toetsgekte in het Amsterdamse montessorionderwijs

Mijn dochter is negen jaar en zit dit schooljaar ind e bovenbouw van een openbare montessorischool in de Amsterdamse Pijp. Dat er getoetst werd heb ik altijd geweten, maar omdat mijn dochter verder geen leerproblemen had schonk ik daar nooit veel aandacht aan. Dat veranderde vorig jaar. Ze bleek moeilijk mee te komen met rekenen en ging over met een halfjaar leerachterstand. Wij voelden ons daar licht ongemakkelijk bij, want we hadden nu juist voor een montessorischool gekozen om de individueel georienteerde pedogogiek. Ook waren er aan onze kant groeiende klachten over het exclusief cognitieve karakter van het lesaanbod. Creatieve vorming en lichamelijke ontwikkeling waren duidelijk ondergewaardeerde activiteiten. Ons omgemak heeft echter sinds enkele weken dramatische vormen aangenomen. De leerachterstand van onze dochter wordt namelijk bestreden met een dieet van uitsluitend rekentaakjes. De effecten op onze dochter zijn desastreus. Zij staat ’s morgens met een bezwaard gemoed op, spreekt haar afkeer van school onomwonden uit, heeft bij thuiskomst lange huilbuien waarin zij haar eigen waardeloosheid verkondigt en klaagt over duizeligheid tijden de toetsen die haar worden afgenomen. Afgelopen week mocht ik bovendien als MR-lid een blik werpen op het zorgplan van de school, alsmede op taakbeschrijvingen en toetskalender. De indruk die daaruit oprees is die van de school als toetsfabriek die streeft naar rendementsmaximalistie en sluitende administratie van leervorderingen, maar waarin het doel van onderwijs — namelijk kennis en habitusoverdracht door individuele interactie met de leerkracht — volledig uit is verdwenen.
Wij beseffen dat het de school van onze dochter niet is aan te rekenen — hoewel een meer tedere en minder mechanische toepassing van de toetsingsmachineraie waarschijnlijk veel schade aan mijn dochter had kunnen voorkomen. De school is immers openbaar en staat als zodanig bloot aan de verplichtingen die de gemeente bij monde van het bestuur oplegt. In respons op de actie van Karina Schaapman in het midden van de jaren 90 (lees haar boek ‘Schoolstrijd’) heeft de gemeente Amsterdam alle openbare scholen gedwongen zich te conformeren aan de procedurele eisen van de onderwijsinspectie. Om het pedagogisch proces transparant te maken voor bestuurders en ouders hebben veel van deze scholen gekozen voor het leerlingvolgssysteem van CITO. Dat is een administratief apparaat dat is gekoppeld aan periodieke toetsen die zijn opgehangen aan de kennisgebieden die tijdens de eindtoets worden getest. Ook de montessorischool van mijn dochter heeft dit systeem ingevoerd. Tot grote tevredenheid van de onderwijsinspectie overigens. Afgelopen week maakte de inspecteur bekend dat de school opntheven zal worden van het verzwaard controleregimne waar het sinds het midden van de jaren negentig aan onderhevig was. De keerzijde van dit ‘succes’ is echter dat er weinig meer over is van de pedagogische principes van het montessorionderwijs (hoewel het zorgplan nog altijd begint met een oblgate verwijzing naar het werk van Maria Montessori); dat de leerkracht is verworden tot een klassenmanager en administrateur die via ‘mutiatueformulieren’ moet zorgen dat de maandelijkse toetsresultaten in het digitale dossier worden opgenomen; en dat kinderen zoals mijn dochter in een hardvochtig systeem van kwantificering en hierarchisering worden vermalen.

Mijn vragen:
zijn er scholen in Amsterdam die zich niet met huid en haar hebben overgeleverd aan de kongsi van CITO en onderwijsinspectie?
is deze verwording van het vernieuwingsonderwijs exclusief des Amsterdam’s of komt het ook elders voor?
hoe zou Karina Schaapman de perverse effecten van haar interventie beoordelen?

Reacties worden zeer gewaardeerd.

Ewald Engelen

18 Reacties

  1. Naar!
    Beste Ewald,
    Het is als ouder verschrikkelijk naar om je kind ongelukkig te zien. Ik begrijp je emotie daarover heel goed.
    Toch verbaast het mij dat je verwijst naar een structuur.
    Er is kennelijk een probleem met de rekenvaardigheid van jouw dochter. Ze heeft een achterstand opgelopen. Hoe vind jij dan dat een school dit moet constateren en hoe de school maatregelen moet nemen?
    Het lijkt mij haast alsof je het erg vindt dat het geconstateerd is (CITO’s schuld) en dat er een programma ter remediëring bedacht is.
    Wat zou de school volgens jou dan moeten doen?
    Over slechts luttele jaren komt de keuze voor het voortgezet onderwijs aan de orde. Hoe reageer jij als je dochter een lager advies krijgt dan ze volgens jouw inschatting van haar intelligentie zou moeten hebben?

