Bijscholing -wat denkt u daar nou van?

Bij de reactie van de PvdA op de stellingen van BON las ik weer eens een bekende zinsnede: “We mogen wel van docenten verwachten dat ze bereid zijn en blijven om hun vakbekwaamheid verder te ontwikkelen.”
Dat klinkt toch alleszins redelijk en wie durft er nou hardop te zeggen dat hij (m/v) zijn vakbekwaamheid niet wil ontwikkelen
Twee dingen zitten mij echter wat dwars en ik zou heel graag horen wat anderen daarvan vinden.

1. Jaren geleden -het was in de aanloop naar de invoering van de vernieuwde tweede fase- schreef PvdA-ideoloog Bart Tromp een artikel in de Volkskrant. Hij stelde daarin dat onderwijskundige veranderingen niet in de eerste plaats de kwaliteit van het onderwijs dienen, maar vooral de belangen van, wat hij noemde, een ‘onderwijsmafia’. Deze onderwijsmafia wordt o.m. gevormd door het Ministerie van Onderwijs en haar ambtenaren, de diverse ambtenaren in gemeenteraden met onderwijs in hun portefeuille en de talloze dienstverlenende organisaties die rond het onderwijsveld cirkelen. Genoemde mafia is gebaat bij voortdurende beweging in het onderwijs, aangezien die beweging werk oplevert. Ik herinner mij nog een reisje naar Zwolle à 200 gulden p.p. waar ik met vakcollega’s werd voorgelicht over de vakinhoudelijke onderdelen van de tweede fase. De voorlichters bleken over nogal wat informatie te beschikken die wij elders niet konden opdoen…
Aanbieders van nascholingscursussen, over het algemeen gegeven door ex-collega’s die om een of andere reden het onderwijs de rug hebben toegekeerd, rekende Tromp ook tot de maffia. Zij hebben enorme belangen bij onderwijsveranderingen, die immers leiden tot de vraag naar begeleiding en voorlichting van onzeker geworden docenten. In het basisonderwijs is het volgen van bijscholingscursussen al jaren usance.

2. Ik zit inmiddels 26 jaar in het vak. De eerste vijf jaren besteedde ik aan het ontwikkelen van mijn rol. Hoe bewaar ik een redelijke orde in de klas? Hoe benader ik ouders? Hoe breng ik de gewenste kennis over? Hoe coördineer ik met collega’s zonder mijn eigen prioriteiten te verkwanselen? Hoe leg ik moeilijke onderdelen van mijn vak goed uit? Hoe analyseer ik de verschillende beginsituaties van de leerlingen? De vakdidactische en onderwijskundige theorie was daarbij een goed uitgangspunt, maar de praktische invulling bleek heel persoonlijk.
De volgende vijf jaar brachten consolidatie van het geleerde en de volgende vijftien jaar wist ik het hoofd te bieden aan steeds nieuwe verrassingen, want de tijden veranderen, de kinderen veranderen en ikzelf ook.
Af en toe volgde ik eens een workshop om te kijken hoe collega’s problemen aanpakten waar ik mee worstelde en ook mijn collega’s op de eigen school waren en zijn soms inspiratie voor lesideeën. Maar al te vaak bleken mijn eigen lespraktijk, de schoolorganisatie of andere willekeurige omstandigheden weerbarstiger dan de fraaie voorbeelden uit de workshop.
Ik meen dus dat ik inmiddels ongeveer weet wat werkt en wat niet. Met al mijn academische vaardigheden probeer ik mijn beroep gestalte te geven, ik lees zoveel mogelijk onderwijskundige wetenswaardigheden, pak mijn handboeken met regelmaat uit de kast.

Nou zegt de PvdA natuurlijk niet letterlijk dat ik op cursus moet, maar gezien bovengenoemde overwegingen zou ik het ook niet WILLEN.

Ben ik nou een arrogante en vastgeroeste ouwe zak?

