Moeilijk lerenden verdwalen op ROC

‘Moeilijk lerende kinderen vallen buiten boot’, kopt BN/DeStem vandaag boven een artikel over jongeren die zeer moeilijk leren, maar toch naar een gewoon ROC moeten. Een bezorgde ouder in een brief aan minister Ronald Plasterk: ‘Mijn zoon zal het niet redden op die onpersoonlijke leerfabriek van het ROC. Een ouder: ”

———————————————————————

“Ouders en schoolbestuurders maken zich grote zorgen om zeer moeilijk lerende jongeren vanaf zestien jaar die vervolgonderwijs op mbo-niveau voortaan op de gewone ROC’s moeten volgen.

De overheid streeft sinds een aantal jaren naar integratie van ‘mensen met een vlekje’ in de gewone maatschappij. Maar daardoor is het bijvoorbeeld voortaan niet meer vanzelfsprekend dat jongeren met verschillende beperkingen (zoals bijvoorbeeld autisme, dyslexie, motorische handicaps, adhd) tot hun achttiende op een school voor speciaal voortgezet onderwijs blijven. We hebben het dan onder meer over zogeheten REC-4 scholen, bedoeld voor kinderen met ernstige leer- en gedragsproblemen. Tot nu toe konden deze leerlingen op zo’n REC-4 school een speciale vorm van mbo-onderwijs volgen, maar de overheid wil dat ook deze groep zwakke leerlingen zo spoedig mogelijk doorstroomt naar het regulier onderwijs.

De REC-4 scholen zijn gedwongen samenwerking te zoeken met ROC’s omdat ze onvoldoende geld hebben om alle mbo-opleidingen zelf aan te bieden.

Dat zegt Stan Hofkes, bestuurder van Stichting ’t Driespan waaronder de veertien West-Brabantse en Zeeuwse REC-4 scholen vallen. Maar de vraag is of de leerlingen waar het om gaat – in Zeeland en West-Brabant naar schatting ettelijke tientallen – het daar redden. Ouders en schoolbestuur hebben bedenkingen, zeker als ze kijken naar de hoge uitval van normaal begaafde kinderen op het ROC. Volgens Hofkes spant zijn school zich behoorlijk in om de overgang zo soepel mogelijk te maken.

Zo is met het ROC West-Brabant bijvoorbeeld afgesproken dat de Driespan-leerlingen voor toelating, gescreend worden om te kijken hoe groot de kans op succes is. “Daarnaast overwegen we in individuele gevallen trajectbegeleiders aan te stellen om de leerlingen te ondersteunen. Maar ergens houdt onze verantwoordelijkheid op.”

En dan nog blijven de twijfels. Sommige ouders vrezen dat de toekomst van hun kind in gevaar komt door het doorstroombeleid. “De kinderen zitten nu in een superveilige omgeving, krijgen les in kleine groepjes, gaan met de taxi naar school, kunnen niet zelfstandig leren en krijgen veel extra begeleiding en aandacht. En die moeten naar die onpersoonlijke ROC-leerfabrieken, waar veertig procent van de normale kinderen het al niet redt? Dat zal voor veel van deze kwetsbare kinderen helemaal fout gaan”, zo schreef een van die ouders een paar weken geleden aan onderwijsminister Ronald Plasterk.

Terwijl het ministerie van Onderwijs nog nadenkt over een reactie, laat gehandicaptenorganisatie MEE West-Brabant weten dat een groeiend aantal jongeren met een beperking problemen heeft met scholing en opleiding. Teamleider Ria van Roy: “Je zag het eerst bij jonge kinderen, nu speelt het ook bij het voortgezet onderwijs. De groep die net te goed is voor het speciale en net te slecht voor het reguliere onderwijs valt steeds vaker buiten de boot.”

Het ROC West-Brabant denkt dat de instroom van REC-4 leerlingen geen probleem is. “Ze hebben een persoonsgebonden budget waarmee ze extra ondersteuning kunnen inkopen. Wij hebben geen signalen dat dat niet lukt”, zegt woordvoerster Arianne Verhaegh.

>>Bezorgde ouder schrijft brief naar minister Ronald Plasterk: ‘Mijn zoon zal het niet redden op die onpersoonlijke leerfabriek van het ROC.

