Hoe komen we uit de ellende?

Beste mede-BONners,

Wij zijn hier op deze website bijeen omdat we een probleem hebben met de stand van zaken in het Nederlandse onderwijs. Ik ben ontzettend blij dat deze site en de vereniging BON er is; ik ben dan ook meteen lid geworden. Omdat ik het wil steunen en me erdoor gesteund vóel. En omdat ik, door de informatie die ik hier aantref, mijn standpunten beter met argumenten kan onderbouwen. Maar mijn gevoel van machteloosheid duurt voort en de vraag, eerder door Seger Weehuizen al zo geformuleerd, blijft dus gewoon: HOE KOMEN WIJ UIT DE ELLENDE?

Discussiëren met de schoolleiding heeft geen zin, al heb je nog zo veel energie en al ben je nog zo overtuigd van je argumenten. Zelf ben ik eerder al lid geworden van een politieke partij die dit onderwerp wél serieus neemt en ook van het AVV (www.alternatiefvoorvakbond.nl).

Maar ik denk dat lidmaatschappen en discussies op het Internet niet genoeg zijn. Ik denk dat we, om echt aandacht te krijgen van de beeldmedia, de bevolking en de politiek, bepaalde offers moeten brengen en actie moeten voeren. We moeten de deur uit. Dan is de vraag alleen: in welke vorm? Ik zie mezelf niet in een groepje van honderd mensen leuzen scanderend achter een spandoek aan lopen. Toch denk ik dat we ons op de één of andere manier moeten laten zien.

Ik heb het volgende bedacht, wellicht een wiel opnieuw uitgevonden, maar als jullie een beter idee hebben: graag. We kiezen een dag uit, ergens in het komende schooljaar. Dat kan een zaterdag zijn; maar ik zou zelf ook wel bereid zijn om er een doordeweekse dag het werk voor neer te leggen. Op die dag gaan we, met hoe weinigen we ook zijn, naar Den Haag. Daar stellen we ons op, op een plek waar veel mensen komen. We gaan op een afstand van elkaar staan, een afstand van drie meter tussenruimte, in rechte lijnen, als een colonne van zwijgende, want monddood gemaakte, docenten, ouders en studenten. Mensen zullen gewoon tussen ons door kunnen blijven lopen; wij dragen eventueel hetzelfde T-shirt met tekst. We houden dit een paar uur vol en hebben eventueel een folder achter de hand voor de mensen die willen weten waar we mee bezig zijn. We dringen niets op.

Doordat we uit elkaar staan, maar wel duidelijk één geheel vormen, en doordat we zwijgen, maar wél een duidelijke boodschap hebben, trekken we ondanks onze kleine groep tóch de aandacht. Het kan klein beginnen, we moeten sowieso ook ervaring opdoen met het organiseren ervan, maar het kan daarna een jaarlijks terugkerend fenomeen worden, dat hopelijk steeds groter en bekender wordt.

Ik denk dat we zonder extra inspanning, zonder de deur uit te gaan, zonder actievoeren, niet verder komen. Klagen is makkelijk, lid worden is noodzakelijk en discussiëren is verleidelijk. Maar alleen van bovenaf, via de politieke weg, kunnen we het onderwijs echt verbeteren. Op onze scholen zijn we te machteloos. We moeten de aandacht krijgen van de beeldmedia, de kiezers en de bestuurders.

Wie heeft er zin om met mij een begin te maken, of wie heeft er een beter idee?

Groeten,
Em70, docent, 35 jaar

36 Reacties

  1. eerst kracht dan macht
    Geachte Em70

    Ook ik denk aan betogen op het Malieveld. Maar eerst moeten er veel meer BON-leden komen zodat we ook veel meer potentiële betogers hebben. Verder moeten we even wachten tot we weten wat het resultaat van het vandaag in de NRC gepubliceerde manifest zal zijn. Ik hoop dat BON daarmee een lawine van reacties op gang gebracht heeft resulterend in een bezorgdheid bij de kiezers die door de politici niet meer genegeerd kan worden. Ook moeten we er de leden van medezeggenschapsraden en ouderraden op scholen van bewust maken dat het absurd is dat de directeuren en managers van onderwijsorganisaties zonder enige democratische controle bij het aanbieden van onderwijs de dienst uitmaken. Dat zou een sneeuwbaleffect kunnen hebben. en een protestbeweging van ouders op gang kunnen brengen. Dan is het misschien tijd voor een demonstratie op het Malieveld die net zo overtuigend en krachtig moet zijn als die van de scholieren die als eersten protesteerden tegen de uitwassen van de tweede fase HAVO/HAVO

    • Noodmaatregelen.1
      Er is weinig hoop dat het in de nabije toekomst mogelijk zal zijn om voldoende voor het VWO geschikte (universitair in hun leervak gevormde) leraren in de exacte vakken te vinden. Een oplossing voor wiskunde zou kunnen zijn: import uit Oost-Europa of het verre oosten. Als het abstractieniveau van wiskunde omhoog gaat en de fixatie op toepassingen verdwijnt hoeft de taal geen groot probleem te zijn. Als de Nederlandse overheid daaraan niet meewerkt zouden scholen met een grote VWO-afdeling kunnen overstappen op hoorcolleges voor grote groepen. Die zouden door leerlingen die wel langere tijd hun aandacht op één ding kunnen richten en bereid zijn muisstil te zijn gevolgd kunnen worden op basis van vrijwilligheid. Het oefenen met de leerstof door de collegelopers zou dan kunnen gebeuren onder leiding van instructeurs met geringere opleiding.

