Er is behoefte aan klein, categoriaal en kwaliteit

Bovenstaande koptekst staat als slogan bij een artikel ïn VN over het 4e gymnasium in Amsterdam. De school is naast het Barlaeus, Vossius en Ignatius, het vierde categoriale gymnasium in Amsterdam en werd zes jaar geleden opgericht om de druk op de Amsterdamse gymnasia te verlichten. De school barst inmiddels zelf uit haar voegen. In een oude basisschool begon rector Hans Verhage met tachtig eersteklassers, vrijwel allemaal uitgeloot op de andere gymnasia, aan zijn nieuwe school. Al in zijn tweede jaar meldden zich ruim honderd leerlingen van wie er slechts twintig elders waren uitgeloot. De laatste twee jaar hebben ze meer inschrijvingen dan het Barlaeus, met als gevolg dat ook ‘het vierde’ mee moet doen aan de jaarlijkse tombola.
Er heerst op het ‘vierde’ een vrije schoolcultuur: de leraren worden met hun voornaam aangesproken. Sommige docenten zijn daar minder blij mee:”Ik vrees dat de schoolprestaties kunnen lijden onder die losse sfeer”.
In dit eerste examenjaar zitten slechts drie allochtone leerlingen. “De uitval onder allochtonen is zorgwekkend”, aldus de rector. “Het stichten van een kleurrijk gymnasium is een bijna hoger doel in mijn leven”. Zes jaar geleden wilde hij nog dertig procent allochtone leerlingen binnenhalen, maar dat bleek veel te optimistisch. “Ik heb onderschat hoe ingewikkeld zo’n integratieproces is. Dat vergt een veel langere adem.”
De belangrijkste verklaring is volgens de rector, “dat er simpelweg te weinig allochtone leerlingen een vwo-advies hebben. Bovendien kennen de ouders de meerwaarde van een gymnasium niet.”
De run op de categoriale gymnasia, vooral in de grote steden, blijft aanhouden. In 2010 hadden de achtendertig zelfstandige gymnasia in totaal achtentwintigduizend leerlingen, een slordige vierduizend meer dan vijf jaar geleden en bijna een verdriedubbeling ten opzichte van 1972.
Toen telde Nederland ongeveer elfduizend gymnasiasten.
Er zijn steeds meer hoogopgeleide ouders die voor kwaliteitsscholen kiezen. Gymnasia komen vrijwel zonder uitzondering als de besten uit de bus. “Op een gymnasium vind je de slimste leerlingen met de meeste relaties. Je verkeert onder gelijkgestemden en klassieke talen zijn echt breingymnastiek.”
Ook rector Verhage pleit voor meer concurrentie voor zijn eigen schooltype:”Waarom niet zoals in Italië en Frankrijk een ‘lycée classique’ en een ‘lycée polytechnique’?
Zijn poging om in Amsterdam-Noord zo’n bètaschool op te richten, werd gedwarsboomd door het stadsdeel. “Of het nou een gymnasium of havo is, er is behoefte aan klein, categoriaal en kwaliteit”. Maar de schoolbesturen weigeren daaraan mee te werken, “bang als ze zijn dat de vwo-afdelingen van de scholengemeenschappen leeglopen.” “Maar Amsterdam is een moeilijke stad, want er bestaat grote weerstand tegen alles wat als elitair beschouwd wordt. Alle idealen over volksverheffing ten spijt, scholengemeenschappen zijn niet geschikt voor de allerslimsten.”
Onlangs riep hij in NRC/Handelsblad ouders en scholen op de druk op de schoolbestuurders op te voeren of desnoods zelf een ‘kleine kwaliteitsschool’ op te richten. Er is behoefte aan, want hij moest voor de derde keer een volle klas uitloten.
Toch is Verhage voorzichtig optimistisch. Na de zomer begint in Amsterdam-Noord het Hyperion, waar kinderen kleinschalig vwo- en gymnasiumonderwijs kunnen volgen. Verhage stond aan de basis van dit initiatief. Maar voorlopig blijft hij bij ‘het vierde’.
“Ik heb al een school opgericht, nu moeten anderen het maar doen.”