Na het verdwijnen van de schaal 11 en 12 functies en na het verdwijnen van de 60 dagen vakantieregeling, dreigt nu ook de deskundigheidsbevordering en het taakbeleid te verdwijen uit de CAO-BVE!
Volgens de werkgevers is voor en nazorg in competentiegericht onderwijs nauwelijks nodig. Daarom worden de volgende maatregelen voorgesteld:
– Werkgevers willen deskundigheidsbevordering terugbrengen van 166 uur naar 59 uur.
– Werkgevers willen contacttijd verhogen van 22,5 klokuur per week naar 30 klokuur per week. Op jaarbasis van 823 klokuren naar 1200 klokuren!
Werkgevers spreken dan ook niet meer van docenten, maar van ‘onderwijsmedewerkers’. Door deze maatregelen staan ‘onderwijsmedewerkers’ 36 lesuren per week voor de klas!
De segregatie in het MBO gaat door: de almaar uitdijende ‘kleilaag’ van managers , en de verdere degradatie van docenten tot onderwijsmedewerkers.
Is dit wat ministers Plasterk bedoeld als hij zegt dat hij het onderwijs terug wil geven aan docenten!?! (Vrij Nederland 30 juni 2007)
Bron?
Kun je hier een bron bij geven evanhove?
Voor zover ik weet is dit inderdaad ongeveer de onderhandelingszinzet van de MBO-raad.
Plasterk heeft hier niets mee te maken. Wat hij van deze onderhandelingsinzet vindt is natuurlijk wel interessant. Gezien zijn opmerkingen in o.a. Vrij Nederland is het denk ik niet moeilijk te raden wat hij vindt.
Zie site AOB. Zelfs deze
Zie site AOB. Zelfs deze bond vindt dit te ver gaan: alle leden hebben een brief ontvangen, dat na de vakantie wordt geinventariseerd of de leden het nee van de bond steunen en eventueel bereid zijn tot aktie. Plasterk heeft hier uiteraard niets mee te maken, maar het is wel wrang, dat zijn voorgangers alle macht bij de MBO-raad hebben gelegd. De MBO-raad schept een anti-intellectueel klimaat, waar dit voorstel naadloos in past: docenten worden coaches in een lagere schaal, coaches zijn instromers die binnen een jaar hun bevoegdheid halen. Deze instromers zijn vaak blij, dat ze – na niet succesvol te zijn geweest in het bedrijfsleven – alsnog een baan vinden. Het MBO hoeft niet bang te zijn dat ze uit frustatie vanwege het lage salaris, vele uren draaien etc. naar een andere onderwijsinstelling gaan: deze bevoegdheid is immers alleen geldig in het MBO.
Kijk dan naar de salarisschaal van het CvB, de beleidsmedewerkers, de projectmanagers, de opleidingsmanagers, de directeuren etc. en het wordt extra wrang. Alhoewel: het wordt ook steeds begrijplijker waarom velen de klas willen ontvluchten.
Ziehier….
Beknopt overzicht van het overleg over de CAO-BVE 2007 e.v.:
De opstelling van de MBO Raad is gebaseerd op twee uitgangspunten: meer regelruimte en het vrijmaken van middelen om de noodzakelijke investeringen in personeel/professionaliteit/duurzame inzetbaarheid te kunnen bekostigen.
Meer regelruimte moet gecreëerd worden door het schrappen van allerlei bepalingen uit de cao, waaronder de bepalingen inzake taakbeleid en scholing. Ook het opheffen van de rechtspositionele verschillen tussen OP en OBP zou de regelruimte aanzienlijk moeten vergroten. Herinvulling zou moeten plaatsvinden op de instellingen in het overleg tussen de werkgever en PMR of het individuele personeelslid.
Middelen moeten met name worden vrijgespeeld door het schrappen uit de cao van het recht op 166 uur deskundigheidsbevordering
Kernpunten hierin zijn een normbetrekking van 1659 uur, een 5-daagse werkweek van 40 uur op ten hoogste 200 werkdagen, 59 uur deskundigheidsbevordering (door de werknemer in te vullen én te verantwoorden) en 80 uur per jaar voor verdere professionalisering, in te vullen door de werkgever binnen de 200 werkdagen. Lees verder….
Plasterk heeft hier wel degelijk mee te maken
De Minister van Onderwijs moet de MBO raad aanspreken om segregatie op ROC’s te voorkomen.
Met de voorgestelde CAO BVE zal segregatie op ROC’s toenemen:
– Een uitdijende laag onderwijsmanagers die in samenwerking met kenniscentra en adviesbureau’s de bureaucratie van CGO exploiteren;
– Een slinkende laag ‘onderwijsmedewerkers’, als oppassers van leerlingen in zoek-het-zelf-maar-uit-scholen.
“In het onderwijs gaat het om dienstbaarheid aan leerlingen en leraren”
(Plasterk in Vrij Nederland, 30 juni 2007).
De macht van de minister
Mijn opmerking dat Plasterk ‘hier’ niets mee te maken heeft doelde op het feit dat deze CAO voorstellen van de MBO raad afkomstig waren en niet van het ministerie.
