Crisis slaat toe in onderwijs: 1.7 miljard bezuinigen

…als we de brandbrief van de HBO- en andere raden aan de Kamer moeten geloven (30 maart):

Onder Arbeidsvoorwaarden en het primaire proces:
Veel ondenwijssectoren hebben langjarige cao’s afgesloten op basis van de loonruimte die het kabinet conform de afgesproken regels in het referentiemodel beschikbaar zou stellen. Deze loonruimte zou in 2009 700 miljoen moeten bedragen. Het kabinet heeft tot op heden niet geantwoord op de vraag of deze middelen echt beschikbaar komen. lndien deze middelen niet beschikbaar komen, dan is er sprake van een bezuiniging van € 700 miljoen in 2009 oplopend tot € 1.100 miljoen in 2010.
De minister mag dan stellen dat cao’s niet worden opengebroken, wij stellen vast dat dit niet tot de bevoegdheid van de minister behoort. Maar, we weten natuurlijk ook dat als we onbetaalbaar geworden cao’s inderdaad niet openbreken, dit ten koste zal gaan van werkgelegenheid (minder docenten) of zal leiden tot andere ingrepen in het primaire proces (zoals grotere groepen). Leerlingen en studenten zijn daarvan de dupe.

De pensioenpremie zal naar verwachting met 3% stijgen. Indien niet gekozen wordt voor een versobering van de pensioenregeling zal dit leiden tot een extra lastenstijging van € 220 miljoen voor de werkgevers in het onderwijs.

De ophef ontstond waarschijnlijk door het afwijzen van motie nr. 36 van Pechtold.

In het rapport Gerritse wordt becijferd dat via vergroten van klassen/groepen structureel 280 miljoen valt op te halen. Het bedrag dat vorige jaar werd ingeboekt voor schoolboeken om niet…

De brief blijft natuurlijk niet onopgemerkt in 70e vergadering van de Tweede Kamer (31 maart).

Mevrouw Halsema (GroenLinks) tijdens het vragenuur:
Dit kabinet zou een miljard investeren in de lerarensalarissen. Met een crisis is die noodzaak niet minder geworden. Nu wordt er 1,7 mld. bezuinigd. Als daar nog een verhoging van de pensioenpremies bijkomt, kan het zijn dat de leraren straks voor een miljard moeten gaan inboeken in plaats van dat er een miljard bijkomt. De fractie van GroenLinks wil de harde garantie dat scholen niet betalen voor scholen, dat er geen sprake van kan zijn dat de leraren straks moeten gaan betalen voor het onderwijs en dat het van kabinetshobby’s als de maatschappelijke stage en bijvoorbeeld de gratis schoolboeken af zal gaan, als er moet worden bezuinigd op de onderwijsbegroting.

Minister Bos:
Het bedrag van 1,7 mld. staat in de brief die ik vandaag ook heb gekregen. Ik heb al eerder gezegd dat deze brief van onzincijfers en onzinargumenten aan elkaar hangt. Collega Plasterk zal de Kamer hierover zo snel mogelijk informeren.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):
Ik vroeg om een garantie dat de leraren geen salaris inboeten en er niet op achteruitgaan. Die zekerheid wil ik na de beloftes van dit kabinet dat de lerarensalarissen omhoog zouden gaan.

Minister Bos:
Ik heb vorige week reeds op die vraag antwoord gegeven en gezegd dat het Actieplan Leerkrachten recht overeind staat.

De heer Omtzigt (CDA):
De werkgevers hebben negatief geadviseerd over deze premieverhoging. Wat hebben de werknemers c.q. de vakbonden geadviseerd over deze premieverhoging?

Minister Bos:
Positief.

De voorzitter:
Ik dank de minister van Financiën voor de antwoorden

Op 1 april komt minister Plasterk met de beloofde opheldering. Het water in het glas komt weer tot rust en dus moet Doukle Terpstra (opnieuw) bakzeil halen…

Daarvan is niets te merken tijdens het rondetafelgesprek dat de commissie OCW op 2 april organiseerde. Aan tafel zitten HBO-, PO-, MBO- en HBO-raad, AOb, CNV_O, LAKS, JOB, LSVB en ISO.

Een quick scan langs een aantal vragen:

De heer Dibi (GL) vraagt de heer Terpstra (HBO-raad):
naar de 0.7 miljard uit de brandbrief (klopt niet gezien de brief van de minister);
over onduidelijkheid bij bezuiniging collectieve sector, lonen en uitkeringen in 2010 van 1.3 miljard, voor onderwijs 0.4 miljard; in 2011 van 3.2 miljard, voor onderwijs ongeveer 1 miljard;
over de verhoging van de pensioenen 220 miljoen volgens de raden; volgens de minister 165 miljoen;
en een taakstelling van 1.8 miljard, voor het onderwijs op 300 miljoen;

De heer Terptra gaat in op de pensioenen en rekent uit dat het bedrag zelfs op 260 miljoen komt.
Een loonsom van 21 miljard waarvan 70% premiegevoelig verdeeld over vergever <> werknemer volgens 60 <> 40. Bij een stijging van 3% (ABP 1% + 2%) komt dit op 260 miljoen.
De andere vragen blijven hangen…
De heer van Zijl (MBO-raad) rekent de komende drie jaren op 600 tot 800 miljoen voor de toename van het aantal deelnemers.
En een vraag richting Dresscher AOb of er onrust is in achterban wordt bevestigd.

