Deltawerken voor het Nederlands onderwijs –> LeerKr@cht

Recent zijn we gestart met het project LeerKr@cht.

LeerKr@cht wil het leren in Nederland naar een veel hoger plan tillen. Dat is o.i. geen utopie, maar kan binnen een paar jaar werkelijkheid zijn. De leerpotentie en het talent van mensen wordt nu slechts voor 50-60% benut. Misschien is dat zelfs een optimistische inschatting.

Dat er zoveel potentie niet ontwikkeld wordt is onnodig en internationaal gezien kunnen we ons dat niet meer permitteren. We moeten naar een hoger niveau.
Om dat te bereiken gaan we ICT&M(ultimedia) gebruiken om het leerproces nu eindelijk rondom ‘de lerende’ te organiseren. Nu is leren georganiseerd rondom de docent en deels ook nog vanuit het belang van de organisatie. Dat is een zeer ineffectieve manier van organiseren en hoe goed je dat ook doet, het wordt nooit optimaal.

Het is bovendien een kwetsbaar model. De kwaliteit, passie en persoon van de docent bepalen nu de kwaliteit van het onderwijs. Iedereen kent uit zijn eigen schooltijd nog de namen van die paar goede docenten, maar herinnert zich ook nog die grote groep goedwillende mensen die niet in staat was om goed les te geven.

Met LeerKr@cht maken we de lerende minder afhankelijk van de kwaliteit van de docenten. De docent behoudt zijn rol van deskundige, maar wordt meer dan dat. Hij of zij kan zich eindelijk echt bezig houden met het leerproces van leerlingen/studenten en kan echt kwaliteit toevoegen. Een goede docent met voldoende IQ, SQ en EQ kan nu uitmuntend worden, een gemiddelde docent met goede vaardigheden een goede docent en een slechte docent met goede vaardigheden kan straks ver boven de huidige middelmaat uitstijgen. En dat allemaal zonder een expert te worden op het gebied van ict, thuis uren achter een computer lessen voor te bereiden etc.

LeerKr@cht omvat straks, naast de verplichte leerlijnen (voor PO taal, rekenen, studievaardigheden en Engels), ook ‘leren te leren’, ‘leren te denken’ en andere zaken die het leren verdiepen.

Vertegenwoordigers van grote bedrijven, zpp-ers, studenten en ouders reageren zeer enthousiast op ons verhaal. Uitdaging zal worden hoe we docenten kunnen helpen om de omslag te maken. Het wordt hen – hopen we – al snel duidelijk dat ze met minder tijd- energieverslindend werk en gerichtere inzet van hun kwaliteiten, veel hogere resultaten behalen én ze bovendien eindelijk tijd hebben om te observeren, te stimuleren, te coachen en om vraaggestuurd onderwijs te bieden. Dat is een job die o.i. veel voldoening kan opleveren.

We begrijpen dat een grote groep docenten – zeker in het begin – moeite zal hebben met het feit dat een groot deel van hun werk overgenomen wordt door ‘de computer’. Dat hadden secretaresses ook toen de typemachine ingeruild werd voor de eerste pc’s; huisartsen toen ze hun eerste werkstation op hun bureau kregen; de cassières bij AH toen ze de prijzen niet meer hoefden aan te slaan; en piloten toen het vliegtuig zelf bleek te kunnen vliegen. In alle gevallen bleef de functie in stand, maar veranderde de inhoud. Ik ben blij met het feit dat mijn secretaresse niet meer met tipex hoeft te kliederen, de huisarts geen vermijdbare fouten meer maakt, de rijen bij AH sneller gaan en vliegen veiliger is geworden door de automatisering.

Het onderwijs is een grote uitzondering waar het gaat om dit onomkeerbare veranderingsproces en dat is bizar. Juist in het onderwijs zouden we technologie optimaal moeten benutten om de menskracht die vrij komt op een hoger niveau in te kunnen zetten.

Iemand maakte in dat licht ooit het grapje dat wanneer een medicus van 100 jaar geleden nu de operatiekamer in zou stappen, hij of zij niet zou weten waar hij terecht gekomen was. Wanneer een leerkracht van 100 jaar geleden de klas van vandaag binnenkomt zoekt hij of zij even waar dat grote zwarte bord gebleven is én ontdekt dan dat het vervangen is door een wit bord. Veel meer is er op het gebied van ict inhoudelijk niet gebeurd. In het beste geval zijn er voorbeelden waar het oude onderwijsmodel min of meer is geautomatiseerd.

Volgens ons is het echt hoog tijd voor een andere aanpak van leren. Dat kan omdat de technologie, de energie en de ideeën hoe het anders kan, nu beschikbaar zijn.

We willen de komende maanden mensen mobiliseren die mee willen denken en -bouwen aan LeerKr@cht. We zien het project als een de Deltawerken voor het onderwijs in Nederland’. Met de schouders van een deel van onderwijzend Nederland, van ondernemers, juristen, vormgevers, bedrijven, politici, ouders en van leerlingen/studenten eronder, is het mogelijk om in 5-7 jaar een drastische sprong voorwaarts te maken. We zijn dus op zoek naar iedereen die denkt dat het anders én vooral beter kan…en bereid is om de oude – romantische- beelden over onderwijs los te laten.

We hopen over twee jaar in de lucht te zijn met ons aanbod voor het Primair Onderwijs en ondertussen door te pakken met ons aanbod voor VO, MBO en HBO.

Ambitieus? Ja. Onmogelijk? Kan. Waard om hier voor te gaan? Zeker. Nodig om hier in NL voor te gaan? Absoluut.

Meer informatie over LeerKr@cht vind je op:

We zijn natuurlijk benieuwd naar reacties.

Mocht je vanuit welke rol/functie dan ook willen meedenken/-bouwen, stuur dan s.v.p. even een email naar leerkrachtXL@gmail.com Benieuwd ook naar jouw motivatie!

Namens de Stichting LeerKr@chtXL

Bert van der Neut & Yvonne Kleefkens

85 Reacties

  1. Amen
    Van welk geloof zijn jullie? Welke Heiland inspireert zijn stervelingen tot zoveel moois?
    Ik wacht ootmoedig op de empirie.

    • Zonder geloof vliegt niemand wel!
      Tsja Hendrikush. Eerst zien en dan geloven….of eerst geloven en dan zien? That’s the question. Wel mooie reactie trouwens. Deed me glimlachen zo op de vroege ochtend.

      Snap best dat mensen wachten op empirie. Dat is de aard van de meeste mensen. Het lastige is echter dat wachten je op de grond houdt. Als niemand het idee had opgevat om te gaan vliegen, stonden we nu nog vol ontzag naar vogels te staren (hetgeen ik overigens nog graag doe).

      In jouw opmerking schuilt m.i. de kern van de vraag waarom we niet verder komen met ons onderwijs. We blijven op het oude pad en het geloof om daadwerkelijk te vernieuwen ontbreekt. We herhalen ons en grijpen liever nog terug op het verleden dan een stap te zetten in het ongewisse. Ieder jaar zijn er drie beurzen over ICT en onderwijs, 600 seminars en congressen, worden er honderden miljoenen in ict gestopt, worden er leuke producten ontwikkeld en toch blijft de toegevoegde waarde van ict in het onderwijs marginaal.

      (zie vervolg 🙂

      • Mona, ik hoop dat u begrijpt
        Mona, ik hoop dat u begrijpt dat je dit soort experimenten gezien de onzekere uitkomsten en de risico’s altijd het best uitvoert op een zo’n klein mogelijke schaal, onder een strenge controle en met goede controlegroepen? Dit alles natuurlijk nadat gepromoveerde academici die een goede reputatie hebben het experiment en de omstandigheden waaronder men ze wil uitvoeren heeft beoordeeld.
        Zo’n uitgevoerd experiment moet vervolgens zorgvuldig worden geëvalueerd, worden beoordeeld door experts (een gevaarlijke opmerking gezien wat er voor expert doorgaat) en dan kan eventueel worden besloten om op een grotere schaal te experimenteren.

        Eerlijk gezegd word ik moe van alle experimenten en alle hiermee gepaarde drogredenen.
        Uw drogreden hierboven is dat u stelt dat we zonder zulke experimenten geen stap verder komen met ons onderwijs.
        Waarom is dit een drogreden? Voordat tal van experimenten ons onderwijs de laatste decennia hebben vervuild ging het juist veel beter met ons onderwijs. Er is een aantoonbare positieve correlatie tussen het invoeren van al die experimenten, het gevoerde beleid (middenveld, outputfinanciering en meer van dat fraais) en het dalen van de kwaliteit van ons onderwijs.
        Een verstandig mens komt dan tot het besluit om voorlopig niet verder te experimenteren, terug te keren naar de basis waarvan we weten dat die werkt, te analyseren wat er allemaal mis is gegaan en misschien daarna eens onder hele andere voorwaarden heel voorzichtig te experimenteren.
        Maar ja, tal van bedrijven zijn erachter gekomen dat ze veel geld kunnen verdienen door allerlei experimentjes op te dringen, dat geldbejag heeft bij zulke bedrijven prioriteit boven wat goed is voor de leerlingen.

        • Beste Bart
          Punt 1: we werken met kleinschalige pilots, strenge controles (uitgevoerd door leerkrachten) en begeleiding op academisch niveau. Pas als alles op en top in orde is, kiezen we voor verbreding. Je kunt dus gerust zijn.

          Punt 2: voor de duidelijkheid, wij hebben geen winstmotief of iets in die richting. Prima dat we van mening verschillen over oplossingen, maar om onze argumenten in de sfeer te trekken van drogredenen is wellicht wat te vroeg. Laat ons het tegendeel bewijzen. Dat wordt nog een hele uitdaging. Wij moeten met onze ideeën immers tegen een forse tegenstroom inzwemmen. Je hoeft dus zeker niet bang te zijn dat LeerKr@cht door gebrek aan kwaliteit boven komt drijven.

          We snappen de weerstand, maar zien LeerKr@cht niet als experiment. Er wordt met grote zorg en met verstand van zaken gewerkt.

          Bert

      • vervolg
        Ik snap trouwens heel goed waarom dat zo is. Mensen in het onderwijs worden al onevenredig zwaar belast én zitten niet te wachten op nog meer werk. Anders dan in andere branches heeft automatisering en informatisering binnen het onderwijs tot nu toe niet geleid tot lastenverlichting, maar tot lastenverzwaring.

        Wij denken dat we met LeerKr@cht binnen een jaar de lucht in kunnen met een prototype voor het PO. Daarvoor is het wel nodig dat er mensen zijn die durven te geloven….en oh ja, erg praktisch maar niet anders dan bij ieder ander geloof, dat er geld vrij komt voor deze ontwikkeling.

        Dat laatste is in Nederland een lastig ding. Misschien wordt dat uiteindelijk wel de bottleneck. We geven veel geld uit aan onderwijs, maar dit geld wordt verdeeld over het geïnstitutionaliseerde veld. Hoewel er ook veel moois met dat geld gebeurt, blijft het effect vaak beperkt.

