Mijn visie…

“Steeds meer Nederlandse kinderen naar Belgische scholen en ze vinden het (meer gedisciplineerde) onderwijs beter dan in Nederland”

Dit gegeven is weer een bevestiging van wat ik altijd heb geoppert : met het ‘oude’ onderwijs was niets mis mee. Misschien niet perfect, maar dat is geen enkele onderwijsvorm. Maar wel goed en degelijk.

Met het ‘oude’ onderwijs kreeg je naast een gedegen vakinhoudelijke kennis (breed en diep) tevens een stuk discipline aangeleerd. Ook normen en waarden zoals respect voor anderen. Klinkt misschien allemaal oubollig, maar ik ben nog steeds blij dat ik heb mogen ‘genieten’ van dat traditionele onderwijs . Dat vond ik destijds als tiener natuurlijk niet, maar nu ben ik er blij om.
Mijn generatie en de generaties voor mij zijn over het algemeen goed terecht gekomen. We hebben kennis, discipline, normen en waarden aangeleerd gekregen. Met de kennis hebben we een bepaald abstartieniveau bereikt waardoor we vrij eenvoudig kunnen
inspelen en aanpassen aan veranderingen. Denk bijvoorbeeld aan de ICT-ontwikkelingen. Weinig collega’s hebben moeite gehad met het gebruik van de computer toen deze zijn intrede deed.. Een paar lesjes of zelfstudie en je had een aantal belangrijke vaardigheden vrij snel onder de knie.
Dit is slechts een eenvoudig voorbeeld maar er zijn tal van andere te bedenken.

Waarom moet het nu anders ? Het argument van veel vernieuwers is dat de maatschappij en de gemiddelde student verandert.
Waanzin ! De maatschappij heeft zich altijd ontwikkeld. Toch heeft het oude/traditionele onderwijs eeuwen stand gehouden. En dankzij dat oude/traditionele onderwijs heeft de maatschappij zich kunnen ontwikkleen tot wat het nu is, een met veel welvaart en welzijn.

De zogenaamde vernieuwers maakten deel uit van de ‘vrijgevochten generatie’ uit de jaren ’60. Schoppen tegen de conservatieve waarden en normen en tegen de gevestigde ortde. Deze generatie is nu aan de macht bij allerlei instituties zoals de ambtenarij van ministeries, bij onderwijsorganisaties, bij schoolbesturen, enz.

Hun denkbeelden van toen werken door in de beleidsvoornemens en de uitoefening daarvan, zoals bijv. het beruchte HNL of het (iets minder beruchte) CGO (Competentiegericht Onderwijs).
Studenten zouden onder deze onderwijsvormen bijvoorbeeld meer vrijheid en zelfstandigheid moeten krijgen om hun studie in te richten.
Leuke competenties, alleen of ze dit straks in een bedrijf ook mogen toepassen is nog maar de vraag. De vrijheid is dan vaak nog maar zeer beperkt.

Ik maak er misschien een karikatuur van, maar het gaat mij om de essentie. Waarom moest het traditionele onderwijs op de kop, terwijl het in principe altijd goed heeft gewerkt ? Het is onzin om te zeggen dat, als de maatschappij verandert, het onderwijs moet mee veranderen.
Misschien moet het juist een baken zijn van kennis/waarden/normen waar men op terug kan vallen. Vernieuwers die zeggen dat kennis is op te zoeken via google of wikipedia, en dus niet direct hoeft te worden geleerd, slaan de plank volledig mis. Juist het opdoen van kennis leidt tot inzichten en een bepaald abstratieniveau. Alleen het opzoeken van kennis leidt slechts tot reproductie.

Let wel, ik ben geen tegenstander van vernieuwing. Ook bij het CGO zitten enkele goede elementen. Alleen die elementen zaten voor het meerendeel ook in het traditionele onderwijs, alleen kregen docenten nooit de tijd om die toe te passen. Geef de docent weer de tijd om lessen goed voor te bereiden. De lessen kunnen dan (nog) boeiender worden .

