Zojuist ben ik begonnen met de correctie van het eindexamen HAVO voor natuurkunde voor de NT leerlingen, de ‘harde’ natuurkunde dus.
Opgave 1 gaat over straling; hier vraagt men echter niets wat specifiek voor de NT-stof is (kernenergie, E=mc² e.d.).
Opgave 2 zou over magnetisme moeten gaan. Ook hier vraagt men niets specifieks voor de NT-groep: het enige wat men over magneten durft te vragen is de afstotende werking tussen twee Noordpolen: iets wat een geïnteresseerde basisschoolleerling ook wel weet. Geen lorentzkracht, geen inductie, geen flux, geen rechterhandregel, niets van dat al.
Opgave 3 is een aardige vraag over een ionenmotor. Dit gaat werkelijk over natuurkunde. Maar zo’n motor, waarvan het principe berust op het afstoten van Xenon-ionen, is een prachtgelegenheid om een vraag te stellen over actiekracht en reactiekracht. Helaas, daarover geen woord; alweer een specifiek NT-onderwerp overgeslagen.
Opgave 4 is een aardige vraag over een lens die ‘s-nachts op temperatuur moet worden gehouden. Best een leuke vraag, maar opnieuw geen NT-stof.
Opgave 5 gaat over een watertank en opent met een vraag over volume die bijna geheel door een slimme achtstegroeper kan worden gemaakt. De enige stof uit het voortgezet onderwijs is hier de formule voor de inhoud van een cylinder. De rest van deze vraag kan je wel serieus nemen, maar opnieuw: waar is de NT-stof?
Opgave 6 gaat over lenzen en sterren, met name de Krabnevel. Ook dit is voor 100% stof waarvoor je geen NT-er hoeft te zijn: standaard optica. De notie dat je bij het gebruik van de lenzenwet bij verre voorwerpen de beeldsafstand gelijk mag nemen aan de brandpuntsafstand, die hoeft een leerling niet te hebben, want dat wordt die arme ziel al in de opgave verteld. Ook voor de rest is dit een bijzonder eenvoudige opgave.
Samenvattend kan je stellen dat alleen in opgave 3 iets gevraagd wordt over de Natuur en Techniek stof (de centripetaalkracht en de energie van een deeltje in een electrisch veld). Verder is het compleet een NG-examen (NG is de ‘korte’ versie van natuurkunde voor het profiel Natuur en Gezondheid).
Dit jaar wordt niets gevraagd over samenstellen en ontbinden van krachten, of momenten. Die elementaire mechanica is niet iets om die arme kinderen mee lastig te vallen. Maar gelukkig, in het NG-examen zit nog een aardige vraag over snelheid en versnelling.
Het enige onderwerp dat in beide examens op een behoorlijk niveau aan bod komt is arbeid en energie.
Die afwezigheid van de echte NT-natuurkunde is natuurlijk belachelijk. Ben ik daar nu al die lessen voor in touw? Gelukkig dat er nog schoolexamens zijn. Maar je vraagt je af of de mensen die de centrale examens in elkaar zetten wel weten wat ze doen. Geen idee aan wie die lui verantwoording schuldig zijn.
Bernard Wijntuin
Niet toetsen
Ook bij het VWO wiskunde A examen werden belangrijke delen van de eindexamenstof niet getoetst.
Naar aanleiding van
Dat de onderbouw VWO tweedegraadsgebied is geworden heeft een ideologische en daarmede samenhangende praktische reden. De onderwijshervormers wilden alle 12-16 jarigen graag als gelijkwaardige en gelijke wezens zien en daarbij paste geen onderscheid in lerarentype. Bovendien wilden zij dat al deze wezens eenzelfde programma zouden doorlopen en het liefst nog onuitgesplitst bij elkaar in de klas zouden zitten. Basisvorming en middenschool. Nu de basisvorming is afgeschaft is het zinvol geworden om ons af te vragen of voor die leerlingen van deze leeftijdscategorie die geschikt lijken voor de universiteit niet een ander soort leraar geschikter is als voor de overige. Nu uit de eindexamenopgaven voor HAVO-leerlingen blijkt dat hun eidniveau mijlenver verwijderd is van het niveau waarmee iemand geschikt is voor de universiteit ligt het voor de hand om heel het VWO-onderwijs eerstegraads te verklaren en heel het HAVO-onderwijs te brengen op de passende positie van tweedegraads onderwijs.