        Wij zijn er van overtuigd dat we met een gemeenschappelijke inspanning van gepassioneerde professionals en een kleine 4 miljoen euro, het PO binnen twee jaar het beste van het beste kunnen leveren. Ver voorbij het huidige niveau, ver voorbij het niveau van de landen die ons op de ranglijsten voorbij zijn.

        Die 4 miljoen kan in 1 jaar al terugverdiend zijn door het veld. In iedere andere branche zou iemand al lang in dat gat gesprongen zijn.

        Mocht iemand ons willen helpen om dit te bereiken – ipv aan de kant van het veld te blijven kijken of we los komen van de grond – dan is hij of zij welkom. Het idee geeft ons vleugels. Nu nog de mensen en het geld om werkelijk te gaan vliegen.

        Boardingpasses liggen gereed bij onze balie.

        Bert van der Neut

        leerkrachtXL@gmail.com

    • Vervolg ‘zonder geloof…’
      Ik snap trouwens heel goed waarom dat zo is. Mensen in het onderwijs worden al onevenredig zwaar belast én zitten niet te wachten op nog meer werk. Anders dan in andere branches heeft automatisering en informatisering binnen het onderwijs tot nu toe niet geleid tot lastenverlichting, maar tot lastenverzwaring.

      Wij denken dat we met LeerKr@cht binnen een jaar de lucht in kunnen met een prototype voor het PO. Daarvoor is het wel nodig dat er mensen zijn die durven te geloven….en oh ja, erg praktisch maar niet anders dan bij ieder ander geloof, dat er geld vrij komt voor deze ontwikkeling.

      Dat laatste is in Nederland een lastig ding. Misschien wordt dat uiteindelijk wel de bottleneck. We geven veel geld uit aan onderwijs, maar dit geld wordt verdeeld over het geïnstitutionaliseerde veld. Hoewel er ook veel moois met dat geld gebeurt, blijft het effect vaak beperkt.

      Wij zijn er van overtuigd dat we met een gemeenschappelijke inspanning van gepassioneerde professionals en een kleine 4 miljoen euro, het PO binnen twee jaar het beste van het beste kunnen leveren. Ver voorbij het huidige niveau, ver voorbij het niveau van de landen die ons op de ranglijsten voorbij zijn.

      Die 4 miljoen kan in 1 jaar al terugverdiend zijn door het veld. In iedere andere branche zou iemand al lang in dat gat gesprongen zijn.

      Mocht iemand ons willen helpen om dit te bereiken – ipv aan de kant van het veld te blijven kijken of we los komen van de grond – dan is hij of zij welkom. Het idee geeft ons vleugels. Nu nog de mensen en het geld om werkelijk te gaan vliegen.

      Boardingpasses liggen gereed bij onze balie.

      Bert van der Neut

      leerkrachtXL@gmail.com

      • Empirie
        Citaat:

        Ieder jaar zijn er drie beurzen over ICT en onderwijs, 600 seminars en congressen, worden er honderden miljoenen in ict gestopt, worden er leuke producten ontwikkeld en toch blijft de toegevoegde waarde van ict in het onderwijs marginaal.

        Zou dan wellicht de conclusie moeten worden getrokken dat ict in het onderwijs geen toegevoegde waarde heeft?

          • Beste Bonnie
            Tsja….ik ben directeur van één van die drie scholen. Jammer van het initiatief in Bemelen.

            gr. Bert

        • Toegevoegde waarde ICT
          Mark,

          Er is nu een overvloed aan deeloplossingen op de markt. Iedere aanbieder denkt vanuit een eigen perspectief.

          Ik begrijp de commerciële motieven van leveranciers, maar het helpt niet wanneer ieder digiboard en ieder softwarepakket met eigen formats komt.

          Het probleem bij de bestaande ict-oplossingen is bovendien dat de docent de spil is. Hij of zij moet relatief veel handelingen verrichten ten behoeve van het leerproces. Die handelingen komen bij al het andere werk.

          Bert

          • Begin eens met software te
            Begin eens met software te maken die leerlingen s’ avonds thuis kunnen gebruiken. Als dat onvoldoende verkoopt dan moet je wellicht concluderen dat die software onvoldoende waarde heeft voor de ouders?

            Een ander punt: wat is het effect van heel de dag van een LCD-scherm moeten lezen? Zoals u weet geeft zo’n scherm geen stabiel beeld aangezien het pak hem beet 50 keer per seconde ververst. Je neemt dat niet bewust waar maar je optische cortex (deel van de hersenen) raakt wel sneller vermoeid. Veel mensen worden suf van de ganse tijd achter zo’n scherm zitten.
            Wat is het effect op de sociaal-emotionele ontwikkeling van zo’n leerling? Zo’n leerling heeft minder contact met leraren en klasgenoten.

          • Soft…
            Bart,

            Of LeerKr@cht wellicht een succesvol thuis-oefenprogramma wordt? We zullen het zien. Mocht dat de weg zijn om het niveau te laten stijgen, dan heeft dat model onze zegen.

            Wat betreft je tweede punt:
            Veel mensen zitten ’s avonds vier uur of langer voor de tv. De belasting van het werken op een lcd-scherm is voor jongeren doorgaans geen belemmering om lang achter een beeldscherm te zitten. De cortex wordt er misschien wel door beïnvloed, maar of dat negatief is? Onze hersenen zijn aan verandering onderhevig.

            Bovendien zitten lerenden straks wat ons betreft school niet de hele dag achter de computer, maar vindt er afwisseling plaats met andere didactische vormen. Misschien wel meer en nadrukkelijker dan nu.

            Interessantst vind ik je laatste punt. Enig idee hoeveel contact een leerling met een leerkracht per dag heeft? Ik bedoel daadwerkelijk contact en dan niet alleen met die drie, vier leerlingen die het meest in de aandacht staan.

            Wij denken dat er op deze manier meer gerichte aandacht en meer contact is. Sociaal-emotioneel zal LeerKr@cht voor de meeste leerlingen zelfs een zegen zijn. Dat wil ik best uitleggen, maar je kunt je daar vast zelf ook wel een beeld bij vormen.

            Bert

      • Zoveel moois
        doet mij verlangen naar Leer@kracht 2.0; de Robot-Docent.
        En met de schaalvoordelen die dat ongetwijfeld oplevert komt ook Leer@kracht 3.0 in zicht: de Privé-Robot-Docent.
        Het Schoolloze Tijdperk komt naderbij.

        • Grappig of niet…?
          Hallo Hendrikush,

          je pen is zo scherp dat je woorden zowel bijtend, als grappig zijn. Overigens was de naam van het project eerst LeerKr@cht 3.0.

          Leerkracht 1.0 had de touwtjes strak in handen en onderwees lesstof die nodig was om werkers op te leiden voor de fabrieken

          Leerkracht 2.0 differentieert, interacteert, remedieert, vergadert, moet continu bijgeschoold worden….en gaat al dan niet voldaan en moe naar huis

          Leerkracht 3.0 de leerkracht die ondersteund wordt door jouw ‘privé-robot-docent’ en daardoor tijd overhoudt om echt met inhoud en leerprocessen bezig te zijn.

          Ik geloof echter niet dat het een schoolloos-tijdperk wordt. Misschien wordt school voor veel leerlingen zelfs aantrekkelijker.

          Bert

      • Wensdromen en werkelijkheid
        ICT blijkt weinig toegevoegde waarde te hebben in het onderwijs. Wel heeft het voor veel problemen gezorgd en kost het bakken met geld. Dat is geen constatering van het laatste jaar, maar een constatering na een dikke dertig jaar ICT beloften en achteruitgang van de onderwijskwaliteit. Nu kun je zeggen dat dat komt omdat de docenten al zo zwaar belast zijn (dat is in ieder geval een docentvriendelijke verklaring), of dat het komt omdat de docenten onvoldoende ICT-vaardig zijn of niet willen veranderen (dat hoor je ook vaak), maar als ik naar mijn eigen situatie kijk, dan is er toch echt iets anders aan de hand.
        Ik durf te zeggen dat ik veel weet van ICT in het algemeen, en van ICT in het onderwijs in het bijzonder. Ik heb er al 30 jaar ervaring mee, in verschillende onderwijssituaties en op verschillende vakgebieden, heb altijd lol in het gebruik van computers en de theorie daarachter gehad en heb vanaf 1980 geloofd dat het daadwerkelijk een zegening zou zijn. Ook verkeerde ik in de gelukkige omstandigheid dat ik, zeker in vergelijking met sommige VO collega’s, het niet zo vreselijk zwaar had en heb in het onderwijs en de tijd kreeg om dingen uit te proberen, redelijk professioneel ondersteund door een ICT afdeling. Kortom. De omstandigheden voor ICT gebruik waren redelijk optimaal.
        Toch heb ik moeten constateren dat mijn onderwijs ondanks mijn positieve inzet er met ICT niet beter op is geworden en de laatste jaren heb ik het gebruik van COO/CAI/ELO’s/virtuele kantoren/smartboards/programmeercursussen/databases/simulaties en noem het maar op maar eens flink beperkt en dat is me uitstekend bevallen. En dat is ook niet zo vreemd: ICT modelleert, formaliseert en implementeert onderwijsmodellen. En precies zoals de OV chipkaart het reisgedrag van OV reizigers modelleert en implementeert blijkt ook in het onderwijs dat de werkelijkheid vele malen complexer is dan computerprogrammeur van te voren kan bedenken. Een mens, een docent is duizend keer flexibeler en sensitiever in zijn relatie tot de leerling dan welk computerprogramma dan ook kan zijn. Computers zijn vooral handig bij makkelijk modelleerbare processen. Onderwijs is dat niet. Dat zien we iedere dag door te kijken wat de onderwijstheoretici ons presenteren: modellen en oplossingen die in de praktijk nooit werken. Als de basistheorie over onderwijs al gammel en onwerkelijk is, hoe kan dan een ICT implementatie daarvan werken?
        Dit alles laat onverlet dat het vanzelfsprekend is om ICT binnen het onderwijs daar te gebruiken waar het evident nuttig is. Ik heb niets tegen gebruik van internet, van elektronische woordenboeken., van e-mail en van audio/video mbt computers. Ook is een intranet met roosters en roosterwijzigingen een zegen voor leerlingen en docenten en zijn er vele evident zinvolle manieren om computers in het onderwijs te gebruiken. Maar na 30 jaar heb ik wel geleerd dat de Heilige onderwijsgraal gezocht moet worden in hoog opgeleide enthousiaste vakdocenten en niet in onderwijskundige theorieën, in organisatievormen of in ICTgebruik.

