“De lat mag wel hoger bij de opleidingen’’

Aan het woord is Harmen Bockma, stagecoördinator bij De Volkskrant. “Wie leidt er nog ambachtelijke journalisten op?” luidt de kop van een artikel op De Nieuwe Reporter.

———————————————————————–

“Jaarlijks komen er tientallen stagiairs bij de dagbladen over de vloer. Voor studenten dé gelegenheid om binnen te rollen bij een krant. Voor kranten dé gelegenheid om het talent eruit te pikken. Maar leveren de opleidingen wel de stagiairs waar de dagbladen om vragen? En worden zij op de redactie goed begeleid? De afstemming tussen krant en opleiding kan beter, blijkt uit een belronde langs stagebegeleiders. Stagiairs kunnen mooie beschouwingen schrijven, maar een gewoon nieuwsstukje, waar de krant op zit te wachten, is vaak lastiger. En kranten hebben, vooral in deze onzekere tijden, te weinig aandacht voor de leerling-journalisten.

Uit het ‘Jaarverslag journalistieke stages, december 2004 tot december 2005’ blijkt dat stagiairs bij landelijke kranten en persbureaus gemiddeld goede beoordelingen krijgen. Windesheim (Zwolle) scoort het laagst met een 6,9, Fontys (Tilburg) een 7,1. De stagiairs van andere opleidingen in dit verslag (Utrecht, Ede en Groningen) krijgen gemiddeld zelfs een 7,5 of hoger. De beoordelingen worden gegeven door de stagebegeleiders op de stageplek en de begeleider van de opleiding. Het lijkt dus goed te gaan met de stagiairs.

Toch staan de meeste chefs en stagecoördinatoren niet op de banken als er gevraagd wordt naar het niveau van de stagiairs. De voornaamste klacht, die de laatste jaren steeds hardnekkiger wordt, is dat stagiairs het basisgereedschap van een journalist missen. Het staat ook in het Jaarverslag: ,,De taalbeheersing van stagiairs laat te wensen over. Zij hebben vaak een beperkt gevoel voor taal en stijl.’’ En ,,De opleidingen zouden meer aandacht moeten besteden aan het schrijven van nieuwsberichten en nieuwsartikelen, waarbij de factor tijdsdruk niet wordt vergeten.’’

Ernstig gebrek
,,In het algemeen vind ik dat er te weinig aandacht is voor de ambachtelijke journalistieke vaardigheden’’, zegt Marcella Breedeveld, chef binnenland bij NRC Handelsblad (sinds kort adjunct-hoofdredacteur). ,,De opleidingen besteden veel aandacht aan ethiek en hoe je columns schrijft, maar het ontbreekt aan aandacht voor de bouwstenen. Ik zie in stageplannen allerlei moois staan zoals ‘ik wil mijn interviewtechnieken verbeteren’. Daar kan ik niets mee. Ik kan iemand niet drie maanden alleen maar laten interviewen. Je draait mee met de krant en dat betekent dat je begint met het schrijven van nieuwsberichten.’’

Het niveau van de opleidingen en de stagiairs wisselt sterk volgens de geïnterviewden. Zo is Arnoud Cornelissen, stagecoördinator bij AD/Utrechts Nieuwsblad, in de regel wel te spreken over de samenwerking met de meeste opleidingen, maar komt hij af en toe stagiairs tegen met ,,een ernstig gebrek aan algemene ontwikkeling.’’ ,,Dan kun je bij wijze van spreken vragen ‘Wie won de Eerste Wereldoorlog en wie werd er tweede?’. Je vraagt je echt af wat ze dan hebben geleerd op die school.’’

Cornelissen beklaagt zich ook over het gebrek aan basisvaardigheden en de afwezigheid van een ,,journalistieke attitude’’ bij sommige stagiairs. Net als Harmen Bockma, stagecoördinator bij de Volkskrant. ,,De lat mag wel hoger bij de opleidingen’’, zegt hij. ,,Soms krijgen we studenten die eigenlijk nog niet toe zijn aan een stage. De vuistregel is: van de acht stagiairs zijn er zes redelijk en twee problematisch.’’