De heer Bosma (PVV) na enkele pesterijen (intrekken van een keuteltje, ketelmuziek, klassen nog groter als de PVV-fractie na de verkiezingen en voorzitterschap schaatsbond) richting Terpstra een vraag aan Slagter (VO-raad) of bezien in het licht van prof. van Wieringen, er nog ruimte zit in de budgetten in de sfeer van oppotten, in de sfeer van management lagen, in de sfeer van nieuwbouw, in de sfeer van royale betalingen, die er toch voor kunnen zorgen dat er niet hoeft te worden gesneden in dat primaire proces.
Hier wordt verwezen naar een rapport van prof. van Wieringen die vaststelde dat al het extra geld dat de afgelopen 20 jaar naar onderwijs is gegaan is overal naar toe gegaan maar niet naar het primaire proces.

De heer Slagter (VO-raad) bestrijdt dit klip en klaar en verwijst naar het nog niet zolang geleden door de universiteit Delft opgestelde rapport ecorys, waarin een overhead van 6% wordt genoemd. Een verlaging zou ten koste van het primaire proces gaan.

De laatste vragen zijn voor het juniorlid Besselink (PvdA), die met de signalen van de reserves, van de hoge salarissen in gedachte, vroeg naar meer openheid over de geldstromem in de sector, met name naar het primaire proces. Waarop van Zijl (MBO) het kamerlid terecht wees naar zijn jaarlijkse Benchmark, onlangs aan U toegestuurd, waarin alles open en helder beschreven is.

Na ruim twee uur komt het illustere gezelschap niet om de constatering van Guusje ter Horst heen:
Als CAO’s niet worden opgebroken en er geld tekort is leidt dit tot ontslagen en grotere klassen/groepen.

Aan het eind een leermoment voor de Kamerleden, als Doekle Terpstra uitlegt wat de spilleeftijd is: de leeftijd waarop de gemiddelde werkende met pensioen gaat. Nu 62,3 jaar.
Eindelijk een heldere uitspraak.

Dat verandert weer in het spoeddebat op 8 april. Vrij snel blijkt dat de oppositie, beladen met de duistere voorspellingen van de verschillende raden, toch op zoek moet naar het kluitje in het riet, de voorjaarsnota. Ondanks heftig aandringen weigert de minister de toezegging dat OCW buiten het crisispakket blijft.

De getalletjes die langs vliegen komen uit Werken aan de toekomst, een aanvullend beleidsakkoord bij ‘samen werken, samen leven’.

3 Reacties

  1. Bodemloze put
    Als de Raden klagen, wordt het tijd om op te letten.
    Maar al te vaak wordt bij vermoedens van tekorten op de balans naar het argument van werkgelegenheid en grote groepen gegrepen. Helaas is de constatering gerechtvaardigd dat de raden handenvol geld tekort komen om hun kostbare speeltjes te kunnen betalen. Geld voor het primaire proces zal overal ingezet worden, maar niet daar waar het eigenlijk thuis hoort, bij de zichzelf respecterende lesgevende docent.
    Steeds meer ruim betaalde “baasjes” gaan een rol spelen om met onduidelijke didactische concepten hun stempel te drukken op het onderwijsproces. Waardevolle krachten worden vervangen door ongeschoolde, onvoorbereide, laagbetaalde medewerkers die door hun onvermogen zelfs niet in staat zijn om op gepaste wijze te communiceren met hun omgeving.
    Onderwijs wordt een bodemloze put die, droevig maar waar, door zijn ondoorzichtige structuur bij de besluitvormers elke geloofwaardigheid verliest.
    De democratische controle op de raden is afwezig: Wat Een Schande!
    Machiavelli ©2009

  2. En de flaphoed
    is natuurlijk weer bezig met zaken van minder belang.
    Hoe noem je ook al weer een vent die zich verschuilt achter meiden zodra het spannend begint te worden?

  3. het rapport Gerritse
    Naar aanleiding van het Rapport Gerritse:
    1. Goed verdienende ouders zullen, als zij voortaan, op de werkgeversbijdrage na, alle kosten voor de kinderopvang moeten dragen, niet hun laatstgeborene te vondeling leggen . Ze zullen ook niet ophouden met werken. Maar ze zouden wel kunnen besluiten om verder geen laatste kinderen meer te krijgen, misschien zelfs al na het eerste. Goed verdienende ouders zijn ook vaak hoogopgeleide ouders en de kinderen van hoogopgeleide ouders doen het meestal goed op moeilijke opleidingen. Als de overheid wil dat het onderwijs vele hoogopgeleiden voortbrengt moet zij zorgen dat er voldoende hoogopleidbare kinderen geboren worden en dus de vrouwen die zulke kinderen het meest voortbrengen niet ontmoedigen.
    2. Academici bewegen zich steeds vaker op een internationale markt. Daarom lijkt mij het idee om mastersopleidingen niet meer te subsidiëren maar wel de collegegeldkredieten te verhogen verstandig.
    3. De klassen in het secundair onderwijs zijn blijkbaar al zo groot dat verdere vergroting ervan nauwelijks tot verdere verslechtering van de onderwijsresultaten leidt. Maar klassenvergroting zonder het verjagen van last veroorzakende leerlingen te vergemakkelijken maakt het moeilijker om naar degelijk efficiënt ouderwets terug te keren of over te gaan op het geven van hoorcollege
    Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.