Beste collega,
N.a.v een discussie op school ben ik benieuwd wie vindt dat docenten bij andere vakken dan Nederlands spelfouten moeten meerekenen bij de beoordeling van toetsen. Wie kent collega’s die dat doen? Wat zijn hun beweegredenen?
Vr. groet,
Giorgio
Welkom giorgio
Welkom op dit onvolprezen en met afstand beste onderwijsforum.
Ik zou zelf bij toetsen geen spelfouten aanrekenen. Wel opmerken en aangeven, maar niet aanrekenen. Bij een toets wordt gewerkt onder spanning en is voor de leerlingen er niet al te veel tijd om de taal nog eens goed na te kijken.
Bij scripties is dat anders. Ik zou een strenge norm willen voorstellen.
Dat gezegd hebbende is ook dit forum en ben ik zelf niet vrij van spelfouten. Toch ben ik er van overtuigd dat veel spelfouten voorkomen kunnen worden. De remedie: zorg dat er aandacht is voor formulering en spelling. Ik vrees dat die aandacht er de laatste 20 jaar nauwelijks is geweest. Niet bij de andere vakken, maar vaak ook niet bij Nederlands. Spelling en zinsbouw leken lange tijd minder belangrijk dan “creatief taalgebruik”.
Dus: laten we er op de scholen eerst weer voor zorgen dat spelling en zinsbouw weer belangrijk is. Hoe dat dan in welke situaties ook wordt aangerekend is een tweede.
Bedankt. Ik verwerk reacties
Bedankt. Ik verwerk reacties op dit onderwerp in een artikel in ons personeelsblaadje. Zou ik voor de volledigheid mogen weten wat je doceert?
Een vraag die hierop aansluit: wat vind je ervan dat sommige scholen geen taalbeleid hanteren en individuele docenten de vrijheid geven om zelf te beslissen of ze spelfouten meerekenen of niet?
En wat vind je van de volgende maatregelen om het taalniveau te verbeteren?
#return-to-sender principe. Toetsen worden op inhoud beoordeeld, maar de docent vraagt de leerling daarnaast om taalfouten in zijn antwoorden te verbeteren.
# elke leerling houdt per vak een woorddossier bij en elke docent is verantwoordelijk voor drie woorden die daar per les in worden opgenomen. Regelmatig is er een schriftelijke overhoring en zelfs bij het wiskunde-woorddossier telt ook de spelling mee. Op het rapport komt een (1) cijfer te staan voor het woorddossier: dat is het gemiddelde cijfer van alle woorddossier-cijfers per vak.
Toets
Bij een toets hoort de kandidaat te weten wat er getoetst wordt. Meestal zijn dat niet de spelfouten. Dan moet je dat ook niet aanrekenen. Of je het wilt aangeven hangt van je eigen tijdsdruk af (en nog van heel veel andere factoren).
Bedankt voor de reactie. Ook
Bedankt voor de reactie. Ook nu de vraag die ik ook aan de vorige reageerder stelde:
Een vraag die hierop aansluit: wat vind je ervan dat sommige scholen geen taalbeleid hanteren en individuele docenten de vrijheid geven om zelf te beslissen of ze spelfouten meerekenen of niet?
En wat vind je van de volgende maatregelen om het taalniveau te verbeteren?
#return-to-sender principe. Toetsen worden op inhoud beoordeeld, maar de docent vraagt de leerling daarnaast om taalfouten in zijn antwoorden te verbeteren.
# elke leerling houdt per vak een woorddossier bij en elke docent is verantwoordelijk voor drie woorden die daar per les in worden opgenomen. Regelmatig is er een schriftelijke overhoring en zelfs bij het wiskunde-woorddossier telt ook de spelling mee. Op het rapport komt een (1) cijfer te staan voor het woorddossier: dat is het gemiddelde cijfer van alle woorddossier-cijfers per vak.
Ps. Ik verwerk reacties op dit onderwerp in een artikel in ons personeelsblaadje. Zou ik voor de volledigheid mogen weten wat je doceert? Alvast bedankt
Maatregelen
wat vind je ervan dat sommige scholen geen taalbeleid hanteren en individuele docenten de vrijheid geven om zelf te beslissen of ze spelfouten meerekenen of niet?