      • Nee Seger, geen
        Nee Seger, geen Oost-Europeanen. Dan raken we een deel van het goede, dat we in Nederland toch ook nog hebben, kwijt. Ik heb zelf een paar jaar schakelcursussen wiskunde aan buitenlanders mogen geven. Die Russen kenden allerlei abstracte technieken, maar ze wisten absoluut niet waar ze mee bezig waren. Het waren dus ook geen abstracties, maar kunstig geleerde trucs.Het kostte me de grootste moeite hun het verband tussen het oplossen van een kwadratische vergelijking en snijpunten van bijvoorbeeld een lijn en een parabool bij te brengen. Dat ligt aan hun onderwijssysteem. Hun leraren passen echt niet in ons menselijker onderwijs.
        Beter is ons in te spannen om goede exactelingen op de universiteiten voor het onderwijs te interesseren. Want daar loopt echt nog wel wat goeds rond hoor!. En wij als oude garde moeten in de paar jaren die ons nog resten ons allerallerbest doen, om het onderwijs voor deze nieuwe lichting ook echt aantrekkelijk te maken. Daarvoor is BON toch?

        • Wat nu?
          Ik hoor elke keer weer dat er een schrikbarend tekort is aan mensen met een bèta-opleiding. Er loop te weinig goeds rond, niet omdat er veel slechten zijn maar omdat er überhaupt niet veel zijn. En buiten het onderwijs zijn ze (die relatief zeer vele goeden) ook hard nodig. Ik hoor ook altijd dat Oosteuropeanen die hier werken zich verbazen over het lage peil van het wiskunde-onderwijs in het MO.. Daarom komen jouw bevindingen voor mij als een grote verrassing. Gaat het hier om universitair afgestudeerde bèta’s? Hoe zit het met Oosterlingen? Als bij hen minder dressuur te vinden is zouden we moeten proberen hen het wiskunde-onderwijs binnen te halen.
          Toen ik nog op school zat begon je met de planimetrie Euklidisch uit te voeren. Daarna ging je bij de algebra naar een vertaling in figuren. Aan het einde maakte je bij de analytische meetkunde een vertaling van figuren naar “algebra” Deze overgangen moeten scholieren juist helder worden.

          • Oosteuropeanen
            Seger, mijn eigen ervaringen kloppen ook meer met die van jou dan die van jzr. Een ding is duidelijk: als je in je onderwijs op A inzet, krijg je mensen die A kunnen; als je geen aandacht besteedt aan B, dan zullen ze weinig van B bakken.

            Als A en B nu ongerelateerd waren was er niet zo’n probleem; je kon dan in de school de ene aanleren, en buiten de school de andere. Maar als A de basis is voor B, dan gaat het goed mis als je B probeert aan te leren zonder eerst A te hebben gedaan.

            Kennis is de basis voor inzicht, inzicht niet de basis voor kennis. Als ik kan kiezen voor een mono-opgeleide student, dan kies ik voor de slimme student met een goede kennisbasis, niet de slimme student die ‘inzicht’ heeft zonder kennis.

            Mensen van een laag niveau bestaan in elk systeem, daarom verbaast me de ervaring van jzr niet. Ons probleem is dat de laagheid al begint bij de verwaarlozing van de basis – dat is een slecht uitgangspunt voor de verdere opleiding.

          • A en B
            Vóór ik jouw matineuze reactie zag heb ik aan mijn reactie nog wat toegevoegd Dat betekent niet dat ik het met je oneens bent want met in alle 3 de bovengenoende types wiskunde werd goed geoefend. Wel wilde ik laten zien dat de verwondering, een drijfveer in alle wetenschap, al in de schoolwiskunde sec te vinden wass. Later na het leggen van een fundament, verbaasde je je dan weer over de ongelofelijke toepassingsmogelijkheden buiten de wiskunde zelf.

          • door elkaar
            Seger, we halen hier dingen door elkaar. Wat we besluiten dat de leerlingen moeten leren, en hoe we ze dat aanleren, zijn gescheiden issues. Ik ben helemaal met je eens – fascinatie is een waanzinnige kracht in het onderwijs! Maar ik wil als onderwijsvormgever eerst bepalen wat, dan pas hoe …

          • welk niveau
            Het ging om mensen, die in wilden stromen op het HBO, maar op het gebied van wiskunde , Engels en Nederlands hiaten hadden.Het gaat hier inderdaad om de basis. En ik bedoelde, dat je dit basissysteem dus niet in Nederland moet invoeren. Ook kreeg ik verhalen te horen over hoe er les werd gegeven, aleen maar drillen, echt om een beetje bang van te worden. Ik bedoelde dus, dat we geen drilmeesters naar Nederland moeten halen. maar dat is ook niet nodig, denk ik.

