Opmerkingen bij de achteruitgang van het onderwijs: vreemde talen

Voorbeeld: vreemde talen VWO

3.2. woordenboek bij Fries, moderne vreemde talen en klassieke talen (examenblad.nl 2008)
Officiële Regel:
Bij Fries en de moderne vreemde talen is een woordenboek vanuit én een woordenboek naar de moderne vreemde taal c.q. Fries toegestaan, in één band of in twee afzonderlijke delen. Een woordenboek naar de vreemde taal is bij examens zonder schrijfvaardigheid (alle talenexamens havo en vwo) niet erg zinvol maar ook niet verboden.

1. Dit toegestane gebruik van het woordenboek lijkt me nu juist uiterst zinvol. Het gebruik van een woordenboek is bijvoorbeeld zeer nuttig bij het maken van multiple choice vragen. Als je een kernwoord niet kent kan je immers überhaupt de vraag niet beantwoorden.
Het gebruik van een woordenboek is toegestaan omdat de kandidaten anders het examen helemaal niet kunnen maken. Zegt iets over het peil.

2. Een eindexamentekst multiple choice test alleen de handigheid die de kandidaat heeft in het maken van multiple choice vragen.
Een goed resultaat bewijst niet dat de kandidaat iets van de tekst heeft begrepen.
Maar multiple choice blijft gehandhaafd omdat het makkelijk nakijken is en makkelijk om een ‘handige’ norm te bepalen zodanig dat een groot deel van de kandidaten een voldoende kan halen.

3.Multiple Choice vragen zijn volstrekt idioot: Heeft u wel eens een keus uit vier nagenoeg gelijke mogelijkheden moeten maken in het leven van alledag?

4. Schoolonderzoeken zijn zeer subjectief en de resultaten ervan vallen nogal eens voordeliger uit dan de resultaten van het centraal schriftelijk. Zegt ook iets over het peil van het onderwijs.

4. Soms wordt er op scholen in een vierde klas slechts één uur per week onderwijs in een moderne vreemde taal gegeven. Een vrij zinloze exercitie die het peil niet ten goede komt.

16 Reacties

  1. Niet helemaal
    Ben het niet met alles eens. Wel met de bewering dat het niveau gedaald is overigens. In mijn tijd (1992) bestond het CSE moderne vreemde talen ook al uit meerkeuzevragen over teksten. Een woordenboek was toen nog niet toegestaan, meen ik. Collega’s hoor ik de laatste jaren regelmatig over VWO-examens Frans, Duits, Engels zeggen “dit was vroeger een havo-tekst”. Tevens vraag ik me af of leerlingen voor het schoolexamen tegenwoordig nog op alle scholen (bij Frans 2) in het Frans een mondeling moeten doen over een lijst Franse boeken.

    Maar bij je opmerkingen zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen:

    1. Volgens mij bedoelen ze dat een woordenboek Nederlands-Engels niet erg zinvol is bij het maken van zo’n tekst. Een woordenboek Engels-Nederlands is dat uiteraard wel.

    2. Ik geloof wel dat meerkeuzevragen tekstbegrip kunnen toetsen. Wie een tekst niet begrijpt, haalt op zo’n examen geen voldoende. Natuurlijk helpt het om een zekere handigheid te hebben in het maken van meerkeuzevragen. Maar m.i. zegt het behaalde cijfers wel degelijk ites over de mate van tekstbegrip.
    (Overigens zitten er in de huidige ’tekstverklaren-examens’ ook een paar open vragen, geloof ik. Dat was in mijn tijd nog niet zo.)

    • Proef op de som
      Het lijkt mij mogelijk om de niveaudaling bij een moderene vreemde taal vast te laten stellen door buitenlanders de (ook in tijd) gerandomiseerde eindexamenteksten HAVO en VWO van de afgelopen twintig jaar te laten “maken”. Als de proefpersonen vooral de VWO-examens van de laatste 5 jaar als gemakkelijk kwalificeren en sommige VWO-examens uit dat tijdvak ten onrechte bij de HAVO-examens onderbrengen is voor de desbetreffende taal de niveaudaling overtuigend aangetoond. Zelf biedt ik mij aan als proefkonijn (Ik ben weliswaar geen buitenlander maar ik heb nog eindexamen gedaan in de tijd dat men (alleen maar) een tekst in een vreemde taal in goed Nederlands moest vertalen)
      Seger Weehuizen

      • Proef op de som
        Op het eerste gezicht lijkt dat wel een goed idee. Maar het zou, denk ik ook zinvol zijn om na te gaan in welke mate de normering zich heeft aangepast c.q. soepeler is geworden.

