Hieeft iemand toegang tot het onderzoek van Bert van Onna en Carel Jansen van de afdeling Bedrijfscommunicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen?
In deze link:
www.nrc.nl/anp/binnenland/article402538.ece
staat dat vooral jongere werknemers hun capaciteiten op het gebied van moderne vreemde talen en het Nederlands veel te hoog inschatten en dat het in werkelijkheid zorgelijk gesteld is met “onze” talenkennis.
Dat is geen verrassing voor de meeste deelnemers aan het BON forum, maar ik zou graag het werkelijk onderzoek bestuderen.
M.n. de vraag waar de leeftijdsgrens tussen jongere en oudere werknemers is gelegd. Zijn er terugrekenend momenten aan te wijzen waarop de verslechtering is opgetreden (invoering van mamoetwet/basisvorming/2e fase)? Is er onderscheid naar opleiding?
Het lijkt natuurlijk goed om in een dergelijk onderzoek je eigen mening bevestigd te zien, maar door ervaring wijs geworden ben ik bang dat dezelfde gegevens gebruikt zullen gaan worden om aan te geven dat het hele taalonderwijs vernieuwd moet worden (want de moderne kinderen gaan natuurlijk heeeeeeeel anders met taal om, hun hersentjes werken écht anders, kijk eens wat ze met msn-taal kunnen, en de ouderwetse methode heeft nu duidelijk gefaald en de kinderen moeten zelf sturend in projecten aan het werk om deze achterstand tegen te gaan).
Gerard
taalonderwijs
Zeer interessant onderzoek. Zou het niet goed zijn om dit onderzoek met de heelmeesters te bespreken. Zij weten veel over het taalonderwijs.
taalonderwijs
Carel jansen zit in het comité van aanbeveling van BON. Het is de hoogleraar bij wie ik ooit afstudeerde. Hij is dus zo te benaderen. Overigens, over het (moderne vreemde) taalonderwijs in het hbo hoeft men zich geen illusies te maken. Driekwart van het taalonderwijs is verdwenen, wegbezuinigd. De taaldocenten mogen vaak slechts tot conversatieniveau doceren, grammatica wordt niet meer gegeven. Volgens het concept van het nieuwe leren leer je de taal vanzelf in de praktijk. Dat is dan van voldoende kwaliteit om op niveau in een vreemde taal te communiceren. Ontleden, idioom, woordjes leren en literatuur en cultuur van het land hoeft en mag niet meer.
Over onze eigen taal wil ik het niet eens hebben. Een ieder die Nederlands spreekt of ooit een brief geschreven heeft, of misschien een jaar genotuleerd heeft in een vergadering als secretaresse, is al bekwaam om les te geven op het hbo of mbo. Die kennen immers geen bevoegdheidseisen. De resultaten worden nu al zichtbaar. Let wel, ik ben niet cynisch. Dit zijn verhalen uit de praktijk.
Verdeel en heers
Ik kende de Heelmeesters niet. Google helpt dan natuurlijk. Ik was in eerste instantie verrast dat docenten Engels buiten de Heelmeesters vallen. Ik ken daar de achtergronden niet van, maar denk dat het met de afzonderlijke positie van het Engels te maken heeft.
Er is dan altijd een risico van belangentegenstellingen. Heelmeesters wil beter (meer) Frans en Duits en de docenten Engels zijn dan weer bang dat hun vak minder uren krijgt. Ik denk dat dat verdeel en heers (voor- en nahossers, eerste- versus tweede graders, beta’s tegen alfa’s) een van de redenen is dat we geen vuist hebben kunnen vormen. Weet jij of er ook een club docenten Engels is die gelijkgestemd is? En Nederlands en klassieke talen (iedereen wellicht)?
Ik ga er maar eens naar Googelen.
Het onderzoeksrapport is te vinden
Beste Gerard (en andere geinteresseerden natuurlijk),
Het rapport (37 pagina’s) is te vinden op de website van Carel Jansen, om precies te zijn onder de volgende link.
Interessant!
Dank voor de link. Het blijft schrikken als je het in harde cijfers op een rijtje ziet. Ik zou willen dat er ook iets dergelijks voor andere vakken bestond. En dan bij de politiek lobbyen.
Gerard
(ga de test zelf ook eens doen)