13 april 2007
bron

19 Reacties

  1. Bekijk deze filmpjes
    Bekijk deze filmpjes. Klik op “Zo zit een dossier in elkaar”, onderaan de pagina. Dan kan iedereen weer gerust slapen.

    • serviceadviseur mobiliteitsbranche?
      Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? ServiceadviseuServiceadviseur mobiliteitsbranche? r mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche? Serviceadviseur mobiliteitsbranche?

      Nee herhaling helpt niet. Ik begrijp er nog steeds niks van. Zodra dergelijke termen naar voren komen stop ik. Kennelijk heeft men niet de behoefte om me iets duidelijk te maken, maar om me te belazeren.

      • Even lezen 21_3_45
        Wat vind je van het dossier “Innovam” Service-adviseur mobiliteitsbranche ? Klik op ‘Beschikbare dossiers”. Er is veel werk verzet, dat kun je niet ontkennen. Overigens er zit een – tussen service en adviseur, dat leest wat gemakkelijker.

    • Juich: ze zitten allemaal op dezelfde
      manier in elkaar! Ja, vind je het raar als er één bedrijf achter zit die zijn sjabloontjes heeft lopen pluggen. Powered by SLH.

      • Dat leest wel lekker weg
        Dat leest wel lekker weg, heel anders dan leerlingen gewend zijn met al die verschillende leraren. De een schrijft op het bord, de ander dicteert, een derde heeft van die oude, stinkende stencils, een vierde heeft een cd-rom, een vijfde een eigen website. Dan zijn er ook nog die wat op de ELO pleuren. Je wordt er doodziek van als leerling. Eindelijk duidelijkheid.

    • Beroepsbeschrijving Docent VO. Diploma -nihil-, Branche -nihil-
      De docent heeft een dienstverlenend beroep waarin hij in opdracht van zijn klanten gespecialiseerde werkzaamheden uitvoert aan de hersenen en het gedrag van kinderen en soms oren en gebit inspecteert. Hij voert ook opvoedkundige behandelingen uit. Soms werkt de docent als zelfstandig ondernemer en in de meeste gevallen zonder personeel. Soms is de docent in dienst van een bedrijf waar kinderen gehouden worden. De docent verzorgt en/of behandelt hersenen en gedrag van leerlingen. Hij doet dat preventief ter voorkoming van problemen, of curatief om bestaande problemen op te heffen. Daarnaast geeft de docent advies aan eigenaren van kinderen over het voorkomen van problemen op zijn vakgebied, de verzorging van de kinderen en eventuele gewenste nazorg. Indien nodig verwijst hij de klant met zijn kind door naar een arts of andere specialist. Hij onderhoudt een relatienetwerk met klanten en deskundigen. Tijdens zijn werkzaamheden is de docent alert op de veiligheid en op het welzijn van de kinderen. Hij heeft een klantgerichte en pro-actieve houding, met voortdurende aandacht voor kinderwelzijn. Over de uitvoering van de opdracht legt hij verantwoording af aan de opdrachtgever. Als kleine man is hij best wel niet wel toch verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijfsvoering. Maar daar wordt binnenkort iets aan gedaan.

      • Gezien in een
        Gezien in een personeelsadvertentie van een VO school in Leiden:
        ‘Enthousiasme is belangrijker dan bevoegdheid’
        Zo diep zijn we gezonken. Dit kan bij geen enkel ander academisch beroep. En nog grijpt de Inspectie niet in…

        • Geef eens commentaar op “Onderwijsassistent”
          Geef eens commentaar op de beschrijving in het dossier van het beroep onderwijsassistent.
          Beschikbare dossiers, kies OVDB—>onderwijsassistent.