        Overigens zal de moeilijkheidsgraad bij de verschillende vreemde talen (sterk) van elkaar kunnen verschillen.
        Ik heb laatst het eindexamen Russisch 2008 gemaakt. Dat betrof zeer moeilijke teksten. Kandidaten zonder woordenboek zouden hier absoluut niet zijn uitgekomen. Hoe zinvol is zo’n soort examen?
        IK vraag me ook af hoeveel kandidaten dat examen hebben gemaakt en wat voor type kandidaat dit geweest is.

        Fred de Haas

  2. Volstrekt idioot?
    “1. […]Het gebruik van een woordenboek is toegestaan omdat de kandidaten anders het examen helemaal niet kunnen maken. Zegt iets over het peil.”

    Wat zegt dit precies over het peil?

    “2. Een eindexamentekst multiple choice test alleen de handigheid die de kandidaat heeft in het maken van multiple choice vragen. Een goed resultaat bewijst niet dat de kandidaat iets van de tekst heeft begrepen.”

    Als het gaat om goede MC-vragen en -antwoorden is dat naar mijn mening wel degelijk het geval. De kwaliteit van de vragen en antwoorden is hierin uiteraard bepalend.

    “3.Multiple Choice vragen zijn volstrekt idioot: Heeft u wel eens een keus uit vier nagenoeg gelijke mogelijkheden moeten maken in het leven van alledag?”

    Ja, ik maak geregeld de keuze uit vier nagenoeg gelijke mogelijkheden in het leven van alledag. Kies bijvoorbeeld eens een nieuw telefoonabonnement dan wel een digitale camera of – komt veel vaker voor – een pot pindakaas of een zakje salade. De verschillen tussen die diensten of producten zijn vaak subtiel. Goede MC-vragen (of beter gezegd: goede MC-antwoorden) zijn even subtiel als dat soort verschillen.

    Terzijde: waarom vindt u MC-vragen “volstrekt idioot”? Deze kwalificatie komt op mij nogal overdreven over maar u kunt er ongetwijfeld een onderbouwde toelichting op geven.

    “4. [moet 5 zijn, MH] Soms wordt er op scholen in een vierde klas slechts één uur per week onderwijs in een moderne vreemde taal gegeven. Een vrij zinloze exercitie die het peil niet ten goede komt.”

    Hoe vaak is soms?

    • uw reactie
      ad 1
      Dat zegt iets over de verminderde passieve woordkennis (om over de actieve maar niet te spreken).
      ad 2
      IK heb jarenlang mijn eindexamenleerlingen ondervraagd over de tekst nadat ze met goed gevolg een MC test hadden gedaan. De conclusie was dat ze vaak (vraag s.v.p. niet HOE vaak) de tekst maar half hadden begrepen. En half is dus helemaal niet.
      ad 3
      Uw voorbeelden zijn vergelijkingen tussen appels en peren
      ad 4
      Ook deze constructie heb ik jarenlang meegemaakt. Maar misschien heeft u andere ervaringen. Gelukkig dan maar.

      Fred de Haas

      • “ad 3
        Uw voorbeelden zijn

        “ad 3
        Uw voorbeelden zijn vergelijkingen tussen appels en peren”

        Kan zijn, maar het tenminste concrete voorbeelden en geen generalisaties. Graag verneem ik trouwens op welk punt u mijn vergelijkingen mank vindt gaan.

        Ter illustratie: bij de Bedrijfseconomie-methode die ik gebruik zit een oefen-CD. Deze bevat MC-vragen, niet alleen over de theoretische kennis maar ook bij rekenopgaven moet de leerling een keuze maken. De vragen en antwoorden zijn zodanig geformuleerd dat de leerling niet alleen te horen krijgt of een antwoord goed of fout is, maar ook *waar* de fout zit. Vervolgens kan hij/zij naar het goede antwoord waarbij de correcte berekening staat. Steeds vaker ontdekken leerlingen die Bedrijfseconomie “heel moeilijk” vinden dat het geregeld gebruiken van deze oefen-CD uitstekend werkt. Het blijkt dan ook dat ze de stof na gebruik van deze CD beter begrijpen dan voorheen – sterker nog: ze kunnen de stof vaak aan hun klasgenoten uitleggen! Op die gronden ben ik zeker geen tegenstander van MC-vragen. Het moet echter niet de enige vraagvorm zijn.

        “ad 4
        Ook deze constructie heb ik jarenlang meegemaakt. Maar misschien heeft u andere ervaringen. Gelukkig dan maar.”

        Ik heb hiermee helemaal geen ervaring, maar woorden als “soms” of “heel vaak” leiden bij mij altijd tot de vraag “hoe vaak is dat?”.