32 Reacties

  1. Weerzin
    Hallo Jacques,
    Hoewel ik véél minder praktische onderwijservaring heb dan jij, herken ik de weerzin tegen bijscholing. Nou heb ik ook een lange tijd ‘aan de andere kant’ gewerkt, (onderwijsondersteuning) en ook toen al merkte ik dat geen beroepsgroep meer weerzin heeft tegen scholing dan juist leraren.
    Voor mij zou het al heel erg verbeteren als we het geen scholing zouden noemen. Het gaat vaak om vragen waar je niet in ‘geschoold’ (in de zin van dat een ander iets weet wat ik niet weet) kunt worden. Toch merk ik dat ik erg graag met anderen uit het vak over het onderwijs praat (zie ook dit forum). We delen natuurlijk een aantal problemen, willen daar graag over nadenken, elkaar wijzer maken en een stap zetten naar verbetering. (Dat was overigens ook altijd de insteek van mijn bijdrage aan de cursussen voor onderwijsgevenden.) De wijsneuzigheid van mensen die het onderwijs vooral vanuit de theorie benaderen irriteert me bovenmatig. Er is nooit een pasklaar antwoord op vragen die niet de mijne zijn.
    Samenvattend: docenten kunnen wel degelijk winst halen bij elkaar en onder goede begeleiding (die zich dienstbaar en respectvol opstelt) in cursussen, mits je daar met je eigen problemen kunt komen en je successen kunt vieren. De betweterige academici en promovendi die mij wel eens de les zullen lezen; daar heb ik niks aan.

    • gerrit rietveld doemeinen
      hallo ik ben leerling op het gerritrietveldcollege utrecht en daar werken ze met
      domeinen dat zijn eigenlijk grote op en klaslokalen zins kort zijn wij gefuseerd
      met de klopdit gaat fout ik wou graag een reactie van lerareb die in domeinen
      zitten en daar problemen mee hebben bedankt
      doei gerrit leerling

      • domeinen
        Hoi Gerrit-leerling,

        Zou je wat meer kunnen vertellen over welke domeinen er zijn? Zijn dat vakken die eerst apart gegeven werden, die nu samengevoegd zijn? Heb je minder uren les per week? Hoe gaat dat? Wie geeft de lessen nu? Veel vragen: ik heb zelf geen ervaring met domeinen en wil er meer van weten.

        Ook belangrijk: wat vind jij van de domeinen?

        Groeten,
        Ralph

      • Gerrit Rietveld: domeinen
        Hallo Gerrit-leerling,

        Dank voor je vraag; het is een goeie zaak dat jij je als leerling met een klacht/vraag ook op deze site meldt: van harte welkom! Als jij klasgenoten/schoolgenoten hebt die ook slechte ervaringen hebben: laat ze er hier vooral melding van doen. Wij docenten (ik spreek even als docent namens de docenten) hebben jullie, en jullie ouders, heel hard nodig om samen te vechten voor beter onderwijs.

        Als ik het goed heb, kan een domein zowel een groot lokaal zijn waar veel scholieren werken, als een samenvoeging van vakken die in dezelfde hoek zitten (bijvoorbeeld AK, GS en EC wordt samen “Mens en maatschappij”). Is dat laatste bij jou ook het geval?

        Als docent weiger ik in beide soorten domeinen te werken, omdat ik er niet in geloof en er ook geen plezier aan beleef. Ik wil alleen mijn eigen vak geven, waar ik goed in ben, en in een lokaal met hooguit dertig leerlingen. Gerrit-leerling, je hebt goeie kans dat veel van jouw docenten ook deze domeinen en grote open lokalen niks vinden, alleen kunnen ze dat waarschijnlijk niet hardop zeggen, want dan lopen ze het risico hun baan te verliezen.

        Ik zou graag van je willen weten wat je zelf problematisch vindt aan hoe je nu op school les krijgt. Blijf ons vooral op de hoogte houden!

        Groeten,
        Em70

        • beste Em70,
          Misschien heeft

          beste Em70,

          Misschien heeft Gerrit-leerling helemaal geen probleem met de domeinen. Tenminste, ik kan dat niet voor 100% uit zijn bericht opmaken.

          • Gerrit Rietveld: domeinen
            Ralph, dat klopt, dat zegt deze leerling inderdaad niet expliciet; het is goed mogelijk dat ik een verkeerde aanname heb gemaakt.

            Maar hij (zij?) noemt die domeinen wel expliciet; ergens vermoed ik dat dat niet zonder reden is, maar inderdaad: het staat er niet.

            Detail: deze leerlingen heeft het ook over ‘werken “ze” met domeinen’, niet over werken “we”. Ik proef hier enige afstand tot het concept…

            Hopelijk krijgen we nog een reactie met meer uitleg.