Als er geen taalbeleid is kan docenten niet de vrijheid gegeven worden om zelf te beslissen, want dat is ook beleid. En als men dat met elkaar heeft afgesproken, is dat dus beleid.
return-to-sender principe
Taalfouten moeten dan wel aangegeven worden, in mijn eerste antwoord heb daar al een opmerking over gemaakt (o.a. tijdsdruk).
elke leerling houdt per vak een woorddossier bij…
Waarom drie woorden ? Laat het aan de individuele docent over, de één heeft er meer affiniteit mee dan de ander (dus wellicht minimaal drie woorden ?).
Vroeger gaf ik in de onderbouw 2 cijfers: één voor het leerwerk, één voor inzicht (natuurkunde). Dat zou je hier ook kunnen doen: één voor het vak, één voor de spelling van vakgerelateerde woorden.
*Adios*
Wederom bedankt.
“Als er
Wederom bedankt.
“Als er geen taalbeleid is kan docenten niet de vrijheid gegeven worden om zelf te beslissen, want dat is ook beleid. En als men dat met elkaar heeft afgesproken, is dat dus beleid.”
Zelfs als er is afgesproken om de docent de vrijheid te geven zelf te beslissen (en dat dus het beleid is), blijft mijn vraag: wat vinden jullie daarvan? Goede zaak, slechte zaak? En waarom?
“Vroeger gaf ik in de onderbouw 2 cijfers: één voor het leerwerk, één voor inzicht (natuurkunde). Dat zou je hier ook kunnen doen: één voor het vak, één voor de spelling van vakgerelateerde woorden.”
Ok, dus per definitie niet 1 totaalcijfer voor het vak waar het spellingscijfer in is verwerkt? Dit omdat het de validiteit van het cijfer niet ten goede komt?
Precies
Ok, dus per definitie niet 1 totaalcijfer voor het vak waar het spellingscijfer in is verwerkt? Dit omdat het de validiteit van het cijfer niet ten goede komt?
Precies, per definitie niet. Anders kan de leerling niet alleen zien dat ie het vak goed geleerd heeft.
Bij de twee cijfers voor leerwerk en inzicht was dat heel fijn voor de leerling want hij/zij kon thuis laten zien dat ie het wel goed geleerd had. Bij de bepaling of iemand in die richting door wilde gaan was het ook een fantastische hulp.
mistige cijfers voorkomen
Een cijfer moet de kennis van en het inzicht in een bepaald leervak aangeven. Als spel- of taal-fouten dat cijfer omlaag drukken is het cijfer niet betrouwbaar meer. Het geeft niet meer goed aan wat de leerling van het leervak heeft opgestoken. Je komt verder van de ideale beoordeling af namelijk hoe hoger het cijfer des te beter in het vak. Verder blijft een cijfervermindering wegens spel- of stijl-fouten niet tot één vakcijfer beperkt waardoor een verkeerd totaalbeeld van de leerling ontstaat en het manco een veel te groot gewicht krijgt.
Soms vallen spelfouten en stijlfouten onder gebrekkige verzorging en kan men spreken van onhoffelijkheid. Dan is er reden voor disciplinaire maatregelen. Op logische gronden zou voor de hand liggen dat dit soort fouten bij een vak leiden tot een lager cijfer voor het vak Nederlands of voor vlijt. Maar dat is waarschijnlijk moeilijk te organiseren.
Seger Weehuizen (ouder)
Onkunde
Spelfouten meerekenen bij andere vakken dan Nederlands gaat ervan uit dat de leraren in andere vakken kunnen spellen. Dat is vaak niet het meer geval bij jonge leraren. Wil je anderen kunnen beoordelen dan moet je zelf (zo goed als) vlekkeloos zijn, anders mis je de autoriteit. Laten we eerst eens zorgen dat we leraren Nederlands (en onderwijzers) hebben die goed kunnen spellen, daar goed les in kunnen geven en spelling belangrijk vinden.
Mark79 (universitair docent wiskunde in Engeland)
Beste Mark,
Stel dat leraren
Beste Mark,
Stel dat leraren bij andere vakken perfect kunnen spellen, zou je het dan wel eerlijk/goed vinden als spelfouten worden meegerekend?