          • Tot op zekere hoogte kan het
            Tot op zekere hoogte kan het oefenen met leerstof die men nog niet helemaal begrepen heeft helpen om de leerstof uiteindelijk geheel te verstaan. Maar op het moment dat je een stukje wiskundige leerstof buiten de wiskunde nodig hebt of om op voort te bouwen (breuksplitsing voor transformaties in de regeltechniek is iets dat ik mij vaag herinner) moet je dat stukje wiskunde niet alleen begrepen hebben maar er ook mee kunnen spelen. Maar “drillen” waarbij het alleen maar om vaardigheden gaat heeft inderdaad weinig zin.

          • eerst begrijpen, dan doen of eerst doen, dan begrijpen
            Ik denk dat het nog deels onvoldoende begrepen is: kun je eerst “betekenisloos” oefenen en pas later begrijpen, of is de meest effectieve methode andersom? Kinderen oefenen met telrijmpjes voor ze dat koppelen aan hoeveelheden. Ik denk dat er geen simpel antwoord is, maar dat het van geen kanten ut te slu8iten is, dat veel oefenen (drillen) een basis legt voor een later dieper begrip. Ik moet er niet aan denken dat mijn eerste kennismaking van reële getallen bestond uit een verhaal over equivalentieklassen van rijtjes rationale getallen.

  2. Hoe komen we uit de ellende|?
    Vandaag heb ik het artikel in de NRC over BON gelezen en de inhoud was mij uit het hart gegrepen. Ik ben dan ook onmiddellijk lid geworden en hoop nog enkele van mijn kennissen daartoe over te halen. Vanwaar mijn bezorgdheid?Die wortelt in mijn onderwijsverleden: 15 jaar les gegeven aan diverse scholen en soorten onderwijs – en daaraan nog steeds de beste herinneringen overgehouden!
    De verloedering van grofweg de laatste twintig jaar moet dus een halt worden toegeroepen, daarmee zijn alle BON-ners het wel mee eens. Duidelijke argumenten alleen halen echter in deze tijd weinig tot niets meer uit en ik ben het dan ook volledig eens met EM 70 dat actie, in welke vorm dan ook, nodig is. Ik kan hier zo een behoorlijke lijst van mogelijkheden opsommen, maar ik denk dat een bijeenkomst van potentiële actievoerders ergens in een centraal punt in den lande meer op z’n plaats is; daar kunnen dan spijkers met koppen geslagen worden. Ik ben gaarne bereid om bij te dragen in de kosten van zo’n dag, en misschien is er ergens wel een schoolgebouw in het weekeinde beschikbaar?
    Kan een bestuurder in eerste instantie als actiecoördinatopr optreden? Gezien de tijd – vlak voor de grote vakantie – lijken me de omstandigheden nu optimaal. Wacht reacties af.

    • Wanneer wij ter
      Wanneer wij ter voorbereiding van een demonstratie op het Malieveld nadenken over te stellen eisen aan de politiek hoeven we ons niet meer af te vragen wat wij willen bereiken maar wel of elke weg die de politici willen inslaan en elk tijdschema dat zij toezeggen om ons tegemoet te komen voor ons aanvaardbaar is. Er bestaan bij het MO-onderwijs in principe 2 wegen voor een happy end: TERUGKEER OUDE TOESTAND VAN OVERHEIDSCONTROLE en OVERGANG NAAR EEN VRIJE MARKT VOOR GESUBSIDIEERD ONDERWIJSOngeveer terugkeren naar de pre-mammoettijd zou leuk zijn. Maar hebben of krijgen we wel een regering die voldoende strek is om amputaties in de onderwijsschil en de hiërarchische structuur te verrichten? Beter en sneller is te streven naar een volledig vrije onderwijsmarkt. Het oprichten van scholen moet gemakkelijker worden. Examens moeten zo veel mogelijk onder controle van “Den Haag” staan. De overheid hoeft dan aan de (potentiële) nieuwkomers op de gesubsidieerde onderwijsmarkt geen eisen op te leggen en ze hoeft ze niet te controleren: Staatsexamens (b.v. voor Onderbouw VWO of eindexamen HAVO) fungeren immers als kwaliteitscontrole. Ouders, leraren en een gekozen directeur krijgen zo optimale vrijheid op het gebied van lesinhoud en lesmethode. Wij moeten er tegen protesteren dat rijke ouders hun kinderen goed onderwijs kunnen laten volgen op particuliere scholen en minvermogenden geen goede (onderwijs)waar krijgen voor hun geld dat ze als belastingbetaler ook voor het onderwijs afgedragen hebben. GEEF ONS ONS GELD TERUG !!! lijkt me een mooie slogan. Het vervangen van subsidies aan het onderwijs door een voucher-systeem kan aan dat onrecht een einde maken. Er moeten slogans gemaakt worden om op de absurditeit van niet democratisch gecontroleerde besturen en instellingen voor bovenschools management te wijzen.
      Aan een effectieve demonstratie op het Malieveld zal een uitgebreid nadenken over slogans en te stellen eisen vooraf moeten gaan.