Plasterks voorgangers hebben alle macht aan de MBO-raad overgedragen. Het zal voor Plasterk lastig worden (als hij het wil…) om die macht (die de overheid als betalende namens de maatschappij natuurlijk toekomt) terug te nemen.
Gezien de CAO-voorstellen van de MBO-raad (die de docent reduceren tot lopende band medewerker) moet deze MBO raad echter zo snel mogelijk teruggefloten worden.
analyse
BVE analyse zonder oplossing.
De MBO raad heeft nu een ongekende machtspositie. Het carrière denken (om de carrière) heeft gezegevierd. Voordat de BVE ontstond, was het onderwijs dat nu onder deze paraplu valt, een bonte verzameling van moedermavo, leerlingstelsel etc. tot MTS en MEAO. In lijn daarmee een sterk uiteenlopend soort rechtspositie en diverse geldstromen. Dat is geüniformeerd. Voor veel belanghebbenden viel er winst te halen met vooruitzichten op de hoogste MBO salarissen. Ik denk dat het voor managers in spé toen een koud kunstje was om zich van een stevige achterban te voorzien. Meer mensen onder je was weer niet verkeerd voor betere, door jezelf vast te stellen salarissen. Dit is een schoolvoorbeeld van ‘win-win’ situaties. De BVE budgetten zijn vast niet veel gegroeid, maar er eten wel meer mensen grotere happen uit de ruif.
We hebben kunnen zien dat het loongebouw sindsdien een ‘downgrading’ heeft ondergaan, zoals overigens in het hele onderwijs. Dat moest ook wel als mijn analyse juist is.
Verder heb ik de afgelopen zeven jaar al vier nieuwe direct leidinggevenden gezien. Verandering, flexibiliteit is de constante factor. Continuïteit (rust, regelmaat) is not done.
Ik heb de afgelopen jaren meer malen verzucht dat ik beter register accountant had kunnen worden omdat budgettaire en formatie items ons werk doorkruisten. Keuzes als gevolg van die items worden op de BON site alom betreurd.
Het hoog op het schild hijsen van de teams is een vermetele verdeel en heers tactiek. Iedereen is daar gelijk en kan dus ook voor alles worden ingezet en dat mag je met elkaar beslissen. Het prioriteren wordt een democratisch teamproces, waarin onderwijsdoelen geen majeur aandachtspunt zijn.
Volgens mij moeten we na de vakantie de straat op en misschien verzinnen we tijdens de vakantie het begin van een oplossing.
Er is
een simpele methode om de dikte van de onderwijsschil te meten. Kijk hoeveel geld in een school aan direct onderwijssalaris wordt besteed en deel dat door het totaal aan middelen. Jan Bouwens en Anne Marie Oudemans hebben dit voorgesteld als methode om de bureaucratie op scholen te meten. Als je dat voor je eigen school doet kom je tot de ontstellende ontdekking dat het een percentage van circa 20% oplevert. 80% van het onderwijsbudget wordt NIET aan direct onderwijssalaris besteed . Ik vind het werkelijk onbegrijpelijk dat het onderzoek van Bouwens niet meer opschudding veroorzaakt.
Als Plasterk wat wil bereiken kan hij simpel dit bureaucratiecijfer als maatlat gebruiken en voorschrijven dat het b.v. minstens 40% moet worden. Dat zou een salarisverdubbeling inhouden dames en heren!
Wat is dat toch
“investeren in professionaliteit”?
Is het misschien de bedoeling om niet-professioneel personeel in te huren en daarna te zorgen dat ze wel-professioneel worden?
En zijn de investeringen in duurzame inzetbaarheid bedoeld om de werknemers bestendig te maken tegen klimaatsveranderingen?
Sterkte collegae!
ik dacht
Du glaubst zu schieben und du wirst geschoben.
dat ik de enige was, die er geen bal van begreep, Hendrikush.
In de praktijk komt het zo uit: de dure, ouderwetse eerste- en tweedegraads leraren verdwijnen steeds meer, praktijklessen worden vervangen door zelfwerkzaamheid in aanwezigheid van een assistent. Die assistent assisteerde tot voor kort de docent, maar mag nu in zijn eentje alle werk doen, wel tegen een veel lager salaris in een veel lagere schaal dan de oude docent. En die tot bediende gedegradeerde assistent moet dan zeker geprofessionaliseerd worden om de studentenvorderingen in de computer te kunnen invullen.
Het betekent in de praktijk bezuiniging en taakverzwaring voor de onderwijsgevenden cq. begeleiders.
Eerst zijn deskundigen er op grote schaal uitgewerkt; lang daarvoor zijn de lerarenopleidingen zodanig geïnfantiliseerd, dat er nu vele ondeskundigen voor de klas staan, die bijgespijkerd moeten worden.
De omgekeerde volgorde en restauratiepolitiek. Ik zag het geld voor deskundigheidsbevordering liever nu gestoken in de lerarenopleidingen. Over een paar jaar heb je dan weer goedgeschoolde leraren voor de klas staan, voordat de laatste lichting oude garde met pensioen is.
Ik ben wel benieuwd …
… wat de impact hiervan voor de VAVO-afdelingen (of Educatie in ’t algemeen) is, aangezien die géén CGL kennen.