Het argument van docenten van andere vakken dan Nederlands bij mij op school luidde: “Alleen aanstrepen maakt geen indruk, leerlingen gaan pas op spelling letten als je ze er op afrekent.”
Spelfouten meerekenen
Dat is een hele grote stel….
Ik ben het met Seger eens dat mistige cijfers voorkomen moeten worden. Ik zou dan ook liever een apart cijfer ‘spelling’ op het rapport willen zien samengesteld uit spelcijfers gegeven door de verschillende leraren.
afrekenen bij de goede kassa
Bij exacte vakken afrekenen op spellingsfouten bij leerlingen die daar geen aandacht aan willen besteden komt er op neer dat de docent in het cijfer voor het vak disciplinaire maatrerelen gaat verwerken. Als een leerling buiten zijn schuld spellingsproblemen heeft is het meetellen van spelling zelfs helemaal unfair. Als een leerling een verslag moet inleveren en verzorging van het verslag maakt onderdeel uit van de becijfereing zou je in dat onderdeel spelling kunnen meenemen. Ik vind echter dat een docent het onverzorgd zijn niet mag laten doorwerken in het cijfer voor het verslag en uiteindelijk het vak. Een cijfer voor een exact vak moet aangeven wat een leerling van het vak weet en begrepen heeft.
Seger Weehuizen
Seger & Mark: helder.
Nog 1
Seger & Mark: helder.
Nog 1 vraag over beoordeling spelling: als het gaat om vakinhoudelijke begrippen bij vakken als economie, geschiedenis of maatschappijleer, vinden jullie dat je spelling dan ook niet mag meerekenen? Bijvoorbeeld ‘Komisaris van de Coningin’?
Wat zijn volgens jullie wel goede maatregelen om het taalniveau te verbeteren? (afgezien van het aanstellen van geschikte docenten Nederlands)
spel- en stijl-fouten
Volgens mij heb je 2 vragen.
Wat de eerste betreft: Als je duidelijk van te voren stelt dat de spelling van de vakinhoudelijke woorden meetelt lijkt het mij OK dat het verkeerd spellen van die woorden het cijfer omlaag drukt.
Wat de 2-de vraag betreft: Een mogelijke sanctie die een beetje lijkt op die welke ik voor verslagen heb voorgesteld is de volgende: Je weigert een cijfer voor het proefwerk te geven voordat de leerling een aangewezen module spelling of zinsbouw heeft doorgenomen en daarover met voldoende resultaat een test heeft afgelegd. Een andere mogelijkheid is dat klachten over stijl of/en spelling op een centraal punt worden ingezameld en dat uit die gegevens een cijfer voor spelling casu quo een cijfer voor syntaxis wordt bepaald waarvoor de leerlingen een voldoende moeten hebben.
Seger Weehuizen
Mijn remedie is erg ouderwets
Een van de maatregelen die ik neem om het taalniveau te verbeteren, doe ik bijna stiekem. Ik maak bij de hoofdstukken van onze taalmethode een woordenlijst die ze voor de toets moeten kennen. Het zijn maar een stuk of 20 woorden. Er zit een vertaling bij en een voorbeeldzin, soms geef ik ook de tegenstelling nog aan. Ik zou willen dat ik het vermogen had hen te dwingen om boeken te lezen. Kilometers maken in het lezen, dát zou werken. Echter: het lukt me niet (en het staat helaas op geen enkele manier bij de onderwijsdoelen). Op het VMBO zou dat nog wel kunnen, maar dan niet zo weinig als nu. Tien boeken in een jaar moet (zelfs met dyslexie) haalbaar zijn. Ik heb leerlingen die nog nooit in hun leven een boek uit hebben gelezen. Dan verbaast het mij niet dat ze zo slecht in Nederlands zijn.
Niet helemaal mee eens
In toetsen/proefwerken/tentamens verbeter ik wel de spelfouten (tot schrik van m’n leerlingen bemerkte ik; en dan ben ik ook nog zo’n beetje de enige docent die dat doet) maar reken ik ze verder niet mee. Voor een scriptie/verslag deel ik echter steevast punten voor taal en verzorging uit, daar het voor mijn vak gewoon nodig is om helder en begrijpelijk te formuleren; er zit tenslotte een spellingcontrole in Word en leerlingen hebben alle tijd om hun verslag door een ander nog eens na te laten lezen. Ook presentatie is een onderdeel van een werkstuk.
