In het artikel ‘De dienende dokter’ in het NRC/Handelsblad van zaterdag 13 januari jl. beschrijft James Kennedy hoe in de laatste decennia de dokter min of meer gedwongen door de omstandigheden zijn aanzien is kwijt geraakt en van zijn voetstuk is gestoten.
Verderop in het artikel verwijt de schrijver van het stuk de artsen tegelijk een lakse en passieve houding in belangrijke kwesties die in de samenleving spelen, zoals bijvoorbeeld in het euthanasiedebat.
Hij neemt het de medische stand kwalijk maatschappelijk relevante kwesties die hun vakgebied betreffen over te laten aan politici, juristen en ethici en pleit voor een meer actieve en meer betrokken houding van artsen en doctoren in de grote kwesties die de samenleving bezig houden.
Een m.i. terecht verwijt.
Ook de docent en onderwijzer zijn met harde hand van hun voetstuk gezet, door de revolte van de jaren zestig en de algehele gezagscrisis die daarmee gepaard ging, de daarop volgende repressieve tolerantie van de jaren zeventig en kwalijke rol van de overheid in het onderwijsdebat.
Kleine scholen moesten aan minimumaantallen voldoen of werden anders met opheffing bedreigd.
De MO-opleidingen werden opgeheven en vervangen door de nieuwe lerarenopleidingen met de twee verplichte vakken op laag niveau.
Kennis werd ingewisseld voor didactiek, het Nieuwe Leren had zijn intrede gedaan.
Salarisverlaging, bevoogding, Basisvorming en het gehele repertoire.
Nu staan we met beide benen in de modder en is onze leidende rol van toen overgenomen door een nieuwe laag bestuurders en managers, die denken in modellen en structuren, die alles op papier willen hebben en nooit begrepen hebben dat het échte werk tussen de regels door gebeurt.
Docenten hebben de taak de leerling op te leiden en de roeping jonge mensen rijp te maken voor de samenleving.
Daarbij spelen ze leraar, vroedvrouw, beschermer, remedial teacher, strenge oppas, milde begeleider, richtingaanwijzer en regelaar tegelijk.
Daarbij móet de docent af en toe op een voetstuk staan en dan weer tussen zijn leerlingen in.
Dat impliceert tevens dat hij niet aan de zijlijn kan blijven staan, mee zal moeten doen aan het maatschappelijke debat en zijn licht niet onder de korenmaat mag laten schijnen.
Een grotere maatschappelijke participatie zal de docent zijn status teruggeven, waar hij recht op heeft en die noodzakelijk is voor de rol die hij speelt.
Hij zal daarmee zijn positie terugveroveren.
We kunnen die rol niet aan een ander overlaten.