De toewijzing van stagiairs aan dagbladen verloopt voor de vier HBO’s en de universitaire opleiding in Groningen via het stagebureau in Utrecht. Andere opleidingen zoals die van de UvA, Universiteit Leiden en de postacademische opleiding PDOJ in Rotterdam, regelen zelf de stageplekken bij kranten. Er is meestal voor en na de stage overleg tussen de begeleiders op de krant en die van de opleiding.

Een goede lead
Bij de dagbladen twijfelen de begeleiders eraan of hun klachten wel doordringen bij de opleidingen. Bockma maakte het mee dat hij in een gesprek met een opleider zei dat er meer aandacht moest komen voor basisvaardigheden, waarop de docent antwoordde: ,,Dat vind ik ook. Ik wilde dat u dat eens tegen mijn collega’s zei.’

In Ede is de boodschap in elk geval overgekomen. ,,Ik vind het een terechte klacht van kranten’’, zegt Piet van de Breevaart die daar al zeven jaar stagebegeleider is. ,,De klacht wordt ook steeds sterker. We denken erover om tegen het einde van de opleiding, vlak voor de tweede stage, nog weer extra lessen in te bouwen voor die vaardigheden. Over vragen als ‘hoe schrijf je nou eigenlijk een goede lead?’. De studenten hebben dat wel geleerd in de eerste twee jaar, maar in het derde jaar zijn ze met hele andere dingen bezig en ebt het weg.’’

Ede is de kleinste HBO-opleiding. ,,Wij kunnen makkelijk inspelen op die kritieken’’, zegt Van de Breevaart. ,,Maar naarmate opleidingen groter worden, duurt het steeds langer voor je het curriculum kunt aanpassen. Er gaat heel wat tijd overheen voor je een sectie van zestig man personeel met alle neuzen dezelfde kant op hebt.’’

,,Stagiairs zijn nog in opleiding’’, benadrukt Ben Huijskens, directeur van Windesheim in Zwolle. Hij is ook voorzitter van het zogenoemde ‘Nijenrode overleg’, een jaarlijkse vergadering van opleidingen en hoofdredacties. ,,Kranten hebben nog wel eens de neiging om ze te beschouwen als afgestudeerden, die alles al moeten kunnen. De beoordeling van stages ligt rond de zeven. Daar zijn we tevreden over. De hoeveelheid puur journalistieke vakken is in elk geval in Zwolle de laatste jaren juist toegenomen. Klachten over een gebrek aan analytisch denkvermogen en diepgang van kennis bij HBO-studenten komen me bekend voor. Maar zij hebben juist een voorsprong als het gaat om praktische vaardigheden.’’

Ook Gijs Schreuders, stagecoördinator van de SvJ Utrecht voor NRC, Volkskrant, Trouw en Parool, herkent de klachten niet. ,,Dat kan aan mijn specifieke ervaringen liggen. Maar ik heb in geen vijf jaar een onvoldoende gezien. Het is juist vaak uitstekend. Het zijn toch de goede studenten die het aandurven om bij zulke kranten stage te lopen.’’

De krant als wetenschappelijk instituut?
Er worden in Nederland twee soorten journalisten opgeleid, met een academische opleiding en zonder. Het voordeel van de universitaire master-studenten is dat ze ouder zijn, meer algemene ontwikkeling hebben. Anderzijds hebben die studenten, in vergelijking tot de vier jaar vaktraining van het HBO, vaak niet meer dan spoedcursus journalistiek gehad.

Marcella Breedeveld, van NRC Handelsblad: ,,Universitaire opleidingen hebben minder aandacht voor ambachtelijke zaken dan voor achtergronden. Ik heb wel gemerkt dat studenten van de PDOJ direct inzetbaar zijn voor mij, die hebben een brede kennis en genoeg basisvaardigheden geleerd. Maar het ontbreken van nieuwsgevoel, in die zin dat stagiairs echt op zoek gaan naar eigen nieuws, is een probleem dat bij alle opleidingen geldt.’’