Tenzij ik uitdrukkelijk vermeld dat het me louter om de inhoud gaat; maar dan nog moet een motivatie begrijpelijk zijn opgeschreven. Misschien is dat voor ’n exact vak iets anders dan bij geschiedenis, maar ik kan weinig met een antwoord als ik de motivatie niet begrijp. Daarbij moeten sommige termen gewoon ‘exact’ gekend worden. Iemand die patrojka opschrijft als perestrojka wordt bedoeld krijgt daar, zeker in de bovenbouw, geen of minder punten voor. Zelfs al is de leerling dyslectisch.
idem
Mijn beleid is precies hetzelfde: bij proefwerken verbeter ik de d’s en t’s, maar reken ze niet aan, bij werkstukken die bol staan van de spelfouten volgt er wel degelijk aftrek. Leerlingen hebben maanden de tijd gehad voor dat werkstuk, en net zoals je in die tijd pagina-verwijzingen hoort te checken, hoor je ook de spelling te (laten) checken.
Ik moet toegeven dat ik op
Ik moet toegeven dat ik op dit punt geen lekker-ungenuanceerde mening heb;-). Ik stuur kinderen de wereld in die niet behoorlijk kunnen spellen, maar die wel in mijn vak (natuurkunde) van inzicht getuigen. Vaak geven die kinderen dan ook nog aan dat ik de eerste en enige leraar was die hen begreep. Alleen omdat ik de moeite nam om hun schier onbegrijpelijke koeterwaals te ontcijferen…
Als ik docent Nederlands was, evenwel, zouden ze waarschijnlijk heel anders over mij denken… Wat moet je ook als docent in dat vak met kinderen die op VWO-6 schrijven ’totaale, de grote van de stroomen, fakkeltijd, hun hebben’, en ga zo maar door? Ik vrees dat ik dergelijke fouten ongenadig zou afstraffen.
Mijn beleid in dezen is dus bij natuurkunde: wel aanstrepen, niet laten meetellen.
Beste Bram, ken je docenten
Beste Bram, ken je docenten (van andere vakken dan Nederlands) op jouw school die wel spelling laten meetellen? Vind je dat dit de vrijheid is van de docent, of zou school een richtlijn moeten hanteren?
Nederlands
Ik geef Nederlands aan de laagste niveaus in het beroepsonderwijs, en dan óók nog bij Techniek. De grote meerderheid in mijn klassen heeft dyslexie of ernstiger taalproblemen. Het ligt erg gevoelig. Voor mij is het erg belangrijk dat ik de leerlingen het gevoel geef dat Nederlands óók voor hen te leren is. Ik moedig dus veel aan en wil niet alleen fout, fout, fout, laten horen.
Ik verbeter altijd en overal taalfouten, maar reken ze er niet altijd op af. Ik reken spellingfouten alleen af als het om spelling gaat. Dat is bij onze leerlingen alleen bij de module werkwoordsspelling. En ja, dan kijk ik alleen naar de t aan het eind bij de tt en de juiste vorm van de verleden tijd en het voltooid deelwoord. Andere spellingfouten kruis ik aan en leg uit waarom het fout is, maar de punten haal je als je het kunstje goed doet.
Bij brieven mogen ze een brief op de computer maken en moeten ze de spellingcontrole hebben gehanteerd. Spelfouten die niet in de spellingcontrole staan leveren geen aftrek van punten op, andere wel. Dat geldt ook voor het eindverslag van de laatste stage: spelfouten is één van de aspecten waar je punten voor kunt halen (naast 28 andere punten). Die punten krijg je niet als je gewoon te lui bent geweest om je spelling na te zoeken (of iemand te vragen die het wél kan weten).
Ik vind trouwens fouten in de zinnen een groter probleem dat de spellingfouten. Het wordt er soms zo onbegrijpelijk van.
Schokkend vind ik de verslagen van niveau 4. Ik zie ze vaak genoeg bij ons liggen. De spelfouten staan zelfs al op het kaft. Electro, het eigen vak notabene, met een c……, maar ook namen zonder hoofdletters, rare afkortingen etc. Slordig en dom!
