Hoe druk heeft de leraar het werkelijk?

Dit kopt Trouw vandaag boven een artikel waarin een beeld wordt gegeven van de werkdruk van een docent. “Het valt eigenlijk best mee met de werkdruk van leraren.” Een realistisch beeld?

——————————————————————————
“Minister Plasterk van onderwijs vindt dat leerlingen meer uren les moeten krijgen. Maar leraren klagen dat ze het al te veel te druk hebben. Hoe druk is druk? Trouw liep een dag met een leraar mee.

Dinsdagochtend, 7.30 uur. Vmbo-wiskundeleraar Jozef van Laak (28) smeert thuis in Oisterwijk zijn witte boterhammetjes met salami, stopt ze in het geelgroene trommeltje, zegt zijn hoogzwangere vrouw en zoontje van anderhalf goedendag en stapt in de auto.

Om 8.15 uur arriveert hij in de personeelskamer van het Dongemond College in Raamsdonkveer en haalt de eerste kop koffie uit de automaat. Er zijn vijf zieken en enkele leraren zijn ingeroosterd om hen te vervangen. „Ik heb daar zo’n hekel aan,” zegt een van hen. Dan gaat de bel.

Het is 8.30 uur. Van Laak geeft zonder onderbreking drie lesuren van 50 minuten. Tot 11.00 uur: dan hapt hij tijdens de pauze in zijn appeltje en praat met een collega over de 15-jarige Jeffrey. Voor de derde keer had de jongen geen boeken bij zich. Van Laak heeft hem in de aula laten opschrijven waarom dat is. Mijn moeder pakt mijn tas in, luidt het antwoord, het mobiele nummer van de moeder staat erbij. Als u mij niet gelooft, bel u haar maar, denkt Jeffrey.

Om 11.20 uur uur gaat de schoolbel voor het vierde uur. Klas 4 vmbo-kader heeft wiskunde. Zeventien jongens van 15 en 16 jaar hangen in de banken. ’Heren’, noemt Van Laak ze en ze zeggen ’meneer’ terug. Ze volgen de technische richting, vandaar dat er geen meisjes bij zijn.

„Peter en Jacob, hebben jullie belangrijke dingen te bespreken of zo?,” Met korte opmerkingen krijgt Van Laak de jongens stil. Orde houden is voor hem geen punt. Ook deze groep met hun gelharen, nike-schoenen, zilveren kettingen en het petje op de knie (in de klas mag je hem niet op) kan hij met een enkele keer knippen met zijn vingers aan. Ze oefenen sommen, want hun eindexamen nadert. Na een gaap: „Is het een idee vanavond wat vroeger naar bed te gaan, Jacob?,” De som gaat over paddestoelen die dienen als fietswegwijzer. „Paddo’s, meneer,” grapt de een. De jongens moeten afstanden invullen in een tabel. „Hé meneer, ik snap hier niks van.” Van Laak doet het voor op het bord.

Dan klinkt de bel, 12.10 uur. „Dinsdag is mijn snoepje”, zegt hij, kijkend naar zijn rooster. Hij geeft vandaag geen les meer, zet zich achter een computer in de docentenwerkkamer. Van Laak organiseert een schoolactie voor een goed doel en werkt aan een brief. Er komt onder meer een bioscoopavond en een sponsorloop.

Om 13.00 uur loopt hij terug naar de personeelskamer voor de lunch. Daar zitten de tafeltjes al vol. Van Laak is voorzitter van de personeelsvereniging en lid van de medezeggenschapsraad. Hij hoort graag van zijn collega’s wat er speelt. De lerares Duits vertelt dat voor de excursie naar Berlijn grote kamers zijn gereserveerd. Veel kinderen op één kamer betekent gekeet. Dat wordt hooguit van 3 tot 7 slapen, vreest ze. Van Laak gaat niet mee op werkweken zolang hij jonge kinderen thuis heeft. Zijn vrouw werkt in de zorg, hij wil haar niet te lang alleen laten. 37 uur is het gemiddelde, maar leraren halen ook wel eens nul of 59 uur per week.