    PS: Ook prangende vragen beginnen met een hoofdletter.

    • systeemrationaliteit
      Dag Hinke,

      Ik ben er kennelijk niet in geslaagd waar mijn ergernis betrekking op heeft. Het is niet zozeer haar achterstand die mij zorgen baart (dat half jaartje werken we, al dan niet met externe hulp, in drie jaar wel weer weg), alswel de onzekerheid en het gebrek aan plezier waarmee de constante nadruk op datgene waar zij niet goed in is (rekenen), ten detrimente van datgene waar zij wel goed in is (tekenen en lezen), gepaard gaat. Gecombineerd met het enorme tijdsbeslag diehet administreren van de vele toetsgegevens kost, alsmede de performatieve effecten van een discours waarin kwantitatieve criteria (doorstroomcijfers, outputrendement, streefcijfers) centraal staan — namelijk leren om zo goed mogelijk te presteren tijdens de eindtoets in plaats van toetsen om te zien of de leerling voldoende heeft geleerd –, roept dat bij mij ernstige twijfels op over de rationaliteit van het systeem zoals jij dat noemt. Kennelijk ken jij die twijfels niet, wat op zijn beurt bij mij de vraag oproept naar jouw professionele achtergrond.

      PS. Hoe relevant is zo’n frikkerige correctie?

      • Toetsen
        Gaat er achter dat vele toetsen niet ook veel onkundigheid, onzekerheid en geldverspilling schuil?
        Kan het geld niet beter worden aan gewend voor het kind en de leerkracht die gewoon het zijn poten in de aarde daarmee bezig is?
        Hoe goed zijn al die toetsen en toetsers eigenlijk?
        Hoe voorspelbaar is de ontwikkeling van een kind op welke leeftijd?
        Hoe toetsbaar is het kind?
        De toets zegt wat over het kind nu, maar zegt die ook wat over zijn/haar toekomstige ontwikkeling?
        Wie kijkt nog naar de unieke persoonlijkheid als geheel?
        Toetsen roepen bij mij vaak vragen op, wel andere vragen dan ze (pretenderen) te beantwoorden.

        • toetsgekte
          De vraag is niet alleen hoe goed de toetsen zijn maar ook hoe goed het toetsen gebeurt. Een kennis van mij is leerkracht op een basischool en vertelde mij het volgende verhaal. Zoals op de meeste basisscholen wordt ook op haar school niet alleen in groep 8 maar in alle groepen een soort “Cito-toets” afgenomen. Tijdens een lerarenvergadering hierover kwam de volgende vraag aan de orde : “Houden we ons aan de tijd van 60 minuten of geven we elke leerling de tijd die hij of zij nodig heeft?” U kunt het antwoord raden. Men besloot elke leerling de tijd te geven ‘die nodig was’. Ik vroeg of dit ook gold voor de ‘echte’ Cito-toets in groep 8. Ze dacht dat dat inderdaad weleens zo zou kunnen zijn. Dat een test hiermee geheel onbetrouwbaar wordt wist men kennelijk niet of vindt men niet het belangrijkste. Ook dit is een ernstige vorm van onkundigheid die achter al het testen schuilt. Om privacy-redenen wilde deze lerares niet zelf naar u schrijven.

        • toetsen middelbaar onderwijs
          Ook in het middelbaar onderwijs wordt maar wat aangemodderd met toetsen van matige kwaliteit. Ik ken een methode Nederlands met toetsen die consequent echte instinkers bevatten. Tijdens mijn opleiding heb ik terecht geleerd dat het onbillijk is om leerlingen te toetsen op kennis die ze niet eerst hebben kunnen opdoen of leerlingen moedwillig in valkuilen te laten lopen. Opmerkingen hierover vallen bij de collega’s niet in goede aarde.
          Ik ben helemaal niet tegen toetsen, maar dan moet er wel kritisch worden gekeken naar de kwaliteit. Veel docenten varen volkomen blind op wat uitgevers maken.
          Verder horen alle toetsen in parallelklassen overeen te komen. Nu wordt er met zelfgemaakte so’s gerommeld, zodat resultaten van klassen uit de zelfde afdeling onvergelijkbaar zijn. Ook hiervoor hebben ik geen handen op elkaar gekregen: het wordt gezien als fnuikend voor de eigen inbreng!

