Vanmorgen, 21 januari, stelde de Volkskrant op haar voorpagina dat BON zich achter de acties van de groep ‘Vergeten Feiten’ en hun opvattingen over de 1040-urennorm zou hebben geschaard. Dat is niet juist. De berekening van de groep ‘Vergeten Feiten’ is naar het oordeel van het bestuur niet inzichtelijk. Bovendien is BON niet, zoals in het artikel werd gesteld, een ‘actiegroep van leraren’ maar een vereniging van leraren, ouders, leerlingen en studenten. De Volkskrant is inmiddels geattendeerd op de onjuiste weergave van de feiten.
De standpunten van BON inzake de 1040-urennorm zijn de volgende:
(1) De urennorm is van secundair belang; de discussie zou moeten gaan over vakinhoudelijke kwaliteit en gewenste eindkwalificaties;
(2) De urennorm correspondeert met bijvoorbeeld 40 weken van 26 klokuren, en dat is op het eerste gezicht niet onredelijk. Leerlingen hebben eigenlijk gewoon recht op dat aantal uren.
(3) Door de lumpsumfinanciering staat het scholen vrij om hetzij echte lessen met echte (dure) docenten te geven, hetzij allerlei nieuwe-leren-achtige activiteiten met (goedkopere) vormen van zelfsturing en procesbegeleiding.
(4) Als scholen door het afdwingen van de urennorm zich gedwongen zien goed onderwijs, waarmee de eindtermen gehaald worden, op te rekken tot 1040 uur onderwijs van mindere kwaliteit, dan is dat vast niet wat de minister bedoeld heeft.
BON staat om de genoemde redenen ook niet achter de acties van het LAKS.
Namens het bestuur,
Paul Bezembinder
secretaris
Standpunt BON
Gezien de totaal verschillende visies die op dit forum uitgesproken worden over de urennorm lijkt het mij verstandig dat BON zich wat op de vlakte houdt.
Niet achter de acties van LAKS staan houdt hopelijk ook in dat BON er niet tegen is. Juist ook vanwege die verschillende visies en het op de vlakte blijven.
Punt twee, 40 uren met 26 lesuren, komt neer op 5/6 * 26 * 40 klokuren = 867 klokuren.
Ik neem aan dat klokuren bedoeld worden, oftewel 31,2 lesuren per week. (Een lesuur is doorgaans nog steeds 50 minuten.)
Met de punten 1, 3 en 4 kan ik het eens zijn, hoewel ik punt 3 wel wat slap geformuleerd vind.
26 lessen??
H2SO4 heeft gelijk.
40 * 26 * 5/6 = 867
1040 / 40 *(6/5) = 31,2
1040 / 37 * (6/5) = 33,7
1040 /36 * (6/5) = 34,7
Een jaar telt 52 weken. 12 weken vakantie eraf maakt 40 weken. Zon- en feestdagen eraf maakt gemiddeld nog 38,5 week. Vergaderingen, nascholing , opstarten, enz maakt dat er maximaal nog 37 weken overblijven. Rekening houdend met lessen die onverwacht uitvallen is 36 lesweken een goede norm.
Dan moet je 35 lessen per week inroosteren.
Je jaagt leerlingen over de kling.
Een school krijgt gewoon niet bekostigd voor 35 lessen per week. Je verplicht een school om gemiddeld 5 à 6 ophokuren per week in te roosteren.
BON en het forum
Lang niet alle BON leden zijn actief op dit forum en niet alle mensen die actief zijn op dit forum zijn lid van BON. Het bepalen van het standpunt van BON over zaken gebeurt dan ook niet op dit forum, maar gebeurt door het bestuur (en de ALV). Ik neem wel aan dat het bestuur de argumenten die op het forum genoemd worden meeneemt in haar besluitvorming.
*Lampje*
Het lijkt me daarom wel goed om eens een inventarisatie te maken onder de actieve foragebruikers. Wie is lid en wie niet?