        • aanvulling
          Als ik nu toch probeer de zaken mbt ICT en onderwijs op een rijtje te zetten, dan wil ik nog een ander punt naar voren brengen.
          Wat me vaak opvalt is dat de introductie van de computer als aanleiding wordt gezien dat de leerinhoud moet veranderen. De argumenten zijn dan van de orde informatie is binnen handbereik, dus wat zou je nog uit je hoofd leren. Zo hebben we de tomtom en google earth dus topografie is nutteloos, hebben we de rekenmachine, dus zelf rekenen hoeft niet meer en helpt de spellingcontrole de leerlng wel van de taalfouten af. Het gaat dan om twee te onderscheiden zaken: de beschikbaarheid van gegevens op het net versus de beschikbaarheid van informatie in het hoofd van een kind (topografie/geschiedenis etc) en de beschikbaarheid van een programma waardoor je bepaalde dingen niet meer hoeft te kunnen (rekenmachine/wiskunde applicatie etc).
          Om een of andere reden resulteert invoering van ICT er altijd in dat de leerinhoud (of het nu kennis of vaardigheid is) MINDER wordt. De leerling hoeft niet meer want de machine kan het.
          Dit idee gaat volledig voorbij aan het feit dat weten in het hoofd en kunnen met het hoofd volslagen andere karakteristieken heeft als kunnen opzoeken op het net of kunnen laten uitvoeren door een programma. Met kennis en vaardigheden in het hoofd kan een mens zelf (creatief!) kennis creëren. Is het alleen beschikbaar via een toetsenbord, dan zijn associaties met die kennis alleen op afroep, als je weet wat je zoekt, beschikbaar. Informatie is overal, maar niemand weet meer wat hij mist omdat het niet in zijn hoofd zit.

          ICTgebruik in het onderwijs heeft dus het effect gehad dat er MINDER kennis is de hoofden van de leerlingen is gekomen. Dan is natuurlijk een gotspe als beweerd wordt dat ICT het onderwijs zou verbeteren. Nu hebben de onderwijsvernieuwers daar wel wat op gevonden. Want de tijd die er vrijkomt omdat allerlei zaken niet meer geleerd worden wordt ingevuld met andere zaken als leren samenwerken, leerdoelen formuleren, plannen etc. Die laatste zaken zijn iha best nuttig, maar het is maar zeer de vraag of de school de beste plaats is om dat te onderwijsen. Persoonlijk ben ik erg voor het voetbalveld om te leren samenwerken en plannen leer je iha wel als je je eerste baantje krijgt. De schooltijd is schaars en de schoolsituatie leent zich er niet voor.
          Een ander punt dat als sinds Seymour Papert (jaren 60!) wordt gebruikt is dat kinderen door computers inspirerende leeromgevingen kunnen worden geboden. Papert was met zijn (erg mooie!) programmertaal Logo een van de eersten, maar er zijn er velen gevolgd.
          Hierbij gaat het niet dat de computer informatie heeft of een vaardigheid overneemt van de leerling, maar dat de computer een experimenteergereedschap is voor die leerling. Inderdaad daadwerkelijk een nieuw gereedschap in de onderwijssetting.
          Dergelijke tools kunnen nuttig zijn, maar wees voorzichtig met de inzet ervan, zeker als het gaat om het aanleren van basisvaardigheden op basisschool of in het VO. Het zelfontdekkend leren dat ten grondslag ligt aan de gedachte van het experimenteergereedschap is maar zeer beperkt bruikbaar, dat heeft de rampzalige rekensituatie in Nederland wel bewezen. Ook Logo heeft nooit gebracht wat er van verwacht werd, terwijl ik er persoonlijk nog steeds een zwak voor heb. Mijn conclusie: er gaat erg weinig boven gestructureerd, doordacht onderwijs, kennis en vaardigheden die een docent overbrengt op een leerling. Een methode die al duizenden jaren voldoet. Nu, na 30 jaar tegenvallend ICT gebruik komen met een claim dat het allemaal 2x beter kan door ICT vind ik niet getuigen van historisch inzicht, noch van solide argumentatie en praktijkervaring.

          Tenslotte: gebruik die ICT gerust in het onderwijs daar waar het handig is, maar stop met de wereldvreemde verwachtingen, stop met de ongecontroleerde “experimenten”, stop met het reorganiseren van het hele onderwijs om ICT centraal te stellen en ZORG VOOR HOOG OPGELEIDE VAKDOCENTEN.

          • Een test
            Je kunt zeer veel informatie vinden op internet; maar je moet de taal en begrippen beheersen om er iets van te begrijpen.
            Test:
            Zoek in Wikipedia (b.v. de Russische versie; maar een andere mag ook) maar eens op wat de Dirac-vergelijking is.
            Snapt U het nu?

          • Geen vergelijking zo goed of er zit wel….
            Középső időszak [szerkesztés]
            1926-ban kifejlesztette a kvantummechanika egy olyan változatát, mely egybefoglalta Werner Heisenberg „mátrixmechanikáját” és Erwin Schrödinger „hullámmechanikáját” egyetlen matematikai formalizmusba, melyben a Hilbert-térnek a fizikai rendszert leíró vektoraira ható operátorok feleltek meg a mérhető mennyiségeknek. Erre a kvantumelméletet megtermékenyítő munkájáért adták meg számára Cambridge-ben a PhD fokozatot.
            1928-ban Pauli nemrelativisztikus spin-rendszerekkel kapcsolatos munkájára építve megtalálta a Dirac-egyenletet, az elektron viselkedését leíró relativisztikus egyenletet. Ez az egyenlet vezette, amikor megjósolta a pozitront, az elektron antirészecskéjét. A pozitront fel is fedezte Carl Anderson 1932-ben a kozmikus sugárzásban. Az egyenletnek egy másik fontos tulajdonsága is volt, a spint nem külön kellett beletenni az egyenletbe, ahogy a korábbi esetekben, hanem az egyenletéből kijött.
            Dirac 1930-ban megjelent A kvantummechanika alapjai (Principles of Quantum Mechanics) című műve a mai napig használatos alapvető tankönyv lett. Ebben vezette be a braket-jelölést, melyben |ψ>, ket, jelöli a rendszer Hilbert-térbeli állapotvektorát, és <ψ|, bra, a duális vektorát. <ψ|ψ> jelöli a belső szorzatot. Dirac ugyanekkor vezette be a Dirac-delta függvényt.
            1931-ben Dirac megmutatta, hogy magányos mágneses monopólusok léte elegendő lenne az elektromos töltés megfigyelt kvantáltságának magyarázatára. Ez a felvetés nagy figyelmet kapott, viszont a mai napig sem sikerült kimutatni mágneses monopólus létezését.
            Paul Dirac 1933-ban megosztott fizikai Nobel-díjat kapott Erwin Schrödingerrel „az atomelmélet új hatékony formáinak felfedezéséért”
            1937-ben vette feleségül Wigner Margitot, Wigner Jenő testvérét.

          • Ez az, amit gondolok
            Pontosan ez az, amit gondolok: Ha úgy gondolja, a Dirac-egyenlet, hogy “megérteni” nélkül is olyan képlet, hogy Ön egy-betadeet!

          • Was gewoon slecht Hongaars van HendrikusH 🙂
            Dit is precies wat ik bedoel: Als je de Diracvergelijking denken, ‘begrijpen’, zonder gebruik van een formule die u een betadeet!

            Tijd voor een opfriscursus?

            B.

          • Niet voor Hendrikush
            Mijn oproep stond kennelijk op de verkeerde plaats: deze had onder jouw bijdrage moeten staan. Wat hebben we aan Hongaars zonder vertaling op een nederlandstalig forum?

          • Nieuw-nieuwer-nieuwst
            Bij de onvolprezen voordelen van het internet horen ook vertaalprogramma’s. Dat leverde het Hongaars van mijn antwoord op. En Mona heeft natuurlijk gelijk dat het nergens op leek.
            Er zijn echte alpha-docenten nodig om een taal te leren beheersen. Er zijn ook echte béta-docenten nodig om de Diracvergelijking begrijpelijk te maken.
            Met internet alleen kom je met zulke zaken niet ver. Ondanks alle onderwijsvernieuwingen en reclamepraat.
            Geef mij maar een krijtje, een schoolbord, en een groep leergierigen. Veel meer is voor goed onderwijs niet nodig.

          • Hongaars
            WAAROM denkt iemand dat een reactie in het Hongaars mensen over de streep zal trekken???
            Ik kan zoiets niet anders zien dan als een vorm van intellectueel snobisme.
            De heer Mona weet heel goed dat het Hongaars volledig ontbreekt bij elke vorm van gereguleerd onderwijs. Er zijn m.i. ook geen doorslaggevende argumenten te vinden waarom het Hongaars aangeleerd zou moeten worden.
            Tevens zie ik niet waarom het Hongaars van diepere inzichten zou getuigen.
            Misschien is de heer Mona afkomstig uit Hongarije?
            Maar is dat een aanbeveling voor diepere inzichten???
            Persoonlijk zou ik een Tsjech eerder kunnen waarderen, als ik mij op vooroordelen en de historie zou willen baseren.

          • Niveau daalt…
            Beste heer of mevrouw Moby,

            Uw bijdragen aan dit forum hebben zo hun eigen niveau. Uw houding – en die van een aantal andere BON-ers – maakt het voor ons feitelijk zinloos om tijd te stoppen in verdere communicatie. Dat vind ik persoonlijk jammer, want ik vond sommige reacties (b.v. van 1-1-2010) erg zinvol en ik had daar graag inhoudelijk nog op gereageerd.

            Wij onderschrijven in belangrijke mate de kernpunten van BON, maar denken dat de roep om goede, hoogopgeleide docenten niet voldoende is om het tij te keren. Waar haalt u ooit duizenden nieuwe soldaten vandaan? Maar ieder idee, iedere letter (te groot, of te klein) wordt bij voorbaat gediskwalificeerd.

            De sfeer die door een aantal mensen gecreëerd wordt op dit forum is vervelend en soms zelfs vijandig. Ik heb geprobeerd om serieus op reacties te reageren. Dat lukte op een enkele knipoog na (richting HendrikusH) redelijk tot goed.

            Het niveau van de reacties op onze bijdragen daalt echter steeds verder. Hoewel ik graag nog gereageerd had op m.n. de hierboven genoemde reactie, ga ik – na dit stukje – geen tijd meer stoppen in dit forum. Dat scheelt mij een hoop teleurstelling en ergernis. Slechts het onbegrip over de kwaliteit van de denkers/schrijvers hier blijft. Ik had dat toch echt hoger ingeschat.

            Ik kan persoonlijk overigens nog best begrip opbrengen dat reacties worden gevoed door boosheid en frustratie, maar de vraag in het leven blijft waar je je boosheid op richt. Een aantal schrijvers heeft tijdens die les op school blijkbaar niet goed opgelet (of werd die toen nog niet gegeven?).

            Ik wens BON succes met haar missie én ik hoop dat u mijn vertrek als schrijver gezamenlijk zult vieren als een overwinning van de rede.

            Wij drinken in ieder geval een borrel (een neut…ja grappig Moby) op de afloop.

