Schrijven in de eigen taal

Na de instorting van het Romeinse Rijk gaat men in West-Europa pas vanaf de zevende of achtste eeuw weer lezen en schrijven. Dat gebeurde nagenoeg uitsluitend in het Latijn. In Italië begint daar pas rond 1300 verandering in te komen. Maar de positie van het Latijn zou nog lange tijd volstrekt dominant blijven, ook al verschijnen er wat later toch ook af en toe wat boeken in het Italiaans. Daarom zou het Italiaans naast de platte straattaal een verheven en literaire variant moeten krijgen.
Vanaf de zestiende eeuw hoor je ook in Frankrijk, Engeland, Duitsland en de Nederlanden steeds meer stemmen die pleiten voor het gebruik in geschriften van de volkstaal. Maar dan zou die eigen taal eerst wel geordend, gezuiverd en uitgebreid moeten worden, want voor vele Latijnse woorden bestond nog geen eigen equivalent. Vooral de vertalers moesten oplossingen bedenken, en weldra ook de schrijvers die wilden schrijven in hun moedertaal. Massaal werden er nieuwe woorden ingevoerd. Leenwoorden bijvoorbeeld, uit het Latijn, Frans of uit het Italiaans.
Daar werd een levendige discussie over gehouden. Te veel ontlenen aan andere talen zou niet goed zijn voor de eigen taal. Een eigentijdse discussie.
Schrijven in de eigen taal blijkt dus nog niet zo oud, maar wellicht toch oud genoeg voor een kleine taal als de onze.

3 Reacties

  1. Hebban olla vogala
    Uit Wikipedia:

    Hebban olla vogala zijn de eerste drie woorden uit een zin die lange tijd de oudst bekende regel in het Oudnederlands was. Het is een interlineaire quasi-glosse, die in 1932 in Oxford door de Engelse taalkundige Kenneth Sisam werd ontdekt op de kaft van een Latijns handschrift uit de abdij van Rochester (Oxford, Bodleian Library, ms.340 fol. 169v).

    De tekst dateert naar schatting uit het derde kwart van de 11e eeuw. De taal waarin de zin geschreven is, wordt door de meeste taalkundigen als Oud-Westnederfrankisch aangeduid, maar hierover bestaat nog controverse.

    De zin luidt: Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

    Het is de vertaling van de Latijnse zin:

    Habent omnes uolucres nidos inceptos nisi ego et tu. Quid expectamus nunc.

    De vertaling zou luiden:

    Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?

    • Ik probeer mijn pen…
      Was het niet een monnik die na het slijpen van zijn pen deze opnieuw moest uitproberen?

  2. Nederlands is helemaal niet
    Nederlands is helemaal niet zo´n kleine taal. Met zo´n 20 miljoen ´native speakers´ staat het wereldwijd op plaats 46 van de 275 grote (= meer dan 1 miljoen sprekers) talen. Achter een hoop Chinese talen die weliswaar door velen gesproken worden, maar nauwelijks geografische verspreiding kennen. Zie weer wiki;-)

Reacties zijn gesloten.