Historia vitae magistra
Rectificatie
Inderdaad H2SO4, klokuren werden bedoeld, dank voor de correctie. Ik heb het in bovenstaande tekst veranderd.
Lof
Voor het duidelijke standpunt:
Een lesweek van een leerling (en een weektaak van een docent!) correspondeert met 26 lessen.
Dat was ‘vroeger’ zo en dat dient weer de norm te worden.
Vroeger
Vroeger werd er ook op zaterdagochtend les gegeven en moesten velen op zondag ook nog eens naar de zondagschool. O wat worden de kindertjes van tegenwoordig over de kling gejaagd.
Lesweek leerling is ongelijk aan lesweek docent
Vroeger stonden er soms wel 37 lesuren (van 50 minuten) per week (jaren 60, klas 4 gymnasium) op het rooster van de leerling. De docenten hadden toen inderdaad wel een lesweek van 26 lesuren.
Juist het misverstand dat de lesweek van een docent gelijk is aan die van de leerling leidt tot ongelukken: of de leerling krijgt te weinig les (ik ben, zeker met de huidige bekostiging, niet voor 1040 uur, alleen al omdat daarvoor de middelen ontoereikend zijn om dan ook goede kwaliteit te garanderen), of docent wordt overbelast.
Waar haal je dat vandaan?
Kan je ergens mee staven dat de bekostiging niet toereikend is.
26 lessen?
H2SO4 heeft gelijk. 40 weken van 26 lessen van 50 minuten levert 867 klokuren op.
1040 klokuren naar 40 weken levert 31,2 lessen per week op.
De norm is echt gehaalde uren, dus is het reeel om met maximaal 37 weken te rekenen(zon- en feestdagen eraf, vergaderingen, opstarten enz). Dat betekent 34 lessen per week.
Netto 36 weken en 1040 klokuren is 35 lessen per week en dat voor elke onderbouwklas.
Zo jaag je leerlingen over de kling. Bovendien krijgen scholen domweg niet bekostigd voor zoveel lessen (echte lessen tenminste).
Vasthouden aan die norm betekent voor scholen dat ze erg veel ophokuren moeten inroosteren.
qualiteit vóór quantiteit
Wat het bestuur van BON m.i. stelt is : Overheid, als jullie willen dat de leerlingen 1040 uur per jaar goed onderwijs krijgen moet je dat financieel mogelijk maken. Voor goede kwaliteit heb je goede dus dure mensen nodig en als jullie daarvoor geen geld op tafel willen leggen is een geringer aantal lessen door wel goede leerkrachten beter. Het is een standpunt dat correct is bij kleine zelfstandige scholen zoals de kleine zelfstandige gymnasia die een minimale overhead hebben en het zou correct moeten zijn voor grote scholenorganisaties. D.w.z. voor laatstgenoemden is het principe correct dat veel volwaardige lesuren veel geld vereisen maar is het de vraag of de overheid daarvoor zou moeten zorgen. Maar er is m.i. nog een ander punt: Er is zo’n enorm tekort aan goed opgeleide docenten dat je beter aan de opheffing daarvan kunt werken dan aan de vergroting van het aantal lesuren.
Seger Weehuizen
@ Seger
Op dit ogenblik stelt één van de kleine zelfstandige gymnasia zich als norm voor het hele voortgezet onderwijs. Dat op zichzelf zal toegejuicht worden door het merendeel van de mastodonten van scholen. Immers daar is geld zat.