Hans Wammes, stagecoordinator van NRC Handelsblad en nrc.next, merkt dat WO’ers beter met bronnen omgaan. ,,Veel stagiairs van de HBO’s moeten het nog leren, die googelen voornamelijk en vergeten met mensen te praten. En je moet media vreten. Dat doen HBO’ers te weinig. Ze lezen nauwelijks.’’ Toch moet hij er niet aan denken op een redactie vol academici te zitten. ,,Ik heb les gegeven aan de PDOJ. Het eerste wat ik er moest doen is studenten die academische schrijfstijl afleren. Ze gaan geen scripties schrijven, maar nieuwsberichten. We zoeken op de krant naar een combinatie van HBO’ers en academici.’’

Die krantenredactie met enkel wetenschappers is niet helemaal denkbeeldig. ,,De laatste jaren hebben de HBO’s moeite de stageplekken die we voor hen hebben te vullen’’, zegt Wammes. ,,Eigenlijk kunnen ze nooit meer die vier plekken vol krijgen met schrijvende journalisten. Dit jaar konden we daarom extra plekken bieden aan de UvA. Dagbladjournalistiek wordt op de HBO’s minder populair, iedereen wil met z’n kop op televisie.’’

Glamour
Er lijkt inderdaad bij veel opleidingen een tendens te zijn dat er minder studenten voor de dagbladen kiezen. Op de grote hogescholen waar veel eerstejaars nog helemaal niet zeker zijn of ze wel journalist willen worden, is niet meer zo ,,krantgericht’’ zoals Huijskens (Windesheim) het zegt. ,,De glamour heeft de laatste jaren invloed gehad op de journalistiek. Maar we zullen nooit opleiden om beroemd te worden.’’ Schreuders (SvJ Utrecht), wijst echter op de vacatures bij nrc.next vorig jaar. ,,Daar reageerden wel duizend mensen op, dan kun je niet zeggen dat de animo voor dagbladen afneemt.’’ Volgens hem is het uitzonderlijk als de SvJ de beschikbare stageplekken niet kan vullen. ,,Dat gebeurde de afgelopen vier jaar twee keer.’’

Van de Breevaart (Ede) vindt dat kranten ook zelf schuld hebben aan het afnemende enthousiasme dat hij merkt bij zijn studenten. ,,Het komt wel eens voor dat we de stageplekken niet opgevuld krijgen. Dat komt ook doordat het imago van de kranten is verslechterd. Vanwege de teruglopende werkgelegenheid en omdat het daardoor onrustig is op de redacties. De begeleiding van stagiairs lijdt eronder.’’

,,De echte nieuwsjager verdwijnt’’, zegt Van de Breevaart. ,,Vroeger kwamen er nog mensen op de opleiding die echt journalist wilden worden, dat zag je in hun ogen. De massaliteit van de opleidingen heeft invloed op het niveau. Als er studenten bij zitten die het niet zo nauw nemen met een deadline, omdat ze geen echte journalisten zijn, heeft dat z’n weerslag op de hele groep.’’ Worden er in Nederland dan studenten opgeleid die het ambacht nauwelijks in de vingers hebben? ,,Tja, we zullen heel goed naar ons werkveld moeten luisteren. Zodat onze studenten met de juiste vaardigheden op de markt komen.’’

15 april 2007, bron

7 Reacties

  1. +++ Een positief geluid +++
    Als we het over kranten hebben wil ik graag eens iets aardigs zeggen. Destijds (25 jaar geleden) heb ik ‘het Parool’ honend de deur gewezen omdat die zo krakkemikkig spelden. Sindsdien heb ik de slijpsteen voor de geest, en af en toe lees ik de VK en de Trouw. Wat mij nu opvalt, is dat er bij de NRC uitstekend gespeld en geformuleerd wordt door de journalisten. De laatste paar maal dat ik de Volkskrant heb doorgenomen vond ik dat ook. Dat was vroeger bij de Volkskrant wel slechter. Ook die Trouw bevalt me steeds beter.
    Ik ben geen journalist, dus ik kan niet beoordelen wat er verder allemaal nog mis gaat, maar met de taalvaardigheid zit het (wat mij betreft) bij die drie kranten wel snor.

