Wordt de AOb nu dan toch eindelijk wakker?
AOb-voorzitter: functiewaardering hogescholen moet anders
20 december 2006 – Het nieuwe functiewaarderingssysteem in het hbo moet zo snel mogelijk op de helling, vindt voorzitter Walter Dresscher van de Algemene Onderwijsbond. Het vormt een regelrechte bedreiging voor de onderwijskwaliteit en de medezeggenschapsraden kunnen zich er slecht tegen verweren.
Zeker, de AOb heeft bij de cao-onderhandelingen in 2005 zelf ingestemd met het nieuwe functiewaarderingssysteem. Maar vooral omdat het oude systeem allang niet meer voldeed. “Vroeger werden docenten ingeschaald en beloond op grond van hun vooropleiding. Hoe je als docent functioneerde speelde nauwelijks een rol. Terwijl iedereen weet: onzin uitkramen is geen lesgeven, hoe hoog je ook bent opgeleid.”
Na lang onderhandelen zette de AOb zijn handtekening onder het door de hogescholen voorgestelde functiewaarderingssysteem van de Hay Group. Het principiële nadeel daarvan is volgens Dresscher dat het is toegesneden op hiërarchische, piramidale organisaties met veel personeel in lage functies en weinig mensen in de top. “Wie aan meer mensen leiding geeft, zit hoger in de boom. Onderwijsinstellingen hebben met een grote groep docenten in de middenschalen. Daardoor is zo’n systeem voor een hogeschool veel minder geschikt.”
Het kwam volgens Dresscher vooral door het gebrek aan alternatieven dat de AOb instemde met de Hay-methode. “Anders was elke hogeschool haar personeel zelf gaan inschalen en dat wilden we hoe dan ook voorkomen. In dit systeem is bovendien een landelijke beroepsprocedure opgenomen waarmee werknemers van hogescholen bezwaar kunnen maken tegen bijvoorbeeld hun inschaling.”
De kritiek op de toepassing van het functiewaarderingssysteem zwelt intussen aan. Onder meer de SP en de vereniging Beter Onderwijs Nederland vinden dat de AOb zijn handtekening nooit had mogen zetten. Maar dat is Dresscher te makkelijk. “Zulke critici zeggen feitelijk: als je nooit meer ergens mee akkoord gaat, dan komt alles goed. Maar wie nooit vuile handen maakt, heeft geen invloed.”
Toch is ook hij geschrokken van de uitwerking van het systeem. “Docenten die op grond van hun opleiding vroeger vanzelfsprekend in salarisschaal twaalf zaten, worden nu massaal in tien gezet. Ze voelen zich vaak zwaar gepakt, ook als ze hun oude salaris behouden.”
Dat is fnuikend voor hun motivatie en bedreigend voor de toekomst van het hbo, vindt de AOb. “Nieuwe docenten worden steeds vaker op instructeursniveau ingeschaald. Zij onderhouden het contact met de studenten. Hoog ingeschaalde docenten met ervaring hebben leidinggevende taken, ontwikkelen onderwijs en opereren meer op de achtergrond. Aan lesgeven komen ze nauwelijks toe.”
HBO-raadvoorzitter Doekle Terpstra zei onlangs dat het hbo, gelet op het dreigende tekort aan hoogopgeleiden, wel gek zou zijn als het ging downgraden. “Dan zijn ze dus gek in het hbo”, constateert Dresscher droog, “want allerlei onderzoek toont aan dat dit wel degelijk gebeurt.” Ook het argument van de HBO-raad dat docenten nu makkelijker carrière kunnen maken verwerpt hij: “Wat ze waarschijnlijk bedoelen is dat nieuwe mensen die laag zijn ingeschaald meer mogelijkheden hebben om vooruit te komen.”
Dresscher wil het functiewaarderingssysteem bij de eerstvolgende onderhandelingen over de hbo-cao hoog op de agenda zetten. Een van de denkbare oplossingen is dat het Hay-systeem wordt aangepast: vooropleiding, kennis en inspiratie zouden zwaarder moeten wegen, zodat ook docenten die ‘alleen’ goed lesgeven een hoog salaris kunnen verdienen. “Het probleem is dat het hbo dan misschien te veel afwijkt van het piramidesysteem dat de Hay Group hanteert en dus op zoek moet naar een alternatief. Voor ons is dat geen probleem, maar bij de HBO-raad denkt men daar ongetwijfeld anders over. Vooral bestuurders zijn heel tevreden over de Hay Group, want die heeft onlangs nog gezegd dat hun salarissen helemaal niet te hoog zijn.”