          • Maar dat is toch fantastisch, zo’n onderwijsassistent
            Wat is het toch mooi dat we het wezen van de mens en al zijn activiteiten, ik herhaal alles wat aan de mens vast en los zit, op aantal sheets weten vast te leggen, zodat die onderwijsassistent degene(n) die hij assisteert naar ongekende hoogten weet op te tillen. Het moet niet alleen mogelijk zijn het dna van de mens, maar ook alles waartoe hij in staat is in filmpjes in dossiers, in portfiolo’s en verder alles wat maar denkbaar is, te beschrijven, zodat God de Vader als het ware over een backup van de mensheid zal beschikken. En als die mensheid ooit ten onder zal gaan, zal de Heer zijn filmpjes, dossier, boekwerken, cd-roms enz uit de kast trekken en zo de mens weer terug halen op een moment dat hem dat schikt.
            Het heeft God de Vader overigens wel een aardige bom duiten gekost om zijn eigen assistenten dat allemaal te laten bedenken en te laten formuleren.
            Maar stel nu dat God de Vader ook door een ramp om het leven komt. Wordt het hoog tijd dat We een geniale groep mensen ook het God-dossier laten samenstellen, zodat We dat te zijnertijd, mocht God plotseling dood blijken te zijn, weer kunnen gebruiken om hem te laten reanimeren.
            Dat veronderstelt overigens dat wij tegen die tijd er ook nog zijn. Wie wil een dossier van Ons samenstellen? Het is dringend!

          • Kwaliteit? Wat is dat?
            Maar natuurlijk niet. Als je wilt verhullen dat het niet om kwaliteit gaat, is het nuttig om duizenden lege woorden te gebruiken zodat de buitenstaander onder de indruk is en niet zal zien dat de keizer geen kleren aan heeft. Die enorme berg woorden suggereert dat je het werkelijk over iets hebt, maar als je het terugleest, staat er inderdaad niets.
            Eenvoud is kenmerk van het ware.

          • Leeg
            Ik heb het doorgelezen gp61. Er staan een heleboel woorden, maar wat heb je hieraan als je een opleiding voor onderwijsassistent op wilt zetten? Wat heb je hieraan als je als school wilt beoordelen of iemand geschikt is om als onderwijsassistent aangenomen te worden?

            Er staat lijkt het helemaal niets in dat toetsbaar is.

            Ook opvallend: er is overleg gevoerd met vakbonden en bestuurders van scholen over dit kwalificatieprofiel, maar niet met onderwijsassistenten zelf.

            En dit is dus waar het hele MBO op gebaseerd moet gaan worden?

            Dit broddelwerk moet zo snel mogelijk de prullenbak in. Toetsbare eindtermen, die moeten we hebben.

          • Ervaring
            Ik heb hier ervaring mee en ik moet zeggen: it’s not my cup of tea. Anderen kunnen dat beter, ik bedoel het formuleren van competenties, het aanbrengen van niveaus (mis ik die hier ?) enz. Maar als je dan de hele santekraam op papier hebt staan, of in de computer, komt het er op aan je onderwijs hier op in te richten en aan te geven welke competenties op welk niveau in jouw studie-onderdeel aan bod komen. Vervolgens dienen de studenten daar rekening mee te houden in hun competentie-ontwikkeling.

            Nou vergeet het maar, dat lezen die studenten niet allemaal, laat staan dat ze bereid zijn om hun studieloopbaanontwikkeling te plannen met POP’s en PAP’s, de brave broeders niet te na gesproken.

            Het was een heidens karwei en het rendement was 0,0.

            We zijn bezig de brief van Vliegenthart te fileren. Dit kwalificatiedossier lijkt me ook een onderwerp. Het is te simpel het af te doen met “broddelwerk”. Er wordt aangegeven met wie overleg geweest is, wie er aan meegewerkt hebben enz. Kunnen we die mensen/instanties niet eens benaderen met de vraag hoe dat gegaan is ? In ieder geval moet dat in het Parlementair Onderzoek aan bod komen, lijkt mij.

          • Vroeger dacht ik dat het aan
            Vroeger dacht ik dat het aan mij lag als ik dergelijke teksten niet kon volgen. Nu weet ik zeker; de opsteller deugt niet. Ben ik toch iets slimmer geworden?

          • Je mag blij zijn dat …
            Je mag blij zijn dat Plasterk gewoon zal zeggen dat hij het niet begrijpt als hij het niet snapt (zei hij). Kunnen we nog wat beleven.

        • Nog erger: ‘enthousiasme’ is
          Nog erger: ‘enthousiasme’ is een eufemisme voor slaafsheid… Een ‘enthousiaste’ docent blijft blijmoedig alles slikken wat de directie hem door de strot duwt. Die bevoegden zijn maar lastpakken…

Reacties zijn gesloten.