‘Politici moeten mee kunnen discussiëren op Internet’, zegt Jacqueline Cramer in de Volkskrant.
We nemen de mensen af en toe niet serieus, terwijl zij doorgaans heel goed op de hoogte zijn. ‘Leken’ hebben tegenwoordig veel kennis. ‘Leken’ bestaan niet meer.
Mede dankzij Internet zijn niet alleen in Nederland, maar wereldwijd, de mensen veel mondiger en deskundiger geworden. Iedereen heeft zijn opvattingen. Er wordt niet meer opgekeken tegen een minister die wat zegt. Want wat hij zegt, kan ook wel eens niet helemaal waar zijn.
Er ontstaat een ‘leken’circuit tegenover een bestuurscircuit. ‘Leken’ tussen aanhalingstekens, want de burger is tegenwoordig even goed geïnformeerd. Daar moeten we mee om leren gaan.
De discussies op Internet zijn interessant, maar er worden ook wel veel ‘ónzindingen’ verteld.
Wij, de overheid en de ambtenaren, mogen daar niet op reageren. Ik zou het goed vinden als ambtenaren zouden kunnen interveniëren en aan die discussies mee zouden kunnen doen.
Meedoen aan het maatschappelijke debat zonder te oordelen over de discussie. Want een ambtenaar hoort zich neutraal op te stellen en mag geen maatschappelijke speler zijn, maar kan wel attenderen op andere documenten om de discussie in een bepaald perspectief te zetten.
Aldus Jacqueline Cramer.
Op een andere pagina vertelt Paul van Dam, voormalig hoofd van het basisonderwijs en betrokken bij de Cito-toets, zijn onderwijservaringen.
Over de strenge meesters en juffrouwen uit zijn tijd. Ja, meer meesters dan juffrouwen en klassen van bóven de veertig leerlingen. Behalve leerkrachten was er geen schoolpersoneel. Vergaderen en een visie ontwikkelen bestonden toen nog niet. Doelgerichtheid en doelmatigheid waren optimaal. De moeilijkheidsgraad van ‘Toetsnaalden’, de bundels toelatingsexamens voor het middelbaar onderwijs, was verbijsterend hoog. Daarmee vergeleken is de huidige Cito-toets een peulenschil. Wat men verlangde op gebied van rekenen, taal, aardrijkskunde en geschiedenis, is haast niet te geloven.
Vervolgens geeft hij een relaas van alle onderwijsellende die ons de laatste halve eeuw is overkomen. Alles wat schools was, kreeg een naar ‘luchtje’, zoals klassikaal onderwijs, instructie, oefenen, uit het hoofd leren. Kennis werd verdacht en overbodig, grammatica ging overboord, spelling werd onbelangrijk, jaartallen en historische figuren deden er niet meer toe, en topografie werd iets van je grootmoeder.
Kortom, het onderwijs wordt nauwelijks nog gestuurd door gewenste resultaten. Minstens zo belangrijk is dat de leeractiviteiten boeiend en leuk gevonden worden.
Misschien is het goed, zegt hij, er nogmaals aan te herinneren dat het op school gaat om onderwijs.
U leest het zelf maar verder, op pagina 10 van de Volkskrant van vandaag.
Reacties zijn gesloten.
Paul van Dam
Het artikel van Paul van Dam is werkelijk ontluisterend. De informatie van van Dam is niet echt nieuw voor me, maar het is toch veelzeggend als hij zegt dat een juf hem vertelt dat zij spelling niet zo belangrijk vindt “de kinderen leren zoveel andere dingen”.
De juf vindt spelling niet belangrijk, dus wordt daar geen aandacht aan geschonken. Dat maak het geen onkunde, maar onwil.
Nu wil ik deze ene juf niet verantwoordelijk stellen voor de onderwijsramp, zij is dat namelijk niet, want haar directeur is het van harte met haar eens, net als bestuur en onderwijsverzorging.
Ik constateer dat het geen onwil is van een juf, maar onwil van het gehele onderwijssysteem (uitzonderingen daargelaten). De machtigen in het onderwijssysteem willen niets meer met onderwijs te maken hebben. Slagter geeft niets meer om kennis, van Zijl jaagt de innovator award na (of hoe dat dan ook moge heten) en iedereen verder zijn eigen (volgende) baantje. Doelbewuste domheid dus. ..
maar .. wat is er nieuw 😉
Re: Paul van Dam
Een echt BON geluid dat artikel van Paul van Dam. Horen ze het ook eens van een ander…
Politici moeten
zich gaan afvragen of zoiets vandaag de dag ook nog mogelijk is:
“When Roy Glauber (2005 Nobel laureate) was a 12-year-old schoolboy he discovered the beauty of making optical instruments, from polarizers to telescopes. His mathematical skills stem from those early school days, when a teacher encouraged him to begin studying calculus on his own.”