        • Appels en Peren, anders
          Bij een oefen-CD lijkt het mij heel goed als de antwoordenopties erg op elkaar lijken. Bij verkeerd aanklikken kan dan ontdekt worden dat de leerling het betreffende stuk lesrstof maar half begrepen heeft. Het belangrijkste is dat hij door een goede uitleg daarna dat leerstofdeel helemaal begrijpt. Maar op een examen wordt de leerling bij dezelfde vragen beoordeeld alsof hij zelfs niks weet van dat onderwerp.
          Seger Weehuizen

        • uw voorbeelden zijn
          Het probleem is, denk ik, dat we vanuit verschillende vakdisciplines praten. Ik neem onmiddellijk van u aan dat MC vragen in uw vakgebied (economie) er anders uitzien en misschien wèl nuttig zijn.
          IK ga uit van het onderwijs in vreemde talen. Ik blijf erbij dat MC vragen (zeker als er meer dan twee keuzes zijn in één vraag) voor het testen van tekstbegrip idioot zijn. Maar stoor u niet aan het gebruik van het woord idioot.
          Ik zal er op letten dat het altijd duidelijk is voor de lezer op welk vakgebied een bepaald commentaar slaat.
          Bovenstaande verklaart ook de appels en de perenvergelijkingen. Ik denk dat ook hier sprake is van verschillende uitgangspunten.

      • Examen algemene leesvaardigheid
        Ik heb ooit de opmerking gelezen dat het beantwoorden van MC-vragen bij het aan onze taal verwante Duits neerkomt op een intelligentietest of op het meten van iemands leesvaardigheid in het algemeen. Een heel ander aspect dus van het verklaren van een Duitse tekst in het algemeen en met behulp vam Multiple Choice vragen in het bijzonder. Snijdt die opmerking hout?
        Seger Weehuizen

          • Achteruitgang
            Hi Fred,

            Ik leerde ooit op de HAVO:

            mijns, zijns, onzes (ons) inziens

            Inderdaad, er is een achteruitgang waar te nemen.

            Met vriendelijke groet,

            Een HAVIST (oude stijl)

          • Achteruitgang
            Ja, zeg….!
            Je hebt op een goede Havo gezeten, mijns inziens.
            Saludos
            Fred

          • Achteruitgang
            Hi Fred,

            Nee, het onderwijs was 25 jaar geleden gewoon beter.

            Iedere week een so’tje (x 6 vakken) en een berg huiswerk…

            L@terrrr

            De HAVIST

            PS De leraren waren volgens mij ook beter opgeleid, althans, bij ons hadden ze allemaal een echte (academische) titel.

          • examens in het moderne onderwijs moderne vreemde talen
            Weliswaar ben ik niet meer als talendocent werkzaam maar wil ik toch mijn zegje doen over het niveau tot zo’n 2 jr geleden.
            Terzijde wil ik opmerken dat ik bijna 25 jr als dusdanig werkzaam ben geweest en denk te weten waar ik over praat.
            Het is de bedoeling dat een leerling uit de context de betekenis leert opmaken van een woord dat hij/zij niet kent. Dat is heden ten dagen nog steeds het geval, want als een leerling veel woorden niet kent, zal hij/zij niet voldoende tijd hebben om het examen af te krijgen. Het gebruik van het woordenboek dient beperkt te worden tot die woorden die niet tot het basisvocabulaire horen.
            Tegenwoordig komen bij de examens ook open vragen voor en die moeten dan in het Nederlands worden beantwoord. Aangezien het merendeel van de havo-leerlingen maar ook nogal wat VWO-leerlingen het Nederlands onvoldoende beheerst zijn veel leerlingen niet in staat een adequaat antwoord te geven.
            Natuurlijk moet je ook kennis van de grammatica hebben om een tekst goed te kunnen lezen. Deze kennis hoor je goed te leren bij Nederlands. Aangezien dit tegenwoordig een ondergeschoven kindje is, kan een leerling een tekst niet voldoende lezen.
            Als teveel leerlingen slecht gescoord hebben voor het examen wordt de normering aangepast door het Cito.
            Er is dus niet alleen sprake van onvoldoende kennis bij het moderne vreemde talenonderwijs, maar zeker ook bij het Nederlands. Dus laten we daar beginnen en dat begint met een goede opleiding op de PABO, want leraren die zeggen “hun hebben” zijn geen goed voorbeeld voor de leerlingen.
            En zo komt de cirkel nooit meer rond, tenzij we met spoed de minister van onderwijs krijgen die begrijpt wat het probleem is en daar het nodige aan wil doen.

Reacties zijn gesloten.