  2. Ga ook eens naar
    Ga ook eens naar www.montessori.nl
    Ook daar is een forum. Er is in Montessori-land ook een discussie over in hoeverre de Montessori-vlag soms de lading dekt.
    Soms lijkt het niet veel meer dan een uithangbord voor wit en/of elitair. Dat is er wrang en ver van de idealistische oorsprong zoals ik die in mijn jeugd nog heb ondervonden.
    Je hebt overigens het recht om toetsen van externe instanties te weigeren (schoolbegeleidingsdiensten)
    Overweeg ook schoolwisseling als het kind echt ongelukkig is, hoe onzeker dat ook is.
    Eventueel prive een remedial teacher, die met liefde en warmte het zelfvertrouwen herstelt (ik kan niet in je portemonee kijken en de school moet er wel mee willen samenwerken).
    Veel sterkte.

  3. Peanuts
    U kon weten dat Montessori-scholen altijd uitblinken in leerachterstanden.
    Onze zoon koos na zijn Montessori-school voor het Gymnasium, wat ons als ouders ten zeerste door de school werd afgeraden, omdat een gymnasium elitair en asociaal zou zijn.
    Eenmaal op het Gymnasium beland, verzuchtte hij:”Eindelijk krijgen we les en valt er iets te leren”.
    Hij had natuurlijk diverse leerachterstanden. Peanuts!
    Maar wel een leuke tijd gehad.

    • Hals bedoelt eigenlijk, dat
      Hals bedoelt eigenlijk, dat zoonlief, dankzij intelligentie en sociale omstandigheden, zowieso op ’t Gymnasium terecht zou zijn gekomen. Montessori of niet. Leuke tijd gehad. Leerachterstanden , peanuts! Wedden dat Hals zelf ook het Montessori bezocht?!
      Et apres nous, le deluge. Leo.

    • Inhaalslag
      Die leuke tijd en achterstanden kon de zoon gelukkig snel compenseren met stevig leren en een inhaalslag. En wat mooi om te kunnen zeggen dat de zoon ‘koos’ voor gymnasium. Kreeg hij ook een advies?
      Niet voor elke leerling is zoiets weggelegd. Veelzeggend is dan of de achterstand de hele groep betreft of een enkele leerling, in dat laatste geval heeft de achterstand misschien toch met capaciteiten (op welk gebied dan ook) te maken en minder met het aanbod.

      • Beste BV
        Spijtig te moeten zeggen, maar leerachterstanden zijn op Montessori-scholen én op Vrije Scholen helaas structureel.

        • achterstand ?
          over achterstand :

          ja, dat wordt dikwijls gezegd over montessori zowel als vrije scholen ;
          zou het werkelijk zo zijn ? of is er meer over te zeggen ?

          zou het, bijvoorbeeld, niet ook kunnen zijn dat, door andere waarden in het leerplan en accenten in de tijdschaal, kinderen langs een toch wat anderssoortige weg hun vaardigheden verwerven en volwassen worden ?

          moeten kinderen op 4 of 5-jarige leeftijd beslist al kunnen lezen ? zouden ze de jaren tot hun zesde, zevende jaar niet anders mogen beleven ? en : halen ze die “lees^achterstand” nooit meer in ?
          anders gezegd : blijven het sukkels tot ze 18 jaar zijn, als hun lees-vaardigheid pas met hun zevende jaar begint ? nooit iets van gemerkt, integendeel ;
          kijk hoe adolescenten uit het montessori^onderwijs en uit de vrije scholen in de maatschappij hun weg vinden ; dat geeft een andere, betere kijk op de onderwijs^effectiviteit van deze scholen ;

  4. rigor systemae
    Veel ouders proberen middels een second opinion hun kinderen op een hoger type secundair onderwijs geplaatst te krijgen dan waarvoor het kind op grond van de resultaten van de CITO-toetsen en het schooladvies geschikt zou zijn. In dit verband verbaast mij de uitspraak van Mark Mathies van de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS) (Dagblad de Limburger d.d. 0602): Wat is het (testen door een particulier bureau) waard als kinderen alleen goed scoren wanneer zij in een rustige omgeving een toets maken? Ik begrijp daaruit dat Mathies er geen problemen mee heeft om leerlingen die slecht tegen een rumoerige en lawaaierige leeromgeving kunnen en misschien niet zo goed in groepjes kunnen werken van onderwijs overeenkomstig hun belangstelling en intelligentie uit te sluiten. Het is triest dat mensen menen zich dit recht te mogen toe-eigenen en het brengt weer eens het immorele karakter van het huidige onderwijssysteem aan het licht