Heeft toevallig iemand nog
Heeft toevallig iemand nog een exemplaar van zo’n toetsnaald (scannen)?
Het zou interessant zijn om die eens te vergelijken met de huidige CITO-toets.
Toetsnaald
Ik heb heel lang gezocht naar een exemplaar van ‘Toetsnaald’ en enkele jaren geleden een uitgave uit 1962 gevonden met als titel ‘Naar Gymnasium, Lyceum en H.B.S ‘ van H.M. Venekamp. (187 bladzijden met de toelatingsexamens rond 1960 van ongeveer 50 middelbare scholen)
Het boekje bevat de toelatingsexamens Nederlands (inclusief ontleden), rekenen (hoofdrekenen, rekentests, cijferen, vraagstukken en gemengde vraagstukken), aardrijkskunde en vaderlandse geschiedenis.
Vier keer de Toetsnaald doorgewerkt…..
Van de vierde klas kan ik me niets meer herinneren, in de vijfde dus mr. Crooy en in de zesde zat ik met zes of zeven anderen in de opleidingsklas die naar de hbs zouden gaan en daarvoor in de loop van het jaar onder de leiding van de heer Bruinsma en zijn vrouw vier keer de Toetsnaald doorgewerkt hebben.
De andere zesde klas zat bij de heer van der Waal. Terwijl de meisjes handwerken hadden, kregen de jongens cijferen, zo was dat.
Zou u daar eens wat
Zou u daar eens wat bladzijden van willen inscannen? Het is hier mogelijk om bijlagen (in dit geval plaatjes) te posten.
Ik ben alvast erg onder de indruk van die vormsommen: zoveel sommetjes in combinatie met het veelvuldig moeten toepassen van MVDWOA in 2 regeltjes. Geniaal. Dan kunnen sommige mensen flauw zeggen dat je ‘in het echte leven’ nooit zulke sommen hoeft te maken maar laat het nu net de essentie van oefenen zijn dat wanneer je op een moeilijker niveau iets soepel kan, dat je dan op een lager niveau iets veel soepeler kan.
Toetsnaalden…
Hier vindt U een klein voorbeeld
Kijk maar eens hier naar….
Sinds de jaren zeventig hebben pogingen het basisonderwijs te verbeteren tot niets geleid, zegt oud Cito-medewerker Paul van Dam.
“KIJK HIER EENS NAAR,” zegt voormalig Cito-medewerker Paul van Dam.
Hij slaat een boek open en legt het op tafel. Het is de Balans van het reken- en wiskunde onderwijs aan het einde van de basisschool.
“Vraag 30″, zegt Van Dam. Hij wijst er naar.
Er staat: ´De ontwikkelingsduur van een filmpje is 12 minuten. Voor een speciaal effect moet de tijd met 10 procent worden verlengd. Hoe lang duurt het ontwikkelen dan?”
“Dit werd in 2004 door leerlingen in groep 8 hondsmoeilijk gevonden”, zegt Van Dam. Minder dan 10 procent van de leerlingen maakte deze opgave goed.”
En vergelijk dat nu eens met déze opgave, zegt Van Dam. En hij pakt een beduimeld. klein boekje. Dat heet Toetsnaald 1958.
18/15 x 3/37 : 2/135 + 1/5 (1 2/3 : 1/10 + 3 1/4 x 3 1/3)
——————————————————
18/15 x 3/37 : 2/135 – 1/5 (1 2/3 : 1/10 + 3 1/4 x 3 1/3)
+ 1/15 : 4/5 x 3/14 : 1/3 – 11/18 =
Hij wijst op een opgave op bladzijde 90 (zie hierboven). “Dit is wat het topsegment van de leerlingen in 1958 moest kunnen om toegelaten te worden tot wat nu het vwo heet.
CAPTCHA
Die site (Alles telt) laat tevens het nut zien van de onnozele sommetjes op deze (BON) site. Hier gelukkig geen viagra tussen de postings.
alles telt
Alles telt die rekenmethode is ontwikkeld door het Freundenthal Instituut.
Inzien en betalen
Een voorbeeld van Alles Telt is in te zien via DEZE LINK.