      • Over een vreze der Overheid
        Het sittardse Model

        De Overheid zal vrezen dat bij een echt vrije markt voor gesubsidieerd Middelbaar Onderwijs de investeringen in vele pasgebouwde fysieke campussen verloren zullen gaan en te weinig basisschool-leerlingen direct op de juiste plaats terecht komen. Op een aantal campussen is de bestuurlijke onderverdeling in vier sectoren ook fysiek gerealiseerd. Als in de gebouwen ook de inrichting flexibel is kan de betreffende schoolorganisatie de concurrentie van een vrije onderwijsmarkt voor gesubidieerd onderwijs aan. Men kan daarbij aan het Sittardse model denken. Daar staan een Gymnasium, een Atheneum en een HAVO weliswaar onder één bestuur maar zij hebben zoveel vrijheid dat het Gymnasium door de Vereniging van Zelfstandige Gymnasia erkend wordt. Na de brugklas kan een leerling nog switchen naar één van de 2 andere scholen of het VMBO. Het Gymnasium zou kunnen starten met Grieks om daarmee pas in het derde jaar verder gaan zodat zijn zij-instromers hun achterstand in klas 2 kunnen inlopen.

        • Engpässe bij nieuwe kleine scholen
          Als opstandige ouders (Ik heb mijzelf als gefrustreerd OUDER geprofileerd) het recht zouden eisen gemakkelijk een kleine gesubsidieerde categoriale school te kunnen oprichten met qualiteitscontrole achteraf in de vorm van door de overheid afgenomen afsluitende examens doen zich 2 problemen voor:
          1) De school zal geneigd zijn onredelijk zware toegangseisen te stellen. Het zou goed zijn als we daar een antwoord op zouden kunnen bedenken.
          2) Wat doe je met een leerling die de sfeer in de klas verziekt en daarmee ook het rendement van de lessen omlaaghaalt. De meeste ouders staan waarschijnlijk voor de belangen van de (desnoods extrinsiek gemotiveerde) leerwillige leerling maar het lijkt erop dat de overheid kwantiteit belangrijker vindt dan kwaliteit. Ook hier moeten we over nadenken voor we naar het Malieveld gaan.
          Ik hoop op een reactie van een LERAAR.

      • Vouchers
        “Geef ons geld terug” vind ik wat plat, maar het is inderdaad waar, dat de politici al decennialang zijn vergeten dat het ons geld is en niet dat van de ambtenaren.
        Een voucher-systeem lijkt me een heel goed idee. Het idee is overigens niet nieuw en als het bij eerdere gelegenheden opkwam werd het vaak gekoppeld aan zoiets als “levenslang leren” of “tweedekans-onderwijs”. De gedachte hierachter is minimaal dat het niet nodig is dat alle onderwijsrechten in één aaneengesloten periode in je jeugd worden opgesoupeerd, maar dat je ook onderwijsrechten kunt sparen om die later te gebruiken. Het voordeel van later gebruiken is, dat je dan gewoonlijk beter weet wat je met een verdere opleiding wilt en dus beter gemotiveerd bent. Als het meezit heb je ook al meer ervaring, zodat je beter kunt beoordelen welk onderwijs voor jou van nut kan zijn en beter het verband tussen theorie en praktijk kunt leggen.
        Deze argumenten hebben me altijd erg aangesproken.

  3. leraren met toeters en petjes
    Ik vind groezelige leraren met spandoeken, toeters en petjes op het Binnenhof een beetje zielig en uit de tijd. Het is een beeld uit een ver verleden.

    Trek misschien beter een kostuum aan met stropdas en hoed, zetel je voor internet en schrijf een boek of een mooi stuk.

    Wij hebben andere middelen om te overtuigen.

    • Blijven klagen maar niks doen: de droom van elke schoolmanager
      De droom van elke overbetaalde schoolmanager: dat we achter onze computer blijven zitten klagen. En wat zullen die boeken een enorme aandacht trekken; de mensen zullen ervan onder de indruk zijn.

      Ik zie ook niks in petjes en spandoeken, maar de klederdracht van managers aan mijn lijf is net zo min aan mij besteed. En lijkt me voor het schrijven van een boek al helemaal overbodig. Ik denk dat er al genoeg beargumenteerd is, en dat er al genoeg pogingen tot overtuigen gedaan zijn, de laatste tijd. Het is nodig, en het blijft nodig, maar het is niet genoeg als je verder wilt komen.

      Mensen met geld/status-belangen (managers/bestuurders) overtuig je niet met argumenten op papier. Die moet je confronteren met jouw onvrede door middel van ander GEDRAG.

      Em70

  4. Geweldig: actie. Met een
    Geweldig: actie. Met een goede folder. Ik heb best zin om naar Den Haag te gaan. Lieve Maria heeft tenslotte ook resultaat gehad, omdat men de publiciteit op een ludieke manier zocht. Maar uren lang mijn mond houden, oei….

