iPad

Een basisschool in het Zuid-Hollandse Vlaardingen heeft voor de school zoveel iPads aangeschaft dat iedere leerling er dagelijks op kan werken. (Journaal van 18.00 uur)
Zo een ding hadden de Romeinen ook, weliswaar met een krijtje en een wisser én het had geen eigen geheugen. Dat was niet nodig, want dat hadden de leerlingen toen nog. Was het bordje vol, dan moest je het wel opslaan, in je eigen geheugen zogezegd, vóórdat het bordje weer werd uitgewist.
In de eeuw van Rembrandt hadden de leerlingen ook zo iets. Dat heette toen een lei. Je kreeg daarbij een griffel om mee te schrijven. Sommigen van ons kennen dat ding nog wel van de bewaarschool of uit de kleutertijd. Het ding was toen meer een curiositeit en behoorde bij het speelgoed. Het werd toen vooral gebruikt om op te tekenen. Degenen die dat niet meer hebben meegemaakt, kennen hem ook nog wel. Wanneer je goed had gepresteerd, had je kans op een ‘tien met een griffel’.

Toen ik meer dan vier jaar geleden het onderstaande stukje postte, had ik niet gedacht dat de ontwikkelingen zo snel zouden gaan.Ter herinnering voeg ik het erbij, al is de laptop inmiddels ook al weer bijna verleden tijd. Want we werken nu gezellig met z’n allen op een tablet. En die internetaansluiting? Nou ja, leest U zelf maar. Het is een beetje nostalgie.

‘Laptop in plaats van rugzak’

In mijn klas is het muisstil.
Er zitten 25 leerlingen op hun laptop te werken.
Ze vinden het prima naar school te komen en leren sneller dan voorheen.
Heel soms vraag ik hen iets in de boeken op te zoeken.
Dan voel ik weerstand, dat vinden ze niet leuk.
Problemen met d’s, t’s en voltooide deelwoorden zijn van ver verleden tijd.
Daar hebben ze een zelfcorrigerend programma voor ontwikkeld en voor niemand is het ’n probleem.
In de lokalen is internetaansluiting en zoeken op google doen ze graag.
Het maken van scripties vinden ze een feest.
Rugklachten door te zwaar ingepakte rugzakken kent mijn klas niet meer.
Mijn leerlingen komen met hun cd-tje of USB-stick naar school.
Daarop is hun huiswerk opgeslagen, maar vaker nog hebben ze het al naar school gemaild.
Leren is een stuk gemakkelijker geworden. Ze doen het spelenderwijs.
Eén keer hebben zij hun laptop aangeschaft, aan het begin van hun schoolcarrière.
Dat leek even een forse uitgave, maar bleek vele malen goedkoper dan het jaarlijkse boekenpakket.
De overheid hoeft het inmiddels ook niet meer gratis aan te bieden, want dat is verleden tijd.
Maar vooral het leerniveau is aanzienlijk gestegen.
Ze kunnen dingen, die ik niet na kan doen, althans niet met die snelheid.
Het lesgeven is richtingaangeven, waarheen het moet, vanuit de visie waarheen ik wil.
Leren met computer vinden ze leuk. Het lijkt op spelletjes doen, maar dan iets anders.
Soms willen ze nog een ouderwets mooi verhaal. De meester moet vertellen.
En voor hun verjaardag vragen ze een boek.

4 Reacties

  1. Nuance
    Ik vind het altijd jammer dat mensen zo zwartwit zijn zogauw het om dit soort technologieën gaat. De een zoekt mogelijkheden om geforceerd die technologie te gebruiken, de ander wil er zelfs niet aan wanneer het nut overduidelijk is.
    Zelf kies ik voor het grijze midden.
    Alles van een laptop leren, het kan maar echt prettig werkt het niet. Daarentegen is het met de ebookreaders wel perfect mogelijk om daar X boeken op te slaan, het maakt voor je ogen geen verschil aangezien het beeld stabiel is (geen +50 verversingen per seconde), deze stabiliteit zorgt er nog voor dat je gemakkelijk meerdere dagen zo’n ebookreader kan gebruiken waardoor het volstaat om die ’s avonds op te laden. Maar ja, de uitgevers willen er nog niet aan: bang voor copiëren en zo. Gelukkig kan je wel het een en ander downloaden (zorg voor een backup op een tweede schijf!), dus zodoende kan je toch nog met wat minder boeken sleuren en minder kosten maken wanneer je met zo’n ebookreader werkt.