13.30 uur: lunchpauze voorbij, de 800 vmbo-leerlingen stromen weer de lokalen in. Van Laak zet zich opnieuw achter de computer. Het zijn de taken buiten het lesgeven om, die de werkdruk opvoeren, vindt hij. Zo zijn er unit-bijeenkomsten voor alle vmbo-leraren. Er zijn leergebiedvergaderingen over de samenhang tussen verschillende vakken. En je hebt sectiebijeenkomsten voor alle wiskundedocenten. Daar gaat het over het examenprogramma of over toetsen: wat je wel en niet gaat vragen. Er wordt altijd aan het einde van de middag vergaderd. Op sommige vergaderdagen is er een 40-minuten rooster. Daar gaat vergadertijd dus van de lestijd af. Is dat nodig? Van Laak vindt ’absoluut van wel’. Als je deze vergaderingen buiten lestijd gaat plannen, in de vakantie of in de avonden, ga je de grens over, vindt hij.

De grens? Nu nog is het vak goed te doen, zegt Van Laak. Zijn dagen zijn goed gevuld, maar hij kan het werk zo plannen dat hij de avonden en weekeinden meestal vrij heeft. Wel belt hij soms met ouders in de avonden. Een op de acht weekeinden is hij wel eens voor school bezig. En circa één avond per twee weken met zijn MR-werk, een rapportvergadering of een andere activiteit op school. Maar wiskunde levert in vergelijking met bijvoorbeeld Nederlands weinig nakijkwerk, stelt hij. „Wij hebben een mooie methode met goede toetsen.” Een leraar Nederlands moet opstellen of tekstverklaringen tot zich nemen. Dat is, schat hij, wel twee keer zoveel werk.

16.10 uur: de wekelijkse kernteamvergadering start. Dat is de groep van zes docenten die verantwoordelijk is voor zo’n 80 leerlingen. Ze spreken dit keer over de stages van de leerlingen. Die worden volgend jaar verlengd. Om 17.00 uur is de vergadering voorbij. Van Laak loopt nog wat rond op school, praat met een collega over haar nieuwe huis. Hij vindt het een heerlijke baan. Na zijn havo-examen volgde hij de HBO-docentenopleiding in Tilburg. „Ik gaf drumles aan kinderen. Ik dacht: lesgeven zie ik erg zitten.” Een pluspunt zijn de zestig vakantiedagen. Wel is hij tijdens de herfst- of voorjaarsvakantie met lesvoorbereiding bezig. En de laatste week van de zomervakantie is hij al op school.

Dat de wekelijkse werkdruk verlaagd zou kunnen worden door de vakanties te bekorten, zoals onderwijsminister Plasterk onlangs opperde, vindt hij ’te kort door de bocht’. Vorig jaar zat Van Laak in een sollicitatiecommissie voor een nieuwe wiskundedocent. Het viel niet mee iemand te vinden voor die functie. „Wil Plasterk het nog moeilijker maken om mensen te vinden voor het onderwijs?”

Van Laak verdient 2660 euro bruto per maand, dat is netto (minus ziektekostenverzekering) zo’n 1700 euro. Het startsalaris voor een docent is niet slecht, vindt hij. „Maar het probleem is dat er weinig groei in het salaris zit. Ik krijg jaarlijks 50 euro per maand erbij. Dat maakt het werk op den duur toch minder aantrekkelijk.”

Om 17.15 uur stapt hij in de auto. Correctiewerk heeft hij niet mee. „De dinsdagavond is voor mijn gezin.”
Pieken maken werk van leraar zwaar

Het valt eigenlijk best mee met de werkdruk van leraren. Die indruk rijst op uit onderzoek naar het aantal uren dat leraren werken en de belasting die zij daarvan ervaren. Over het hele jaar genomen werken ze niet meer dan waar ze voor betaald worden. Maar er zitten wel enorme pieken in de omvang van hun werkweek.

De werkdruk van leraren is vrij nauwkeurig in beeld gebracht door onderzoeksinstituut TNO Arbeid. Dat stelde allereerst vast dat een fulltime leraar volgens de cao 1659 uur per jaar moet werken. In zijn arbeidscontract heeft hij vaak een werkweek van een kleine 37 uur staan. Dat betekent dat hij per jaar 45 weken moet werken en dus zeven weken vakantie heeft.

Maar zo overzichtelijk is het in de praktijk niet. Geen enkele school werkt met schooljaren van 45 weken; veel scholen, met name in het voortgezet onderwijs, komen niet verder dan 38 weken. Die zeven ’ontbrekende’ weken hebben leraren niet zomaar extra vakantie; ze gebruiken een deel ervan voor het voorbereiden van lessen en voor nakijkwerk. Maar werkweken van 37 uur maken ze dan doorgaans niet. Maar het moet uit de lengte of uit de breedte komen. Die 45 weken van 37 uur halen leraren dus niet. Maar in de weken dat ze wél werken, draaien ze ruimschoots meer dan de 37 uur die in hun contract staan. En zo komen ze toch aan de voorgeschreven 1659 uur per week.