    • Iets doen, maar wat?
      Eigenlijk vindt ik dat de schoolleiders in Nederland de aangewezen partij zijn om iets te ondernemen. Het is mij overigens een raadsel dat de schoolleiders zich niet roeren in deze discussie. Ik heb een hoge duk van mijn schoolleiding en onze rector is werkelijk een erg goede baas. Hij is zelf leraar geweest (en een goede), kortom, je zou vermoeden dat hij (lees: de schoolleiders) toch ook wel zo zijn bedenkingen heeft bij de bedrijfsachtige cultuur die het onderwijs binnensijpelt. -Maar vooralsnog zijn de schoolleiders geenpartij.
      Ik heb geweigerd te reageren op een hogere schaal (vind het nog steeds niet te pruimen dat mijn collega’s ruim 1000 euro meer in de maand opstrijken voor hetzelfde werk) en ik heb het pop-gesprek geweigerd. Een en ander gemotiveerd met de vraag of de schoolleiding niet wil opstaan tegen de besturen. Het is spreken tegen een dove: het heeft voor veel commotie gezorgd, maar het levert niets op.
      Hoe dan ook, actie heeft weinig zin als we de schoolleiders niet meekrijgen. Dit zijn je bazen- en ik wil mijn bazen kunnen vertrouwen. Ik zou zo graag willen dat de rectoren en conrectoren kleur bekenden. Of zou het hen werkelijk niets kunnen schelen dat hun docenten niet meer kunnen ‘spelen’?

      • Reactie op: iets doen, maar wat?
        Geachte J.A. Riemersma,

        Het doet me heel goed te horen dat docenten zich risico-nemend verzetten tegen onzin en onrecht.

        Mijn reactie:
        Sowieso is het makkelijk om anderen aan te wijzen als partij om iets te ondernemen. Je zegt dan eigenlijk ook meteen:
        “Nemen jullie nou het risico eens”. Ik denk dat ze zelf bijvoorbeeld bang zijn om in conflict te komen met de mensen aan wie zíj verantwoording moeten afleggen. Bang om hun baan, carrièrekansen en inkomen kwijt te raken; misschien wel bang om uitgelachen te worden. Ze durven dus niet wat u gelukkig wel durft: principieel en ongehoorzaam zijn.

        We kunnen wel vinden dat ze iets moeten gaan doen, maar zoals u ook al zegt: het is spreken tegen een dove. Ik denk dat we niet anderen moeten aanwijzen, maar het heft in eigen handen moeten nemen, de schoolleiders passeren en ons richten op de bazen van de bazen: de kiezers, de politici en waarom niet: toonaangevende mensen in het bedrijfsleven. De ellende op scholen is niet alleen een probleem voor ons docenten (en ouders, en scholieren). Het is ook het probleem van iedereen die belasting betaalt en daar wat behoorlijks voor terug wil zien.

        Ik denk zelf dat het weinig zin heeft om te wachten op het moment dat schoolleiders zo moedig of verstandig worden dat we ze mee gaan krijgen. Want dat kon nog wel eens heel lang gaan duren. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ikzelf sta nog maar aan het begin van mijn loopbaan.

        Vinden dat anderen ook mee moeten doen, en praten tegen doven, vind ik geen manier om de boel in beweging te krijgen. Ik denk dat we dus beter zelf maar het initiatief kunnen nemen en kijken wat het oplevert. Het kost meer inspanning, maar geeft ons ook meer een gevoel van controle. Ik vind offers brengen om verbetering af te dwingen minder vermoeiend dan het machteloos moeten ondergaan van ellende. Maar het is die drempel om te beginnen die vaak zo in de weg zit. Toch moeten we over die drempel heen. Wat hebben we te verliezen?

        Em70

  5. Gram van het Malieveld
    Bij dezen stel ik voor dat dit discussiegram gebruikt gaat worden als forum voor leden die willen dat BON zich voorbereidt op een manifestatie op het MALIEVELD en die mee willen demonstreren of aan de voorbereiding van een demonstratie willen meewerken. Mijn mening is dat een demonstratie een enorme impact kan hebben mits zij goed voorbereid is en er een enorm aantal BON-leden aan mee doen. De eerste stap die je dus moet zetten als je bij wil dragen aan een succesvolle demonstratie is lid te worden van BON en toe te zeggen dat je naar het MALIEVELD zult komen als zo’n manifestatie werkelijk plaats vindt. Malievelders in spe kunnen zich bij mij opgeven of, als ze anonym willen blijven, bij de ledenadministratie. Verreweg de meeste manifestanten in spe kunnen het daarbij laten. BON-leden die samen met mij willen werken aan het voorbereiden van zo’n manifestatie worden uitgenodigd om zich bij mij aan te melden.