          • reactie op de vragen
            ik werd gevraagd om meer uitleg te geven van de situatie in de doemeinen
            daar ben ik blij om en bedankt voor de interesse.
            in het begin is ons vertelt dat wij in domeinen zouden komen waar wij
            zouden leren om te kunnen werken later in de maatschapij en dat wij ons dan
            kunnen afsluiten voor kabaal van andere werknemers of van wie dan ook en
            gewoon geconentreerd kunnen werken.
            wij zitten even ter reactie op de vraag op we nou in een grote klas met
            meerdere vakken zitten samengevoegd
            nee dat zitten wij niet wij zitten meer in openklaslokalen die door een laag
            muurtje worden afgescheiden van de rest van de lokalen
            het probleem met domeinen is dat wij kinderen zijn die met elkaar willen praten
            of lol trappen en als er een andere klas dus luidruchtig is kunnen wij rustig praten
            want de docent hoort ons niet.
            mijn mening over de domeinen is je leert niet door domeinen still te zijn
            je leert hoe je de docent kunt ‘flashen’.
            je leert door ouder worden zelf wel waarneer je still moet zijn en werken.
            klasikaal les is beter voor leraar en leerling.

          • ff nog wat kwijt
            ik zit inderdaad in domeinen als daar nog problemen mij zijn maar als ik
            een docent was of geintereseerd persoon zou ik niet nagaan of hij wel in
            domeinen zit en daar over gaan discuseren dat kost alleen maar tijd
            ik word alleen maar flink pissig van mensen die alle kleinen foutjes uit tekste
            gaat halen MENSEN LOS HET PROBLEEM OP EN gA HET NIET UIT DE WEG DOOR
            ER EINDELOOS OVER NA TE DENKEN.

          • Weet jij hoe de leraren dit werken in domeinen vinden?
            Ha Gerritleerling. Fijn dat je ons hier wat meer over vertelt. Denk jij dat de leraren het ook niet fijn vinden om in de domeinen te werken? Of zijn er leraren die het wel goed en leraren die het niet goed vinden? Maar misschien zullen ze jou dat niet vertellen natuurlijk.

          • antwoorden
            het is niet of ze het leuk vinden maar meer of ze er in kunnen werken
            je heb docenten die dit niet aankunnen en de macht in een klas
            verliezen van de kinderen.
            en je heb docenten die gewoon macht uitstralen waardoor hij/zij wel orde kan
            behouden als u nog verdere info wil kan ik u aanraden naar de site
            www.gerritrietveldcollege.nl te gaan of om op onze opendag te komen
            ik weet niet precies waarneer die is .

          • Gerrit Rietveld
            Een paar maanden geleden vroeg een stagaire die op deze school had rondgelopen aan me om een “uitgangspuntenstuk”, of hoe het ook heette, eens goed na te lezen en ze vroeg ook om commentaar. In dat stuk stonden zinnen als “een uniform lesprogramma geleid door een docent die als een spil functioneert waar alles om draait is uit den boze”, de docent moet functioneren “als coach in plaats van primaire kennisbron”.
            Ik heb daar een kritiek op geschreven en die heeft ze overgenomen. Ze heeft daar nog eigen observaties aan toegevoegd. Ik begreep er eigenlijk uit dat er voornamelijk nadelen aan de nieuwe massale aanpak zaten, dat het er rumoerig was, dat de leerlingen met opdrachten aan het werk moesten en dat die voornamelijk werden overgeschreven. Overigens bracht ze dat vooral vragend omdat ze nog zoekende was naar een standpunt over deze vorm van onderwijs. Ze begon immers nog maar pas op haar lerarenopleiding.
            Zij is er nu een paar maanden weg, maar ze heeft nooit een reactie op haar stuk gekregen.
            Uit de reacties van de leerling van het Rietveld begrijp ik dat ook na de zomer nog op dezelfde manier wordt voortgemodderd.
            Het zou goed zijn als meer leerlingen observaties zouden sturen.
            Beste Gerritleerling, ben jij de enige die er zo over denkt, of zijn jullie met meer?

            H. Philippens ex-vakdidacticus aan UVA, Erasmus en VU. Nu docent Emmauscollege Rotterdam, bestuurslid SKK van twee scholen havo/vwo

          • Domeinen
            De enige SG in Brunssum (Romboutscollege HAVO/VWO) is nu ook vertimmerd. Er komen domeinen en leergebieden.
            Een ervan is Mens en Natuur. We lezen hierbij:
            “Het leergebied mens en natuur omvat elementen uit de vakken biologie, natuur- en scheikunde, techniek en verzorging. Het leergebied biedt leerlingen op hun eigen niveau een oriëntatie op de levende en niet-levende natuur, techniek en zorg. Sleutelbegrippen uit de verschillende vakken dienen ter ondersteuning daarvan. Daarvoor is nodig deze op het niveau van de leerling in praktische situaties toe te passen. Voor de betrokkenheid van leerlingen is het bovendien belangrijk uit te gaan van voor hen relevante maatschappelijke situaties”.

