De onderwijsinspectie

Lekker weg in eigen land! Waarom niet eens een bezoekje aan de onderwijsinspectie gebracht? Laten wij eerst eens kijken wat er op hun site, www.owinsp.nl, allemaal over deze organisatie valt te leren.
Meteen al aan het begin merken we dat de inspectie het niet prettig vindt wanneer Jan en Alleman maar contact met ze zoeken. Dat houdt ze maar van hun werk, en daarom hebben ze hun telefoonnummers in een obscuur hoekje van de site weggestopt. Voor vragen word je verwezen naar het ministerie, CFI (wat dat dan ook moge zijn) en Postbus 51. Kennelijk hebben mensen die op deze site komen nooit vragen aan de onderwijsinspectie zelf.
We zien een tabblad met o.a. drie vragen waar wij al lang antwoord op zoeken.
‘Wat doen wij?’, ‘Hoe gaan wij te werk?’ en ‘Wat doen wij niet?’.

Wat doen zij?
De inspectie controleert of scholen kwalitatief goed onderwijs geven, of zij zich aan de wet houden en of het financieel geen rommeltje is. Het klinkt logisch, al dacht ik dat we voor die wetshandhaving ook al de politie hebben. Men zal daar wel de onderwijswet bedoelen.

Hoe gaan ze te werk? Welnu, de inspectie werkt ‘risico-gericht’, m.a.w. ze controleren vooral bij scholen waar stront aan de knikker is: slechte resultaten of een rel in de media. Dat klinkt al een stuk minder logisch, want hoe kom je er achter of er rottigheid op een school is? En waarom zou je niet proberen om de ellende vóór te zijn door systematisch te inspecteren?
De inspectie kijkt naar de ‘opbrengsten’ van de school (resultaten in vergelijking tot ‘vergelijkbare’ scholen); verder houdt de inspectie in de gaten of er klachten tegen de school ingediend zijn en of de scholen vaak ongunstig in de media voorkomen.
Dit nu lijkt mij een slechte manier van werken. Een school die er in slaagt om zijn wantoestanden buiten de media te houden en die zijn slechte onderwijs weet te verbloemen met hoge cijfers van eigen makelij of door niet deel te nemen aan de CITO-toets kan zo heel aardig buiten beeld blijven. En heb je toch een klacht over een school, dan wil de onderwijsinspectie dat niet weten! Dat zien we namelijk bij

Wat doen zij niet?
Anders dan vaak wordt gedacht en verwacht, behandelt de inspectie geen individuele klachten over het onderwijs. (..) Wanneer ouders of leerlingen een klacht hebben over een school, dienen ze die in bij de school en eventueel bij een onafhankelijke klachtencommissie. De school is verantwoordelijk voor de klachtenafhandeling. De inspectie heeft geen rol bij het oplossen van individuele klachten over scholen, maar ontvangt wel regelmatig klachten en signalen over mogelijke problemen op een school of opleiding. Ze verwijst klagers terug naar de school. Wanneer scholen niet goed omgaan met klachten, kan de inspectie scholen daarop aanspreken. Ook betrekt de inspectie de klachten en signalen in haar toezicht, niet om de individuele klacht te behandelen maar vanuit haar taak als toezichthouder. Als sprake is van een ernstig signaal, stelt de inspectie een onderzoek in.
Dit is toch vreemd. De inspectie houdt zich bewust doof voor klachten en signalen maar betrekt die klachten en signalen wel in haar toezicht? Hoe willen ze er dan achter komen dat er klachten bestaan? Wat je hier tussen de regels door kunt lezen is dit: ‘Beste aspirant-klager, voorlopig zijn we niet van plan om je klacht serieus te nemen en hem op zijn merites te beoordelen. Pas wanneer je met een groep van 50 boze mede-klagers aandacht in de media hebt gekregen, wanneer je dreigt met brandbommen de school of ons kantoor in de fik te steken, dan stellen wij een onderzoek in. Dus wanneer het kalf verdronken is, dan gaat de inspectie onderzoeken of er een put gedempt moet worden.
Dit systeem stimuleert bovendien verschijnselen als ‘heksenjacht’: wanneer een onterechte klacht met veel publiciteit (veel herhaling, vriendjes bij de kranten, etc.) onder de aandacht wordt gebracht krijgt hij van de inspectie wel aandacht, terwijl een terechte klacht zonder goede publicitaire ondersteuning bewust niet in behandeling wordt genomen.