Die lange periodes dat leraren in feite overwerk doen, stelt TNO Arbeid vast, is precies de reden dat veel leraren gebukt gaan onder de werkdruk. In topweken (en dat zijn er nogal wat) komen veel fulltime leraren met gemak aan vijftig uren werk. Zo bezien valt het dus bepaald níet mee met die werkdruk. Er zit één ’maar’ aan het TNO-onderzoek: dat is al zes jaar oud. Recenter onderzoek is er nauwelijks. De jongste cijfers over werkdruk die het ministerie van onderwijs heeft, stammen uit 2003.

Onderzoeksinstituut Research voor Beleid concludeert op grond van die cijfers dat het de goede kant op gaat met de werkdruk van leraren. In 2000 zei 43 procent van de leraren in het voortgezet onderwijs dat hun werk een groot beslag legt op hun vrije tijd, in 2003 was dat nog 33 procent. En het aantal leraren dat zegt te weinig tijd te hebben om hun werk goed te doen, is gedaald van 38 naar 27 procent. De klachten over werkdruk zijn sinds 2003 niet verdwenen. Ze zwellen zelfs weer aan nu scholen het wettelijk voorgeschreven aantal uren onderwijs moeten bieden. Maar recent onderzoek dat die klachten onderbouwt, is er niet.”

20 april 2007, bron

19 Reacties

  1. Het gaat niet enkel om de uren
    Het gaat ook om de intensiteit van je werk. Lesuren zijn zeer intensieve uren. Die draai je er niet 8 op een dag.

    • Nog meer onderzoeksresultaten
      Hierbij onderzoeksresultaten over de arbeidsatisfactie in het onderwijs in 2004. Hieruit blijkt maar weer eens dat de grootste ontevredenheid in de werkdruk ligt. Ik stel dan ook voor dat de journalist van bovenstaand stukje voor de gezelligheid eens een week meeloopt en dan liefst ook het werk mee naar huis krijgt. Ik herinner mij een radiomedewerker die een andere baan zocht en bij ons op school solliciteerde. Hij had een tweedegraadsbevoegdheid Nederlands. 1 maand lang is hij meegelopen bij de collega die de VUT in ging en die hij zou vervangen. Goed ingewerkt zou ik zeggen. Tot het moment supreme. Hij heeft het volgehouden tot de eerste pauze dus van 8u30 tot 10u15. Daarna…Nooit meer gezien. Het is wel zo eerlijk om er bij te vertellen dat hij bij de jongens van het IVBO werd ingezet. Een klas van 6 leerlingen.
      Opvallend is dat het management over bijna de hele lijn heel tevreden is met zijn werk maar het is ook het management dat het meest op zoek is naar een andere baan. Ra Ra hoe valt dit te rijmen.

      216.239.59.104/search?q=cache:T6J4GJbNPeEJ:edu.fss.uu.nl/ord/fullpapers/Vrielink%2520FP.doc+arbeidssatisfactie&hl=nl&ct=clnk&cd=1&gl=nl

    • En ook voorbereidingstijd
      Een 4-vmbo-lesje schud ik, met alle respect, wel zo uit mijn mouw. Kleine brokken, veel structuur, dat draait wel. Een historisch verhaal voor een VWO-eindexamenklas dient duchtig voorbereid te worden. Temeer daar er bij geschiedenis (maar ook bij Ak, naar ik weet) we elk jaar met een nieuw eindexamenthema opgescheept zitten.
      Ook het nakijken van een vmbo-tentamen of -examen kost me beduidend minder tijd dan havo of vwo.

      En hoewel de maximum-grootte voor onze vmbo-klassen kleiner is dan voor havo en vwo, zijn deze laatste groepen toch groter en heb ik eigenlijk meer onrust in havo dan vmbo.