Seger Weehuizen
HAVO tweedegraads??
Gezien het steeds verder dalende niveau van de tweedegraads lerarenopleidng lijkt dat laatste niet zo’n goed idee…
overgave en jezelf redden?
hiermee officieel maken dat het niet zo veel meer voorstelt en dus niet meer zo veel HOEFT voor te stellen……?
Om het door jou gekoesterde VWO en gymnasium te vrijwaren van verdere afzakking?
Sorry, Segher……dat is toegeven en de moed opgeven!
Alsof het om een ziekte gaat, die mensen van een bepaald niveau niet zal treffen als ze zich in hun kastelen terugtrekken? Deze “oplossing” is als een deal willen sluiten met een virus
Ik pas! Zeker bovenbouw Havo 1e graads en van niveau!
Decamerone we know
De 7 vrouwen en 3 mannen uit de Decamerone konden zich veilig in een kasteel terugtrekken en hoefden zich niets aan te trekken van de ravage die het pestvirus veroorzaakte. Ik heb helaas geen kasteeltje en zal me dus binnen deze pestwereld moeten zien te redden. Geen geld voor een privéschool voor mijn kinderen en kleinkinderen. Ze zullen het dus van het gesubsidieerde VWO moeten hebben of van één van de zelfstandige Gymnasia. Ik moet me daarom wel inspannen om die gezond te krijgen.
Wees niet ontzet. Ik wil ook graag alle andere kinderen van deze onderwijspest redden.
Seger Weehuizen
Het HAVO als zinkend schip
Uw (malmaison’s) idee komt neer op een knieval voor het te lage niveau van het HAVO. Dat lage niveau is het probleem; dáár moet wat aan worden gedaan. Daarop moet je niet reageren door het lerarenniveau dan ook maar te verlagen, maar door het onderwijs en de examens weer op peil te brengen. Dit beginsel (leerling stijgen i.p.v. leraar dalen) wordt, dacht ik, grosso modo ook gesteund door deze vereniging. Ik hoop wel dat ik mij daarin niet vergis.
HHBO
De HAVO is een vooropleiding voor een opleiding waarvan het niveau ook erg gedaald is: Het Hoger BeroepsOnderwijs. Als het lagere uitgangsniveau van het hoger beroepsonderwijs het gevolg zou zijn van het lage niveau waarmee geslaagde HAVO-leerlingen het HBO instappen zouden jullie gelijk hebben. Het HBO klaagt terecht over de slechte beheersing van taal en rekenen van de via de HAVO binnenstromende studenten. Maar dat is niet de reden waarom HBO-diploma’s minder waard geworden zijn, hooguit een excuus. Door het afnemend niveau van de HBO-docenten en de overgang op competentiegericht leren neemt ook de toegevoegde waarde van de HBO-opleidingen af.
Waarom zou je de HAVO-opleiding naar een hoger niveau brengen als de HAVO daardoor overgekwalificeerde leerlingen zou opleveren? Je beduvelt de leerlingen dan als je ze vervolgens doorstuurt naar de eigentijdse HBO-opleidingen. Verhoging van het HAVO-niveau moet hand in hand gaan met een verhoging van het HBO-niveau. Of je moet een nieuwe laag creëren tussen universitair en Hoger BeroepsOnderwijs: Het HHBO, het Hogere Hogere BeroepdOnderwijs.
Seger Weehuizen
Leerlingen stijgen ipv leraar dalen
Bernard Wijntuin schrijft:
Dit beginsel (leerling stijgen i.p.v. leraar dalen) wordt, dacht ik, grosso modo ook gesteund door deze vereniging. Ik hoop wel dat ik mij daarin niet vergis.
Nee, ik denk te weten dat jij je daarin niet vergist.
iedereen komt BON binnen met een verleden
Het gaat ook om de verdeling van schaarse goederen. Waar zijn eerstegraads docenten het effectiefst inzetbaar. Ik verheel niet dat persoonlijke belangen hier in een richting zouden kunnen sturen die afwijkt van het algemene belang van goed onderwijs dat BON nastreeft. Maar heel veel mensen zijn lid van BON geworden nadat ze als ouder of leraar tegen iets aanbotsten dat ook in hun eigen levenssfeer ingreep. Je moet wel eerlijk zijn m.b.t. aanleiding en reden om lid van BON te worden. en de wil hebben mee te werken aan verbetering van het onderwijs over de gehele lijn volgens de 10 punten van BON.