    Seger Weehuizen
    kringleider OMO (Ouders Middelbaar Onderwijs)
    p.a. Malmaison@hetnet.nl

    • ter overdenking
      blz. 103 uit Steeds minder leren, A.J. Kleywegt

      Hoe zou het nu komen dat deze feiten verdoezeld of ontkend worden, en dat er niets aan gedaan wordt? Daarvoor zijn naar mijn mening minstens drie factoren aan te wijzen. In de eerste plaats is al vaak gebleken dat politici niet gauw erkennen dat hun beslissingen verkeerd uitgepakt zijn. Daarvoor moeten eerst enige jaren verstreken zijn om zichtsverlies te voorkomen. Daarna komt er geen fundamentele koerswijziging, maar tracht men met lijm en plakband de ergste scheuren te verbergen. Ten tweede bestaat er een enorme machtsstructuur van degenen die voor de instandhouding van de huidige situatie verantwoordelijk zijn. Daarmee bedoel ik zowel de besturen en de leiding van vele (niet alle) scholen, als de talloze instantsies, organisaties en commissies die zich van buitenaf met het onderwijs bemoeien en een zeer taai netwerk vormen. En ten slotte zien de meeste Nederlanders, i.c. (de ouders van) leerlingen en studenten, geen reden om zich zorgen te maken. De resultaten zijn toch goed, en hoeveel docenten zullen (of mogen) tegen ouders de dingen zeggen die ze in eigen kring wel uitspreken? En wanneer blijkt dat Annemarie of Klaas aan de gestelde eisen heeft voldaan zonder dat ze de indruk gewekt hebben veel energie in de studie gestoken te hebben: dan bewijst dat toch alleen maar hun genialiteit?

      • samenvatting en conclusies m.b.t. blz 103
        Smenvatting en conclusies betreffende blz. 103:
        A/ Politici hebben er geen belang bij om schuld te ekennen en willen daarom alleen maar bijsturen
        B/ De onderwijsschil is zeer machtig en kent grote persoonlijke belangen
        C/ Veel ouders denken dat de schoolprestaties zoals die blijken uit rapportcijfers en examenresultaten de werkelijkheid weergeven
        derhalve:
        1) Niet de kracht van de argumenten (het manifest) is doorslaggevend voor het succes maar een levée en masse en eventueel burgerlijke ongehoorzaamheid
        2) Probeer niet je didaktisch gelijk te krijgen maar het recht te verwerven om een eigen weg te mogen volgen
        3) Veel meer ouders moeten zien dat hen door de school van hun kinderen een rad voor ogen wordt gedraaid. (misschien willen op sommige scholen de ouderraad ons helpen om de ogen van de ouders te openen)

        • Rad voor ogen
          Wat pas echt lastig is, om even zelfmedelijdend van leer te trekken, is zelf ouder én docent zijn.
          Ik word er dol van. Ik zie om mij heen de verdoezelpraktijken, het zwakke management en alle andere labbekakkerij plaatsvinden, terwijl ik thuis een kind heb dat aan die zelfde onzin wordt onderworpen …
          Waarom schoolleidingen niets doen? Omdat ze aan de kant van de beleidsmakers staan en vaak helemaal niet weten wat er in het klaslokaal gebeurt, ook al beweren ze keihard dat het wel zo is.
          Kortom, ik beraad me op een carrièreswitch om weer zo snel mogelijk uit het onderwijs te vertrekken, want als ik moet kiezen tussen opkomen voor de belangen van mijn kind of voor mijn werkgever, is het natuurlijk wel duidelijk wat de doorslag geeft.
          Wat mij pas echt verbaasd, is dat niet veel meer ouders de straat op willen!

          • oostindisch doof
            Ook voor mij is het van grote zorg dat zo veel ouders passief zijn. Daarom moet elk BON-lid proberen om er nieuwe leden bij te krijgen om aan de kracht van het woord de macht van het aantal toe te voegen. Als iedereen zich gedraagt als een kiezer die zegt: “Ik hoef niet naaar het stemnbureau want wat maakt mijn ene stem nu uit” kunnen de onderwijsbobo’s oostindisch doof blijven voor wat glashelder juist is.

          • mededelingen kringleider OMO
            kopie van de tekst aldaar

            Jullie kringleider wil graag weten of de geringe respons van ouders op de website van BON en de geringe opstandigheid van de ouders überhaupt voortkomt uit onwetendheid bij de ouders of andere oorzaken heeft. Te denken valt aan:
            ouders hebben het te druk met hun werk
            ouders voelen zich machteloos
            ouders zijn bang dat opstandigheid hun kind te schade komt

            Zijn er ouders die menen hem te kunnen helpen?

            Ook zoekt hij ouders met kinderen op het MO die hem willen helpen bij actievoeren.

            Seger Weehuizen
            malmaison@hetnet.nl

  6. nare bond
    Ik heb nu al een paar keer, als een soort sluikreclame, die nare andere bond genoemd zien worden. Is het mogelijk om die buiten de discussie te houden?
    Ik vind het een absoluut waardeloze club van verwende jongeren die (na een studie op kosten van de samenleving) opeens jaloers zijn op ouderen. Ik heb net zoveel weerzin tegen die bond als tegen het van boven opgelegde competentiegericht leren.
    Natuurlijk staat het je vrij om van welke vakbond dan ook lid te worden. Als die steeds terugkomt in de discussies begin ik te vrezen niet bij de BON thuis te horen. In ruil daarvoor zal ik ook niet steeds verwijzen naar mijn politieke partij of vakbond.