Via een ANDERE LINK (wijst naar een PDF-document) is een vergelijking van Alles Telt uit 2002 en uit 2009 te vinden. Eén ding is zeker: Thieme-Meulenhoff kan wel rekenen!
ALLES TELT 2002
Prijs
Groep 3 t/m 8 (prijspeil 2002; kosten voor 25 lln.)
• Eerste aanschaf boeken E 6.117,
(excl. Maatschriften groep 6 t/m 8)
• Eerste aanschaf software E 1.628,
• Totaal eerste aanschaf E 7.745,
• Jaarlijks verbruik E 631,
ALLES TELT 2009
Prijs
Groep 1 t/m 8 (kosten voor 25 lln.)
• Eerste aanschaf boeken E 12.315,70*
• Eerste aanschaf software E 7.178,50**
• Totaal eerste aanschaf E 19.494,20
• Jaarlijks verbruik E 1.559,90
*) inclusief maatschriften en plusschriften
**) eenmalige aanschaf van oefen- en toetssoftware en digibordsoftware voor alle groepen.
@ marten
Zie ook de andere methoden in vergelijking met elkaar en Reken Zeker
Zie blog petra dohmen “reken zeker”
De 6 rekenmethoden van het basisonderwijs staan er naast elkaar in de bijlagen
betalen
Vóór 2000 was er veel minder verbruiksmateriaal. Nu zijn er veel werkschriften, die niet te kopiëren zijn en dus moet er veel verbruiksmateriaal aangeschaft worden. En dat is natuurlijk wat relatief het meest kost! Vroeger werd het leerlingen niet zo gemakkelijk gemaakt met invulwerkschriften.
Blijft er nu dan meer tijd over voor effectief rekenonderwijs?
Prijs-kwaliteitsverhouding steeds slechter
Het gemiddelde prijsniveau is volgens gegevens van het CBS tussen 2002 en 2009 zo’n 10% gestegen. De prijs van deze rekenboekjes in dezelfde periode met 100%. Ook gecorrigeerd voor inflatie is de prijs dus bijna verdubbeld. En dan is de software nog niet eens meegeteld.
Zelfs zonder ook maar iets van deze methode gezien te hebben kan al geconcludeerd worden dat de prijs-kwaliteitsverhouding zeer ongunstig is.
En mèt bovenstaande informatie over deze methode wordt dat er niet beter op.
Re: alles telt
Volgens het Freudenthal Instituut hebben zij zelf geen enkele van de Nederlandse rekenmethoden ontwikkeld.
@ mark
Op een panamaconferentie (zo worden de conferenties in januari genoemd bij Freundenthal Instituut) werd rond het op de markt komen van Alles telt geroemd over de bijdrage van het Freundenthal Instituut aan deze nieuwe methode.
Officieel:
Alles telt is gebaseerd op mathe 2000, een project voor ontwikkeling van en onderzoek naar het reken-wiskundeonderwijs op de Grundschule. Dit projeect van de Universiteit van Dortmund, werd geïnitieerd en geleid door prof.dr. E.Ch.Wittemann en prof.dr.G.N.Müller. Het werd uitgevoerd in samenwerking met een groot aantal basisscholen en was gericht op het ontwikkelen van reken-wiskundemateriaal voor de klassen 1 t/m 4 van de Grundschule, die corresponderen met de groepen 3 t/m 6 van de basisschool. Het materiaal is uitgegeven onder de titel Das Zahlenbuch. Deze methode is als voorbeeld en inspiratiebron gebruikt bij de ontwikkeling van Alles telt vanaf groep 3. Tot zover uit de binnenkant van de methode. En met wie werkte het Freundenthal samen? Wie hebben er meegewerkt aan mathe 2000? Deze laatste vragen naar aanleiding van uitspraken van het Freundenthal Instituut destijds.
Spellingsvraagstuk als sociaal probleem…
Prof. dr. L. van Gelder
‘Als een krantenjongen maar goed spelt, kan hij miljonair worden’
De klachten over de slechte resultaten van het taal- en spellingonderwijs blijven voortduren. Na de toetsnaalden, die de selectie voor verder onderwijs op de middelbare scholen regelden, zijn nu schooltoetsen van het Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling (CITO) gekomen. Maar de overheersing van het formalistisch spellingonderwijs wordt door het CITO evenzeer in de hand gewerkt als eertijds door de Toetsnaalden. Het enige voordeel is dat de resultaten nu wetenschappelijk worden vastgesteld: de opgaven waarin werkwoordsvormen voorkomen, worden gemiddeld door 4 van de 10 leerlingen (van de 6e klas van de basisschool) fout
beantwoord.