            Het bevat dus de vakken Natuurkunde, Scheikunde, Biologie, Techniek en Verzorging te geven door 1 docent.
            Men spreekt over minder handen voor de klas, d.w.z. de leerlingen krijgen les van minder docenten, dat schept een betere band.

            Op deze school ga ik niet meer solliciteren.

            Vroeger gaf het beta-onderwijs op de middelbare school een goed en systematisch inzicht in die vakken, alle fundamentele onderwerpen kwamen aan bod. Vergeet het nu maar.

            Blijkbaar moet de biologie-docent potentiaaltheorie geven, als het uberhaupt nog gegeven wordt; het moet nu immers allemaal heel practisch zijn.
            WAANZIN.

          • Domeinen en leergebieden
            In een domein kun je jagen en een leergebied is de Langstraat in Noord-Brabant waar schoenen worden (werden?) gemaakt.
            Zodra dit soort woorden opduiken in het onderwijs, moeten we oppassen.
            Nee, als vakken worden samengevoegd of nieuwe vakken worden bedacht is er ook veel mis.
            Schoolvakken worden gevoed door de wetenschap. Dat wil zeggen dat de voortschrijdende wetenschappelijke kennis voortdurend vertaald moet worden in vakkennis. Dat zou vooral moeten gebeuren op universitaire vakdidactiek-opleidingen. Helaas zijn die verpulverd door de Onderwijskundigde instituten die toekomstige leraren opschepen met nutteloze vaardigheden en in-competenties.
            Schoolvakken worden op die manier ook geadopteerd door de gelijknamige wetenschappelijke instituten. Niet alleen worden ze vandaaruit verrijkt met state of the art-kennis (via vakinhoudelijke bijscholing oa.), maar ook kunnen de wetenschappers een machtige lobby vormen die het vak bewaken.
            Nieuwe vakken of leergebieden zijn “monstertjes van Frankenstein”, met allerlei aan elkaar genaaide onderdelen. Zo’n monster is nooit een lang leven beschoren. En niemand op wetenschappelijk niveau zal zich druk maken over het reilen en zeilen van zo’n vak. Het is ook op die manier niet levensvatbaar.
            Zo is het vak verzorging ongelukkigerwijze ontstaan. Zo is ook het vak ANW een mislukking, langzaam maar zeker wordt het afgeschaft.
            Mijn vak maatschappijleer werd pas (na vele tientallen jaren modderen) een behoorlijk vak toen de sociale wetenschappers zich er mee gingen bemoeien. Nu beschouwen mijn VWO-leerlingen het – zonder uitzondering- als het belangrijkste vak dat ze in hun schoolloopbaan hebben gehad.
            De domeinvakken of leergebieden zijn daarentegen gedoemd, wezen te blijven, wezenloze vakken, die door niemand geadopteerd zullen worden. Het is tragisch om te zien.

            H. Philippens ex-vakdidacticus aan UVA, Erasmus en VU. Nu docent Emmauscollege Rotterdam, bestuurslid SKK van twee scholen havo/vwo

          • wees gerust

            We staan natuurlijk ook aan het begin van de vernieuwing van die oudbollige starre instituties die universiteiten genoemd worden. Nog een decenniumpje of zo en ANW/CKV/M&M/IIMT(Ik in mijn tijd)/MOIHT (Mijn oma in haar tijd) en CNDAT (Communiceren naar de ander toe) krijgen eindelijk hun terechte plaats in de Nederlandse Wetenschap. Wij zullen wederop staan om wederom wetenschappelijk voorloper wezen. Daar kan geen VOC mentaliteit tegenop.

          • Carboon college en HEL
            Als het niet zo treurig was, dan ware het een plezant tijdverdrijf: websites van scholen lezen.
            Zo begrijp ik uit de site van het Rombouts College, dat ze nu Carboon College heten. Een naam die verwijst naar ongeveer 300 miljoen jaar geleden, of wat welwillender, naar de tijd van voor dat Joop den Uyl in 1965 besloot de kolenmijnen te sluiten.
            “Nu eigentijds leren met een vleugje nostalgisch kolengruis”.
            Is dat HEL trouwens een vervolg op HNL..?

            Hhhmmm…HEL…. aardige afkorting.

