Spoeddebat: Dijsselbloem over 1040 norm.

De boetekleden hingen alweer in kast toen de onderwijsurenspecialisten rond 16:00 de Tweede Kamer betraden (14 februari 2008).

Dat bleek vrij snel toen Jasper van Dijk (SP) vijf rode kaarten op het spreekgestoelte knalde, een theatrale daad die het grote ongelijk van Bijsterveldt over de 1040 norm moest symboliseren.
Van Dijk sluit af met een voorstel onderscheid te maken tussen leertijd en onderwijstijd:
leertijd bestaat uit les van een bevoegde docent;
onderwijstijd is breder, daar kun je ook andere zaken laten vallen als maatschappelijk stage.

Tegen de vierde kaart, van de commissie Dijsselbloem die zich tegen de 1040 urennorm zou hebben uitgesproken, tekende Bosma (PVV) protest aan. Hij kende de tekst:

Herijking definitie onderwijstijd en bekostiging
Als extra waarborg voor de kwaliteit van het onderwijs onderstreept de commissie de noodzaak van een wettelijke norm voor onderwijstijd. De commissie adviseert daarbij te komen tot een heldere definitie van lestijd door bevoegde docenten, veel andere schoolactiviteiten daar niet langer onder te vatten en de bekostiging door onafhankelijke derden opnieuw tegen het licht te laten houden. De nieuwe norm die ook adequaat wordt bekostigd, dient vervolgens consequent te worden gehandhaafd.

Bosma … De commissie spreekt zich niet uit over de 1040-norm. Dus een rode kaart minder!

Nu ontstaat een chaotische situatie omdat links en rechts met stukjes tekst uit het rapport aan de haal gaan.
De voorzitter stopt dit gedoe met de opmerking dat het rapport nog niet in de Kamer besproken is en het duiden van stukken tekst uit dit rapport niet kan. Het is in strijd is met de Kamerregels.

de Vries (CDA) steunt de voorzitter. Pechtoldt, Dibi, Dezentje en Kraneveldt protesteren.

Vele, soms zelfs beschamende, schermutselingen zijn terug te lezen in het voorlopig verslag. Dibi’s ‘gezeik over 1040’ ontbreekt natuurlijk…

2 Reacties

  1. Normvervaging …
    Onder 6.4 Versterking ankerpunten voor onderwijskwaliteit van stuk 31007 #6 bepleit Dijsselbloem:

    Wij adviseren bij deze herziening de volgende mogelijkheid te betrekken: maak een nader onderscheid tussen onderwijstijd en lestijd. Lestijd, dat wil zeggen de tijd waarin leerlingen kwalitatief onderwijs genieten van een bevoegd docent, moet in een eenduidige norm worden vastgelegd.

    Daarnaast kan het bredere begrip «onderwijstijd» worden gehanteerd waaronder naast de lestijd ook andere onderwijselementen
    kunnen vallen zoals zelfstudie-onder-begeleiding of stages. Voor onderwijstijd kan een bandbreedte worden afgesproken.

    Waarschijnlijk haalde Jasper van Dijk hier, selectief shoppend, zijn inspiratie. Druk in de weer met zijn kruistocht tegen de OH-uren, moest de “zelfstudie-onder-begeleiding”, waarmee Dijsselbloem de deur naar het studiehuis open houdt, ff moven.

    Ook dit rapport duikt onder 3.7 Het bewaken van de onderwijstijd weer diep in de onderwijstijdproblematiek. Op pagina 108 een tabelletje met onderwijstijden onderbouw vo waaronder volgens aanwijzigingen op pagina 107 naast lesgeven een hele rits activiteiten gerekend mogen worden.

    Zal het gekreun in de BKK-gelederen verstillen met een nieuwe NEN: onderwijsnorm = lesnorm + activiteitennorm = 1040?

  2. … of normvervanging
    Het zou ook simpeler kunnen.
    Volgens recesgegevens kunnen Kamerleden rekenen op een vergadervrije ruimte van 8 (zomervakantie) + 7 (andere vakanties) weken.
    Wanneer de onderwijsvrije ruimte van 12 naar 15 weken wordt opgerekt, kan alles blijven zoals het was: 36..37 weken les.
    De urennorm komt dan definitief op 36.5 x 26.67 = 973.5 En dan geen gezeik meer!

    Het LAKS kan weer van het dak af, wist onmiddellijk het onbetaalbare manifest van de harde schijf om ruimte vrij te maken voor het verzamelen van misstanden op scholen tijdens de examenperiode.

Reacties zijn gesloten.