Een klein voorbeeldje hiervan is een school in Hoorn die 1.392.000 euro op de plank liggen heeft om voor te schieten aan de ouders zodat deze pas in december de “boekenrekening”hoeft te betalen. Een opmerkelijke reclamestunt, dat wel. De directeur hoorde ik gisteren op de radio dat het toch maar 20.000 euro aan gederfde rente kost. Ik ken een vakleerkacht op die school die elk jaar moet zeuren om 200 euro hout aan te kopen die hij nodig heeft in zijn lessen. Er blijkt dus ook een enrom tekort te zijn aan excellente managers die méér interesse hebben in het primaire proces dan in de dikte van de bankrekening. Laten we daar eens aan werken.
gezonde scholen
Dat de onderwijsmastodonten proberen om de penurie van de kleine zelfstandige scholen zo te duiden dat de conclusie is dat ze zelf ook meer geld nodig hebben spreekt vanzelf. Ik heb duidelijk laten merken dat de conclusie van mijn interpretatie van toepassing zou zijn op gezonde scholen (die hun ledraren behoorlijk betalen, geen dure overhead hebben en hun geld niet misbruiken voor dure acties om leerlingen te werven) en dus niet geldt voor de mastodonten.
Seger Weehuizen
Centenkwestie
Geheel eens met wms en Malmaison.
Als 1040 uren wenselijk is, wat inderdaad een aparte disussie is, dan is dat op dit moment zeker niet mogelijk omdat daarvoor de nodige middelen ontbreken.
Het bestuur had daarom wel een wat krachtiger standpunt mogen innemen dan:
“Als scholen door het afdwingen van de urennorm zich gedwongen zien goed onderwijs, waarmee de eindtermen gehaald worden, op te rekken tot 1040 uur onderwijs van mindere kwaliteit, dan is dat vast niet wat de minister bedoeld heeft”.
Dat dit “vast niet is wat de minister bedoeld heeft” is immers een zwaar understatement. Deze maatregel bewerkt het tegendeel van wat er beoogd wordt.
Waarbij dan ook nog moet blijken dat de minister ook iets over heeft voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Gezien zijn invulling van de voorstellen van Rinnooy Kan heeft hij op dit punt nog wel wat goed te maken.
Machiavelli
Wat het bestuur vindt, moet het bestuur weten. Ze zijn oud en wijs genoeg, zou mijn moeder zeggen.
Ik, ook oud en wijs genoeg, ben het niet met hen eens.
Wat de schoolleiders doen is uitstekend: ze laten zien dat ze in staat zijn om een vuist te maken. De schoolleiders zijn een belangrijke partij; en ze zijn (mede-) verantwoordlijk voor de staat waarin het onderwijs verkeert.
Het is aan hen om er voor te zorgen dat er goed personeel voor de klas staat. Voor goed personeel moet je betalen.
Ze tonen dat ze zich kunnen verweren. Als ze dat niet doen tbv. van betere lonen, is dat [dus] uistluitend een kwestie van niet willen en niet van niet kunnen.
Laat de schoolleiders daarom aub. nu hun gang gaan. Dan weten we tenminste waar ze toe in staat zijn.
En wat we nu ook zeker weten: tot nu toe was de ellende klaarblijkelijk niet groot genoeg om in actie te komen. Als er echt wat aan de hand is, dan kunnen ze heel wat, onze schoolleiders. qed.
Ben nu wel heel benieuwd waarom ze niet wat eerder in het geweer gekomen zijn. Schinbaar is opkomen voor het personeel niet iets wat de schoolleiders echt bezig houdt.
Het is eindelijk gezellig in de VO-raad
Zie Volkskrant:
www.volkskrant.nl/binnenland/article497163.ece/Eenzesde_scholen_keert_zich_tegen_urennorm
(Maar ja, ze lopen wel de kans 250 milj. mis te lopen. Zijn ze dan wel weer erg bang voor. -En de besturen maken de dienst uit in de VO-raad (?)).
Goed, uit je ivoren toren jongens! Zo doe je dat dus, opkomen voor je rechten. Beschouw dit maar als een nuttige opdracht (zelfwerkzaamheid). Na deze eerste groeps-opdracht (is er ook iemand die de tijd bijhoudt?) kun je nadenken over andere nuttige opdrachten.