Seger Weehuizen
Examens natuurkunde…
…te vinden op de NVON-site:
*havo*
*vwo*
ook van voorgaande jaren, met antwoorden.
Als er kritiek is op de (inhoud van) de examens kan men terecht op de examenbesprekingen en op de *NVON-site*.
Inzake verantwoording
Kritiek kan overal worden uitgeoefend; in het buurtkrantje, in de landelijke pers, op TV, hier op de site en, inderdaad ook voor de hand liggend, bij de NVON. Maar daarmee is geenszins gewaarborgd dat die kritiek ook bij de verantwoordelijken terecht komt.
De vraag onder wiens supervisie deze examens worden gemaakt is onbeantwoord.
Het is dáár, en via hen bij de examenmakers zelf, waar de kritiek terecht zou moeten komen.
algemene onrechtvaardigheden.
Er zijn ook twee redenen voor algemene kritiek die voor een grotere groep bij het onderwijs betrokkenen bestemd is:
1. Aanpassing van de normering van een examen is principe onjuist om de volgende redenen:
**** 1.1 Het gaat niet om een vergelijkend examen maar om de vraag “weet en begrijpt de kandidaat genoeg van het vak?”. Niet om hoeveel procent is beter en hoeveel procent is slechter dan die kandidaat.
**** 1.2 De kandidaat vindt het bijzonder onrechtvaardig dat zijn wel of niet slagen afhangt van de mate waarin zijn medekandidaten niet of wel het examen beter gemaakt hebben dan hij.
**** 1.3 Het is bizar om de ordeningsrelatie < ( ... is slechter dan .... ) op een verzameling van abiturienten los te laten en vervolgens 25 % van de leerlingen naar de deelverzameling "onvoldoende" te verwijzen **** 1.4 Omdat de examenmakers niet jaar in jaar uit de examens in dezelfde richting willen bijstellen bestaat het risico dat de examens in de loop van de tijd steeds makkelijker of moeilijker worden. XXXX Verandering van de slagingsnorm is iets dat alleen in heel bijzondere gevallen zou mogen plaats vinden. 2. Het gebeurt wel een dat een vraag door zo veel kandidaten fout beantwoord is dat de examenmakers de vraag helemaal niet meetellen. Dat is heel onrechtvaardig t.o.v. de paar kandidaten die die vraag wel goed beantwoord hebben. Seger Weehuizen
Verantwoording
Er was de laatste jaren veel kritiek op de eindexamens wiskunde van (vooral) hoogleraren wiskunde. De CITO medewerkers verantwoordelijk voor de wiskunde eindexamens hebben expliciet gezegd dat ze geen aandacht schonken aan de kritiek van de hoogleraren wiskunde `die duidelijk niet wisten waar ze het over hadden’.
universitaire toelatingsexamens
De universiteiten hebben een zekere vrijheid in hun toelatingsbeleid. Het niet toelaten tot bepaalde speciale opleidingen van abiturienten met matige resultaten is onlangs afgeblazen omdat de voorspellende waarde van de cijfers op de eindexamenlijst te gering blijkt te zijn. Maar m.b.t. buitenlandse diploma’s hebben de universiteiten waarschijnlijk veel vrijheid. En ook wat betreft het Colloquium Doctum waarvoor echter een leeftijdsgrens geldt. Naar aanleiding van de denigrerende opmerking van de CITO-toetsenmakers over hoogleraren wiskunde “die duidelijk niet wisten waarover ze het hadden” vraag ik mij af of de Universiteiten niet individueel of collectief toelatingsexamens tot de universiteit(en) zouden kunnen afnemen met dezelfde rechten als die welke aan de CITO-gestuurde eindexamens verbonden zijn.
Seger Weehuizen
Dat is het punt niet
Een systeem van eindexamens is op zich goed en universiteiten zouden er slecht aan doen om dit systeem te ondermijnen. De eindexamens moeten simpelweg beter worden. Niet de baby met het badwater weggooien.