    • Zet ouders niet bij voorbaat in de hoek
      Waarom zou ik als ouder genoegen moeten nemen met een schooladvies dat afwijkt van de citoscore en van de bevindingen van een orthopedagoog die al voor de cito en het advies een uitgebreid capaciteiten- en intelligentieonderzoek bij mijn zoon had afgenomen? Om zijn schoolcarrière te laten bepalen door de onderbuikgevoelens van de meester die het gemunt had op bruine kinderen en in de klas tegen een medeleerling opmerkingen durfde te maken als ‘Ik heb nog nooit zo’n domme Marokkaan gezien’? Die de haardracht van een Indiaas jongetje keer op keer belachelijk maakte? Die zelf niet foutloos kon rekenen en spellen? Die op het vodje waarmee hij het schooladvies beargumenteerde de verkeerde toetsscores had ingevuld (te laag)? Die stelselmatig te lage verwachtingen had van gekleurde jongens???
      Ik ben dolblij dat ik mijn zoon een NIO-toets heb laten maken, waaruit bleek dat hij wel degelijk vwo-niveau heeft (de cito was ook op dat niveau). De schooladviezen werden door deze leerkracht meer bepaald door irritatie jegens het feit dat ik niet over me liet lopen en mijn kind niet naar een RIAG liet toepraten, terwijl er niets aan hem mankeert (zoals het onderzoek van de orthopedagoog ook aangaf).
      Ouders worden te makkelijk in de hoek gezet als ze voor hun kinderen opkomen. Er zijn ouders die hun kinderen overschatten, maar veel ouders hebben al lang in de gaten dat de leerkrachten die de kwaliteit van hun kinderen moeten vaststellen, zelf te weinig kennis en intellectuele bagage hebben om blind te varen op hun oordeel.

      • Gezond wantrouwen jegens autoriteit is geboden
        Zoals maar weer uit uw bijdrage blijkt is een zeker gezond wantrouwen jegens autoriteiten zo gek nog niet. Mijn bovenmeester van de lagere school had het, nadat ik ondubbelzinnig mijn voorkeur voor het gymnasium had uitgesproken, consequent over ‘de’ HAVO als zijnde mijn toekomst. Die man kon niet hoger kijken dan dat niveau. Terecht heb ik me van die gast, en later van al die dommeriken die zich een oordeel permitteerden, nooit iets aangetrokken. Ik wens uw zoon persistentie en succes!

    • rigor systemATIS
      … ik vermoed dat ‘systema’ een Grieks leenwoord was binnen het Latijn. In elk geval onzijdig en volgens de derde declinatie. Meervoud ‘systemata’, zoals ’traumata’ en themata’.

      • Correct; ik heb de naam op
        Correct; ik heb de naam op het laatste moment bedacht en daaraan niet meer voldoende tijd besteed. Het was zo simpel: HET systeem. Maar ja men spreekt ook over DE magnetron i.p.v. HET magnetron. dus het Nederlandse geslacht is geen betrouwbare aanwijzer meer voor het geslacht van een woord in de brontaal of een nieuwvorming overeenkomstig de regels van een bepaalde brontaal. (ik weet dat de Grieken het magnetron nog niet kenden)

  5. Wel een brilletje….
    …maar geen Montessori-onderwijs voor Hals?
    Neen, gewoon een broederschool met een stenen schoolplein en muren eromheen.
    Kan me niet herinneren er iets geleerd te hebben, behalve de Kathechismus:”Waartoe zijt gij op aarde…enz.”
    En dat ik in de derde klas al een brilletje nodig had, omdat ik vanuit de verte de sommetjes niet meer kon lezen op het bord.
    Rekende bij binnenkomst in het lokaal snel alle sommen uit, totdat de onderwijzer een keer in omgekeerde volgorde begon.
    Toen had ik twee weken later dus… dat brilletje.

    • Goede onderwijzer, om te
      Goede onderwijzer, om te ontdekken dat Hals ’n bril nodig had. Zelf herinner ik me hooguit nog die draai om m’n oren, die wel nodig was.
      Tenminste dat zei mijn moeder toen. En gelijk had ze! Daar ik tegenwoordig in een grote stad op 24 (basis) scholen inval/vervang, waaronder 2 Montessori scholen, kijk ik links en rechts in heel wat keukens. Dan blijkt het niet meer te gaan over het etiket dat op ’n school ooit geplakt is, maar over de populatie. En die verandert van wit, via grijs naar soms zwart. En van mondige tot steeds meer onhandelbare kinderen. ’n Gegeven (ook voor Montessori), waar de politiek ad hoc op reageert en dat overgelaten wordt aan al overbelaste onderwijzers en leraren. Eigenlijk (bijna) alleen de vrouwelijke vorm daarvan. Binnen al deze media opwinding over het onderwijs, mis ik iets essentieels. Interesse voor wat er binnen het basisonderwijs aan het gebeuren is. Die eerste schakel van het geheel. Leo.

Reacties zijn gesloten.