Vind je dat het loon van je leraren te laag is? Doe er iets aan! Je kunt het! Sterkte jong’s.
1040 uren
Op de druk bezochte en mooie en nuttige ALV van BON in Amsterdam is door een aantal sprekers de 1040 urennorm ter sprake gebracht. Ons geacht kamerlid Jasper van Dijk was zelfs zo stellig in zijn bewering dat de 1040 een perverse prikkel was dat ik het nu echt niet meer weet. De 1040 zou voor HNL veel makkelijker te halen zijn dan bij traditioneel onderwijs. De staatssecretaris zou hiermee de invoering van HNL willen afdwingen. Onze minister beweerde daarentegen dat de drie bewindslieden het heel erg met elkaar eens zijn m.b.t. het weer prioriteit geven aan kennis en vaardigheden en een centrale rol voor de vakdocent hierin. Ik leg het daarom maar zo uit.
De besturen zijn realistisch en hebben nu maar vooral morgen een sterk tekort aan vakdocenten bij de huidige inzetformule(o.a. veel coördineren en vergaderen). De staatssecretaris vindt dat de inzetformule anders kan. Leraren moeten vooral leraar zijn en zij gaat uit van een succes van het te voeren beleid m.b.t. de tekorten.
Het Finse model leert dat het beste onderwijs van Europa met het minste uren van Europa gerealiseerd wordt. Ook de beboete scholen blijken het goed te doen terwijl er scholen zijn die de 1040 met gemak halen het slecht doen(o.a. schoolonderzoeken nodig om studenten aan het diploma te helpen).
Het aantal en soort uren zou dus een resultaat moeten zijn van een discussie over kwaliteit en niet wat het nu is een discussie over een inspanningsverplichting met een te vage relatie met de kwaliteit en dit geldt voor beide partijen.
Corgi
Ander aspect van uren
Een nog onbenoemd gevolg van het verlagen van het formele aantal uren is het aantal uren dat jongeren dan stuurloos gaan rondlopen. Veel ouders werken, of ze voelen zich niet verplicht hun kroost aan nuttige (school)arbeid te zetten. In Finland is er misschien minder kans om samen te scholen met stadsgenoten van minder allooi. In ons land is het risico van ‘rondhangen’ breeduit onderkend.
Scholen moeten eenvoudigweg genoeg geld krijgen om voldoende goed geschoolde docenten voor 1040 uren aan te stellen (inclusief ziektevervanging etc.). Ik ben voor het handhaven van 1040 uur. Wel met normale condities en ook om jongeren van de straat te houden.
Jongeren zogenaamd zelfstandig te laten werken in grote massa’s, zonder goede begeleiding (ophokken dus) vindt iedereen onzin. Dat is geen alternatief.
Finland
Ik ken Finland een beetje. Het is daar de norm dat man en vrouw een full-time baan hebben (ook wanneer er kindereren zijn). De kinderen gaan naar de kinderopvang. Als je kinderopvang en school bij elkaar neemt dan zullen vrijwel alle Finse kinderen flink boven de 1040 uur per jaar uitkomen denk ik.
Tijd genoeg voor de straat
Onderstel 37 schoolweken. De proefwerkweken zijn daarbij voor éénderde meegeteld en er zijn 36 normale lesweken. De leerlingen zijn dan gemiddeld 28 klokuur per week op school. Tijd genoeg voor de straat!
Seger Weehuizen
1040 uren-discussie is symptoom van halfslachtig beleid
Van B. wil een middel (1040 uur) heiligen terwijl het doel (goed onderwijs) onbekend of onkenbaar is. Van wie nu het vwo verlaat met een 6 voor ‘Nederlands’ valt geen zinnig woord te zeggen over wat-ie weet of kan. Van een kind dat een havo-advies krijgt, valt niet te zeggen hoe goed of slecht het rekent of de nationale geschiedenis kent. In het onderwijsproces, waarvoor de overheid verantwoordelijkheid wil dragen, dwingt Van B. een middel af waarvan het effect afwezig of zeer gering is (1040 uur les), terwijl ze een middel waarvan het effect buiten kijf staat (hoogopgeleide docenten) terzijde schuift en verdoezelt (toestaan beunhazerij).