Zie verder: hier
spelling als selectiehulpmiddel in groep 8
Hoe je het ook wendt of keert, ik denk dat als er goed onderwijs op de basisschool gegeven wordt het wel of niet beheersen van de regels voor spelling van werkwoordsvormen een goede prognose geeft voor het wel resp. niet halen van het eindexamen VWO.
Seger Weehuizen
De Toetsnaald werd er ingeramd…..
In de vierde kregen wij juffrouw Fiege en dat was een teleurstelling voor mij, want het scheen een wet van Meden en Perzen dat je in de vierde een echte meester kreeg in driedelig pak, om met W. van Toorn te spreken.
De vijfde klas bij meester Beertema van wie ik in de vierde al Frans kreeg – na schooltijd wel te verstaan – begint met een zwart gat. Misschien kampte Van der Togt met personele problemen, want tijdens het schooljaar na het eerste trimester stond plotseling ene meneer Wiersema (of Wiersma) voor onze neus.
In de zesde belandden wij bij meester Bakker. Deze meester beschikte over een heuse broedmachine met echte eieren erin. De kuikens belandden na enige tijd in het kippenhok op de schoolplaats, waar twee (!) kastanjebomen stonden. Ook moet er in zijn klas een terrarium gestaan hebben, want ik kan mij herinneren dat wij met ringslangen om onze nek gelopen hebben, waarschijnlijk om te meisjes te behagen.
Omdat mijn vader vond dat ik moest gaan studeren belandde ik in de zevende bij Van der Togt. Er werd veel gezongen en…. de TOETSNAALD werd er ingeramd….. Wat heb ik toch veel geleerd op de Pieter Oosterleeschool. Zo’n geschiedeniscanon zou op daar een absoluut lachtertje geweest zijn.
(gevonden reactie)
J. Kramer en de leken
Luister eens naar dat neerbuigende toontje van Jaqueline Kramer: ‘leken hebben tegenwoordig veel kennis…’. Ze bedoelt: ‘bijna net zoveel kennis als wij, politici’.
Wat zo bloedstollend is, is dat politici juist hoogst zelden kennis van zaken hebben betreffende de dingen waarover ze moeten besluiten, terwijl die leken die zij bedoelt vaak vakmensen of ervaringsdeskundigen zijn. Kramer zegt dat het internet de mensen beter geïnformeerd heeft gemaakt, maar dat is niet waar; zo mooi is het niet. Het internet heeft de burger een podium verschaft om zijn ongenoegen kenbaar te maken; niet speciaal met meer kennis van zaken, maar wel met een grotere bek. Dat is waar Kramer bang voor is. Dat andere mensen veel beter op de hoogte zijn, daar hebben en hadden de meeste politici nooit een boodschap aan.
Jacqueline Cramer en de leken
Mevrouw Cramer is helemaal niet neerbuigend. Lees het artikel er maar op na.
Wees voorzichtig met snelle conclusies naar aanleiding van een paar net niet letterlijke citaten uit een paginagroot artikel.
Volgens mij is mevr. Cramer zelf juist wel deskundig op milieugebied.
Ik zou haar graag ruilen voor onze “eigen” staatssecretarissen…
Inzake Cramer
Op één punt heb ik het mis: ze heet Cramer en geen Kramer. En u hebt wel gelijk dat ik voorzichtig moet zijn met citaten zonder het hele artikel gelezen te hebben. Helaas ben ik geen VK-abonnee en staat het artikel ook niet op de VK-site.
Dat zij zich voorafgaand aan haar ministerschap met milieuvraagstukken heeft beziggehouden zal óók waar zijn, maar ik heb het vermoeden dat die bezigheden vooral in de adviserende en de faciliterende sfeer hebben gelegen. Ze was hoogleraar ‘duurzaam ondernemen’. Ik kan mij daar helemaal niets anders bij voorstellen dan een praatbaan met een verschrikkelijk hoog politiek-correctheidsgehalte en een ontstellend laag wetenschapsgehalte. Net zo’n soort leerstoel als ’technische bestuurskunde’ of ‘klimaatneutrale informatica’.
Toegegeven, dit zijn geen harde argumenten. Ik neem het direct terug als blijkt dat de leerstoel ‘duurzaam ondernemen’ zaken behandelt en onderzoekt die buiten politiek en maatschappij liggen. Is dat niet zo, dan nog hoeft dat helemaal niet zo erg te zijn. Alleen heb ik om die reden niet zo’n hoge dunk van de ‘deskundigheid’ van Cramer. Met adviseren, faciliteren en managen verwerf je wel een zekere ‘deskundigheid’, maar dat geldt voor Sjoerd Slagter en Luc Stevens precies zo.