    • Is die nieuwe “vakbond”in de
      Is die nieuwe “vakbond”in de eerste plaats een organisatie voor de economische belangen van haar leden of een soort van “Nederlands Genootschap van Leraren” die zich in de eerste plaats ziet als een beroepsorganisatie die staat voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening door haar leden. In het laatste geval is het geen sluikreclame voor een concurrent van de AOB maar een verwijzing naar b
      een bevriende organisatie die gelijksoortige doeleinden als BON nastreeft. Mij is het niet bekend wat juist is maar als het laatste het geval is is er geen bezwaar om de nieuwe “vakbond” te noemen.

    • Over het AVV en verwend zijn
      Hoi Hinke,

      Of het mogelijk is om het AVV buiten de discussie te houden? De problemen in het onderwijs zijn deels ontstaan door de passieve houding van de gevestigde vakbonden; vakbonden waarin ik mezelf niet herken en van waaruit ik nog nooit enige steun ervaren heb. In het AVV herken ik me overigens ook niet echt, maar deze club zie ik als het enige kansrijke alternatief om de gevestigde bonden wakker te schudden.

      Ik ben inderdaad jaloers op ouderen als ze met het doen van hetzelfde werk (bij gelijke kwaliteit) veel méér verdienen dan jongeren. Ik ben echter niet jaloers op de al dan niet directe leeftijdsdiscriminatie waar ze onder gebukt gaan en de geringere mogelijkheden om nog met behoud van salaris van baan te wisselen.

      Ik werk in het onderwijs en over mijn levensstandaard wil ik niet klagen, maar:
      – ik heb geen geld voor een auto;
      – kan voorlopig geen aflossing maar alleen hyptheekrente betalen voor een overigens zeer kleine woning (jonge collega-docenten van mij wonen anti-kraak);
      – ga per jaar hooguit drie weken uiterst sober op vakantie;
      – heb in de winter de verwarming nooit hoger staan dan 18 graden;
      – geef niet meer dan 20 euro per week aan boodschappen uit.

      en dan zou ik… VERWEND zijn???

      Ik krijg wel eens het gevoel dat er een heel andere groep mensen in de samenleving verwend is. Ik ben blij dat er een club als het AVV is die dát en andere aan mijn werk gerelateerde zaken voor mij goed in de gaten houdt.

      Kortom: het is dus niet mogelijk om het AVV altijd buiten de discussie te houden. Wel denk ik dat we onderwijsmanagers met foute onderwijsvisies erg helpen als we de discussie over beter onderwijs laten verzanden in het afkraken van elkaars vakbond.

      Em70

      • Gebalde vuisten
        Beste EM70!

        wat mij betreft sla je de spijker op de kop- het is mij ook niet duidelijk waarom hetzelfde werk mijno udere collega’s tot 1000euro in de maand meer oplevert.

        De vakbond waren er destijds voor de groep leraren die nu de ‘ouderen’ heten te zijn: zij hadden voor de HOS ook kunnen tegenstribbelen. Niet gedaan. Hun vakbond was de Ahosb, een merkwaardige bond, ook wel aob genoemd, die wat mij betreft geen reden van bestaan heeft.

        Ik ben jarenlang met gebalde vuisten naar school gegaan: woedend ben ik. Wat is het voor onzin dat mijn werk het geld niet waard is?!

        We hebben zo’n acht jaar geleden met een aantal collega’s een club van ‘boze’ leraren opgericht. Stoute schoenen aangetrokken en een onderhoud met de bond aangevraagd. Toen werd gewoon glashard ontkend dat er een beduidend verschil in betaling bestond. ‘Want, dankzij de bonden, waren, alle verschillen gerepareerd.’ Gewoon gelogen.

        De Ahosb is onbetrouwbaar en iedere cent contributie is weggegooid geld. Leg mij maar eens uit wat er ‘verwaand’ is aan de wens om een nieuwe bond voor jongeren op te richten?

        Ben echt nieuwsgierig naar voorbeelden waaruit blijkt dat ‘jongeren’ (wie zijn dat: na-hossers en jonger?) verwaand zijn.

        Hoera, het kabinet is gevallen!

        • vanuit twee gezichtshoeken
          Hier staan twee onrechtvaardigheden tegenover elkaar. Een docent, die vroeger, bij de platte structuur van de schoolorganisatie, het onderwijs inging wist dat hij buiten het onderwijs elk jaar steeds minder waard werd en vertrouwde op het toegezegde salaris overeenkomstig leeftijd en opleiding. Een overheid die deze regel zou afschaffen, zeker zonder ook ambtenaren aan te pakken die immers veel gemakkelijker elders werk konden vinden, zou zich een onbetrouwbaar en opportunistisch werkgever hebben getoond. Dat weegt m.i. zwaarder dan de binnen het onderwijs niet te rechtvaardigen inkomstenverschillen tussen vóór en ná-hossers. Tijdelijke conjuncturele salarisverlagingen waren natuurlijk wel gerechtvaardigd en zijn er ook geweest toen de economie zeer slecht ging. Dat was een aanvaardbare prijs voor je veilige positie.