            Groet,

            Bert van der Neut

          • Beste Mona
            Met belangstelling heb ik de hele discussie gevolgd en moet concluderen dat dit discussie omtrent vernieuwingen met ICT op dit forum altijd hetzelfde stramien volgen. Met veel poeha, overtuigingskracht, verwijzingen worden nieuwe producten, boeken of stellingen geponeerd. D eerste kritische opmerkingen worden door de aanbrenger nog met enthousiasme ( en enige vorm van fundamentalisme of is het geloof in de nieuwigheid) gepareerd. Meestal gaat dan een van de forumleden ( enja ik bezondig mij daar ook aan) op zoek ( dank zij het geroemde ICT, Google) naar mogelijke belangen van de schrijver. Die blijkt er dan ook altijd te zijn waardoor de discussie grimmiger wordt, immers waar gaat het om, eigenbelang of belang voor leerling en vak. Dan komt de hele discussie in een versnelling terecht die de richting uitgaat van “bij BON is men altijd negatief, zeurderig, ouwe lullen, laag niveau enz…ook krijgen de moderatoren er van langs want ‘die laten alles door’. Eens dit stadium bereikt is voor mij nog de vraag, wie wanneer afhaakt en met welke drogreden ‘geen tijd, te laag niveau, bord voor de kop enz…’
            We zijn zover, alweer krijgen de leden van BON hier op het forum er van langs in een laatste bijdrage, en wil u geen tijd meer verspillen aan een discussie op het allerlaagste niveau. Laat het dan duidelijk zijn, aan deze discussie werkten mee, een psycholoog, docenten aan hogescholen ( academisch opgeleid en ervaring bij buitenlandse universiteiten, docenten ICT, docenten communicatie, basisschoolleerkrachten met tientallen jaren ervaring, docenten aan voortgezet onderwijs op alle niveau’s met tientallen jaren ervaring, docenten aan MBO scholen. Allen hebben ze een opleiding op minimaal ( oud) HBO niveau en het merendeel is academisch geschoold. Maar hoog opgeleid blijkt binnen uw ICT kaders ook al geen goed argument te zijn, want volgens uw ( en vele onderwijsvernieuwers met u) redenering betekent hoog opgeleid dat er vraagtekens mogen worden gezet bij ‘goed’ docentschap.
            Maar wat al deze mensen bindt is niet hun eigenbelang, niet de mogelijke invloed van computers of ict, niet het gezeur, niet de kritiek, maar het welzijn van de leerling en de liefde voor hun vak.
            Ik wens u het beste toe, er zijn op het internet legio fora te vinden waar men kritiekloos uw stelling zal aannemen en onderschrijven, succes.

          • Beste 1-1-2010
            Uw verhaal snijdt hout, maar ik had er graag ons verhaal (dat echt anders is) tegenover gezet.

            Ik heb net in een reactie aan de heer of mevrouw Moby afscheid genomen van dit forum (iets lager op deze pagina), maar wil u nog even bedanken voor uw zeer inhoudelijke reactie. Dit is het niveau dat ik hier hoopte aan te treffen.

            Met vriendelijke groet,

            Bert van der Neut

          • Welk verhaal?
            Graag horen we hier op het BON-Forum uw verhaal. Dat moet dan wel ‘handjes en voetjes’ krijgen en niet blijven steken in mooie woorden. En dat laatste is tot nu toe – althans naar mijn mening – wel het geval.

            Geef nu eens concreet aan wat de leerkracht bij het werken met Leerkr@cht straks doet. Krijgt hij/zij ’s morgens een werkplan per leerling? Gaat elke leerling eerst via de PC werken en volgt dan groepsles? Wat zijn de afwisselende didactische werkvormen waar u over schrijft?

            Allemaal vragen die uw nogal algemeen geformuleerde plan oproept. En naast de op ruime ervaring gebaseerde scepsis jegens de ICT-heilsboodschappen in het algemeen vraagt menig forumlid zich af wat er straks precies anders zal zijn. Noem het nieuwsgierigheid, noem het ‘angst voor het onbekende’, dat maakt niet uit. Maar geef nu eens aan wat er straks volgens Leerkr@cht precies in de klas zal gebeuren.

            En laat u nou niet kennen als iemand met lange tenen die niet tegen kritiek kan. Kritiekloos slikken van alle onderwijsvernieuwingen is al veel te lang gebeurd en dit Forum is bij uitstek de plaats waar vernieuwingen kritisch tegen het licht gehouden (mogen) worden. Doe er uw voordee mee in plaats van een beetje ‘niet boos maar wel verdrietig’ te gaan zitten sippen.

      • Hoelang horen we die
        Hoelang horen we die beloftes al niet?
        Wat is het resultaat tot nu toe?
        Eerst terug naar de basis, onze wonden likken, evalueren en dan zien we wel weer verder.

  2. Ons verstand niet verliezen
    Toevallig treft het dat Het Schoolblad vandaag uitgebreid aandacht geeft aan een promotie over de bewering dat er een Einstein-generatie bestaat.
    “Promovendus Antoine van den Beemt prikt de Web 2.0-zeepbel genadeloos door. Gamen in de klas? Daar zitten de meeste leerlingen helemaal niet op te wachten”. Van den Beemt is docent game design bij de Fontys Hogeschool ict.
    ICT-toepassingen “kunnen goede aanvullingen zijn op traditionele onderwijsvormen, maar het is nooit een vervanging” is zijn conclusie.
    Dus laten we ons verstand niet verliezen.

    • Toeval bestaat niet….
      Beste mevrouw of meneer Philippens,

      Ik denk dat Antoine op basis van bestaande empirie tot de juiste conclusies is gekomen.

      Wat wij met LeerKr@cht beogen wijkt echter aanzienlijk af van de software die nu beschikbaar is. Het gevaar van deze bewering is dat dit weer een stroom van reacties op het forum oplevert over empirie. Het zij zo.

      Misschien ter geruststelling: wat ons betreft is LeerKr@cht een aanvulling op bestaand onderwijs. We kunnen ons niet voorstellen dat dat niet zo is. Wij hebben overigens ook niet de ambitie om ons verstand te verliezen. Ons doel is het ontwikkelen van het verstand.

      Bert

  3. Praktijk
    De initiatiefnemers zijn Bert van der Neut (die zich op dit Forum Mona noemt) en Yvonne Kleefkens. Van der Neut is directeur van een OBS in Tiel, Kleefkens is onder meer eigenaar van het bedrijf HERA Masters Leren in Leren.

    Mij valt op (maar ik zal wel een zeur zijn) dat de Slideshare-presentatie niet alleen een paar fikse taalfouten bevat, maar vooral ‘presentatietechnisch’ een ramp is. Te kleine letters, veel te veel tekst op één slide, lastig te doorgronden diagrammen en tekeningen …….. Niet wat ik zou verwachten van een ‘vernieuwende’ club.

    • leren leren
      ‘Jongens en meisjes: we gaan vandaag niet leren zwemmen, maar we gaan eerst met elkaar praten over zwemmen. We gaan er met elkaar over praten hoe jij het beste kunt leren zwemmen.
      Maak allemaal maar eerst een mindmap over zwemmen: verzin zoveel je kunt want je hersenen weten meer dan JIJ!
      Daarna ga je een auto tekenen: die auto dat ben JIJ! JIJ! gaat iets leren (zwemmen) en als jij dat gaat leren lijk je een beetje op een auto. Praat daar eens maar eens met elkaar over en teken dan allemaal de auto die JIJ bent!
      Volgende week mag je misschien het water in. Maar denk eerst over JEZELF na: wat vind ik leuk bij zwemmen, eventueel? Hoe ga ik zwemmen leren? Heb je al een tom-tom voor bij het zwemleerproces? Denk je dat je pech zult kunnen krijgen? Misschien is de juf wel de ANWB.
      Als je zo leert denken hoef je niet meer bang te zijn!
      En daarom: volgende week aan we eerst nog met elkaar praten over: hoe kan ik beter denken? Heel misschien mag je daarna het water in. Wel viltstiften en tekenpapier meenemen hoor, naar het zwembad. Maar maak eerst thuis een mindmap over hoe je die spullen gaat meenemen en hoe JIJ denkt dat je gaat onthouden dat je de goede spullen meeneemt!
      Veel succes hoor! En denk erom: Je kunt het!’ Echt waar.
      Twijfel je toch: neem gerust eens een kijkje in je binnenste, onder de motorkap: misschien zit er een draadje los; je weet het maar nooit! Maar dat geeft niks hoor!’

      • Portfolio zwemmen
        Ik hoop toch dat ze ondertussen hard werken aan hun portfolio zwemmen. Want daar zitten interviews in, en video’s en plakplaatjes van zwembaden enz. En wat ze zo allemaal bij elkaar gegoogled hebben.

      • Nog een paar pareltjes:
        Van de website die de kinderen gaat leren leren (wat heerlijk toch voor die leerkrachten: we leggen gewoon alle verantwoordelijkheid bij de kinderen!):

        ‘Als je weet hoe je hersenen werken, geeft je dat weer meer kracht om je in te zetten voor het leren.’
        (Wisten we vroeger niet, hoe onze hersenen werkten; wel wisten we hoe je het best een reprimande kon ontlopen door maar goed je best te doen. We hebben veel geleerd)

        ‘De grootste leerkracht zit in de leerling zelf en hoeft alleen maar vrijgemaakt te worden.’
        (Kunnen we die PABO eindelijk opheffen: dat zal lekker besparen)

        ‘Kies zelf ‘wat ik denk’. Dit is belangrijk voor het zelfbeeld en de motivatie.’
        (Toch wel gelukkig dat wij ooit niet hoefden te gaan nadenken over onze positie t.a.v. het proces van het aanleren van de staartdeling)

        Een groot voordeel van al dit zelfstandige leren schijnt vooral te zijn dat de leerkracht tijd overhoudt voor ‘belangrijker’ zaken waar hij dan eens echt over kan nadenken.
        Ik vrees dat enig nadenken ertoe zal leiden dat we deze hele onzinnige rimram, met een grote trap na, uit de school verwijderen.

      • goed gevonden
        Het idee van dit forum lijkt me toch uitwisseling van ideeën en argumenten.

        Ben benieuwd welke overwegingen de moderator heeft dit soort bijdragen toe te laten.

        Maar ja, het idee van het zwemmen is natuurlijk wel heel goed gevonden. Heel scherp Moby.

        • Uitwisseling van ideeën en argumenten
          Inderdaad is dit forum voor uitwisseling van ideeën en argumenten. Vandaar dat zowel Leerkr@cht als de reacties erop hier een plaats krijgen. Juist door uitwisseling van ideeën en argumenten kan iets moois ontstaan. Wees echter niet verbaasd over de afstandelijke houding van menig forumdeelnemer. Dit zijn mensen die gepokt en gemazeld zijn in het onderwijs en die ook al de nodige “verrijkende” hulpmiddelen hebben zien verschijnen en verdwijnen.

