Kamer en regering over rapport Dijsselbloem

Bijgespijkerd door de commissie Dijsselbloem gaat het OCW-praatclubje uit de Kamer op 17 juni 2008 in debat met de regering. Leidraad de beleidsreactie van 30 mei 2008.

Jasper van Dijk (SP) over studiehuis:
De vernieuwing in het mbo lijkt erg op die van de tweede fase en het studiehuis. Er wordt gezegd dat de vernieuwing van onderop komt, maar het is de vraag of dat klopt. Volgens mij komt zij vooral van vertegenwoordigers van onderwijs en bedrijfsleven. Of er echt draagvlak voor is, is te weinig onderzocht. Daarom is het goed dat de Kamer het toetsingskader hierop gaat toepassen. Eind dit jaar zullen wij met aanbevelingen komen. Wij hopen van harte dat de regering de conclusies serieus neemt.

Van der Vlies (SGP) over studiehuis:
De spanning tussen inhoud en didactiek bepaalt ons bij de terughoudende rol van de overheid ten aanzien van het onderwijs. Zelfs met betrekking tot de kwaliteit is een zekere voorzichtigheid gepast.
Een citaat van de heer Verbrugge vond ik hierbij toepasselijk:
Politiek moet gaan over het deugdelijk inrichten van de weerbarstige werkelijkheid en niet over abstracte idealen (zoals eens: zelfontplooiing in het studiehuis) of abstracte doelstellingen (zoals nu: kwaliteit!).
De overheid heeft voornamelijk tot taak om scholen voldoende mogelijkheden te bieden, de inrichting van het onderwijs op goede wijze vorm te kunnen geven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het vergroten van ruimte voor het primaire proces en het verzorgen van een verantwoorde bekostigingssystematiek.

Jan Jacob van Dijk (CDA) over kwaliteit:
Tijdens het vorige debat hebben wij ook gediscussieerd over het onderwerp kwaliteit, hoe de kwaliteit van het onderwijs precies gemeten kan worden en hoe bepaald kan worden hoe het er precies mee voorstaat.
Uiteindelijk kwamen wij tot de conclusie dat op sommige terreinen de kwaliteit achteruit is gegaan en op andere vooruit, en dat het beeld over de kwaliteit van onderwijs in zijn totaliteit genuanceerd ligt. Uiteindelijk leidde dit ertoe dat wij het van belang vinden dat er evenwicht komt tussen de aandacht die er is voor vaardigheden en de aandacht die er zou moeten zijn voor kennis. Er moet meer aandacht voor kennis komen. Wat dat betreft, zijn wij blij met de conclusie aan het einde van dat debat.

18 juni 2008 het antwoord van de regering.

In het begin van het debat drie kritische voetnootjes: over het uitroeien van het nieuwe leren, over schaalvergroting die ook voordelen kent en over de kwaliteit van ons onderwijs; punten die ook in de beleidsreactie min of meer genoemd werden. De brief, die het rapport/conclusies compleet de politieke hemel in schrijft, zet sommige Kamerleden op het verkeerde been.

Laat op de avond sluit de voorzitter de vergadering met een opsomming van alle gedane toezeggingen.
Hangen blijft een motie van Depla (PvdA) die pleit om de normering van de centrale examens achteraf te laten vervallen.

Hiermee eindigt een discussie over het grootste onderzoek naar de kortst lopende onderwijsvernieuwing ooit. [1998/99 .. 2006].
In 2007 ging de vernieuwde tweede fase van start. Hier moeten de nieuwe vakken WD en NLT zorgen voor een toename van het beta-bestand. (Lissabondoelstelling!). De invoering gaat weer ten koste van StudieLustUren voor de vakken wi, na en sk.

Vandaag is het precies 100 jaar geleden dat Kammerlingh Onnes een theekopje vloeibaar helium wist te maken. In 1913 kwam de Nobelprijs.
Vaak wordt ons grote aantal Nobelprijswinnars toegeschreven aan de hoge standaard van hun vooropleiding: de HBS-b.

Een eindlijst uit 1901. Let op het vak Technologie…