Helaas zijn er nog veel meer dingen die de inspectie niet doet.
In tegenstelling tot de bewering bovenin houden ze helemaal geen toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Wellicht dat er bij een inspectie van een basisschool nog op wordt gelet of de juf zelf wel kan rekenen, maar in het voortgezet onderwijs heb ik nog nooit bezoek gehad van een vakinspecteur. Die hebben ze ook helemaal niet in dienst. Een docent wiskunde, natuurkunde, Duits of Latijn kan de meest verschrikkelijke nonsens vertellen zonder dat het de onderwijsinspectie opvalt. Zien ze er dan misschien op toe dat alle leraren en onderwijzers bevoegd zijn? Nee, niet uit zichzelf. Maar, na hevig aandringen en veel klachten van ouders en andere partijen willen ze wel een overzicht van niet-bevoegde docenten aan het schoolbestuur vragen. Lapt het schoolbestuur alle bevoegdheidseisen aan zijn laars, dan zal de inspectie dat niet fijn vinden, maar iets anders dan verscherpt toezicht vindt niet plaats. Dacht u dat de inspectie beschikt over cijfers over hoeveel procent van de lessen on- of onderbevoegd gegeven wordt? Ik vrees van niet. Waarschijnlijk wachten ze ook wat dat betreft op ‘signalen uit de media’.
Wat de inspectie ook niet doet is controleren of alle verplichte lesstof wel aan bod komt; zeker niet in de onderbouw van het VO.
Wat ze ook niet doen is toezicht houden op scholen met ‘nieuwe’ vakken zoals Onderzoek en Ontwerpen of NLT . Terwijl je zo’n nieuw ‘vak’ toch echt wel een risico kan noemen, en de inspectie werkt toch ‘risico-gericht’? Alle aanleiding om eens te kijken wat daar eigenlijk in die lessen gebeurt!
Ook de controle op de financiën is maar zeer beperkt. Men kijkt of de school wel of niet failliet gaat, maar niet of de kleilaag van niet lesgevende maar wel geldverslindende functionarissen op zo’n school wel bestaansrecht heeft. Controle op besteding van de lumpsum? Vergeet het maar.

Voor alle activiteiten die de inspectie wel/niet uitvoert hebben ze 540 personeelsleden. In het jaarverslag over 2008 vertelt men daar nog bij dat dat voor 61% vrouwen zijn. Nu was ik toevallig meer in de hier boven genoemde zaken geïnteresseerd, maar dat is dan toch wel weer een mooie opsteker.

11 Reacties

  1. maar het is nog erger, Bernhard
    Met een individuele klacht kun je niet terecht bij de inspectie, maar de klacht wordt wel betrokken bij het inspectieonderzoek……………Ze “zeggen” dus gewoon, we gaan willekeurig met de signalen om, zonder dat uit te spreken. Van Marietje doen we er niets mee en van Klazientje wel, want dat komt uit met wat we willen…………..of niet soms? En van diverse kanten heb ik gehoord, dat als je met je klacht naar postbus 51 belt dat je dan wordt terugverwezen naar de inspectie die dan zegt dat ze er niets mee kunnen. Een leerkracht die bleef aanhouden, vertelde hoe haar gesprek verder ging via CFI ambtenaren: ze kreeg fijntjes een heel goed bedoelde raad:
    Weet u dat het met klokkenluiders verkeerd afloopt? Pas nu op dat wij uw klacht niet als van een klokkenluider gaan opvatten!!!
    Wat m.i. gewoon betekent: ga nu weg, want anders moet ik werk doen waar ik geen zin in heb.
    Maar als er verwezen wordt naar een klokkenluiders situatie dan moet het hen toch duidelijk zijn dat er werkelijk iets mis is? Ik heb de behoefte om dit aan de grote klok te hangen, maar ik overzie niet of het dan met mij slecht zal aflopen 🙂
    Het kan toch niet zo zijn dat we ons mond moeten houden in Nederland over fundamenteel verschrikkelijke dingen? Uit angst! Is de inspectie in handen van de politiek of krijgen ze soms smeergeld? Ik snap er echt niets van!

    Mijn vraag is dan: waarom zijn mensen bij de inspectie, cfi zo bang? Waarom houden ze misstanden in het onderwijs in stand? Of ben ik nu helemaal de weg kwijt?

    Graag zou ik met de inspectie eens hierover van gedachten wisselen, niet over individuele klachten en mistoestanden, maar over hoe het nu zit. Gewoon een constructief gesprek. Wie wil er met mij mee? En hoe kom ik aan een uitnodiging?