          Wat mij benieuwt is hoe Leerkr@cht 2.0 er nou precies uit gaat zien, dat is voor mij nog vaag. De teksten op Slideshare geven mij in elk geval niet veel informatie, al is het maar doordat er uitsluitend “voordelen” (voor de docent, leerling en ouders) in worden genoemd. Het zou van realiteitszin getuigen om ook de nadelen te benoemen. En een kleine SWOT-analyse zou ook geen kwaad kunnen.

        • Uitwisseling?
          Ik heb vooral de indruk dat u hier reclame maakt voor uw eigen winkel. En u krijgt ook nog gratis alle ruimte.
          Op een forum kunt u tegenwind verwachten, want uw winkel is niet altijd die van anderen.
          Uw website oogt amateuristisch en is daarmee al geen goede reclame voor de School Met Den Computer.

        • Even op een rijtje
          U poneert hier op het forum dat “we” (lees: het huidige onderwijs) slechts 50% van de potentie van leerlingen benutten. Maar gelukkig, u wil ons graag helpen: Uitdaging zal worden hoe we docenten kunnen helpen om de omslag te maken.
          Let wel: u bent een buitenstaander, een nieuwkomer. Zoals zo velen voor u. U helpt ons met een probleem dat u zelf oplepelt en met een methode die verder op geen enkele manier wordt onderbouwd.

          Laten we eens kijken wat een dergelijk aanbod bij andere beroepsgroepen zou doen. Stel uw organisatie, buitenstaanders op het gebied van hartchirurgie, biedt aan de arten te helpen omdat slechts 50% van de geneeskunde wordt benut en dat de bankiers, ouders en landarbeiders u van harte steunen en u zegt daar tegelijkertijd bij dat de grootste uitdaging is om de arten te bewegen de omslag te maken. Te absurd voor woorden, maar in het onderwijs verwacht u dat we dankbaar openstaan voor de nieuwe haarlemmerolie. Als u de vergelijking met de hartchirurg voor ons te vleiend vindt, wij docenten hebben die status niet, dan mag u het woord hartchirurg vervangen door hovenier, frietbakker, schoonmaker of beroepsvoetballer.

          Tegelijkertijd gaat u op geen enkele manier in op inhoudelijke argumenten zoals die onder andere door mijzelf uitgebreid en zakelijk verwoord zijn.

          Beste Mona: ik zou gillend weglopen bij de hartchirurg die op uw aanbod voor nieuwe therapie zou ingaan. Ik zou mijn ergste vijand nog niet door een dergelijke chirurg laten behandelen. Nog geen prinsessenpleister zou ik door deze charlatan laten plakken. Een docent die kritiekloos achter uw heilige graal aanloopt is evenmin een knip voor de neus waard. Te lang hebben wij, de hoog opgeleide vakdocenten, welwillend geluisterd en meegedaan met vernieuwingen waar we niet werkelijk in geloofden, maar die door “deskundigen” noodzakelijk werden geacht. Het is de hoogste tijd dat wij trots zijn op ons vak en op ons beroep en laten zien dan onze professionele gedragingen doordacht en bewezen zijn en niet enkel het resultaat van een slaafse herhaling van wat vroeger gebruikelijk was.

          Als uw idee werkelijk goed is, dan zou het paternatlistische toontje en zou de ongevraagde hulp achterwege mogen blijven. In plaats daarvan zou u een beargumenterd betoog, voorzien van bewijsmateriaal aan ons voor moeten houden en de pretenties een heel eind naar beneden moeten bijstellen. Het is slechts een advies.

          • Buitenstaander
            Zoals eerder geschreven: Mona is directeur van een basisschool. Dus hem buitenstaander noemen gaat een beetje ver (tenminste als Mona zoals gelukkig nog de meeste basisscchooldirecteuren in een niet al te ver verleden voor de klas heeft gestaan).

          • Ik trek buitenstaander in
            Je hebt gelijk. Ik trek dat bij deze in. Dat “buitenstaander” maakt natuurlijk een relevant deel uit van mijn betoog hiervoor en dat zou dan ook aangepast moeten worden.

            Het opmerkelijke is dat ik door de berichten van Mona en zijn stichting toch het idee krijg de les gelezen te worden. Dan niet door een buitenstaander, maar desondanks wel de les gelezen te worden. Het is dat helpen van leerkrachten om een omslag te maken dat het bij mij triggert. Ook de wens tot docentonafhankelijk onderwijs en dus tot onpersoonlijk onderwijs laat mij denken met een buitenstaander te doen te hebben: iemand van buiten de beroepsgroep. Komt natuurlijk ook nog eens bij dat dit verhaal niet nieuw is, maar dat het de zoveelste keer is dat we hiermee worden geconfronteerd, dat het niet bij alleen plannen is gebleven en dat de uitvoering ervan tot een verslechtering van het onderwijs heeft geleid.

        • Schooldia’s FIBO
          Vooral de geschiedenisdia’s van deze firma hebben bij mij de tand des tijds weten te doorstaan. De afbeeldingen waren van hoogwaardige kwaliteit: daar waren vakmensen aan het werk geweest. De achtergrondinformatie was zeer degelijk. Het concept ‘een praatje bij een plaatje’ (maar dan zo degelijk als bij FIBO) paste mij uitstekend.
          Ik zie geen computerprogramma’s die een dergelijke hoogwaardige kwaliteit interactief kunnen aanbieden en tevens een uitstekende verwerking voor de leerlingen weten te ontwikkelen.
          (En dan heb ik het nu nog maar over een vak)
          Zoiets lukt een paar amateurs niet. Daar moet een firma achter zitten die kan en wil investeren in hoogwaardige computerprogramma’s. Gezien de vele mogelijkheden voor illegaal downloaden, zie ik niet hoe een firma zulke grote investeringen zou willen doen.
          Blijft er weinig anders over dan wat goedkope folderkwaliteit op een schermpje.

          Terzijde: het voorbereiden van zo’n geschiedenisles kostte wel veel tijd, want het voorlezen van het informatieboekje beschouw ik niet als diactiek. Daarom moest men zich de informatie eerst heel goed eigen maken om deze voor de leerlingen te kunnen ‘vertalen’. Tevens zocht men zelf naar een goede verwerking. Was dit dan verloren tijd? Zeker niet; het was juist erg interessant om dit zo te doen. Interesse die wordt meegevoeld door de leerlingen.
          Levert het afdraaien van een computerprogramma dan tijd op ?
          De leerlingen draaien zelfstandig hun programmaatjes, en dat scheelt dan inderdaad tijd voor de onderwijzer.
          Is het winst? Dat valt zeer te betwijfelen.
          Maar goed, de overheid wil ‘passend’ onderwijs en velen duiken in die markt.

    • Show me the data?
      Marten kan je aangeven welke fouten? We kunnen ze niet vinden.

      Je schrijft dat de letters te klein zijn. Heb je optie ‘full screen’ geprobeerd? Maakt het scherm en de letters vier tot vijf keer zo groot en duidelijk leesbaar.

      De slides zijn opgezet als een verhaal dat zich – met wat fantasie – laat lezen. De testers – o.a. wetenschappers, leerkrachten, ict-ers en leerlingen van een groep 8 hebben overigens geen moeite met de diagrammen en tekeningen. Waar zit de onduidelijkheid? Wellicht kunnen we daar iets aan doen.

      Hoor graag van je,

      met groet, Bert

      • Fouten in presentatie
        Opmerkelijk dat je de fouten niet kunt vinden. Op vrijwel alle slides overtreedt Leerkr@cht de meest basale presentatieregels. Eén van deze regels is dat er – bij benadering – niet meer dan zes regels op een slide staan met niet meer dan zes woorden per regel. Vooral dat aantal woorden is op de slides meestal veel te groot: er staan op meerdere plaatsen hele zinnen op (Slides 2-3-4-5-6). Op slides 13 t/m 17 wordt het nog sterker: twee kolommen met kleine lettertjes. Overal tussendoor staan onleesbare grafieken en flowcharts, het is haast te veel om op te noemen.

        Inhoudelijk vind ik het bezwaarlijk (zoals elders al aangegeven) dat er uitsluitend voordelen in voorkomen: voor leerlingen, docenten, ouders, scholen/schoolbesturen en overheid. Dat doet eraan denken dat Leerkr@cht alleen maar de positieve kant van de zaken wil zien en het project ziet als een loterij zonder nieten.

        • reactie Marten Hoffman
          Het amateurisme druipt ervan af. Die plaatjes over een dijk: knulliger kan het nauwelijks (vooral dat ‘fully wired’!).
          Ik heb wel eens een complete parodie geschreven n.a.v. het volgen van een cursus. Dat verhaal zou, als casus, een certificaat opleveren.
          De PARODIE leverde een geldig certificaat op!
          Ik kon het nauwelijks geloven.
          Men had het duidelijk niet helemaal begrepen.
          Het lezen van deze website (Leerkr@cht) doet mij helemaal herinneren aan mijn eigen parodie van destijds.

        • 😉 De nadelen wegen helaas niet op tegen de voordelen.
          Beste Marten, verwacht je van de dealer van Mercedes dat hij in zijn folder zet dat de auto ook nadelen heeft?

          Omdat wij niet uit zijn op het wegzetten van een product of dienst, zoeken we juist de dialoog. Dat maakt ons nog scherper en LeerKr@cht alleen maar beter. Helaas gaat dat op dit forum niet lukken.

          Met vr.gr. Bert van der Neut

          Ik kon de nadelen van de kernpunten van BON overigens ook niet vinden. Dat is logisch want u gelooft in uw zaak.

          Ben trouwens ook benieuwd wat BON verstaat onder een ‘goede docent’. Dat hij of zij hoogopgeleid is lijkt met geen garantie voor succes. Dat is het nooit geweest.

          • Voor- en nadelen benoemen is volwassen gedrag
            “Verwacht je van de dealer van Mercedes dat hij in zijn folder zet dat de auto ook nadelen heeft?”. Nee, inderdaad verwacht ik dat niet van die dealer. En ik kan het weten want ik heb jarenlang commerciële trainingen gegeven bij dit merk (toeval bestaat niet). Wat wij in die trainingen echter wél deden was het opzetten van een kritische vergelijking met de producten en diensten van de concurrent. En het stond (en staat) de verkopers vrij om deze kennis in verkoopgesprekken te benutten c.q. een feitelijk nadeel gewoon aan de klant toe te geven.

            Er lijkt mij echter een heel groot verschil te zijn tussen de puur commerciële belangen van een autoverkoper en de – althans tot nu zo lijkende – hogere onderwijsdoelen die Leerkr@cht leek na te streven. Maar een instantie die niet bereid is een aantal nadelen in zijn eigen presentatie over zoiets wezenlijks als onderwijsvernieuwing te vermelden is naar mijn mening geen knip voor de neus waard.

            Dus kennelijk komt er nu een commerciële aap uit de mouw. Zeg dan gewoon dat Leerkr@cht een te verkopen product is en begin niet over “de dialoog zoeken” en “het onderwijs verbeteren”. U zelf lijkt hier overigens de dialoog niet te willen aangaan. Bij een beetje tegenwind gaat u al zitten mokken dat “ze hier allemaal tegen Leerkr@cht zijn” en verlaat met slaande deuren het pand. Zo komt er natuurlijk nooit een dialoog tot stand.

