Drie weken op het schellinkje gezeten luisterend naar de hoorzittingen van de parlementaire onderzoekscommissie. Drie weken automatenkoffie, drie weken horen dat het aan de motivatieproblemen van de leerlingen lag of aan Netelenbos en drie weken nauwelijks pers gezien behalve de doorbijters van het ANP, een teken dat Nederland niet in het onderwijs geïnteresseerd is.
Wat opviel, was dat het idee van gelijke kansen in twintig jaar ingrijpend is veranderd. Bij Van Kemenade betekende het de Middenschool. Hij sprak met onverholen tegenzin over het studiehuis. Hij moest er niets van hebben :’Als je er teveel van toelaat, kom je in spanning met gelijke kansen’.
‘Individuele ontplooierij’, je proefde de weerzin op zijn tong!
Even later zat Wynand Wijnen op dezelfde stoel en sprak over onderwijs dat ‘rekening houdt met alle verschillen’, precies de tegenhanger van Van Kemenade. Wijnen was een van de uitvinders van het Nieuwe Leren. Hij legde de commissie uit dat het ‘probleemgestuurd leren’ zijn oorsprong vond bij de stichting van de universiteit van Maastricht. Daar was de trend: ieder zijn eigen allerindividueelste onderwijs. ‘We moesten van onderwijzen naar leren’.
In Nederland is die tegenstelling al heel oud.
Theo Thijssen aan de ene kant, verbonden aan een arbeidersschool in Amsterdam-Oost, hing het verheffingsideaal aan en brak in zijn ‘Gelukkige klas’ een lans voor het klassikale onderwijs:‘Juist die gebonden vrijheid vind ik voor mijn jongens juist zo goed’.
Aan de andere kant Maria Montessori of Kees Boeke met hun ‘zachte’werkvormen, waarin het kind ontdekkend bezig was.
De opvatting van Jaap Dronkers is dat Kees Boeke het gewonnen heeft. Het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau door zoveel mogelijk leerlingen legde het af tegen ‘zelfontplooiing als hoogste ideaal’.
De basisvorming was nog de uitdrukking van de oude linkse gedachte, het studiehuis en vooral het nieuwe leren werd de uitdrukking het denkraam van de jaren zestig: gelijkwaardigheid van alles wat verschilt.
(Bron: Volkskrant van vandaag)
Theo Thijssen
was een overtuigde linkse rakker; actief in vakbond en SDAP. Juist vanuit dat standpunt koos hij voor klassikaal onderwijs. Hij wist dat kennis macht was. Hij vond het belangrijk dat ook de onderkant van de samenleving die macht zou kunnen verwerven.
Theo Thijssen was ook iemand die grote belangstelling had voor de omstandigheden rónd zijn leerlingen, gezinsproblemen thuis, slechte huisvesting, handicaps etc. Hij zorgde dat hij ervan op de hoogte was en probeerde er als het even kon rekening mee te houden. Juist in die aspecten was Theo Thijssen anders dan de ouderwetse lesboeren. Hij combineerde het streven naar meer kennis met zorg en in mijn ogen is dat zeer links en progressief.
De halfzachte types die geen enkele eis meer willen stellen aan jongeren bewerken (of ze het zo bedoelen of niet) dat de jeugd uit bevoorrechte gezinnen weer de boventoon kan gaan voeren in onderwijs en maatschappij. Een rechts effect dus!
Normaliter hou ik niet zo van het indelen in rechts en links. Toch lijkt het me wel goed om in dit geval maar eens te benadrukken dat de teloorgang van het onderwijs naar mijn smaak uit de rechtse hoek komt. Privatisering, marktwerking, bezuiniging op overheidssalarissen (dus docenten) en als slagroom op de taart Het Nieuwe Leren, alleen geschikt voor de bevoorrechten.
Links of rechts
In het onderwijs is de tegenstelling links rechts niet van toepassing.
Links staat voor: organisatie en financiering van charitatieve en andere maatschappelijke activiteiten door de overheid, herverdeling van bezit en inkomen, sturing van het bedrijfsleven door de overheid, ondergeschiktheid van het individu aan de gemeenschap als uitdrukking van de onderlinge solidariteit van de burgers.
Rechts staat voor: individuele vrijheid en organisatie van charitatieve en andere maatschappelijke activiteiten door particulieren zonder overheidssubsidie, bescherming van bezit en inkomen, marktwerking als stimulans van economische groei, beperking van de staatsinvloed tot het scheppen van de noodzakelijke voorwaarden voor een veilig bestaan van de burgers.
Dat de overheid verantwoordelijk is voor goed onderwijs is geen twistpunt in de politiek. Wel is het adagium van spreiding van kennis en macht van de regering Den Uyl afkomstig, terwijl de Mamoetwet uit de koker van de KvP-er Cals kwam. De hele hervormingsdrift voor het onderwijs kwam uit de socialistische hoek, gevoed door de illusie van de maakbare samenleving. En men gunde zich niet de tijd met experimenten op kleine schaal bepaalde ideeen uit te proberen, maar men onderwierp meteen het hele onderwijs aan constructies, aan het bureau ontworpen, voorbijgaand aan de (eeuwenlange) ervaringen met onderwijs.
Tegenstelling? Nee, een combinatie Hans
Er klopt veel in deze opsommingen, Hans.
Maar het scala van links en rechts is veel rijker. Zo zijn er onderstromingen bij links die juist de nadruk leggen op de individuele vrijheid (en dat past ook bij de uitgangspunten: groot geloof in de capaciteiten van ieder mens en de sociale inslag die ieder mens “van nature” zou hebben). En er zijn onderstromingen bij rechts die van een duidelijke leiding en gezag uitgaan, zij het dan niet meteen van de overheid.
Allerlei elementen hebben samengewerkt in de negatieve ontwikkelingen in het onderwijs. Na de lumpsump zijn autoriteitjes bezig geweest in hun eigen nieuwe bolwerken een stalinistische overheid te imiteren.
Humor, Hinke
Netelenbos, Ritzen, Wallage…!