Vooruit dan maar, omdat het zo’n aardig interview was.
Jacqueline Cramer
1951 geboren
1970-76 Studeerde cum laude af. Biologie aan de Universiteit van Amsterdam.
1976-89 Universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam
1985-87 Voorzitter Vereniging Milieudefensie
1989-99 Senior onderzoeker bij TNO
1990-96 Hoogleraar milieukunde bij de UvA
1996-99 Hoogleraar milieumanagement aan de Katholieke Universiteit van Brabant
1999-2005 Hoogleraar duurzaam ondernemen Universiteit van Utrecht
199602007 Consultant milieumanagement bij bedrijven als Philips, Akzo Nobel en via een eigen adviesbureau.
Vanaf 2007 Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer
Wel een staat van dienst.
Citaat:“Ik heb echt geleerd en laat me niet zomaar aan de kant zetten.”
Cramer niet negatief….
Ze meent het echt als ze zegt dat politici de burger niet meer als kleine kinderen kunnen behandelen. Eigenlijk zegt ze met zoveel woorden dat de burger het soms zelfs beter weet dan de politicus en in de meeste gevallen evengoed.
Maar die gloeilampen moet ze wel terugdraaien:-)
Waar ligt Schiphol toch?
Van Dam doet er nog een schepje bovenop.
Zie: Waar ligt Schiphol toch? (klik)
10% uitgelezenen van vroeger tegenover 90% CITO’ers nu
Ook ik heb het artikel in “de Volkskrant” van afgelopen zaterdag niet kunnen lezen. Maar in het verhaal “Waar ligt Schiphol toch” worden de leerlingen van de kleine groep die voor het oudewetse Gymnasium of de HBS werd opgeleid en getrained werd dmv “de Toetsnaald” vergeleken met ALLE leerlingen die de CITO-toets afleggen. Om echt het niveau van de basisschool met dat van de Lagere School te kunnen vergelijken zouden we moeten weten tot welke prestaties de overige 90% van de leerlingen van de lagere School in staat was.
Seger Weehuizen
de kelder van Paul van Dam
Natuurlijk, lekker sappig, dat stuk van Paul van Dam in De Volkskrant van 5 december. Maar er mag wel iets meer context bij. In de strenge winter van 1956 (scholen gesloten, kolentransport vanuit Limburg niet meer mogelijk) werden de laatste kooltjes gestookt om een plukje zesdeklassers voor te bereiden op toelatingsexamen en proefklas voor HBS resp. gymnasium. De hoofdonderwijzer had mijn ouders overgehaald mij voor het gymnasium op te geven, zij hadden geen idee wat dat betekende, maar mijn moeder kende die school van de buitenkant wel omdat zij vlakbij een dienstje had gehad. In die proefklas was het voortdurend spitsroeden lopen, twee weken lang. Ik was verbijsterd dat de helft, DE HELFT, van de kandidaten werd afgewezen, waaronder heel wat kinderen uit de plaatselijke maatschappelijke bovenlaag (die konden het een jaar later opnieuw proberen). Hoewel ik me bijna een leven lang met selectie in het onderwijs heb bemoeid, vind ik het lastig om zicht te krijgen op deze overgangssituaties in de vijftiger jaren, waar ik nota bene zelf bij ben geweest. Er is een uitvoerige studie over geschreven: Stellwag (1955). Selectie en selectiemethoden. Wolters. In bijlage VII acht persoonlijke verslagen over de voorbereiding op het toelatingsexamen (scholen waren er vrij in om dat zelf te regelen, er was geen landelijk examen). Stellwag gaat in enkele hoofdstukken in op stil-lees-vragen uit de toelatingsexamens. Zij gebruikt boekjes: Naar Gymnasium, Lyceum en H.B.S.!, met opgaven van toelatingsexamens voor de jaren 1949-1953 verzameld door A.M. Polderman. Er zijn ook vooroorlogse uitgaven onder deze titel, door J.C. Hotzappel en J. Nauta, waarvan twee exemplaren in de collectie van de KB. Dit zijn dus andere collecties dan die van De Toetsnaald. Het mag ondertussen duidelijk zijn dat dit alles weinig heeft te maken met het gemiddelde niveau van het lager onderwijs, maar alles met de macht van VHMO-scholen om te selecteren (Thorbecke heeft dat niet kunnen tegenhouden).