          • Nog een nuance.
            Het kan

            Nog een nuance.
            Het kan nuttig zijn om vakken op elkaar af te stemmen door gelijke begrippen overeenkomstig te behandelen en het kan efficiënt zijn overlappende gebieden in gezamenlijk overleg te behandelen. Ik weet van collega’s dat delen van natuurkunde en scheikunde (deels ook wiskunde) in de onderbouw zich daarvoor lenen.
            Als er naar wordt gestreefd om die mogelijkheden doordacht te benutten, is daar natuurlijk niets tegen.
            Anders wordt het als vakken die alleen maar raakpunten hebben en geen gemeenschappelijk gebied geïntegreerd worden.
            Het is dan afwachten wat er van komt.
            Ik herinner me Amerikaanse uitgaven voor “social studies” waarin aardrijkskunde, economie, maatschappijleer, geschiedenis, psyschologie en filosofie gecombineerd waren. Dat leverde krankzinnige uitgaven op. De boeken die ik zag stelden de vakken per hoofdstuk aan de orde. Zo ontstond er een lappendeken van korte fragmenten die hoegenaamd niets met elkaar te maken hadden.
            Het is dus zaak te bekijken welke vakken zo’n leergebied bevat en hoe dat dan uitpakt. Het is de moeite waard dat eens uitvoerig te bestuderen en de resultaten publiekelijk te recenseren.

            H. Philippens ex-vakdidacticus aan UVA, Erasmus en VU. Nu docent Emmauscollege Rotterdam, bestuurslid SKK van twee scholen havo/vwo

          • Natuurkunde en integratie
            Er zijn meer soorten natuurkundigen. Je hebt theoretisch natuurkundigen, technisch natuurkundigen, experimentele natuurkundigen.
            In kan mij inderdaad voorstellen dat sommige natuurkunde-docenten niet opzien tegen het geven van scheikunde-lessen.
            Ik voel mij vooral aangetrokken tot abstracte ideeën, theorie en wiskunde; ik heb heel wat minder op met techniek en scheikunde.

            Ik heb geen enkel probleem om wiskunde-lessen te geven, graag zelfs, maar scheikunde-lessen, nee.

            Uit een engels rapport, klik hier, blijkt dat fysica-docenten een grote hekel hebben aan het geven van science.
            Vanwege science hadden minder fysici interesse om leraar te worden, en onder diegene die toch voor onderwijs kozen werden velen wiskunde-docent.

            Men kan stukken wiskunde en natuurkunde integreren; bijvoorbeeld vector-meetkunde en calculus met mechanica; een nadeel zie ik hierin niet maar een voordeel evenmin.

          • Dat is een interessant
            Dat is een interessant Engels stuk over Science. Op het eerste gezicht ook behoorlijk verontrustend.
            Ik zal het graag aan mijn collegae doorsluizen.
            Overigens, meneer Stevin, het lijkt me inderdaad zaak om uiterst kritisch te zijn over het samenvoegen van vakken. Daar ben ik geen voorstander van. Maar ik wil wel experimenten van gezamenlijke uitleg nauwgezet volgen als die door deskundige vakdocenten begeleid worden. Dat soort experimenten speelt alleen in de onderbouw. Daar geef ik geen les, dus ik ben afhankelijk van wat anderen me daarover vertellen.

            H. Philippens ex-vakdidacticus aan UVA, Erasmus en VU. Nu docent Emmauscollege Rotterdam, bestuurslid SKK van twee scholen havo/vwo

          • Natuurkunde en integratie 2
            Voor de volledigheid wijs ik U hierbij nog op de volgende link, hier, over het vak NaSk, bijna helemaal onderaan.

            “Als chemicus en dus als deskundige wil ik hierbij verklaren dat scheikunde en natuurkunde niet als één vak (NaSk) gegeven kan worden, het zijn twee geheel verschillende takken van wetenschap met een geheel eigen benadering van de materie.
            Die mening wordt gedeeld door mijn vakgenoten, toch is het vak NaSk gewoon ingevoerd………………” etc.

          • Vakken samenvoegen
            Och mijnheer Philippens, dat zogenaamde bestaan van vakbarrières is een zelfbedacht probleem bij een oplossing die een aantal standaard-belanghebbenden (uitgevers, onderwijsbeleidsbedenkers, schoolleiders, APS-achtige instituten, consultancy-bureaus en meer van dat volk) van te voren al bedacht hadden.
            Geen mens in de wetenschap heeft last van die zogenaamde rigide scheiding tussen de vakken.
            En op school? Mij hebben ze destijds zowel bij wiskunde als bij natuurkunde verteld wat differentiëren was. Nou én? Dat heeft dan de natuurkundeleraar misschien een half uurtje extra gekost, terwijl veel kinderen waarschijnlijk wel baat hadden bij die herhaling. Er wordt tegenwoordig tijd vermorst aan heel wat minder nuttige dingen. Als je op grond van zulke futiliteiten vakken samenvoegt, dan verspil je pas echt tijd en energie, en nog veel meer dan dat.
            Bovendien, in de optiek van de samenvoegers heeft alles met alles te maken. Wie zoekt zal vinden. Er is vast ook nog wel een overlap te vinden tussen maatschappijleer en wiskunde: samenvoegen die hap!
            Zo worden vanzelf alle vakken tot één grote hutspot gemaakt. Nu nog een pakkende drieletterafkorting gevonden en klaar is Kees.

