Geen vervolg meerdere examenmomenten VO

28 juni 2004 presenteerde Maria van der Hoeven Koers VO: De leerling geboeid, de school ontketend. In dit beleidsstuk een nieuwe uitdaging voor de bovenbouwdocent
Inzet:
Een systeem van examinering realiseren dat maatwerk biedt, kwaliteit garandeert, het civiel effect waarborgt, organiseerbaar en beheersbaar is.
Acties:
Meerdere centraal examenmomenten per jaar wordt mogelijk gemaakt in het vmbo, havo en vwo, onder de voorwaarde dat zich geen onoverkomelijke bezwaren aandienen ten aanzien van de organiseerbaarheid, de regelgeving of financiële consequenties.

Enige maanden later schrikt ook het vervolgonderwijs wakker. Vraag 58 uit een lijst van vragen en antwoorden
Wanneer denkt u dat het mogelijk zal zijn meerdere momenten voor het centraal examen per jaar te hebben? Welke randvoorwaarden stelt u hieraan? Is een van de randvoorwaarden dat gediplomeerden direct na hun diplomering in het vervolgonderwijs moeten kunnen instromen?

In Koers VO heb ik opgenomen meerdere examenmomenten per jaar mogelijk te willen maken indien er zich geen onoverkomelijke bezwaren aandienen ten aanzien van de organiseerbaarheid, de regelgeving en de financiering. Over de randvoorwaarden zal ik de Kamer nog dit najaar informeren met de door mij in Koers VO toegezegde uitwerkingsnotitie examens. Natuurlijk zal het moment van instroom in het vervolgonderwijs een punt van aandacht zijn.

Dan in de december 2004.de randvoorwaarden
Meerdere examenmomenten per jaar is een vorm van maatwerk met veel mogelijkheden voor leerling en school. De leerling kan dan al halverwege het examenjaar één of meerdere vakken met een centraal examen afsluiten. Een gezakte kandidaat hoeft niet een heel schooljaar en al zijn vakken over te doen. De school kan de lessen in een vak ook geconcentreerd in één periode aan de leerling aanbieden en op deze manier flexibel omgaan met de inzet van personeel en gebouwen. In de bijlagen is een voorstel voor een pilot opgenomen. Over de invulling van de randvoorwaarden spreek ik in het voorjaar 2005 met docenten en schoolleiders, waarna een pilot start in het schooljaar 2005/2006. Ik kies voor deze aanpak omdat maatwerk naar de leerling toe niet gepaard moet gaan met onevenredige toename van de organisatielast van docenten, schoolleiding en centrale overheid en wellicht ook voor diezelfde leerling (zie ook het advies van de Onderwijsraad, 2004). De pilot blijft beperkt tot scholen voor havo en vwo omdat de ontwikkelingen in de beroepsgerichte leerwegen al een vorm van flexibilisering in de afname mogelijk maken voor het vmbo (zie hieronder).

… met bijlage
De docenten en de school
Volgens de Cito-enquête zegt meer dan 50% van de directieleden dat flexibilisering bijdraagt aan het oplossen van problemen op school; dat geldt zowel voor vmbo als voor vwo/havo. Leraren menen in veel mindere mate dan directies dat flexibilisering bijdraagt aan het oplossen van problemen op school. In het vwo/havo is dat 1/5 en in het vmbo 1/3 van de respondenten in de algemene vakken.
Enkele overwegingen:
· De examenorganisatie en de werklast van docenten kan complexer worden met meerdere afnames;
· Het is mogelijk om één van de extra examenmomenten te laten organiseren door de staatsexamencommissie (zie hieronder);
· Leerlingen kunnen beter worden gemotiveerd;
· Spreiding van de examens over meerdere afnamemomenten leidt tot minder druk op het gebruik van ict-voorzieningen;
· Scholen kunnen geconfronteerd worden met gok- en uitstelgedrag van leerlingen;
· Meerdere examenmomenten biedt de mogelijkheid om het onderwijs te periodiseren.

De overheid.
Het aanbieden van meerdere examenmomenten per jaar brengt de noodzaak met zich mee dat geregeld wordt hoe dit in zijn werk gaat. Toename van de hoeveelheid en van de complexiteit van de regelgeving is een gevaar. Tevens dienen de gevolgen voor de bekostiging in kaart te worden gebracht. Een regulier uitstroommoment uit het voortgezet onderwijs in januari en een regulier instroommoment in het vervolgonderwijs in januari heeft gevolgen voor de bekostigingssystematiek van de instellingen, maar ook voor de studiefinanciering van studenten. Zijn er ook effecten te verwachten op de verblijfsduur in het voortgezet onderwijs? Ook de relatie met het onderwijsnummer verdient aandacht. Het huidige onderscheid tussen examenkandidaten in het voortgezet onderwijs en examenkandidaten in het volwassenonderwijs en bij de staatsexamencommissie komt ter discussie.

De examenmakers
Voor de examenmakers biedt de huidige indeling in tijdvakken geen enkel probleem. Hier hoeft alleen nagegaan te worden wat de gevolgen zijn van meerdere examenmomenten per jaar. Het is met de huidige productie niet mogelijk drie openbare tijdvakken te maken. De productie zal dus moeten worden verhoogd. Dataverwerking en normhandhaving zijn zaken waar in geïnvesteerd zal moeten worden.

Vele AO’s, nota’s en vragen later ligt het dossier bij staatssecretaris van Bijsterveldt.
26 november 2007 verschijnt de Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs. Samen met de VO-raad vindt de staatssecretaris dat de pilot meerdere examenmomenten een serieuze plaats moet behouden binnen de discussie over kwaliteitsverbetering.

Maar in de Hoofdlijnenbrief 2010 – 2011 van 1 april 2009 de eerste signalen dat het project wordt afgeblazen:
De pilot wordt in 2010 voortgezet. In 2009 wordt gewerkt aan een evaluatie van de resultaten van de pilot en wordt een beslissing genomen over het vervolg na 2010.
Uit een tussenrapportage blijkt dat de meeste leerlingen de regeling alleen gebruiken om de examendruk te spreiden.

Op 2 november 2009 stopt staatssecretaris van Bijsterveldt het project als onderdeel van een ombuigingsoperatie.