          • Hap!
            Als je bedoelt dat ik begrip voor de hos moet hebben? Nee. Wellicht dat onze bestuurders geen keus hadden, de bonden hadden een dergelijke maatregel nooit mogen accepteren. Hos en Fuwa: het gaat bergafwaarts. Een bepaalde groep docenten is stelselmatig de klos (mn. de eerste grader). Hoe dan ook: de ahosb is het allemaal best.

            Ach, uiteindelijk -probleem van de vergrijzing- zullen onze rijkere, oudere collega’s toch moeten inleveren, ook al roepen ze nu dat dat zeer onrechtvaardig is: dat is een aanvaardbare prijs voor hun positie.

          • Ik heb geen oordeel over HOS
            Ik heb geen oordeel over HOS en FUWA uitgesproken. Ik heb alleen gesteld dat een onbetrouwbare overheid die zich niet aan zijn belofte houdt een zeer ernstige zaak is. De salarisontwikkeling van een leraar, en dat is in het bijzonder van belang voor eertse graders, lag bij je aanstelling vast. Natuurlijk bestaat overmacht als reden om je niet aan een contract te hoeven houden. Toen het zeer slecht ging met de overheidsfinancieën hebben de eerstegraders 3 jaar lang geen periodiek gekregen.. De leraren die bij de invoering van de HOS het onderwijs ingingen waren daartoe vaak gedwongen vanwege de slechte economische situatie. Maar die konden enkele jaren later nog steeds buiten het onderwijs terecht.
            In hoe verre de vakbonden gerechtigd waren om voor de zittende leraren slechtere arbeidsvoorwaarden te accepteren weet ik niet. Het zou wel raar zijn als je lid wordt van een vakbond om te merken dat zij helemaal niet voor je opkomt. Daarom denk ik dat de vakbonden er goed aan gedaan hebben om veranderingen van bestaande salarisafspraken voor zittende leraren te verwerpen. Mogelijk heb je wel gelijk als je stelt dat de bonden de HOS nooit hadden mogen accepteren

          • korting
            en jarenlang stond er op mijn salarisbriefje: ambtenarenkorting….% (omdat ik zogenaamd zoveel ontslagbescherming zou hebben) en onderwijskorting ook weer …%. En zo’n hoog salaris had ik beslist niet.
            Neemt niet weg dat de HOS (voor zover ik er wat van weet) een zeer onrechtvaardige operatie is geweest. Dit soort dingen ontstaan door een soort abstracte jaloezie in de samenleving: ‘die leraren verdienen zo goed en dan ook nog zoveel vakantie..’ Laat die jaloezie ons niet tegen elkaar opzetten!.
            De salarissen van de voor-hossers werden niet betaald met die van de nahossers, de pensioenen van de ouderen niet door de jongeren, de salarissen van eerstegraders niet door tweedegraders. Een maatschappij maakt keuzes en kiest voor de financiële consequenties. In mijn ogen komen de verlagingen van uitkeringen, het praktisch afschaffen van de WAO, het (na jaren dokken) afschaffen van de VUT ten goede aan de enorme salarissen van managers en directeuren, zowel in de publieke als in de private sector. Dáár is ons geld heengegaan, evenals het creëren van lastenverlichting. Als er van mijn minisalaris 10% lastenverlichting komt en de directeur van het ziekenhuis krijgt ook 10% lastenverlichting, dan weet ik wel wie het meest voordeel heeft (niet ik!)
            Als je een beetje kritisch politiek kunt denken laat je je niet tegen elkaar uitspelen. Dát is wat de AVV wél doet (jongeren tegen ouderen). Daarom vind ik deze club een schande, al ben ik ook zéér kritisch naar de AOB.
            Blijft mijn verzoek om welke vakbond dan ook, evenals welke politieke partij dan ook, buiten de discussie te houden. We praten over hoe we goed onderwijs moeten organiseren.

          • Je hebt gelijk…
            Je hebt gelijk… ik heb ook helemaal geen zin meer om me kwaad te maken.

            Deze ‘draad’ heet: hoe komen we uit de ellende. Volgens mij moeten we zo groot worden, dat we een partij zijn die serieus genomen kan worden. En dan vind ik dat we met onze werkgevers moeten spreken. Ik denk dat wij goede argumenten hebben- en verder geloof ik niet dat de schoolleiders hun blik zo op het oneindige hebben gericht, dat ze doof zullen blijven voor onze bedenkingen. Ik ben ervan overtuigd dat wij, als we inderdaad gelijk hebben, dat we dat gelijk tenleste ook zullen krijgen. Het is een kwestie van lange adem.

            Ik heb weinig zin om naar het malieveld te gaan. Of naakt voor het ministerie te staan met een bord ‘jullie kleden het onderwijs uit'(dat is bijzonder onesthetisch).

            Schoolleiders en docenten zullen moeten overleggen: dat is iets waar BON een belangrijke -doorslaggevende- rol in zou kunnen spelen. De enige manier waarop wij iets kunnen bereiken is door de schoolleiders (niet de bestuurders!) ervan te overtuigen dat wat wij willen verstandig is en niet onredelijk.

Reacties zijn gesloten.