Vrijheid scholen terecht ingeperkt door kabinet

Uitgerekend een staatssecretaris van het CDA, van oudsher de hoeder van de autonomie van scholen bij de inrichting van het onderwijs, stelt nu paal en perk aan die vrijheid. Van Bijsterveldt trotseert daarmee de machtige bestuurders en koepels in het middelbaar beroepsonderwijs. In plaats daarvan geeft zij gehoor aan de verontruste protesten van leerlingen, ouders en docenten. Dat is een welkome ommezwaai in het onderwijsbeleid, waarmee de staatssecretaris tegemoetkomt aan breed levende zorgen.
Van Bijsterveldt, die verantwoordelijk is voor het voortgezet onderwijs, is de eerste bewindsvrouw op het departement die aankondigt dat zij enkele slechte scholen de bevoegdheid zal ontnemen examens af te nemen. Haar collega Dijksma zal naar verwachting dit voorbeeld op haar terrein, het basisonderwijs, volgen. Met het sluiten van slechte scholen geeft het kabinet aan dat het de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs eindelijk serieus neemt.
Het garanderen van de kwaliteit en het herstellen van het vertrouwen van de onderwijsgebruikers en de maatschappij in het middelbaar beroepsonderwijs vormen de motivatie van Van Bijsterveldt om de invoering van het competentiegerichte leren uit te stellen en aan strengere voorwaarden te onderwerpen. De mbo-scholen zullen – tegen hun zin – in hun examenprofielen meer ruimte voor kennis moeten inbouwen.
De bewijslast voor de zegeningen van het ‘nieuwe leren’, waarin het aanleren van vaardigheden en het motiveren van de leerling centraal staan, ligt vanaf nu bij de scholen. Zij moeten bewijzen dat vernieuwing van het onderwijs daadwerkelijk verbetering betekent. Pas dan wordt die vernieuwing ingevoerd. Zo maakt de staatssecretaris terecht een einde aan het experimenteren over de rug van leerlingen.
Zoals Van Bijsterveldt in deze krant uiteenzet, is er wat betreft het kabinet een nieuwe fase in het onderwijsbeleid aangebroken. Na de beleidsdrift onder PvdA-bewindslieden in de jaren negentig, lieten de ministers Hermans (VVD) en Van der Hoeven (CDA) de teugels vieren. Daar was toen in het onderwijs grote behoefte aan. Van der Hoeven draaide enkele onbesuisde vernieuwingen in het voortgezet onderwijs terug.
Maar van de vrijheid die Van der Hoeven het onderwijsveld liet, profiteerden vooral de machtige schoolbesturen. Zij voerden van bovenaf het nieuwe leren in, waarbij werd bezuinigd op het contact tussen docenten en leerlingen. Sommige docenten protesteerden, anderen lieten de vernieuwingen lijdzaam over zich heen komen. Intussen volgden de onderzoeken waaruit bleek dat de onderwijskwaliteit achteruit ging elkaar snel op. Ten slotte demonstreerden nota bene de leerlingen voor meer onderwijs. Hoewel het onderwijsveld mooi weer bleef spelen en ook de politieke partijen geen enkele ambitie toonden om de onderwijscrisis te lijf te gaan, deed die leerlingenactie uiteindelijk de deur dicht. Er komt alsnog een parlementair onderzoek naar de onderwijsvernieuwingen. Het is veelzeggend dat het kabinet niet op de uitkomst daarvan wil wachten.

(Bron: De Volkskrant)

5 Reacties

  1. Aan dit artikel mankeert maar één ding
    Een enorme bos met bloemen gericht aan BON.

  2. Indien niet cynisch bedoeld, McNeacol:
    De bewijslast voor de zegeningen van het ‘nieuwe leren’, waarin het aanleren van vaardigheden en het motiveren van de leerling centraal staan, ………ligt vanaf nu bij de scholen.
    Dit lijkt op het omslagpunt!
    Dus bloemen en gebak:)

Reacties zijn gesloten.