    • Bij de inspectie
      Ik was op dezelfde informatie uit als u: wat doen ze nu eigenlijk. Na bestudering van hun website en een telefoongesprek met hun afdeling ‘Backoffice’ in Utrecht heb ik het bovenstaande artikeltje geschreven. Ik betwijfel of een bezoek in levende lijve meer boven tafel zal brengen. Niet omdat ze zoveel geheim willen houden overigens. Men is niet onwelwillend jegens de buitenwereld. De medewerkers van de inspectie hebben zelf gewoon erg weinig idee waarom ze de dingen doen die ze doen, en vooral waarom ze de dingen laten die ze eigenlijk zouden moeten doen.
      De club maakt op mij de indruk van een enorm grote struisvogel die heel erg veel dingen erg graag niet wil weten. Maar waarom ze zo graag hun kop in het zand steken, dat weten de meeste medewerkers zelf ook niet. De leiding weet het vast wel, maar die krijg je niet te spreken.
      Bovendien, hun motieven zijn vast niet zo bijzonder. Als ze echt gaan inspecteren, dan betekent dat echt werk, met echte conflicten en echte verantwoordelijkheden. Wie zit daar nou op te wachten als hij ook in zijn rustige kantoortje kan blijven zitten?

    • Onderwijsinspectie
      De onderwijsinspectie is totaal verrot. Melanie Ehren heeft een proefschrift over de onderwijsinspectie geschreven. Ik heb hier op de BONsite een bespreking daarvan gegeven (daar ook een link naar het proefschrift).

      De onderwijsinspectie heeft een bepaalde didactische visie (Het Nieuwe Leren) en een bepaalde opvatting over het bestuursmodel van een school (docenten zijn de slaven van het management).

      • onderwijsinspectie
        Maar nu heb ik nog meer vragen………..
        De inspectie gaat zich nog meer richten op besturen. Niet meer op directeuren en al helemaal niet op teams. Dus nog verderweg………..van de werkvloer.
        Hoe kan dat nog gezond gepraat worden?
        Of zie ik het nu verkeerd? Is het een hele goede zet van de inspectie en willen ze ons van dienst zijn en ons de kans geven zelf aan te geven hoe goed onderwijs eruit ziet? Dan moeten we wat meer geluid laten horen………..

        • Re: onderwijsinspectie
          De inspectie zit op de lijn van staatssecretaris Van Bijsterveldt (en oud-minister Van der Hoeven): alle macht aan de besturen. Het oud hoofd van de inspectie is nu ook voorzitter van de PO-raad.

          De inspectie trekt zich niets aan van burgers. Een nieuwe staatssecretaris, dat zou helpen. Maar die moet dan het gevecht aangaan met de mensen die neergezet zijn door zijn voorgangers, onder andere bij de inspectie.

  2. Inspectie doet niets
    toen ik, na meer dan twee jaar van intimidaties, voor ontslag werd voorgedragen, belde ik in mijn naiviteit de Onderwijs Inspectie.

    Wat meldde de Onderwijs Inspectie mij: “Neemt u maar een goede advocaat mijnheer !!” “Het is allemaal heel vervelend voor u maar wij kunnen niets doen !!”

    Tientallen stukken waren uit mijn dossier gehaald, evenveel fictieve stukken waren er in gestopt.

    Ik ben voor de Klachten Commissie geweest met als voorzitter niemand minder dan Mr. Wrakking (oud Hoofd Officier van Justitie te Amsterdam).

    Alles werd van tafel geveegd en de school mocht zelf beslissen of ik werd ontslagen………………

    Rechtsbescherming is er totaal niet meer voor leerkrachten in dit land, alleen als je hard op de trom gaat slaan en de media inschakeld, dan zijn zij bang voor slechte PR en kan een regeling nog wel eens teruggetrokken worden.

    In dit land heerst in het onderwijs volstrekte willekeur en de Inspectie, staat er bij en kijkt er naar ………………….

    • Ach wat…
      met die Inspectie is niets aan de hand. Er wordt helemaal niet over geklaagd.
      Kijk nog maar eens HIER

      Willem Smit

  3. Pieter Lakeman (jawel, de … )
    Schreef in 1999 over de inspectie-paradox:
    “Wanneer in een organisatie meerdere controleschakels na elkaar opereren, gaat
    de tweede controleschakel er in het algemeen van uit dat de eerste zijn werk goed heeft gedaan. En elke volgende controleschakel denkt hetzelfde. In organisatorische verbanden met veel controleschakels wil de eerste controleur ook nog wel eens denken dat zijn werk door meer gekwalificeerde lieden wordt gecontroleerd. Daarom doet soms ook de eerste controleur zijn werk maar half. Dat leidt tot de paradox dat naarmate er meer controlemechanismen aanwezig zijn, er slechter gecontroleerd wordt. Dit verschijnsel komt niet alleen voor onder ambtenaren en in nonprofitinstellingen maar ook in het bedrijfsleven.”

    Ook in het onderwijs met de toegenomen schaalgrootte, managementniveau’s, mega-besturen, raden van toezicht zie je dit verschijnsel. Wantrouwen in de mensen op de werkvloer leidt tot toename van wantrouwen, versnippering van verantwoordelijkheden; een zichzelf bevestigend proces.
    Tijd voor toezicht op de toezichthouders???

Reacties zijn gesloten.