  2. the funny farm
    Je zou er paranoide van worden, die bijscholing. Natuurlijk wil je scholing. Je bent leraar. En als een leraar geen scholing wil, dat is als een kok die niet wil eten.

    Jammer alleen dat het vaak geen scholing blijkt, maar een organisatorische en juridische truc om je mee te laten lopen aan de leiband van de zoveelste vernieuwing.

    Kijk meneer de kantonrechter, drs. X past echt niet meer in het team, want hij wilde zelfs geen bijscholing van coachings instituut Y.

    Instituut Y die je de coach Z op je dak stuurt, die geen onderwijs ervaring heeft (enkel passief en ook dat vraag je je soms af), geen kennis heeft van je vak of de vakdidactiek en als je dan wat terughoudend reageert, dan komen de clichés van verzuurde oude mannen van stal.

    Blijft over om vooral positief te zijn, de flappen te vullen met grensdoorbrekende kreten, de plenaire bespreking af te sluiten met de reflectie dat de cursusdag misschien wel erg duur was, maar dat die je behalve professioneel ook persoonlijk enorm heeft gevoed en dat dit alles enkel mogelijk was dankzij de niet aflatende inspirerende inspanning van het management. Misschien ook nog een laatste vraag: “in welk hoofdstuk van mijn POP kan ik hierover het beste reflecteren?”

    Je merkt het: een dergelijke houding kun je niet jaren volhouden. Je wordt er paranoide van.
    The’re coming to take me away hihihaha.. the young men in the clean white shirts … from the funny farm, where life is beautiful

  3. Bijscholing? Graag, maar dan wel op mijn manier
    Nee Jacques, je bent geen vastgeroeste ouwe zak. Ik ben 36 en werk pas sinds drie jaar in het onderwijs. Ik zit nog in die eerste ontwikkelingsfase. Als ik érgens de afgelopen drie jaar wel van over m’n nek ben gegaan, dan zijn het wel die onderwijscursussen die ik moest volgen. De cursus klassenmanagement van de OnderwijsBV, de cursus Montessori-didactiek/VO en de cursussen “HNL”: het was allemaal niet te pruimen.

    Zelf ben ik totaal niet geschikt om het spelletje dat 1933 beschrijft mee te spelen, ook niet voor maar een paar dagen of paar uur. Ik kán het gewoon niet en ik wíl dat ook niet. En dat “jullie ervaren docenten”, die al tientallen jaren in het onderwijs werken, al zo lang die shit door je strot krijgen geduwd; het is met geen pen te beschrijven. Wát een verspilling; hiermee moet rigoureus worden afgerekend. Ik kan dan ook maar één ding: in opstand komen tegen die cursusonzin en die onderwijsmafia.

    Ik héb óók goeie ervaringen met scholing: aan de veel te korte cursus logopedie (drie middagen…) en de ook veel te korte cursus “orde houden” (ook maar drie middagen…) tijdens mijn eerstegraads opleiding heb ik ontzettend veel gehad. En het hoogstnoodzakelijke bijspijkeren van de vakinhoud, heerlijk met een goed, dik boek en afgerond met een mondeling tentamen van de eigenlijk al gepensioneerde universitaire docent…

    Ooit werkte ik in het bedrijfsleven en daar had ik elk jaar een groot scholingsbudget, wat ik naar eigen inzicht mocht besteden. Moest wel worden goedgekeurd door de personeelsmanager, maar je had enorm veel bestedingsvrijheid: zelfgekozen cursussen, vaktijdschriften (maximaal drie), boeken, vrije studiedagen: het kon allemaal.

    Ik zou het wel weten als ik ook in het onderwijs het budget (hoe groot is dat eigenlijk?) voor mijn scholing zelf mocht besteden. Op dit moment heel veel bijspijkeren van vakinhoud. Want voor het bijschaven van mijn lesgeven heb ik gelukkig goeie ondersteunende collega’s.