            Overigens hebt u gelijk met de opmerking dat de nadelen van de BON-kernpunten niet op de site staan. Kunt u er één benoemen? Geef die dan door aan het BON-bestuur, wie weet staat dat nadeel dan volgende week wél op de site ……

          • Je moet niet nadelen
            Je moet niet nadelen opzoeken wanneer je een produkt verkoopt maar verwacht niet dat een kritische lezer veel vertrouwen heeft wanneer er alleen een waslijkst van voordelen wordt genoemd (je moet wel erg naïef zijn als je niet doorhebt dat er vrijwel altijd ook nadelen zijn), tenzij je ook echt via kritische vergelijkingen kan hardmaken dat er alleen voordelen zijn.

            Wat BON verstaat onder een goede docent weet ik niet, dat moet BON maar aangeven. Ik wil wel opmerken dat hoewel een minimum opleidingsniveau geenzins garandeert dat iemand een goede leraar is dat dit wel sterk de kans vergroot dat hij een goede leraar is voor dit opleidingsniveau. Natuurlijk is het mogelijk dat een tweedegraadsleraar zichzelf vormt en zodoende uiteindelijk zelfs goed les kan geven aan een 6-VWO klas (overigens steeds minder moeilijk, ik merk dat de examens nu al veel gemakkelijker zijn dan 10 jaar geleden en 10 jaar geleden merkte ik hetzelfde wanneer ik examens van eind jaren 80 maakte als oefening).
            Alleen geldt dit slechts voor een minderheid van de tweedegraadsleraren terwijl je van een universitair opgeleide eerstegraadsleraar zeker weet dat hij voldoende kennis en inzicht heeft en enkel moet afwachten ofdat hij ook goed kan lesgeven.
            Kortom: het opleidingsniveau is een minimumvoorwaarde, geen voldoende voorwaarde

  4. Test
    Ik dacht; kom laat ik de LQ test eens doen. En ja hoor bij vraag 3 van de vaktest liep ik al vast:

    Ik ….
    a) let altijd erg op kleuren
    b) hoor de golven als ik aan het strand denk
    c) let bij het kopen van kleding op hoe de stof aanvoelt

    Ik doe geen van drieën. Wat nu? LQ ongeschikt denk ik.
    Maar goed dat ik al een goede opleiding achter de rug heb, anders zou ik zeker bij de hopeloze gevallen belanden

  5. Geachte heer Mona,
    Ten eerste wil ik u aanraden het deskundige commentaar van 1-1-2010 te lezen. Als er iemand is die zowel een ideaal had als de deskundigheid m.b.t. dat ideaal is het deze persoon wel.
    U zou heel veel moeten kunnen leren van zijn ervaringen.

    Tot dusver blijft u m.i. steken in vage beweringen.
    Als schoolmeester ben ik reeds decennia geconfronteerd geworden geweest met stapels A-viertjes boordevol redelijk vaag idealisme. Als ik dan eens de moeite nam dit idealisme in de dagelijkse klassepraktijk vorm te geven, bleek maar al te vaak dat de gepresenteerde verhalen volkomen los van de teleurstellende dagelijkse praktijk bleken te staan.
    Vandaar dat ik een allergie heb ontwikkeld voor vaagheden zoals u ze presenteert.
    Waarbij ik uiteraard begrijp dat u hoopt dat een geldschietend ministerie zo’n allergie nog niet heeft ontwikkeld.

    Vandaar dat ik een concrete vraag wil stellen:
    Denkt u dat een leerling die b.v. piano wil leren spelen, beter af is met een computerprogramma? Zo ja, waarom dan?
    Of ziet u in dat zo’n leerling toch het best een levend mens naast zich kan hebben staan die ver boven de leerstof staat?
    Indien u van mening bent dat zo’n levende pianoleraar gebruik zou moeten maken van computers: zou u dan kunnen uitleggen wat de toegevoegde waarde van een computerprogramma is in zo’n geval?
    Tot dusver lees ik weinig over een concrete toegevoegde waarde.
    Ik denk dat leren d.m.v. een computer niet gemakkelijker gaat dan leren met behulp van een levend mens of een boek.
    Wie succesvol wil leren met een computer, moet over dezelfde attitudes beschikken als degene die b.v. met een boek wil leren: herhalen, herhalen, herhalen, oefenen, oefenen, oefenen.
    Dat is met een computer voor de meesten net zo ‘vervelend’ als bij het ‘oude’ (zeer succesvolle) leren.
    De gevraagde inspanning blijft toch dezelfde.
    Waarom zou de uitwerking van de computer miraculeuzer zijn?
    Ik ben zulke wonderen nog niet tegengekomen.

    • Aanvulling
      “Als ik dan eens de moeite nam dit idealisme in de dagelijkse klassepraktijk vorm te geven, bleek maar al te vaak dat de gepresenteerde verhalen volkomen los van de teleurstellende dagelijkse praktijk bleken te staan”. (Moby)

      En het meest ergerlijke daarbij is het schuldgevoel dat de onderwijsprofeten vervolgens de mensen op de werkvloer aanpraten. Als U nou maar zus en zo doet; als U nou maar deze en die vaardigheden ontwikkelt; als U nou maar hier en daar bijgeschoold wordt ,,,. En als klap op de vuurpijl vervolgens het adagium “onderwijzers en leraren willen niet vernieuwlen”.

      Zoals het ware gelovigen betaamt; de werkelijkheid is niet terzake..

    • Realisme
      Natuurlijk kan ICT een hulpmiddel zijn, het probleem is dat mensen die hier geld mee kunnen en willen verdienen veel te hoog mikken, hun ambities zijn onrealistisch. Daartegenover staat weer een groep mensen die door dit ervaren te hebben helemaal niets meer met ICT te maken wil hebben, ook dat is onrealistisch.
      Gebruik ICT voor simpele automatische taken:

      • woordjes overhoren
      • jaartallen en namen overhoren bij geschiedenis
      • topografie/anatomie: je gaat met de muis over een stip en je ziet de naam (voordat je dat doet moet je natuurlijk zelf bedenken wat het is), een extra voordeel is dat je kan inzoomen, uitzoomen en roteren (zeker voor anatomie erg handig)
      • tafels

      Tijdens de les zou de leraar dit alles moeten doen (efficiëneter, socialer, voorkomt verveling en passiviteit bij leerling), na de les kunnen de leerlingen thuis nog wat oefenen met die ICT. Een extra voordeel van de software is dat die kan bijhouden wat je nog minder beheerst en dat vaker kan laten langskomen (bij feitjes die je van buiten moet leren).

      Gebruik ICT niet voor datgeen wat gemakkelijker met pen en papier kan: bijvoorbeeld rekenen (niet te verwarren met realistisch rekenen).
      Ook het onderwijzen van iets als MS Office raad ik af, leerlingen leren snel genoeg hoe je een tekstverwerker, spreadsheet of Powerpoint gebruikt wanneer ze die nodig hebben. Zie dat de leerlingen dan een lijstje krijgen met alle benodigde commando’s (spreadsheet) en functies en een paar voorbeeldjes hoe je ze gebruikt.

      Verder raad ik aan om vooral de woorden van 1-1-2010 te lezen!

      • ICT-voorstellen Bart
        Met deze voorstellen voor computergebruik kan ik het eens zijn. Ik beschouw zulk gebruik dan echter vooral als een manier om te verwerken. Ik acht zulke programma’s ongeschikt om leerstof aan te bieden. De leerkracht biedt aan, legt uit, beantwoordt als levend mens vragen van aanwezige kinderen, vertelt een goed verhaal enz.
        Daarna kan op kernfeiten geconcentreerd gaan worden met behulp van zulke programma’s. Ik heb ze ook wel gebruikt.
        Aangezien we destijds over een paar computers per klas beschikten, liepen leerlingen af en aan naar de gang om daar even tussendoor een programmaatje te doorlopen.
        Storend. Plus het feit natuurlijk dat deze leerlingen intussen misten wat er verder in de klas gebeurde.
        Het lijkt me zinvoller als leerlingen zulke programma’s gebruiken om het huiswerk goed te leren.
        Maar of dat de bedoeling is van het nieuwe leren??

        • Laat je verrassen, of niet….
          De bestaande software is ook vooral bedoeld voor het verwerken van lesstof. Het feit dat je “zulke programma’s ongeschikt acht om leerstof aan te bieden”, onderschrijven we.

          De opmerking “aangezien…..gebeurde” refereert aan een situatie die wij niet voor ogen hebben. Binnen de context die je schetst, is je opmerking begrijpelijk. Dit is wat we nu ook zien gebeuren op veel scholen en is zeer ineffectief.

          Oh ja…en of LeerKr@cht nu in de categorie ‘nieuw leren’ valt, denken we niet. Het is misschien juist wel heel ouderwets om zo in te zetten op het versterken van de basisvaardigheden.

          Bert

    • De invoering van het
      De invoering van het grafisch rekenmachientje heeft ertoe geleid dat de meeste 6-VWO-ers nog maar gebrekkig kunnen differentiëren en integreren, dat ze gebrekkige algebra-vaardigheden hebben (daar wordt nu weer iets meer aandacht aan besteed in de lesboeken), dat ze bij het zien van een functie minder inzicht hebben in hoe de grafiek van die functie eruit ziet, dat ze niet meer met de hand maxima en minima van functies kunnen bepalen enz.
      Sommigen roepen dan dat dat toch helemaal niet erg is aangezien dat apparaatje hen toch de antwoorden geeft. Het probleem is dat leerlingen hierdoor veel minder inzicht opdoen en stagneren in hun wiskundige ontwikkeling. Zonde.
      Het CEVO verplicht leerlingen dan ook nog eens om een grafisch rekenmachientje te gebruiken aangezien er jaarlijks een vraag in het examen zit die je zonder ICT niet kan oplossen. Best dom. Het is te hopen voor de leerlingen dat een enkele wiskundeleraar geen rekenmachientje toestaat tijdens de toetsen, je hebt ze namelijk niet nodig, zelfs niet wanneer je met logaritmen, cosinussen enz. werkt.
      Nu kan een grafisch rekenmachientje best een handig hulpmiddel zijn maar pas wanneer je hebt geleerd hoe je van alles zelf kan doen. Niet wanneer je nog moet leren hoe je dat alles zelf kan doen. Bovendien is het grafisch rekenmachientje een zeer duur hulpmiddel gezien de zeer beperkte functionaliteit. Geen ingenieur, natuurkundige of wiskundige maakt hier gebruik van, die gebruiken liever Maple, Matlab of Mathematica. Of ze schrijven zelf een programmaatje in Java.

