
Nu is per 1 augustus 2006 die oude symbolische 1067 uur lestijd vervangen door 1040 uur feitelijke onderwijstijd, die streng wordt gehandhaafd. De suggestie wordt daarbij gewekt dat ’onderwijstijd’ een ruimer begrip is dan ’lestijd’. Dat is echter niet zo. Scholen zijn wel gaan variëren in de vormen waarin ze onderwijs aanbieden, maar dat is niet bovenop de oude lestijd gekomen, maar in plaats daarvan. Het oude, in de praktijk gegroeide aantal van 960 klokuren lestijd per jaar is dus ook het reële aantal voor de te verzorgen onderwijstijd per jaar.
Dat bij de behandeling van de wet op de nieuwe onderbouw zo nadrukkelijk over onderwijstijd is gesproken, is niet verbazingwekkend. Er waren immers signalen uit de samenleving dat sommige scholen niet op een verantwoorde wijze omgingen met lesuitval en beduidend onder de 36 lesweken uitkwamen. Terecht kwamen ouders daartegen in het geweer. Maar ook schoolleiders hebben erop gewezen dat die onderpresterende scholen moeten worden aangesproken en zonodig aangepakt. Een duidelijke norm als ondergrens is daarbij goed, maar dan wel een reële en betaalbare norm.
In de Tweede Kamer heeft dit geleid tot de vraag aan de minister of het huidige niveau van bekostiging de scholen financieel wel in staat stelt de 1040 uur ook daadwerkelijk te realiseren, alsmede de noodzakelijke ruimte vrij te maken voor de scholing en ontwikkeling van leerkrachten en contacten met ouders.
Enige tijd geleden heeft de toenmalige minister Van der Hoeven die vragen beantwoord door te berekenen hoeveel onderwijs docenten gemiddeld moeten verzorgen en hoe groot de klassen gemiddeld moeten zijn om de 1040 te halen binnen het huidige budget. Ze stelde dat die uitkomsten acceptabel zijn. Voor ieder die in het onderwijs werkt, is echter duidelijk dat die uitkomsten geenszins acceptabel zijn.
Van docenten vragen dat ze gemiddeld meer onderwijstijd gaan verzorgen dan al jaren geleden in de cao niet voor niets als maximum is vastgelegd, is immers niet acceptabel. En een gemiddelde groepsgrootte hanteren die zoveel hoger ligt dan de huidige praktijk dat in diverse moeilijke leerjaren meerdere klassen van boven de 30 leerlingen gaan ontstaan, is niet acceptabel.
Minister Plasterk suggereerde dinsdag in de Tweede Kamer om werkzaamheden tijdens vakantieweken uit te voeren. Hij wees erop dat docenten 55 vakantiedagen hebben en gewone mensen 25. Leerlingen zouden zo langer les kunnen krijgen en hij zag ruimte om op die manier de werkdruk voor docenten te egaliseren. Dergelijke suggesties zijn al vaker gedaan, maar dan altijd gekoppeld aan een duidelijke vermindering van het aantal te verzorgen lessen per week voor een docent. Dat is een te overwegen mogelijkheid maar dat kost extra geld. Als die extra middelen niet beschikbaar komen, is het verkorten van de vakanties een sigaar uit eigen doos.
Het is goed dat er een ondergrens wordt gesteld om uitwassen aan te kunnen pakken. Maar dan wel een ondergrens die de kwaliteit van het onderwijs ondersteunt en geen schade doet en die goed functionerende en presterende scholen niet plaatst voor een onmogelijk dilemma. Mijn advies is 960 uur in 36 weken, want dat is reëel.”
12 april 2007
bron
Daar was ik al bang voor
Dat wordt dus 38 weken en 1013,5 uur; het gemiddelde.
De minister kan dan zeggen “ik ben het onderwijs tegemoet gekomen”.
De onderwijzers zijn minder de klos dan de bedoeling was, dus die hebben taakverlichting gekregen. (!?????)
Moet je zo tellen?
In geen enkel beroep heeft een werknemer 30 leerlingen of meer in 50 minuten op te voeden en les te geven:
Dertig leerlingen of meer (vmbo-klas)….geen adempauze …..weer dertig leerlingen of meer (HV-klas)….geen adempauze….weer dertig leerlingen of meer (4 havo)…… (het is nu 11 uur, ruim 90 leerlingen achter de kiezen), pauze:… surveilleren op het schoolplein….weer dertig 30 leerlingen of meer (sportklas)………..ik ben de tel kwijt.
Op het ministerie hebben ze op dat moment net de krant uit.
Zijn dat dezelfde uren?
Moet je zo tellen?
En dan al dat huiswerk, vergaderen, ouderavond, open dagen………
Wat heb je nog te goed, na 40 jaar lesgeven?
Een hartkwaal en 70% van je laatst verdiende fooi, zolang als het duurt!