Hopelijk is het nieuwsbericht van vandaag een duidelijk aanvullend signaal voor de beleidsmakers en vernieuwers, dat het ‘oude’ onderwijs misschien zo gek niet was.
Nu is het chaos, voor docenten maar zeker ook voor studenten. Ik hoop dat deze generatie studenten geen marionetten worden, werknemers die weliswaar zelfstandig kunnen werken, maar alleen als ze worden aangestuurd.

Wat is jullie mening ??

26 Reacties

  1. Breeduit in het NOS-journaal
    De enorme stijging van Nederlandse leerlingen in het Belgisch onderwijs werd gelukkig zeer breed uitgemeten in het NOS-journaal van vandaag. Ook de redenen werden goed benoemd. De kinderen werden geïnterviewd, uiterst tendentieus door Peer Ulijn, maar ze bleven standvastig. Wij vinden al die strenge juffen lief en het leren fijn.
    Heerlijk!

    • Wat wellich nog even had
      Wat wellich nog even had kunnen worden aangestipt: er is nog geen Belgische leerling op een Nederlandse school ontdekt!! (wel op de TU in Delft overigens, maar dat komt omdat er in Belgie geen richting Luchtvaart en Ruimtetechniek is).

  2. Niet streng maar duidelijk
    ik ben misschien wel een oude meester, maar mijn leerlingen zeggen nog u tegen mij, zowel de ouders als de leerlingen hebben daar geen problemen mee.

    Een klas is een kleine leefwereld op zich, ik zei eens tegen de leerlingen (8/9 jaar), “Ik ben wel streng he”, “nee” riepen de meesten, een leerlinge zei tegen mij “u bent niet streng meester, u bent duidelijk” en dat vond ik een groot compliment.

    Een andere keer vroeg ik of een leerling die heel vervelend was straf verdiende, nou ze kwamen met de meest strenge straffen, “een maand niet mee naar gym”, “rekenen als wij tekenen” en nog meer van dit soort maatregelen.

    Mijn straf was dat de leerling moest beloven om niet meer zo vervelend te zijn en beter zijn best te doen en dat moest hij niet alleen aan mij beloven maar ook aan zijn mede leerlingen, want die hadden ook last van hem. Nou ja of het nu een straf was weet ik niet, wat ik wel weet is dat ik maanden geen last van hem heb gehad, ik hoefde alleen maar even te wijzen op zijn belofte en hij ging als een speer aan het werk……….

    Ik ben het dus helemaal met je eens Ovattion !!

    Joao

  3. werk voor gogen, logen en politici en buit voor aasgieren
    Al die onderwijskundigen moeten zich waar maken. Politici willen scoren. Schoolbestuurders willen door alles op zijn kop te zetten de buitenwereld overtuigen dat ze hun hoge salaris waard zijn. Dat lukt niet door vast te stellen dat het ouderwetse onderwijs optimaal was. Optimaal betekent niet het best denkbare maar het best mogelijke. Het gaat er om hoe je bij een gegeven budget tot de beste resultaten komt. Daaruit is het traditionele onderwijs voortgekomen. Wat echt nieuw is zijn de mogelijkheden van de computer. Daarmee experimenteren is terecht. Handig om dingen op te zoeken die goed aansluiten bij de door de leerling verworven kennis en zijn daarbij verkregen inzicht. Het grootste probleem van onderwijs is dat er problemen gemaakt moeten worden om probleemoplossers aan het werk te kunnen houden. Een ander groot probleem is het oneigenlijk gebruik dat politici van het onderwijs willen maken om de maatschappij te hervormen. Het laatste probleem is dat er mensen zijn die baat hebben bij chaos en ondoorzichtigheid.
    Seger Weehuizen

  4. De drie R’s
    ‘Er zijn hier veel meer maatregelen’ was het antwoord van een meisje op de plagerige vraag van de reporter of dat nu juist niet vervelend was om in een rij vanaf het schoolplein naar de klas te moeten en al dat strenge gedoe op die Belgische scholen.
    ‘Néé, juist niet’, riepen de kindertjes in koor.
    Ze snakken weer naar Rust, Reinheid en Regelmaat.
    Dat is een ‘gouwe ouwe’:)

    • Kinderen zijn als jonge hondjes.
      Als ze over de grens gaan en geen correctie tegenkomen gaan ze verder met proberen. Dat ervaren wij in Nederland.
      In Belgie worden ze op tijd gecorrigeerd.
      Daarnaast geven kinderen graag en zeker voor de televisie sociaal wenselijke antwoorden. Deze leuke lieve kindertjes van ’n jaar of 10 slopen met hetzelfde gemak ’n leerkracht als er niet op tijd ’n grens aangegeven wordt.
      Als Nederlandse basisscholen deze duidelijkheid ook voorop zouden stellen voor de kinderen, dan waren er aanzienlijk minder onderwijsproblemen. Alleen is het dan wel noodzakelijk dat ouders ook grenzen stellen. En daar is helaas in het verleden, langzaam de klad in gekomen.