    • “Wie succesvol wil leren met
      “Wie succesvol wil leren met een computer, moet over dezelfde attitudes beschikken als degene die b.v. met een boek wil leren: herhalen, herhalen, herhalen, oefenen, oefenen, oefenen.
      Dat is met een computer voor de meesten net zo ‘vervelend’ als bij het ‘oude’ (zeer succesvolle) leren.
      De gevraagde inspanning blijft toch dezelfde.”

      Ik denk, Moby, dat dit een belangrijke oorzaak is waarom zoveel mensen de vlucht naar de ICT hebben genomen. Ze hoopten dat het leren leuker zou worden. Helaas…
      Trouwens, mijn ervaring is dat het leren vooral minder leuk wordt wanneer de leraar de stof niet goed kan uitleggen en wanneer de leraar geen rust kan bewaren in de klas. Beiden zijn verholpen met goed opgeleide leraren die autnoom mogen handelen, die gesteund worden door het bestuur wanneer ze eens tegen een leerling moeten optreden die de les verstoort. Het zijn er vaak maar 2 of 3 in een klas van 30 die het probleem veroorzaken en elke leerling en leraar weet wie het zijn.

      • Computers??
        Binnen basisscholen groeien de klachten over de digiborden. Kosten (lampen) stijgen snel. Onlangs was ik in ’n groep 7 waar het digibord al 6 weken kapot was.
        Daarnaast fungeren computers steeds meer in de marge. Beetje Ambrasoft, beetje gamen. Twee kinderen per computer (Onderwijskeuze) werkt dus niet. Dus staan ze meestal zonder werk. Computers binnen het basisonderwijs stellen weinig voor. Althans voor de kinderen. Goede “lessen” ontbreken. Te duur.

        • Inderdaad leo
          Hier zijn we het volledig eens. Komt nog bij dat ik heb begrepen dat die digiborden voor oververmoeide leerlingogen zorgen en dan heb ik het nog niet eens over de energierekening en de milieuaspecten.

          • Even tussendoor.
            We zijn, in de vorm van het meervoud der majesteiten, of zijn er naast 1_1_2010 ook nog andere meningen mogelijk? Overigens is leo met L.

  6. Deltawerken-poeha
    Wat een poeha over iets wat al zo’n beetje bestaat. En waarom worden vertegenwoordigers van grote bedrijven en zzp-ers prominent genoemd als enthousiast? Mijn zoon (14, 2 VMBO speciaal onderwijs) heeft op school voor Engels de methode Xchange van EPN. EPN heeft voor diverse vakken het platform Schoolwise. Het hele werkboek voor Engels is digitaal, er wordt online in gewerkt en er is online feedback over de fouten en de docent kan vanachter zijn/haar eigen computer de scores en voortgang bijhouden (en keuzes maken en onderwijs op maat aanbieden). Alleen, wat is die feedback “plat” en weinig afgestemd op het specifieke antwoord van de leerling. Goed Engels wordt zonder meer naar de prullenbak verwezen omdat het niet precies het antwoord is wat in Schoolwise is voorzien. En wat verzet mijn zoon juist voor Engels weinig werk op school! Ik ben verbijsterd over de trage voortgang. Hoe dat nu precies zit is mij niet duidelijk. Zit hij op school veilig achter zijn schermpje lekker te MSN-en, of heeft hij in de achtergrond een game aan staan, of zit hij gewoon glazig richting scherm te kijken? De computer brengt mijn zoon veel goeds (o.a. omdat hij nauwelijks kan schrijven) en ja, het is ook mogelijk om thuis in Schoolwise te werken. Maar wat heeft hij veel moeite met de concentratie, en wat zou een gepassioneerde docent van vlees en met een mooi verhaal voor de klas hem een wereld van goed doen!

    • Woordjes, grammatica en in twee richtingen vertalen
      Ik heb gelukkig voor Engels nog op de klassieke manier les gehad (voor Frans helaas niet en dat is aan het resultaat te merken):
      – wekelijks vertalingen van woordjes memoriseren
      – wekelijks grammaticaregeltjes moeten leren uit een apart grammaticaboek en uit een ander boek hierbij behorende oefeningen moeten maken
      – wekelijks zinnen moeten vertalen waarvoor ik alle vereiste woordjes en grammatica had geleerd

      Het heeft haar vruchten afgeworpen. Ik kon in 4-MAVO probleemloos het VWO-examen maken (steeds negens gehaald voor tekstverklaren), ik heb geleerd om goed Engels te spreken (zelfs eens een compliment gehad van een meisje wat aan Cambridge University Duits studeert) en ik versta alles zolang iemand niet met een sterk accent spreekt (dan heb ik wat tijd nodig om me daarop aan te passen).
      Tip voor wanneer het niveau voldoende is om in grote lijnen standaard-Engels te verstaan: kijk zonder ondertiteling naar films, series enz. (BBC zendt regelmatig leuke programma’s uit). Hiermee is mijn Engels sterk verbeterd sindsdat ik mijn VWO-diploma heb behaald en ik wil niet meer op een andere manier kijken gezien de zeer gebrekkige en armzalige vertaling en aangezien ik niet de hele tijd die lettertjes in beeld wil hebben.

    • zelfcorrigerend materiaal
      Zelfcorrigerend materiaal bestaat al heel lang in het onderwijs; een computer brengt daar niet iets nieuws. Het varieerde van iets als geprogrammeerde instructie tot kleurplaten die een ‘figuur’ opleverden als alle vragen goed waren beantwoord.
      Toch heeft deze manier van onderwijs nooit het onderwijs veroverd. Daar moet ervaring aan ten grondslag liggen: de ervaring dat het toch niet echt goed ‘werkt’.
      Geprogrammeerde instructie werkt een beetje als een robot; vermoedelijk willen kinderen geen les krijgen van een robot.
      De robot heeft wel veel geduld en sanctioneert nooit. Dat werd ooit als een voordeel beschouwd.
      Uiteindelijk verliest de robot echter toch enig gezag; het onderwijs verliest een ziel.
      Het lijkt me gezond dat mensen niet slaafs een robot willen volgen en gehoorzamen.

  7. Deltawerken
    Ik ga ervan uit, dat u niet opzettelijk de naam Deltawerken heeft gebruikt, maar beseft u dat Beter Onderwijs Nederland vorig jaar een plan heeft gelanceerd met de naam Deltaplan BON? Om misverstanden te voorkomen zou u dit woord beter niet meer kunnen gebruiken.

  8. goeroe Sugata Mitra
    Deze goeroe gelooft zeer in zelforganiserend en zelfstructurerend onderwijs, maar dan met behulp van internet (google). Hij heeft experimenten gedaan: zet een computer neer en laat kinderen vervolgens gewoon hun gang gaan. Na enige tijd keerde hij terug en merkte op dat die kinderen intussen van alles hadden geleerd; helemaal uit zichzelf zonder een leerkracht. Daarom propageert hij het leren via internet, maar wel in groepen van 4. Want ook doordat de kinderen onderling met elkaar praten over wat zij vinden op het internet, leren zij veel. Indiase kinderen op het armoedige platteland zouden zo al snel Engels leren b.v. Of tot kennis over DNA komen.
    De man had daar in de openbare ruimte computers neergezet en was vervolgens gaan afwachten hoe de kinderen er op zouden reageeerden. Ze bleken snel te leren.
    Op een Italiaanse school in Turijn liet hij kinderen die geen Engels spraken, antwoorden zoeken naar een vraag die in het Engels was gesteld, en zie, ze hadden al snel de antwoorden gevonden zonder schoolmeester erbij.
    Een Engels meisje van twaalf zou binnen het kwartier een voordracht over het hindoeisme hebben kunnen houden, slechts door het internet.
    Op grond van dit soort experimenten gelooft deze man helemaal in het zelfsturend en zelforganiserend vermogen van kinderen om te leren met behulp van internet.
    De heer Mona lijkt hetzelfde te geloven en wil het onderwijs dan ook op deze manier vorm gaan geven?
    Ik kan er maar niet in geloven.

    • Sugata Mitra: “docenten eruit, granny’s erin”
      Bron: wilfredrubens.typepad.com/wilfred_rubens_weblog/2010/11/de-toekomst-van-het-leren-volgens-sugata-mitra-in-owd10.html .

      “Sugata Mitra is begonnen met een pretest. 5% van de leerlingen had deze test voldoende gemaakt. Via zelfgeorganiseerd leren met behulp van internet werd dit percentage opgehoogd naar 30%. Daarna werden de leerlingen begeleid. Niet door een vakinhoudelijk expert, maar door een ‘cloudgranny’: een ‘oma’ die leerlingen uitsluitend aanmoedigd, bewonderd en bekrachtigd. Hierdoor werd de score opgehoogd naar 50%.”

      • Sugata Mitra
        Als je een paar van zijn lezingen op het internet volgt, valt het op dat hij steeds dezelfde anecdotes gebruikt. En meer dan anecdotes wordt het niet.
        Hij legt niet uit hoe hij aan zijn scores (van 5% naar 30% naar wel 50% verbetering!) komt.
        Zo zouden Tamil-kinderen die geen Engels spreken, na 2 maanden van alles weten over DNA, alleen maar omdat ze de beschikking hadden over internet.
        Volgens de anecdote hadden de kinderen 2 maanden naar DNA-informatie gekeken, maar er niks van hebben begrepen. Nadat Mitra hier zijn verbazing over uitgesproken zou hebben, zou een leerling hebben geantwoord: ‘We hebben alleen maar begrepen dat kleine mutaties in het DNA kunnen leiden tot erfelijke aandoeningen.’
        Na een kleine pauze (de man kent z’n timing) barst de zaal in lachen uit. Daarmee zou dan aangetoond zijn dat kinderen het zichzelf allemaal kunnen leren.

        Ik zou geen tweedehands auto van deze meneer willen kopen.

  9. 100 jaar geleden
    Een onderwijzer van 100 jaar geleden zou hooguit een andere kleur schoolbord zien?
    ‘Veel meer is er op het gebied van ict niet veranderd’, leest men dan. Maar dit is toch een drogredenering, want 100 jaar geleden was er geen ict. Maar ook dia’s, televisie, een documentatiecentrum, een orthotheek, een kopieerapparaat enz. bestonden toen nog niet.
    Zeker de laatste 40 jaar heeft de leerkracht voortdurend moeten kiezen uit een enorme stroom hulpmiddelen waarmee het onderwijs bestookt werd; daar komt dan nu internet bij.
    Men kon een school vol zetten met boeken, encyclopedie-en, cassettebandjes, videobanden, geprogrammeerde instructies, tijdschriften, plakplaatjes, stempels, kopieerbladen, technisch speelgoed, televisies, diaseries, krijtjes en schoolborden: het was allesbehalve vanzelfsprekend dat leerlingen met al dit materiaal vanzelf tot een goede leergang zouden komen!
    Hooguit zullen ze zonder structuur wat snoepen uit die enorme snoepwinkel.