Over de invloed van de medezeggenschapsraden op de totstandkoming van het functiehuis van hun hogeschool is Dresscher somber. “Ze zouden moeten meebeslissen over de organisatie van het onderwijs en de functies die daarvoor nodig zijn, maar krijgen dat instemmingsrecht lang niet altijd.”
Ooit waren de verwachtingen ten aanzien van de raden hooggespannen: ze zouden de vakbonden op den duur wellicht overbodig maken. “Dat bleek allemaal erg tegen te vallen en dat is ook niet verwonderlijk. Het grote verschil tussen een vertegenwoordiger van een vakbond en een mr-lid is dat de laatste bij de instelling in dienst is en dus onder druk kan worden gezet. We hebben dat anderhalf jaar geleden meegemaakt bij de Hogeschool Inholland. Toen de problemen met collegevoorzitter Jos Elbers ontstonden, werd onze vertegenwoordiger de toegang tot alle gebouwen van Inholland ontzegd. Maar verder konden ze weinig tegen hem doen. Voor de mensen die er werkten was dat anders. Die kregen allemaal een spreekverbod opgelegd. Dat was redelijk effectief, want veel werknemers maken zich toch zorgen om hun carrière. Zulke ervaringen temperen het optimisme over de rol van medezeggenschapsraden.”
De AOb bezint zich momenteel op de vraag of hij zich nadrukkelijker moet gaan bemoeien met de vaststelling van het functiehuis bij hogescholen en de organisatie van het werk. “Vakbonden hebben die rol in het verleden dikwijls gespeeld, vooral als ze dicht op de beroepsinhoud zaten. Dat gold bijvoorbeeld voor de bonden van diamantslijpers. Misschien moet je in het hbo meer die kant op denken, want er moet echt een eind komen aan die eindeloze verdunning van het primaire proces.”
De HBO-raad steekt volgens Dresscher zijn kop in het zand voor de kwaliteitsproblemen en de groeiende onvrede bij docenten. “Dat is zeer onverstandig. Je moet er juist over willen praten, uitstralen dat het onderwijs een publieke aangelegenheid is en dat mensen het recht hebben om kritiek uit te oefenen. Altijd het deksel op de doofpot duwen is wel het domste wat je kunt doen.”
(HOP)
Bron: Saxion intranet
iedereen een BON nieuwjaar gewenst,
Toro
Functiewaardering toont gebrek aan ambitie
Bron: Scienceguide
Stemerding (AOb):
“…
Stond vroeger het ontwikkelen van onderwijs nog centraal, nu is de teneur het uitvoeren van reeds ontwikkelde taken. Actieve motiverende functiebeschrijvingen zijn vervangen door zinnen als: “voorbereiden en uitvoeren van toegewezen, reeds ontwikkelde onderwijsonderdelen.”…. De powerpoint ligt klaar, gaat uw gang.
…..
Nieuw personeel komt als regel in de lagere functies. Ik benadruk nogmaals dat dit het gebrek aan ambitie is van de hogescholen. Niets weerhoudt de hogescholen ervan een vacature die is ontstaan door een vertrekkende collega op te vullen met opnieuw een schaal 12-functie. Helaas gebeurt dat niet. Blijmoedig wordt de besparing geïncasseerd.
Het komt mij voor als een zeer gevaarlijke strategie voor de toekomst. Zijn lagere functies werkelijk ons antwoord op de komende tekorten aan hoger opgeleiden en de noodzaak in te kunnen spelen op een snel veranderend beroepenveld? Het antwoord kan geen ja zijn.
….
Tekorten in het HBO los je niet op met mooie mission statements maar met uitdagende brede docent functies en een hoogwaardig formatieplan. Zolang hogescholen menen academisch geschoold personeel mét ervaring in dienst te kunnen nemen op een tijdelijk contract in schaal 9 zal de personeelsvoorziening en de kwaliteit van het HBO zorgelijk blijven.”
onbewoonbaar
Alleen al de term ‘functiehuis’….