    • scholingsbudget
      In een normale aanstelling bestaat het scholingsbudget uit 10% van je tijd (bij mijn weten vastgelegd in de CAO). Welke kosten je mag maken in die tijd, wordt in het midden gelaten. Ik vermoed dat als je een (dure) vakinhoudelijke cursus aan een universiteit wil volgen, er een probleem kan zijn. Vaak wordt die 10% gevuld met generieke studiedagen georganiseerd door school: over het relatieve belang van IQ en dat EQ toch ook heel waardevol is, bijvoorbeeld.

    • Helemaal met jullie eens in
      Helemaal met jullie eens in 5 jaar in het onderwijs heb ik alle cursussen die ik niet wilde wel moeten doen en voor wat ik wel wilde was geen geld .
      Wat mij is aangeboden is dan ook nog schrikbarend weinig.
      Te weten een Montessori-cursus van 2 dagen die voor mij geen waarde had aangezien ik zelf 14 jaar montessori-onderwijs had mogen genieten en de theorie al uit de boeken en van oude montessoriaanen had geleerd. Het niveau was voor mij dus te laag, ik had hem zelf met gemak kunnen geven.
      Verder is mij het DRO door de strot gedouwd. De meest modules had ik allang als universitair medewerker bij een betere docent doorlopen en had natuurlijk al bewezen er ik er in praktijk mee kon werken. (Deden ze nog moeilijk dat ik niet alle getuigschriften zorgvuldig had bewaard, omdat ik dergelijke praktijkcursussen niet als een echt diploma zie) Twee nieuwe modules heb ik wel mee gepakt. Die werden allemaal na afloop van een volle schooldag gegeven zodat ik de meeste collega’s weinig zag opnemen en het dus nu ook niet zie toepassen
      Ik heb er wel behoefte aan de ontwikkelingen in mijn vak te volgen en daardoor geinspireerd te worden. Maar waarvoor was nooit geld en ruimte (vervanging). Dus doe je dat maar zo goed en kwaad als het gaat in je “vrije”tijd. Vak onderhouden moet volgens de functiebeschrijving maar de directie kan niet verduidelijken wat ze daar mee bedoeld…
      Een aantal maanden geleden las ik dat de bonden zouden willen dat VO-docenten gelegenheid zouden krijgen om te promoveren. Ik heb daar nooit meer iets overgelezen. Maar dat lijkt mij pas geweldig, een lang gekoesterde wens in vervulling en opnieuw opgeladen en geinspireerd voor de klas . Wie weet hier meer van?

      • docenten promoveren
        Historica, NWO heeft een programma Leraar in Onderzoek, dat aardig in de richting gaat van wat jij beschrijft. Ik dacht altijd dat het voor alle vakken was, maar nu ik het expliciet heb opgezocht blijkt het alleen voor wiskunde te zijn. Dat verbaast me een beetje.

        Ik weet wel dat het programma als succesvol wordt gezien. Je zou een keer bij het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen aan de secretaris kunnen vragen of zo iets niet ook te regelen is …

  4. veranderen
    Beste Jacques,
    Dank voor deze concretisering van mijn stelling 3 uit “veranderen om te veranderen, 4 stellingen”. (Dit is niet belerend bedoeld) Zo krijgt een algemene uitspraak handen en voeten en wordt het voor een ieder concreet. Natuurlijk had je vroeger van die docenten die elk jaar hetzelfde vertelde zonder zich te storen aan ontwikkelingen in de praktijk. Dit had eenvoudig aangepakt kunnen worden door periodiek de eindtermen, vakinhouden en lesvormen aan elkaar te laten toetsen, door de vakgroep wel te verstaan. De manager had dit proces van periodieke toetsing moeten bewaken. Nee, het moest weer volgens het moderne management. Dat wil zeggen via onderzoeksrapporten naar budgetsystemen met aanvraagformulieren en prioritering door de manager. Deze laatste wordt regelmatig “benetwerkt” door adviesbureaus en zo zit je ineens bij een cursus waar je nooit om gevraagd hebt met een veelheid aan doelstellingen. Dus buiten dat we ict- vaardigheden gaan leren is het tegelijk ook een teambuilding terwijl de vakgroep behoefte had aan …… Nou dan gaat het jeuken, zou Youp zeggen.
    Verder zijn we zo allemaal veel te vaak op van die “gehoorzaamheid” trainingen geweest waar ons verteld werd wat we allemaal verkeerd deden en hoe goed het was dat het management deze cursus had geregeld ter voorkoming van verdere dwaling.
    Corgi

  5. SCP: kwaliteit docenten achteruit
    104 Teletekst di 26 sep
    ***************************************
    SCP:kwaliteit docenten achteruit

    ***************************************
    ` Het opleidingsniveau van leraren zal
    de komende jaren dalen.Dat staat in een
    rapport van het Sociaal en Cultureel
    Planbureau.De daling komt volgens de
    onderzoekers onder meer doordat steeds
    vaker zij-instromers worden ingezet die
    niet of nog onvoldoende bevoegd zijn.