Ik ben echt geschokt dat mijn collega’s dat niet corrigeren en er sancties op zetten. Het gaat hier wel om toekomstig middenkader in bedrijven.
glibberig
Taalkundig ben ik er niet zeker van of je geschokt bent door de constatering dat jouw collega’s wel een sanctie opleggen of juist niet, dwz bedoel je ¬a Λ b of ¬ (a Λ b), sleep je dus “niet” wel of niet in je denken mee.
Als je een ander leervak dan Nederlands geeft wil je bereiken dat leerlingen correct spellen en vooral dat ze het begrijpelijk zich uitdrukken serieus nemen. Als ze dat doen moet je voor fouten geen punten aftrekken of leerlingen op een andere wijze straffen. Straffen in de vorm van een module spelling of zinsbouw doorwerken zijn natuurlijk ook geen echte straffen.
Over de correcte spelling van elek/ctro ben ik helemaal niet zeker. Het stamt af van het Griekse woord elektron dat barnsteen betekent en het komt ook voor als de Griekse meisjesnaam Elektra/Elektra (zoals Chinese meisjes vaak Jade heten) en in beide gevallen schrijf je het woord in het Grieks met een kappa. Maar daarmee kan ik nog niet beredeneren of je in het Nederlands elektro of electro schrijft. Bovendien werkt de Engelse taal als een stoorzender. Ik zou zowel met c als met k goed rekenen.
Seger Weehuizen
spelfouten e.d.
Op 23 mei heb ik de discussie van 5 mei bekeken over Spelling en Begrijpbaar Formuleren en kom tot de volgende gedachten:
Net als Hinke Douma geef ik les op VMBO-niveau BBL Techniek.
Sinds een jaar zet ik voor veel gemaakt werk (schrijfopdrachtjes via e-mail, een brief, een boekverslag, enz.) een aantal codes neer: s=spellingfout, waarbij b=beitelbakje = samenstelling!) een verbijzondering is; verder de i=interpunctie, inclusief Hoofdletters van zinnen en namen (!) en de z= zin loopt niet. In de stage-(soll./bedank)brieven moet alles ± foutloos zijn. Steeds weer helpen de codes de leerlingen op het spoor tot verbeteren. Sommigen worden er boos over, anderen blij!
Ik ben hier in september ‘08 mee begonnen.
Mijn ervaring is (op BBL-niveau al!): afrekenen in het cijfer Nederlands helpt! Zeker als iedereen dit zou doen=mee laten tellen: interpunctie (inclusief Hoofdletters), spelling tot bepaald niveau (VMBO BBL!) en zinsbouw.
Op VMBO KL minder soepel zijn en daarboven eigenlijk niet accepteren. Bij het examen Nederlands telt ALLES, terwijl bij alle andere examens NIETS telt. Eigenlijk vind ik dat vreemd; zeker hoe hoger het denkniveau! We leiden niet op voor examens, maar voor goede werknemers.
Conclusie wat mij betreft: In Nederland over 5 jaar (liefst na de juiste onderwijscorrectie/training) telt alles altijd mee in VMBO-t / MAVO en hoger bij alle vakken in aparte cijfers: Vak en Ne. De splitsing Vak-cijfer en Ne-cijfer vind ik daarbij acceptabel of zelfs prima. Bijsterveldt wil tenslotte, dat alle cijfers 6 of hoger zijn op de eindlijst. Maar op BL/KL-niveau kan De Spelling niet door iedereen worden gekeurd, want zelf onvoldoende geschoold. Maar op ordelijkheid en leesbaarheid (ander onderwerp(?) kan iedereen letten en op Hoofdletters ook.
Mijn codes-ervaring ga ik volgende vergadering ECHT als agendapunt opvoeren in de sectie; zij weten het al wél.
NB: een typfout kan iedereen overkomen: pas bij 2 fouten is er aftrek (examen Nederlands OOK BBL).
Welkom Fred
Welkom op dit beste onderwijsforum van Nederland, en dank voor je bijdrage. Ik ben er van overtuigd dat je methode werkt. Er is veel misgegaan met de taal omdat het simpelweg niet belangrijk werd gevonden. Ga je dat weer wel doen, dan zullen de resultaten bij de meeste leerlingen flink verbeteren.