  2. Wat gaat fout tijdens het leren?
    Hoi,

    Ik ben een student aan het HBO onderwijs. Ik maak me grote zorgen over
    het onderwijs zoals het nu gegeven wordt. Via een vriend van mij werd ik
    op de hoogte gebracht van een zeer interessante website waarop twee
    artikelen staan die ik zeer typerend voor het onderwijs vind. Ik wil graag
    iedereen onder de aandacht brengen dat ik de metafoor, zoals gegeven in
    het eerste artikel: “watskeburt1” fenomenaal vind aangeven hoe het
    eraan toe gaat op scholen.

    De website is www.grondwet7.nl

    Mijn vraag was of u deze website zou willen lezen en of u, of een andere lezer
    concrete aanbevelingen heeft, wat je in het onderwijs zou moeten veranderen.

    Groeten Joris

    • Beste Joris,
      Ik heb geprobeerd om de genoemde artikelen te lezen, maar moet je bekennen dat ik al heel snel ben afgehaakt. Probeer het eens korter en gestructureerder te formuleren, dan doe ik met plezier een nieuwe poging.

      Wat er moet veranderen in het onderwijs? BON is daat heel duidelijk over. De uitgangspunten staan op de startpagina van deze site. Ik hoop dat je je daar in kunt vinden!

      • Beste 1945
        Als je het stukje van Joris goed leest, dan zie je dat hij de stukken waar hij naar verwijst niet zelf geschreven heeft. Er staat een emailadres op de pagina waar Joris naar linkt. Je kunt de schrijver dus mailen.

        Of hing je de schoolmeester uit en wil je dat Joris deze teksten samenvat? Zat dat vroeger niet in het eindexamen Nederlands, samenvatten van een lange tekst?

        • Ha Ha
          Kun je als schoolmeester eigenlijk wel de schoolmeester uithangen?

          Ik had er inderdaad overheen gelezen dat Joris het niet zelf heeft geschreven. Maar Joris brengt deze site onder onze aandacht en ik merk dat door het ontbreken van een context het voor mij nogal onduidelijk is. Gaat het om mails die studenten (naar wie?) hebben geschreven over hun opleiding (dezelfde of verschillende opleidingen?). Het lijkt steeds alsof ik meeluister in een gesprek dat niet voor mij bedoeld is.

          Maar misschien zijn het de lange werkdagen avn de laatste weken. Zou ook zomaar kunnen 😉

          • Had ik ook hoor
            De context was mij ook iets te ‘underground’ of te ‘avant garde’ om er uit te kunnen afleiden wat ik aan het concipieren ben.

            Aan die lange werkdagen kan wel wat gedaan worden- als je nou ’s wat minder vrije dagen neemt, krijg je gewoon wat meer vrije tijd. Snap je? Als je dus wat minder wilt werken, moet je gewoon wat meer gaan werken. Logisch dus toch? Plasterk of Cruyff, ze snappen het minder snappelijke.

    • Beste Joris
      Ik krijg vaak vragen van leerlingen en studenten en probeer ze te helpen. Soms kan ik er niet zoveel mee en vraag dan of er wat meer toelichting bij kan of dat het wat specifieker kan. Het eerste epistel bevat een belangrijke zin (bijna onderaan): “Maar de opleiding ligt toch echt doorgesnoven, met een problematische ademhaling, op de EHBO-afdeling van InnerCity en weigert water te drinken.” Dan heb ik maar een advies: wegwezen.

      En het tweede epistel: Mijn stelling is: Het nieuwe onderwijs functioneert heel slecht, het MWD-onderwijs in Eindhoven loopt achter de feiten aan en het werkveld en de werkwijze verandert fundamenteel. Dit onderwijs en de verandering in het werkveld is een heel ingewikkeld vraagstuk. Ik heb een verder ontwikkeld antwoord, dan heel de MWD-opleiding bij elkaar.
      Dit is een pittige stelling, daarom dat ik voor dit pleidooi mijn afstudeerscriptie gebruik. De aspecten die ik van de fundamentele verandering bespreek zijn: Globalisering, Digitalisering en Privatisering.

      Succes met je afstudeerscriptie, krijg ik een uinodiging ?

Reacties zijn gesloten.