Dat heet nou verkeerde prioriteiten.
De ‘perverse prikkel’ is het *onbedoeld* belonen van HNL. Dat wordt een rode draad in dit minister- en staatssecretarisschap: A zeggen (en willen) en B realiseren. Beter onderwijs willen en meer slecht onderwijs uitlokken. Betere leraren willen en meer ‘leraren’ krijgen. Minder geld aan schoolboeken kwijt willen zijn, en daartoe een duur, ineffectief apparaat bekostigen. “Inspecteren op basis van vertrouwen” en niet kunnen zien hoe dat vertrouwen beschaamd wordt.
Plasterk geniet een groot respect bij aanvang van zijn beleidsperiode en heeft een enthousiasmerende babbel. Maar de daden overtuigen niet, en daar gaat het om. Ik wil 1) hoogopgeleide docenten, die 2) onderwijs geven naar hoge maatstaven, waarvan 3) de resultaten duidelijk (=extern) worden vastgesteld. Dat is de essentie van goed onderwijs, geheel in de BON-lijn meen ik, en op deze punten zie ik geen vorderingen, nu niet en straks niet. Daarvoor moeten teveel voorwaarden worden vervuld die dat nog niet zijn, en waarvan Plasterk dat niet lijkt of zegt te willen.
De ‘inzetformule’ is niet het hoofdprobleem: de lestaak behoort al tot de hoogste van heel Europa. We werven geen jonge, goede nieuwkomers door nog meer lesuren per docent af te dwingen onder weglating van ‘bijkomende taken’.
Bekostiging van het Voortgezet Onderwijs
De actiegroep “Vergeten Feiten” heeft onlangs aspecten aangedragen over de bekostiging in het voortgezet onderwijs. In het kort komt het erop neer dat de huidige bekostiging in het V.O. niet toereikend is. Er is volgens de berekening van deze groep een tekort van 15% ontstaan.
Bij de invoering van de lumpsumbekostiging, waarbij de verantwoordelijkheid van de verdeling van de financiële middelen bij het management kwam te liggen, is het fout gegaan. Andere prioriteiten werden gesteld aan ons onderwijs. Er ging meer geld naar p.r.(meer leerlingen genereren meer geld), verfraaiing van scholen, meer ICT, enz. Deze extra taken zorgden er mede voor dat er leerkrachten onttrokken moesten worden aan het primaire proces van het onderwijs.
Bij het rekenvoorbeeld van de bekostiging worden aannames gehanteerd die niet met de werkelijkheid in overeenstemming zijn. 700 klokuren per fte i.p.v. 750. Met 750 klokuren per fte. voor de lessen blijven er nog 900 klokuren over voor andere activiteiten. Ook de aanname dat een leerkracht € 70.000,– per jaar kost ( budget 2,8 miljoen euro voor 40 leerkrachten) is onjuist.
De gemiddelde leerkracht kost € 56.000,– per jaar inclusief alle kosten ( € 40.000,– bruto vermenigvuldigd met 1,4 ). Het budget personeelskosten van 2,8 miljoen euro is dan goed voor 50 leerkrachten, dit vermenigvuldigen met 750 klokuren geeft 37.500 klokuren. De voorbeeldschool van 800 leerlingen van de actiegroep vraagt 32.800 klokuren wat betekent dat er 4.700 klokuren over zijn. Dit klopt meer met de werkelijkheid. Dit komt ook overeen met het feit dat de financiële reserves van de scholen ieder jaar groter worden.
Conclusie: Bekostiging is ruim voldoende.
Meer Onderwijs Moet