    Ook is er onder jonge academici steeds
    minder belangstelling voor een baan in
    het onderwijs,omdat de lonen relatief
    laag zijn en omdat de mogelijkheden om
    carrière te maken beperkt zijn.

    De meeste academici zijn nu te vinden
    onder leraren van 55 jaar en ouder,maar
    die gaan de komende jaren massaal met
    pensioen waarschuwt het SCP.
    ***************************************
    volgende nieuws financieel sport

    • Kwaliteit en bijscholing?
      Is er een verband tussen dit forumonderwerp en het SCP-rapport?

      Vandaag, 3 oktober las ik overigens in de Volkskrant dat Doekle Terpstra van de HBO-raad een betere salariëring van het onderwijsgevend personeel geen goed idee vindt. Bijscholing, daar moet het geld heen! Ik ben niet zo thuis in die wereld, maar heeft de HBO-raad belangen bij nascholingsactiviteiten?
      Overigens acht ik dit idee van een figuur als Terpstra extra kwalijk. Heeft hij zelf ook onderwijservaring? Nee: na de Sosjale Akademie (lezertjes uit de jaren ’60 en ’70 herinneren zich die opleidingen nog? Juist!) ging hij op 24-jarige leeftijd werken bij het CNV en schnabbelde hij bij de SER en de Stichting van de Arbeid. Een typische aparatsjik, geheel en al verstoken van enige praktijkervaring op onderwijsgebied. Tekenend dat dit soort mensen over het onderwijsbeleid aan het woord komt.

  6. (bij) scholing
    Nee hoor, u bent geen arrogante en vastgeroeste ouwe zak. Wel iemand die niet meteen gelooft in een kreet en gelukkig ook iemand die niet gelooft een de werking van een eenheidssaus die over alle schooltypen en -omstandigheden wordt uitgesmeerd.

    Ook ik ben al ruim 30 jaar werkzaam in het onderwijs en geef mijn lessen (Frans) nog steeds met heel veel plezier.
    Bij mij op school zijn de laatste jaren een aantal scholingen “schoolbreed” aangeboden ( dus opgelegd!). Iedere docent ( vanaf Lb-er!!) wordt verondersteld rekening te houden met verschillen in aanleg en tempo van leerlingen, maar schoolleiders zijn veel te weinig bezig met maatwerk voor individuele docenten.
    Een tweede pijnlijke constatering vind ik dat “het duurbetaalde gras elders”blijkbaar altijd aantrekkelijker is dan het verkennen van de eigen weide.
    Wat is er toch tegen het uitwisselen van ervaring, kennis en materiaal binnen de eigen school???
    Waarom wordt scholingsgeld niet ingezet om interne mensen die specifieke kwaliteiten hebben vrij te stellen van een aantal lessen om zodoende andere collega’s te helpen bepaalde kennis / vaardigheden bij te brengen??

    • Kennis binnen de eigen school
      Inderdaad, Marianne, waarom halen we de kennis niet bij elkaar? Ik vrees dat er bij de gemiddelde directie geen aandacht en interesse is voor de onderwijskundige capaciteiten van het eigen docentencorps: ze weten volstrekt niet wat jij allemaal doet. Daarmee komt het ook niet in ze op om zo’n kenniscaroussel te bedenken. En dat ‘dure gras elders’ ziet er natuurlijk gelikt uit en het heeft ook wel wat voor de buitenwacht als je je mensen op cursus stuurt. Een leven lang leren, ook zo’n kreet. De meeste docenten die ik ken doen niet anders, want passen zich voortdurend aan in veranderende tijden en aan zich vernieuwende leerlingpopulaties. Ze moesten eens weten wat wij elke dag, elk uur wel niet leren en ik vind het dus een gotspe om goed draaiende docenten op cursus te sturen zonder dat ze zelf daartoe de behoefte hebben uitgesproken.

      • MBO daarin goede uitzondering!
        Nou dan moet ik in dit geval toegeven dat het MBO daarin een goede uitzondering is. Ik ken meerdere ROC’s die regelmatig onderlinge uitwisselingen organiseren. Het is altijd leuk en inspirerend.

Reacties zijn gesloten.