  2. Werkdruk leerkracht niet meetbaar?
    Het verhaal verbaast me zeer…werkend in het BAO (kleine school) gaat het mij zo: 07.30 op school. Tas uitpakken: werk uitsplitsen, wie moet welke taak verbeteren of overdoen? (lijstje van de correctieresultaten plak ik op mijn bureau om zelf nog overzicht te houden). 08.00 uur koffie, 08.15 uur pleinwacht, 08.45 uur school in, dus lesgeven, 10.30 uur pleinwacht, 10.45 uur lesgeven, 12.00 uur middagpauze, 12.30 uur lesvoorbereidende werkzaamheden, 13.00 uur pleinwacht, 13.15 uur lesgeven, 15.30 uur correctie, lesvoorbereiding, neventaken (ik heb er hier al wel eens een opsomming van gegeven), 17.30 werk af… In dit verhaal zijn niet meegenomen: vergaderingen, cursussen, oudergesprekken, collegiale consultatie etc etc etc. Daardoor is de woensdagmiddag, als ik geen klas heb, de aangewezen “in-haal-middag” voor zaken die zijn bljven liggen. En jawel, ook weekenden en zelfs vakanties zijn niet voor 100 procent verschoond van schoolwerkzaamheden.
    Blijft mijn stokpaardje: kon men maar eens METEN hoe lichamelijk en geestelijk je moe bent, na een dagje werken in het onderwijs….

  3. Mijn max is eigenlijk
    5 lesuren aaneen, meer vind ik niet te doen. Overigens las ik ergens dat zodra mensen BAPO krijgen, ze ook minder ziek zijn. Werkdruk is dus ook in dit opzicht meetbaar.

  4. Nog veel te rooskleurig
    Ik heb het veel drukker dan die van Laak. Die weken van 50 uur? Niets bijzonders, komt 4 op de 5 weken voor.
    Avond vrij door de week? Komt niet voor. Elke avond tussen de 70 en de 150 minuten werk. Alleen al mijn tas uitpakken en alles ordenen kost meestal al een kwartier.
    Een weekeinde vrij? Komt niet voor. Gemiddelde werktijd in het weekeinde: zo’n zes, zeven uur. Vaak nog veel meer. Grotendeels correctie: repetities, verslagen. Verder nog veel administratie.
    En nog krijg ik veel te weinig af, en alles op het laatste nippertje. Ik heb zo’n 7 jaar ervaring, hoef meestal geen nieuwe toetsen meer te maken, lesvoorbereiding kost me zo’n 30 minuten per avond.
    Laatste les meestal om 15.10, soms 16.00. Vaak nog een vergadering daarna, met bijbehorende papieren afhandeling.

    Ten dele is die drukte niet te vermijden, maar voor een groot deel wordt de werkdruk veroorzaakt door de veranderzucht van de leiding met alle bijbehorende circulaires, bureaucratie en andere onzin. Daarnaast heb ik er nog een flinke taak aan om mijn vak te beschermen tegen hardnekkige pogingen tot niveauverlaging, urenvermindering en andere uitholling.

    En die buitenstaanders maar schrijven dat 5 x 50 minuten werken zo weinig is. Ze moeten eens op een kantoor gaan kijken als er net weer een of andere halve zool terug is van zijn vakantie in Thailand. Dan staat de hele afdeling van 8.30 tot 10.00 fotoos te kijken. Moet je eens proberen met 30 pubers die achter je de klas afbreken.

    • onderzoek met de Franse slag
      Dit is inderdaad een verkeerde voorstelling van zaken.
      Er zijn vakken die veel bewerkelijker zijn dan wiskunde!
      Denk aan geschiedenis, aardrijkskunde, de talen (met name nederlands) en de kunstvakken.
      Het is niets voor niets dat vroeger voor de verschillende vakken een verschillende opslag gold!
      Hierbij kreeg Nederlands de hoogste opslag en gymnastiek de laagste. Helaas is dat ook uit onze CAO geschrapt.
      Nee, ik vind dat Trouw dit onderzoek met de Franse slag heeft gedaan en moet het nog maar eens wat serieuzer overdoen.

      Verder zou ik ook wel eens willen weten in welk ander beroep je constant voor 100% moet werken. Ik wil het nog niet eens hebben over die foto’s uit Thailand van Stevin, wat te denken van de veelvuldige rookpauzes die er op kantoren wordt gehouden (ook op het ministerie en misschien ook bij Trouw) en van alle niet-rokers die dan voor de gezelligheid ook maar even mee naar buiten gaan?

  5. Dus de vacatures
    zijn straks zo vervuld! Makkelijk baantje, doen we even. Ik begrijp niet wat een krant voorheeft met dit soort onzinnige publicaties. Ook wel eens nul uur. Hoe moet ik me dat voorstellen?

