Ik zat nu een paar maanden op de broederschool en had schrijfles op die dag.
Het was een mooi en zonnig lokaal met uitzicht op een prachtige tuin. Mijn moeder was een paar straten verder in het ziekenhuis bevallen en ik zou haar die middag na schooltijd gaan bezoeken.
Maar eerst hadden we nog schrijfles, met een kroontjespen op houthoudend vezelig papier.
Met schrijven had ik geen moeite. Ik had er plezier in om de voorgeschreven elegante ronde letters na te schrijven tussen de lijntjes op het vel. Het was een grotere kunst geen inkt te morsen of te blijven haken met je pen. Een kleine afwijking bleek een ramp.
De broeder-onderwijzer ontstak misschien niet echt in woede, maar zijn sarcastische opmerkingen raakten dit kind van zes tot in zijn ziel. Hij legde zijn vlakke warme hand tegen de rechterkant van mijn gezicht, gaf mijn hoofd een zet naar links, ving met zijn andere hand mijn hoofd weer op en gaf deze vervolgens een zet in tegengestelde richting. Zo ging dat enige tijd heen en weer onder het ritme van zijn woorden:’Wij maken geen vlekken op papier, wij maken geen vlekken op papier…’
Tranen welden op in mijn ogen en stroomden over mijn gezicht. De klas bulderde van het lachen.
Het was misschien een koddig gezicht, maar ik voelde mij diep vernederd. En zoals dat gaat met zo’n klein kind, ik was woedend, maar wist tegelijk niet hoe snel ik mijn huilen kon stoppen en mijn tranen moest drogen. Want mijn moeder mocht straks niets merken van wat er die ochtend was gebeurd.
Zoals in deze anekdote, aan de meeste lezers welbekend, gaat het tegenwoordig, hoop ik, niet meer.
Maar gezien het chaotische handschrift van veel van mijn leerlingen en omdat er in al die verschillende handschriften geen lijn meer valt te ontdekken, vraag ik mij af óf en hóe er tegenwoordig nog schrijfles wordt gegeven.
En ook of er überhaupt nog een schrijfmethode is, die door de overheid wordt voorgeschreven. Of zou iedere school zelf maar mogen weten wat ze doet en hoe ze het doet?
Vroeger hadden we een lopend handschrift dat tussen drie lijntjes maandenlang geoefend werd en, als ik mij niet vergis, was er een letterhoek van circa tachtig graden. Dat lijkt allemaal ver verleden tijd.
Misschien heeft de computerletter daar zijn invloed op gehad.
In ieder geval heeft het gebrek aan oefening en aandacht ook in het handschrift zijn sporen nagelaten.
Toch is het handschrift, volgens sommige deskundigen, ook een spiegel van de ziel.
Als we dat laatste mogen geloven, is het met vele kinderzieltjes slecht gesteld.
Schrijfmethode
Lange tijd hadden basisscholen een methode die een schrijfwijze voorschreef, die vervolgens grondig ingestudeerd werd. Ik heb ooit een collega gehad (bij een bedrijf), die alleen maar lagere school had (daarna: werken bij z’n vader).
Deze man had zo’n fraai handschrift, dat, als je alleen op z’n handschrift af zou moeten gaan, je hem voor een intellectueel zou houden.
Maar toen kwam de vernieuwing, die stelde dat elk kind recht had op een eigen handschrift.
Toen kwamen er ook methodes op de markt met veel meer ‘spielerei’ bij het schrijfonderwijs. En zo kon het gebeuren dat je leerlingen in groep 7 kreeg, die al een volstrekt onleesbaar handschrift hadden ontwikkeld.
Ik denk dat de basisschool ervoor is een duidelijk handschrift aan te leren.
Wat de kinderen (ook als volwassenen) , er in hun vrije tijd mee doen, is vervolgens hun probleem.
Als school heb je aan je opdracht voldaan: je hebt een gedegen basis gelegd.
Lijfstraffen onnodig natuurlijk. Laten we het nut wel in de juiste proporties blijven zien.