      • WSNS in Finland
        Het Finse comprehensieve systeem vond zijn oorsprong
        in de jaren zeventig en in de jaren negentig
        kregen ook kinderen met een handicap via inclusie
        toegang tot het gewone onderwijs. In aparte scholen
        voor speciaal onderwijs zitten op dit moment zo’n
        2 % leerlingen; de andere kinderen met speciale
        onderwijsbehoeften gaan naar gewone scholen,
        maar verblijven de meeste tijd in aparte klasjes. Tijdens
        de geplande schoolbezoeken bezochten we zulke
        klasjes met maximaal 10 leerlingen; ze werden begeleid
        door een tweetal leraren bij het leren van de
        basisvaardigheden lezen, rekenen en schrijven. We
        zouden dus eerder over ‘LAT’-inclusie – learning
        apart together – dan over echte inclusie kunnen
        spreken. Voor muzische vakken, wereldoriëntatie e.d.
        mochten ze wel de ‘gewone’ kinderen vervoegen.
        BRON: (Belgische) Onderwijskrant 135 (oktober-november-december 2005)

  5. België 2
    De verontwaardiging bij velen was groot toen minister Vdb op 20 september verkondigde dat binnen het nieuwe financieringssysteem nu ook rekening gehouden zou worden met het aantal geslaagde studenten; hoe meer geslaagden hoe meer centen. *Lees verder…*, § 2.5, blz. 47. En nog veel meer *moois*.

    • wiens brood men eet, diens woord men spreekt
      In het verhaal wordt ook gewezen op gevaren die ook in Nedrland waren en die daar mee hebben bijgedragen aan ongelukken. zoals:
      “Van academici wordt verwacht dat ze geld binnenbrengen om bepaalde projecten te kunnen uitvoeren. Dat geld vinden ze bij de overheid die bepaalde onderzoeksprojecten wil subsidiëren. Heel wat onderwijskundigen worden onbewust een partner en leverancier van overheden die zaken willen veranderen. Ze maken zich op die manier schuldig aan een soort permanente onrust in het onderwijs. Zo ontstaat het risico dat pedagogen ten dienste gaan staan van de overheid, om hen die onderzoeksresultaten te leveren die ze willen”.

    • Als je wat voor goed onderwijs over hebt……..
      Het artikel verklaart ook de merkwaardige uitkomst van de PISA-studies dat zowel het oerconservatieve Beieren met zijn ouderwetse onderwijssysteem als Finland met zijn middenscholen het goed doen.
      “”Het succes van Finland komt onder meer voort uit de kleinschaligheid:
      “Scholen en klassen zijn klein. 40 % van alle scholen in het uitgestrekte Finland tellen minder dan 50 leerlingen. Massascholen met bv. 500 leerlingen zijn er bijna niet. Klassen tellen meestal maximaal 20 leerlingen. … Die kleinschaligheid maakt dat de sfeer op scholen in Finland heel familiaal is, leerkracht en leerlingen staan dicht bij elkaar…..” In Finland gaat men ervan uit dat precies de kleinschaligheid de kwaliteit, het GOK-gehalte (Vlaams voor Gelijke Onderwijs Kansen), de betrokkenheid van de leerkrachten, leerlingen en ouders … bevordert””.
      “De Finse scholieren scoorden – net als de Vlaamse – uitstekend voor het PISA-onderzoek. Dit is o.i. mede het gevolg van het feit dat zowel in het Finse als in het Vlaamse onderwijs nog veel belang gehecht wordt aan DISCIPLINE en KLASSIKAALINTERACTIEVE INSTRUKTIE. Finland heeft wel enkele troeven die wij niet hebben: de grote leescultuur, de geringere sociale verschillen, de kleinschaligheid, de grotere investering in het onderwijs en in de lerarenopleiding, de grotere waardering voor – en het grotere vertrouwen in – de leerkrachten”