    Met google kan je inderdaad armzalige werkstukjes knippen en plakken, met een digitale toegang tot tal van handboeken en wetenschappelijke tijdschriften kan je echter ook hele serieuze thesissen schrijven.

    Een hele methode baseren op een of andere technologie is waanzin maar iets als anatomie of topografie kan je echt gemakkelijker met software memoriseren (anatomie nog meer dan topografie) dan op de traditionele manier. Woordjes memoriseren gaat waarschijnlijk ook net iets gemakkelijker onder de voorwaarde dat je zelf het woordje moet intypen.

    Zoek eens het grijze midden op in plaats van direct achter de schutting te zitten met een extreem standpunt. Deze oproep richt ik niet alleen aan jou Hals maar aan iedereen die niet op een genuanceerde en produktieve wijze met technologie kan omgaan.

    • Ik zie het als nieuw gereedschap….
      …..dat de docent ter beschikking komt. Hoe ga je ermee om? Lang niet alles zal bruikbaar zijn, maar een deel wel. Ik denk bijvoorbeeld aan meten met mobiele apparatuur als iPods en iPads (foto spectrumanalyse).
      Moderne computerapparatuur leent zich erg goed voor simulatoren zoals van golfbakken of windtunnels. Maar ik denk dat het eventueel gebruik ervan bij voorkeur na een echte demo of practicum zou moeten komen. Dan zie ik toegevoegde waarde kunnen ontstaan.

  2. Nadeel
    Inmiddels heb ik het huiswerk op de computer weer moeten verbieden. Als ééntje in de klas het maakt, gaat het via de mail naar de anderen. Zij kunnen het inleveren of opsturen als hun eigen werk. Geen hond of leraar die kan bewijzen dat zij het niet zelf gemaakt hebben.
    Helaas geldt hetzelfde voor toetsing. Eigenlijk kun je niet meer toestaan dat een toets op een laptop wordt gemaakt, want er zijn allerlei electronische opties (mail via telefoon bijvoorbeeld) om de antwoorden te ontvangen.
    Onlangs betrapte ik een leerling die een foto had gemaakt van de te leren bladzijden en onder de bank de antwoorden even opzocht.

    Helaas: toetsen alleen met een pen, alleen op aangewezen toetsmomenten (nooit meer tussendoor) telefoons uit en op tafel en een politiestaat aan controle.

    Het is niet anders.

    • re. Hinke
      Na op de PA volgepompt te zijn te idealistische verhalen, kregen wij als beginners het advies mee óm nog gewoon ‘ouderwets’ les te geven. Niet direct van alles overhoop halen als je het vak moet leren. Dat was een goed advies.
      Maar na enkele jaren werd men toch steeds dwingender geadviseerd eens wat vernieuwingen te gaan invoeren: meer vrijheid en blijheid, groepswerk, veel therapeutische klassegesprekken, een ‘band’ opbouwen met de kinderen, jezelf opstellen als mentor/begeleider, het ‘eigene’ van het kind stimuleren, niet autoritair zijn, het belang van kennis relativeren, enz.
      Dat werd een lastige periode, aangezien je dag in dag uit, opliep tegen het conflict realiteit-ideaal. Je zag voor je ogen hoe er geprofiteerd werd, geklierd werd, aangemodderd werd en uren verspild werden met weinig productieve bezigheden. Eindeloze gesprekken over ‘gedrag’ bleken nauwelijks effect te sorteren.
      Het kennisniveau daalde en vooral de zwakkere leerlingen werden de dupe: ze presteerden nauwelijks nog en stapelden manco op manco.

      Ik heb door schade en schande geleerd dat ik weer koning moest zijn in mijn klas; dit uiteraard binnen de perken van de redelijkheid goed ‘huisvaderschap’. Dat werkte het beste voor zowel leerlingen als leraar.
      Maar het tij heb je dan absoluut tegen, hoewel er de laatste jaren een kentering zichtbaar lijkt te worden.

Reacties zijn gesloten.