Paar kleine verschillen
Toch is er tussen ons een klein verschil: Op het VMBO ben je (hoop ik) nog bezig met het bijhouden van de aangeleerde basiskennis van de lagere school (:-) en met het uitbreiden daarvan. Op het MBO (ook in de laagste niveaus) moeten we dat als bekend veronderstellen en de taalkennis gaan toepassen op zaken die in het leven als beroepsbeoefenaar én als burger van belang zijn: Solliciteren, zakelijke brieven, vergaderen, redeneren, lezen van moeilijkere teksten als arbeidsovereenkomsten en technische informatie. Ook wij proberen kennis ‘bij te houden’: spelling van werkwoordsvormen, gebruik van het woordenboek. Jammer genoeg blijkt vaak dat dit geen bijhouden is, maar helemaal opnieuw moet worden aangeleerd. Als een leerling niet weet wat een werkwoord is, laat staan een persoonsvorm, dan wordt de uitleg van de werkwoordsspelling onoverkomelijk. Ik zit vrijwel wekelijks te piekeren over hoe ik zou moeten uitleggen wat een zin is en wat het nut van een hoofdletter en een punt. Bovendien hebben vrijwel al mijn leerlingen de onhebbelijke gewoonte om élke zin op een nieuwe regel te beginnen. Het ziet er niet uit en bovendien wordt het daarna erg lastig om het concept ‘alinea’ uit te leggen.
Mijn grootste probleem zit echter bij de gigantisch beperkte vaardigheden voor begrijpend lezen én de enorm beperkte woordenschat. Dat is echt niet te filmen. Als je geen idee hebt wat ‘argument’ betekent, of ‘aangenaam’ of ‘heden’, dan begrijp je véél te weinig van zowel mondelinge als schriftelijke instructie.
Niet meerekenen wel signaleren
spelfouten dienen niet meegerekend te worden, iedereen die nadenkt over een vraag en het antwoord opschrijft maakt wel eens een schrijf cq. spelfout.
Zijn het er nu veel, dan zou ik het signaleren en bespreken met leraar Nederlands of de directie wat er aan te doen.
Op de BON rekenconferentie hoorde ik van iemand die aan de universiteit werkt dat ze met 1e jaars eerst een week of zes moeten rekenen, omdat ze niet kunnen rekenen, dit soort zaken dient voorkomen te worden ook voor taal en spelling.
Neemt je directie of de leraar Nederlands het niet serieus op, dan zou ik het zo laten, ondanks je ijver voor goed taalgebruik.
spelling meetellen
Voor mij is integratie van taal(beheersing) het centrale onderwerp. In alle vakken moet er dus een oordeel vallen over de taalbeheersing. Dat neemt leerlingen serieus en zo wordt onze cultuur serieus genomen!
Het gaat om het afdwingen van nauwkeurigheid in taalbeheersing. Afrekenen dus, zou mijn inzet zijn ná VMBO-Kader. Het bedrijfsleven vraagt een goed werk- en denkniveau. Het maakt uiteraard verschil of je de loodgieter bent (of zelfs de baas van het bedrijfje) of degene die werkt op een talige manier. Ik zou zeggen: ieder moet zijn gereedschappen beheersen. Dat geldt voor de loodgieter of schilder zijn klus en ook voor de communicator in/met taal. Mavo en hoger zal in de laatste categorie vallen en dat moet daar ook geïntegreerd (bij alle vakken dus) gemerkt worden. Het cijfer geeft toch aan wat de leerling waard is?! De examens zouden hierop óók aangepast moeten worden. Voor het probleem (Joao: nadenken over een vraag leidt af) is vast een oplossing: de leerling serieus nemen. Ik train de leerlingen door hen met pen in de tekst hun fouten te laten verbeteren via de in de kantlijn genoteerde codes.
Waarin de leerling zwak is, blijkt in de vakcijfers en binnen het vak in de thema’s. Als een leerling bij aardrijkskunde een 4 zou scoren voor taal/spelling, dan mag dat niet onopgemerkt blijven en moet dat doorwegen bij Nederlands. Daar hoort deze vaststelling thuis (m.i.).
Spelling bestaat voor het overgrote deel uit regeltjes, die vrijwel iedereen (ook vele dyslectici) vanaf een bepaald niveau moet beheersen. Nogmaals: afrekenen dus.