Op zich goed
“op zich goed” zou het systeem van eindexamens zijn. Maar de eindexamens (je bedoelt mogelijk “de eindexamenopgaven”) moeten SIMPELWEG beter worden en de CITO-toetsenmakers moeten wat meer respect tonen voor hoogleraren in de wiskunde. Ik zie niet hoe wij SIMPELWEEGS de eindexamenopgaven kunnen verbeteren. Het zoveelste monopolie-instituut in onderwijsland verklaart de mening van de afnemers irrelevant en marcheert vrolijk verder op de ingeslagen weg. Hoe simpel is het dan wel de CITO-examens te veranderen als het CITO tegen iedereen die het niet met hem eens is onteruggefloten mag zeggen dat hij geen verstand van zaken heeft? En wat bedoel je “met op zich goed”?
Écrasez l’infame!
Seger Weehuizen
Re: op zich goed
Met `op zich goed’ bedoel ik dat een systeem van landelijke eindexamens beter is dan een systeem waarin scholen zelf diploma’s mogen geven op basis van bijvoorbeeld alleen schoolexamens. Nu is de opdracht voor BON in principe eenvoudig: zorg dat de eindexamens beter worden. Dat leidt tot beter onderwijs. Als er alleen schoolexamens zouden zijn, dan moet je iedere individuele school langsgaan of proberen via toegangstoetsen tot het hoger onderwijs (waarvan er dan waarschijnlijk ook vele tientallen zo niet honderden zouden zijn) dingen af te dwingen. Dat laatste is veel lastiger. Alleen de experts zien dan bovendien door de bomen het bos nog.
niet de scholen, niet het CITO maar de universiteiten zelf
Mijn excuses dat ik onduidelijk geweest ben. In schoolexamens zie ik weinig. Wat ik er wel als gunstig in zie is een wenselijke bescherming voor goede leerlingen die als gevolg van examenstress op het CE onderpresteren. Ik herinner mij vanuit mijn schooltijd een geval van een leerling die valium geslikt had en daardoor zakte. Maar het ging mij toch om iets anders. Het CITO meent het alleenrecht te mogen hebben om te beslissen of iemand geschikt is voor het WO. Aan de hoogleraren van de universiteiten onthouden zij het recht om daarin ook een inbreng te hebben. Ik zie dat als een hoogst ongewenste situatie en vind daarom dat ook de universiteiten het recht moeten krijgen om te onderzoeken of een kandidaat student voldoende voorbereid is om met vrucht universitair onderwijs te volgen. Iemand mag dan aan een universiteit gaan studeren als hij het juiste CITO-eindexamen heeft gehaald maar ook als hij het van toepassing zijnde toelatingsexamen dat door de universiteiten opgesteld is heeft gehaald. Het CITO verliest dan zijn monopolie op het verstrekken van toegangsbewijzen voor de universiteiten en de universiteiten kunnen bij hun toelatingsonderzoek net als het CITO eigen accenten plaatsen.
Seger Weehuizen
universiteit & toelating
ref Seger Weehuisen & Mark79
Of we het willen of niet : de hiaten tussen VO en WO drijven de universiteiten onontkoombaar in de richting van eigen toelatingsexamens aan de universiteiten.
Nu zijn het nog de algemene toegangseisen en bijscholing, en numerus clausus, die bepalen wie erin mag en wie niet, per wet. Het achterdeurtje HBO staat ook nog wijd open.
In de toekomst zullen universiteiten meer zelf willen bepalen wie erin mag. Selectie aan de poort (vlg. ook hoe de propaedeuse wordt gehanteerd). Daarvoor zullen ze dan allerlei redenen aanvoeren : kosten en efficiency van onderwijs, schaalgrootte, differentiatie, excellence, concurrentie.
De universitaire onderwijs pyramide wordt, ook op de ingangsnivos, meer en meer opgetuigd ; zeg maar dichtgetimmerd.
Vinden we niet juist en niet leuk. Maar ze zullen het wel doen ;-((
maarten
verantwoording
Mirror : CITO weet duidelijk niet welke consequenties hun op ogenschijnlijk objectieve maatstaven gebaseerde toetsfabriek op sommigen in de samenleving heeft ; en kan hebben. Zeg maar : geen benul.
maarten