    • Hoe druk?
      Hoe druk DE leraar het heeft, is afhankelijk van het vak dat hij geeft (zoals elders gesteld), maar bovenal is het afhankelijk van de instelling van de leraar. Een leraar die zijn vak serieus neemt, zal het gemiddeld drukker hebben dan een die maar effe leraar speelt.
      Onderzoekers die willen vaststellen hoe druk een leraar het heeft, moeten eerst nagaan of zij te maken hebben met een leraar die zijn beroep naar behoren beoefent. De groep die effe voor leraar speelt, zou in het onderzoek niet meegenomen moeten worden.
      Ik weet van mezelf dat ik stukken minder uren zou maken als ik mij minder met mijn werk zou bezighouden. Minder uren maken, zit er voor mij niet in. Daar zou ik over kunnen klagen, maar ook dat gaat niet, omdat ik het veel te leuk vind om de geplande lesinhoud samen met mijn leerlingen te realiseren.
      Ik besef dat ik de klassieke fout van enthousiaste docenten bega door in feite meer te doen dan waar je voor betaald wordt. Verkeerd, maar ik zou niet weten welke didactische of pedagogische activiteit ik zou moeten laten varen.

      • Hoe druk heeft de leraar het eigenlijk?
        Jaren geleden heb ik ‘uren ingeleverd’ omdat ik mijn werk niet binnen de daarvoor gestelde tijd
        afkreeg. Ik maakte gemiddeld zestig uur per week. Jong en dom als ik was, leek uren inleveren me de meest
        geschikte oplossing…
        Maar eigenlijk is het natuurlijk te gek om los te lopen dat je salaris inlevert, omdat je werk niet binnen
        de normale tijd te doen is. Toen ik twintig uur lesgaf, kreeg ik het in zo’n 45 uur per week voor elkaar.
        Nu ben ik nog steeds parttimer (kleine baan vanwege kleine kinderen), maar ik maak structureel overuren.
        Gek genoeg zijn er de laatste jaren alleen maar taken bijgekomen: elke week kernteamvergadering (leuk
        voor een parttimer), invallessen, surveilleren, herkansingen maken + nakijken, grotere rol van de
        mentor (waaronder absentiecontrole en sanctioneren) enz.
        Hoewel er steeds méér mensen binnen onze school zijn die iets anders doen dan lesgeven, krijgt de
        docent er toch steeds meer taken bij.
        Mijn collega’s en ik hebben sterk het gevoel dat een aantal mensen als tijdvulling plannen bedenkt die
        wij mogen uitvoeren, maar dit terzijde. Het ging mij om de grote werkdruk. Als ik dit bespreek, krijg ik al
        gauw de geijkte vragen: “Ben je niet te perfectionistisch?” Antwoord is nee (je zou mijn huis eens moeten zien!),
        maar ik doe mijn werk graag goed. Een langzame werker ben ik evenmin.
        Dus: ik weet niet hoe druk ‘de’ leraar het heeft, maar ik heb het zo druk en voel me zo niet gewaardeerd
        in alle extra uren die ik werk, dat ik serieus overweeg om het onderwijs vaarwel te zeggen. Doodzonde,
        want ik vind leraar zijn een prachtig vak.

        • Ooit eens …
          … van een (voormalig) directielid te horen gekregen “dat ik mijn lessen maar wat minder goed voor moest bereiden”.

          • voorstel
            Mijn directie stelde zelf voor dat ik minder moest gaan werken!
            Ik had namelijk beweerd dat ik de werkdruk zo hoog vond.

        • Zeker niet de enige
          Hoi Margootje,
          Je bent zéker niet de enige die vrijwilliger minder werkt om het werk goed te kunnen doen. Het is natuurlijk van de zotte. Toch zou het misschien kunnen helpen om alle uren eens te registreren, zodat de buitenwacht (de manager) kan zien waar je tijd blijft.
          Overigens ben ik om dezelfde reden een groot voorstander van schoolgebonden werkuren. Het lijkt minder vrijheid op te leveren, maar het tegendeel is waar. Als je vrij bent, ben je ook echt vrij. Niemand kan zomaar extra klussen verzinnen die jij in je vrije tijd (maar het past toch nog best in je takenpakket) moet doen. Als je schoolgebonden weektaken hebt kun je ook nog eens tijdens werktijd even afreageren en met je collega’s praten over een klas. In een normale baan is het heel normaal dat de praatjes tussendoor in de baas zijn tijd gaan. Ze zijn vaak nog nuttig voor het werk ook.
          Ik heb járen een kantoorbaan gehad met de normale vrije dagen en vakantiedagen. Geloof me, ik zou dolgraag weer terug willen als het om vrije tijd gaat.

Reacties zijn gesloten.