En wie taalbeheersing dan niet belangrijk vindt (als leerling), prijst zichzelf uit het niveau. Het probleem zit hem dan ook niet bij de leerling, maar bij de baas van het onderwijs. Die neemt de leerling niet serieus.
kunnen, moeten en slagen
Correct taalgebruik en kennis van en inzicht in correct spellen zijn zeer belangrijk. Ze zijn, anders dan veel op dit moment benadrukte competenties ook goed examineerbaar en daarom kunnen er bij een examinandus minimumeisen op dat gebied gesteld worden die beslissend zijn voor het wel of niet uitrijken van een diploma. Daarbij moet men bedenken dat het bij een einddiploma aan een eventuele werkgever is om te beslissen of hij een sollicitant wel of niet aanneemt. Het MBO kan mijns inziens daarom beter cijferlijsten uitreiken dan diploma’s. Daarvoor is het wenselijk dat een MBO-er vakgewijs geëxamineerd wordt en daarvoor leent een dossierdiploma zoals in het competentiegerichte onderwijs zich niet. Deze overwegingen laten onverlet dat een school zijn uiterste best moet doen om leerlingen correct taalgebruik en correcte spelling bij te brengen. De school mag daartoe ook disciplinaire maatregelen nemen. Als in “Spelling bestaat voor het overgrote deel uit regeltjes, die vrijwel iedereen vanaf een bepaald niveau MOET beheersen” MOET door KAN mag worden vervangen zijn disciplinaire maatregelen op dit gebied gewenst en rechtvaardig. Correcte spelling en correct taalgebruik moeten onderdeel vormen van correct gedrag. Maar cijfers voor (andere) schoolvakken mogen nooit lager uitvallen door een opzettelijk gecompliceerd gemaakte vraagstelling bij opgaven of als straf voor een gebrekkig geformuleerd antwoord.Seger Weehuizen
Kleine complicatie nog Fred
Vandaag sprak ik met een collega die een nieuwe opleiding BBL Bouw op niveau 4 gaat opzetten. Daar komen alleen leerlingen die vanaf niveau 2 BBL, via niveau 3 omhoog geklauterd zijn. Zij hebben heel weinig Nederlands gehad en hebben feitelijk sinds VMBO basis geheel stil gestaan in hun taalontwikkeling. Ach, werd steeds gezegd, van een bouwvakker hoef je toch geen taal te verwachten. Op niveau 2 is dat ook slechts zeldzaam aan de orde. Maar niveau 2 geeft recht op 3 (alwaar ook geen Nederlands) en dat weer op 4.
Iemand met een opleiding op niveau 4 gehele rapportages kunnen schrijven, afspraken begrijpelijk vastleggen, rapportages kunnen begrijpen, presentaties kunnen maken en geven etc. etc. In de 8 lesuren die ze krijgen aangeboden kun je toch niet de helft vrijmaken voor Nederlands. Eigenlijk wreekt zich nu de educatieve verwaarlozing. Wat is wijsheid…………..?
Voor de volledigheid: ik
Voor de volledigheid: ik doceer niet, ik zit op dit moment in 5VWO.
Nee, ik vind niet dat je punten kunt aftrekken voor spelfouten bij een ander vak dan Nederlands.
Waarom zouden we het nog moeilijker maken voor dyslectici en anderen die gewoon niet zo geweldig met het Nederlands om kunnen gaan? Als iemand nu eenmaal heel slecht in dat vak is en er een zware onvoldoende voor staat, kun je diegene niet verder bestraffen vanwege iets wat hij of zij gewoon niet kan. Allochtoonse kinderen en leerlingen zou je wederom achterstellen in de maatschappij, en leerlingen zouden zakken omdat ze door de zenuwen spelfouten maken, terwijl ze wel het juiste denkniveau hebben. Ja, de spelling van de gemiddelde Nederlander moet verbeterd worden, maar laat dat over aan de docenten die daarvoor gestudeerd hebben – de docenten Nederlands, dus.