        • allochthonen in Finland, Vlaanderen en Nederland
          “”Finland telt slechts 2 % allochtonen, in de noordelijke gebieden is dat zelfs 0 %. De weinige allochtone kinderen die er zijn, krijgen al héél vroeg intensief en verplicht taalonderwijs aangeboden, waarbij 2 leerkrachten instaan voor 4 leerlingen”, aldus Von Freymann (Brandpunt, o.c.)”…….
          Het is verder bekend dat de allochtone gezinnen in Vlaanderen veel minder geneigd zijn/verplicht worden de landstaal te leren en te gebruiken. …… In kleuterscholen (in Vlaanderen) met veel vrije activiteiten is de taalstimulering voor kinderen die thuis geen Nederlands spreken volstrekt onvoldoende. Finland geeft die leerlingen een intens taalbad; Nederland experimenteert inmiddels met taalbad-schakelklassen voor 5- à 6- jarige allochtone leerlingen. …. maar (de Vlaamse minister) wel zijn steun toezegt aan initiatieven om in het HOGER ONDERWIJS de taal van de allochtone studenten bij te spijkeren.””

        • Kwaliteit en Kwantiteit
          “Finland heeft blijkbaar geen 2 talige instroom/rugzakjes en toenemende gedragsproblemen?
          Of wel..”

          Overal zijn problemen
          Finland was laatst in het nieuws met een schietende scholier
          Finland is twee (of drie ?) talig.

          Evenwel valt er veel te leren van Finland:
          Het gaat om Kwaliteit en Kwantiteit van docenten
          En kleine scholen (op voorwaarde van goede docenten)

          • Tweetalig
            Finland is officieel tweetalig. Zo ongeveer 5% van de bevolking is Zweeds sprekend. De Zweeds sprekenden hebben volgens mij apart onderwijs (ik ben een tijdje op bezoek geweest op de Finse universiteit voor Zweeds sprekenden, dus die bestaat in ieder geval…).

          • Aanvulling
            In 2004 spreekt 5,53% van de Finse bevolking Zweeds als moedertaal. Sinds een onderwijshervorming in de jaren ’70 van de 20e eeuw zijn Zweeds en Fins verplichte schoolvakken op het vasteland. Vanaf 2004 zijn beide talen verplicht als examenvak.
            *Lees verder…*

          • Vermoeiend hoor.
            Tweetalig in Nederland betekent meestal 2 halve talen. Beetje Nederlands en beetje Turks, Marrokaans, Surinaams enz.
            Dus eigenlijk wel 2 talen, maar van ieder taal veel te weinig. Geeft dus problemen op ’n school waar alleen Nederlands gesproken wordt.
            Valt dit onder jennen of onbenul?

          • Mensen en landen
            Er is een verschil tussen tweetalige mensen en tweetalige landen.
            Als het gaat om allochtonen, hebben we te maken met mensen die (min of meer) twee moedertalen hebben, de taal van hun ouders (of eventueel grootouders) en het nederlands.
            Daarmee is Nederland nog niet tweetalig, net zo min als de Verenigde Staten.

            Overigens heeft Nederland wel twee officiële talen, naast het nederlands is het Fries immers de tweede landstaal. Maar aangezien die tweede “landstaal” slechts in een beperkte regio, en door slechts zo’n 2% van de nederlandse bevolking wordt gesproken, is ook dat geen reden om Nederland een tweetalig land te noemen.

          • HOE LANG NOG?
            De deelstaat Californië is de facto bijna tweetalig. Laten we het maar een faciliteitenstaat noemen zoals je ook in de omgeving van Brussel faciliteitengemeenten hebt
            Seger Weehuizen

  6. ALV online
    Ik heb nog nooit zo’n interessant programma voor een algemene ledenvergadering gezien. Helaas ben ik zaterdag verhinderd, maar ik zou toch graag iets van deze dag zien. Worden er opnamen gemaakt? Kan er een podcast komen? liefst iets meer dan youtube kwaliteit?

Reacties zijn gesloten.