    Zelf voerde ik ooit, op advies van een of andere ’trainer’ een ‘keuze-uur’ in. Dit uur mocht in vrijheid worden ingevuld door de leerlingen; van te voren gaven ze op wat ze wilden gaan doen, zodat materiaal ‘uitdagend’ klaargezet kon worden.
    Wat bleek? Bijna alle leerlingen kozen ervoor om lekker vrijblijvend te tekenen en te knutselen. Ik heb niet meegemaakt dat er goede projecten door de leerlingen zelf werden gestart.
    Ik ben echter al vrij snel afgestapt van dit stuurloze gedoe. Misschien had ik moeten ‘doorzetten’.
    Maar ik heb steeds mijzelf als voorbeeld: zeer gemotiveerd en voorzien van al het goede materiaal, ben ik toch blijven steken in een zwaar amateuristisch niveau bij het bespelen van een muziekinstrument.

  10. Van der Neut bedankt,
    story of my life.
    Eerlijkheid blijkt niet gewenst en tegenreacties blijken niet voorradig.
    Van der Neut zou kunnen aangeven waar dan precies het niveau daalt. Helaas.
    Als men heel het veld wil winnen, is afhaken op grond van ene ‘moby’ toch wel een erg groot zwaktebod.
    Ik werk niet meer in dat van charlatans vergeven onderwijsveld: in dat geval zou de Heer Mona zich dus niets van mijn reacties hoeven aantrekken.
    Maar ik vermoed dat hij geen goede gronden heeft dan wat vaag idealisme.
    Misschien kan ik de heer Mona ermee verblijden te zeggen dat ik geen BON-lid ben?
    Dat daarmee mijn reacties niet doorslaggevend zijn?
    Intussen weet ik wel natuurlijk weer waarom ik dit krankzinnige veld intussen heb verlaten. Dat is vanwege mensen als deze Mona.

  11. Sugata Mitra
    Sugata Mitra heeft op 7-1-2011 een eredoctoraat gekregen van de TU Delft, erepromotor was Wim Veen van Faculteit TBM. In de Delta, het universiteitsblad van de TU, stond een interview met S. Mitra. Ik heb de tekst nu even niet paraat, maar het curriculum kon het best op de helling want dat was samengeraapt door 80-jarigen, en daar kon je bij 8-jarigen niet meer mee aankomen, of iets van die strekking.

    • Ik voorzie een nieuwe kanteling
      Onderwijsvernieuwers zijn tuk op woorden als kanteling en paradigma shift. Gezien het geniale idee dat ouderen jongeren niets meer te vertellen zouden hebben, voorzie ik een nieuwe paradigma shift. Laten we de jongeren de ouderen laten onderwijzen, dan leren wij ook nog eens wat en de jongeren leren natuurlijk het meeste door zelf te onderwijzen in plaats van kennis door de strot geduwd te krijgen van geronten.
      Parallel daaraan kan een paradigmashift van de samenleving plaatsvinden: alleen onder de 21 ben je voldoende bij de tijd om te mogen stemmen, autorijden, alcohol kopen en een politieke of bestuurlijke functie te bekleden.

    • Samenwerking Sugata Mitra en Wim Veen
      Het betreffende artikel uit Delta, het universiteitsblad van de TU Delft, staat hier,

      www.delta.tudelft.nl/nl/archief/artikel/-het-curriculum-kan-weg/22410 .

      Sugata Mitra:

      “Volgens mij betekent het dat het curriculum zijn betekenis voor een groot deel heeft verloren. Het curriculum voor de lagere school is bedacht door tachtigjarigen die bepalen wat achtjarigen moeten weten, en die hebben daar geen trek in.”

      ““Je moet kinderen niet vertellen dat de zon opkomt in het oosten, maar ze vragen waar de zon opkomt. Het huidige curriculum zit vol met doctrines. Die moeten er allemaal uit.”

      ” Ik weet niks van pedagogiek en zou graag hebben dat onderwijskundigen zich over de resultaten zouden buigen. Als Wim Veen erin slaagt om al die kennis in de TU te mobiliseren, kunnen we een eind komen. ”

      • Natuurkundeleraren kunnen 9-jarigen niets meer leren
        www.delta.tudelft.nl/nl/archief/artikel/-het-curriculum-kan-weg/22410 .

        Sugata Mitra

        “Aan negenjarigen kun je vragen: ’s winters komen veel mensen in het ziekenhuis terecht omdat ze uitgegleden zijn over het ijs. Maar in de zomer gebeurt dat niet. Hoe kan dat? Door het ijs, zeggen ze dan meteen. Dan vraag ik: wat is er dan met dat ijs? Na een kwartier zoeken roept er iemand: ‘wrijving!’. Wat is daarmee, vraag ik dan. Wrijving wordt minder door een smeermiddel. IJs is ook een smeermiddel. Ik vond het prachtig en heb ze verder laten zoeken. Aan het eind van het uur legden ze me uit over elektrostatische krachten tussen moleculen uit de zolen en die van het ijs enzovoorts en zo verder. Toen kwamen de leraren terug en zeiden: laten we maar ophouden. Het ging ze te snel. En ik kan ze geen ongelijk geven. Ik werd er zelf ook wat onrustig van. Moest ik schoolkinderen wel laten dwalen in de fysica van academisch niveau? Het leek ze niet te deren.”

        • Ben ik nou gek . . .
          Hier lopen twee pronte hoogleraren(?) in hun (figuurlijke) blote kont lariekoek te verkopen en we nemen het nog serieus ook.
          Metsel een computer in een muur; verzamel leergierige leerlingen uit mensonterende achterbuurten; stel een goede(?) vraag; et voilá.
          En, daaristieweer, onze Wim Veen ziet kans zijn handel in de markt te zetten en promoot een eretitel.
          Maar misschien werkt het in ons land ook als we ervoor zorgen corruptie te optimaliseren; opleidingen onbetaalbaar te maken en werkloosheid en armoede op grote schaal herintroduceren.

      • Ben ik de enige die het
        Ben ik de enige die het vreemd vindt dat TUDelft een vertaling van het interview plaatst?
        Je mag er toch vanuit gaan dat het voor de doelgroep geen verschil maakt ofdat die Engels of Nederlands leest, een 100% nauwkeurige vertaling is bovendien al snel onmogelijk zogauw een tekst uit meer dan een paar zinnen bestaat en dat is ervan uitgaande dat degeen die vertaalt dit wel kundig doet.

      • ½ X 4 = 2
        Stel dat het klopt dat je beter onthoudt wat je door middel van google hebt opgezocht. Laten we zeggen twee keer zo goed. Als nu blijkt dat bij gestructureerd “voorzeggen” de gestelde vragen 4 keer zo snel beantwoord worden is de voorzegmethode 100% beter dan de zoek-zelf-op-methode.
        Seger Weehuizen

        • Dat heb ik ook vaak gedacht.
          Dat heb ik ook vaak gedacht. Het klopt inderdaad dat je beter onthoudt wat je hebt opgezocht maar zet diezelfde gegevens in een dictaat en doe er evenlang over om ze te verwerken en je zal het naar mijn subjectieve inschatting evengoed of beter onthouden. In hun propaganda melden voorstanders van dergelijk ´onderwijs` wel dat je beter onthoudt wat je opzoekt maar ze zetten dit nooit af tegen de hoeveelheid extra tijd die je nodig hebt om dezelfde informatie te verwerken. Dat is voor mij direct een signaal dat die mensen niet al te wetenschappelijk denken en dat je de rest beter argwanend en sceptisch leest.

          Voorstanders van dergelijke onderwijsmethodes gebruiken nog een argument: wanneer je gaat werken of onderzoek verricht dan moet je ook zelfstandig iets uitzoeken.
          Ook dit vind ik een zwak argument. Het is vrij gemakkelijk om te leren zelf informatie op te zoeken, maximaal een paar A4-tjes aan kennis volstaat en voor de rest is het enkel een kwestie van te beschikken over de juiste mentaliteit.

          • Google en onderwijs
            Google is schitterend … voor mensen die al veel weten: mensen die goede zoektermen gebruiken, een grote woordenschat hebben en een goede algemene ontwikkeling, en in staat zijn om te beoordelen of wat via Google is opgelepeld kul is of zinnige informatie. Kortom, men moet eerst goed onderwijs hebben gehad om veel profijt te hebben van Google. Overigens, S. Mitra zegt zelf ook in het interview in de Delta dat goed begrijpend lezen erg belangrijk is. Dus: Eerst onderwijs krijgen, daarna googlen.

          • Ook effe belangrijk
            Voor Google heb je niet alleen voldoende algemene ontwikkeling en kritisch vermogen nodig, maar ook:
            – echte interesse voor iets wat je wilt weten (ontbreekt vaak bij scholieren die alleen de opdracht willen uitvoeren)
            – leesvermogen (bij mijn leerling écht een heel groot probleem!)

  12. Ook dit is Mona
    Mona op het blog ‘Advies en steun’, beteronderwijsnederland.net/node/684 .

    “Je kent de situatie niet. Meehuilen met iedere leerkracht die zich bij jullie meldt, lijkt me niet de doelstelling. Daar wordt onderwijs niet beter van.

    Misschien had zijn werkgever wel gelijk. Sterker nog, er zijn duizenden leerkracht op het VO die disfunctioneren. Mensen die vasthouden aan wat zij denken dat hun vak is. In een beetje bedrijf waren deze mensen allang geconfronteerd met de veranderingen in de wereld. Als de klant stopt met vragen……

    Misschien behoort deze leerkracht ook tot deze groep mensen. Zij zijn in principe nog erger voor het onderwijs dan welk model, of welke manager ook. Zij staan in direct contact met de leerlingen en zijn doorgaans niet echt gemotiveerd. Ze houden zich vast aan oude paradigma’s, oude werkvormen en oude gedragspatronen.

    Het hart onder de riem steken van slecht functionerende leerkrachten lijkt me haaks staan op jullie doelstelling. Dus wees voorzichtig met dit soort ongecontroleerde steunbetuigingen.

    Liefs, Mona”

    • Dilemma
      “Mensen die vasthouden aan wat zij denken dat hun vak is.”
      tegenover
      “Mensen die voorschrijven wat je vak is”.

      • HERA Supersociaal
        lq.sxills.nl/php/leerwijzer.php .

        HERA:

        “Ontwikkel jezelf. Neem afscheid van mensen die jou niets te bieden hebben. Soms blijven we relaties meezeulen in onze kringen, die ons geen inspiratie (meer) geven en juist op die van ons teren.”

  13. Leren Leren doe je gewoon op school
    Voor Leren Leren heeft men geen workshops, trainingen, cursussen nodig, alleen maar goede instructies van de docenten.

    Dat zegt Piet van der Ploeg, docent Pabo, www.nationaalteamonderwijs.nl/congres/lezingPietvdPloeg.pdf .

    “Als er sprake is van onderwijs is er sprake van Leren Leren!

    “Het onderwijs is voor een groot deel kinderen instrueren in leertechnieken.

    “Leren Leren is afhankelijk van instructies, van voordoen, van aandacht, kwaliteit en inzet van de docent.”.

Reacties zijn gesloten.