Nee, het lijkt mij niets dan hypocriet. Spelfouten aangeven is prima, er punten voor aftrekken is onzin.
wel aandacht schenken
Ik denk niet dat het de bedoeling is spelfouten bij een ander vak dan het taalvak (bijvoorbeeld bij Nederlands) zo zwaar aan te rekenen dat leerlingen kansarmer worden gemaakt. Ik ben van mening dat je als niet-taalvak docent wel enige aandacht moet schenken aan spelfouten. In feite kún je ook niet anders als je de leerlingen wilt helpen. Het mag niet zo zijn dat de ll. het ene moment wel ‘werdt’ mag schrijven en het andere moment niet. Daar hebben lln. geen baat bij. Zelf eis ik van mijn leerlingen dat zij vaktaalwoorden in elk geval foutloos schrijven, omdat dat anders ten koste gaat van hun puntentotaal. Debieteuren, facatuur, oferte en (algemener) ‘amsterdam’ worden fout gerekend. Op die manier zijn ze eraan gewend geraakt dat ik op schrijfwijzen let.
Leuk idee Fred (Wo 03/06/2009 – 07:21): “Ik train de leerlingen door hen met pen in de tekst hun fouten te laten verbeteren via de in de kantlijn genoteerde codes.”
Zal zeker navolging bij mij vinden!
kansarmer?
Ik bedoel het niet als flauwe kritiek op één woord in je betoog Ivy, maar het valt me op dat je het hebt over kinderen “kansarmer” maken. Die term kansarm impliceert een soort vage situatie waar verder niemand meer verantwoordelijk voor is.
Ik zou willen dat woorden als “kansarm” uit het onderwijs zouden verdwijnen. Ik ben er van overtuigd dat dat voor de meeste kansarme kinderen een zegen zou zijn.
kansarm
Ik ben het met je eens dat termen als competentie, nieuwe leren, krachtig leren, enzovoorts uit het onderwijs moeten verdwijnen. Dat is toch een van de redenen waarom we onze toevlucht bij BON hebben gezocht, niet? : -)
Ik vind niet dat het woord ‘kansarm’ zoals ik het gebruikt heb ook in bovengenoemd rijtje thuishoort.
Waarom niet?
Vat kansarm nu eens letterlijk op. Arm aan kansen, weinig kansen. Je kunt spreken van kansloos – – -> je hebt helemaal geen kans. Ook kun je spreken van kansrijk – – – > je hebt heel veel kansen.
Houd in gedachte een baan waarbij goed kunnen lezen en goed kunnen schrijven (spellen) absoluut noodzakelijk zijn.
Stel dat iemand die nooit heeft leren lezen of schrijven deze baan wil. Nou, zo iemand is zonder meer kansloos in de strijd om die baan.
Stel dat er één is die uitblinkt in lezen, schrijven, teksten redigeren, noem maar op. Het hoeft geen betoog dat deze persoon heel veel kans maakt om de baan te krijgen. (kansrijk)
Nu het kansarm zijn. Als derde heb je iemand die het lezen en schrijven wel heeft geleerd, maar er schort nog heel wat aan. Je zult het toch met mij eens zijn dat de kansen om de baan te krijgen net zoveel afnemen als de mate waarin deze gegadigde de lees- en schrijfkunst beheerst. Of niet? Deze sollicitant heeft gewoon minder kansen om die baan te krijgen.
Een leerling die de kansen op goed onderwijs ontnomen/onthouden wordt, wordt kansarm gemaakt op de arbeidsmarkt. Zeker gezien de oplopende werkloosheid. Het is meer dan logisch dat een werkgever bij een groot aanbod aan personeel het best toegerust aankomend personeel zal uitkiezen.
Ik hoop dat je begrijpt wat ik bedoeld heb met kansarm.
Wat ik niet kan…
Wat een leerling allemaal ‘niet kan’ is een geweldige dooddoener. Ik kan nu eenmaal niet spellen (gek dat er ook scholen zijn waar de kinderen onnoemelijk veel beter kunnen spellen); ik kan nu eenmaal geen Frans (gek dat al die Franse kindertjes, slim en dom, het allemaal kunnen); ik kan nu eenmaal niet stilzitten (gek dat dat wel kan wanneer je anders in het water valt); ik kan nu eenmaal niet beleefd zijn (gek dat dat wel kan als het om je baantje gaat). Iedereen kan leren spellen als er maar wat van afhangt; inderdaad de een veel makkelijker dan de ander, maar sinds de uitvinding van de dyslecten zijn er ook erg veel duur klinkende smoezen voor gemakzucht bijgekomen.