Handschrift zegt heel veel – oefening baart kunst
Ik herken me in uw visie. Helaas wordt er bijna tot geen aandacht meer geschonken aan fatsoenlijk, laat staan aan netjes / mooi schrijven. Trieste zaak, want met de ontwikkeling van de fijne motoriek van het handschrift schijnt ook het innerlijk zich (voor een deel) te ontwikkelen. Handschrift is inderdaad – deels – een spiegel van de ziel. En door specifieke schrijfoefeningen te doen, kun je mensen ook innerlijk helpen. Maar nu meer praktisch. Een voorbeeld uit mijn eigen praktijk maakt dit duidelijk.
Een jongedame leverde al drie jaar lang een perfect verzorgd schrift in: duidelijke, overzichtelijke aantekeningen. Toen ik tijdelijk een ander vak gaf (KCV) kregen de leerlingen geen beoordeling voor hun schrift. Toen ik eens door de klas rondliep om te kijken wat mijn leerlingen ervan brouwden, viel mijn oog op het schrift van genoemde jongedame. Mijn verbazing tart iedere beschrijving. Ik vroeg: ‘Is dat je kladschrift?’. “Nee hoor, meneer”, antwoordde ze vriendelijk, “dit is mijn netschrift”. Het schrift was één grote chaos, voor zover de aantekeningen er al in stonden. Op mijn verbaasde blik antwoordde ze: “Ja meneer, we krijgen er toch geen punt voor?”.
Blijkbaar was zij niet in staat een beetje fatsoenlijk resultaat af te leveren. Leerlingen hebben dat steuntje in de rug nodig: wat controle, maar daardoor ook wat aandacht. Door een schriftcontrole laat je zien dat je geïnteresseerd bent in het (goed) werken van de leerling. Mijn leerlingen waarderen het als ik een kritische opmerking maak bij iets of juist eens een compliment maak bij een mooie uitwerking. En als ik de punten van de overhoringen vergelijk met die van de schriftcontroles, dan valt me op dat – behalve bij de zeer slimme leerlingen – de punten van de overhoringen meestal recht evenredig zijn met die van de schriften. Bovendien heb ik de overtuiging dat een verzorgd schrift bijdraagt aan een gevoel van zelfrespect (naast respect voor het vak uiteraard).
Bill Banning
handschrift en karakter
Een goed handschrift is in mijn ogen ook een bewijs van respect voor de lezer van het handschrift.
Ik kan het niet helpen (ik geniet zeer van fraaie letters), maar een slordig briefje is steeds een kleine klap in het gezicht.
Daar komt bij dat er een sterke neiging is handschrift aan karakter te koppelen. Hoewel dat volkomen misplaatst kan zijn.
Grote hanepoten komen agressief over b.v. , hoewel de schrijver misschien helemaal niet agressief is.
Een fraai handschrift voorkomt dergelijke misverstanden.
Schrijven moet beschouwd worden als een ambacht. Een nuttig ambacht, dat tevens niet afhankelijk is van iemands intellectuele bekwaamheden.
Maar ja…
Toen kwam de computer.
Lastenverlichting door de computer
Een brief in een net handschrift zonder doorhalingen schrijven is voor mij een zeer zware opgave en kost me veel tijd. Het is de lagere school nooit gelukt mij een mooi handschrift aan te leren en ik ben, denk-ik, “onhandig”. Dank-zij de computer hoef ik mensen gelukkig geen onbedoelde klap meer in hun gezicht te geven.
Seger Weehuizen
Ongelooflijk, maar waar……
Banning zegt:’….door specifieke schrijfoefeningen te doen, kun je mensen ook innerlijk helpen.’
Daar ben ik het volledig mee eens.
Alleen dat is al voldoende om er in het onderwijs meer werk van te maken.
Weet U dat resultaten van geduldige oefening (ook op andere terreinen) kinderen en zelfs mensen een beetje gelukkig kunnen maken.
Zelfs meer dan al die goed bedoelde zelfexpressie van deze tijd.
Kinderen (en volwassenen op cursussen) vragen er zelfs om.
Inderdaad, ‘oefening baart kunst’ en dat is weer een deel van de kwaliteit van het leven.
het nut van oefenen
Inderdaad Hals.
Het heeft mij regelmatig verbaasd dat het regelmatig oefenen op de basisschool, werd verketterd als zijnde nutteloos en saai, terwijl het eindeloos oefenen op de voetbalclub of de gymclub daarentegen wel als zinvol en belangrijk werd beschouwd.
Sinds het oefenen werd gediskwalificeerd, is de achteruitgang ingezet.
Belangrijk en…..
…nog leuk ook.