Aan de veteranen

Liesbeth van der Plas stelt in haar internetboek over rekenen en schoolwiskunde (hierover is al meer geschreven elders op deze site) vast dat wiskunde tegenwoordig ‘wiskunde’, zonder meer heet, waar vroeger op HBS en gymnasium een onderscheid werd gemaakt tussen goniometrie, algebra en meetkunde (en stereometrie, voeg ik daar nog aan toe). Door die afzonderlijke wiskundevakken op één hoop te gooien als ‘wiskunde’ is veel van de strakke systematiek verloren gegaan. De aanduidingen goniometrie en algebra maken op mij een veel duidelijker indruk dan de nietszeggende kreten wiskunde A, B, C en D, al geloof ik dat wij vroeger ook al wiskunde I en wiskunde II (even nietszeggend) kenden.
Nu herinner ik mij dat je zeer lang geleden (begin jaren ’50) aparte examens ‘mechanika’ had. In mijn tijd (eindexamen 1970) had je alleen maar het vak ‘natuurkunde’, zonder verdere opsplitsing. Dat maakt mij nieuwsgierig naar de indeling van natuurkunde door de decennia heen. Is er hier een veteraan die mij kan vertellen of er inderdaad in de jaren 40 en 50 zo’n indeling was en hoe die indeling in elkaar zat? En gold er ook iets dergelijks voor scheikunde?

8 Reacties

  1. Voor de vijftigers
    staan op HBS-rapporten de volgende wiskunde-vakken: Algebra; Gonio-trigonometrie; Anal. Meetkunde; Meetkunde; Stereometrie; Beschr. Meetkunde;
    en de natuurkunde-vakken: Mechanica; Natuurkunde; Cosmografie.

    • Vakkenpakket Debye
      Dank u voor uw reacties.
      De examenlijst van Debye is verbijsterend; natuurlijk vooral vanwege zijn enorm hoge cijfers, maar voor mij ook vanwege het vakkenpakket dat schittert door de afwezigheid van elke zweem van flauwekul. Hier is hard gewerkt aan zeer serieuze vakken.
      Bekijk de opsomming van vakken op deze eindlijst uit 1901 en vergelijk dat met de opsomming van vakken op een willekeurig atheneum of gymnasium uit 2001 of 2009, een eeuw verder. U mag zelf bepalen welk vakkenpakket u beter vindt. Ik houd het, ook vandaag, op het pakket van Debye.
      Ik heb nu vier natuurkunde-achtige vakken gezien:
      Kosmografie (sterrenkunde dus), mechanica, technologie en natuurkunde. Wat zou die ’technologie’ zijn geweest? Een toenmalige techniekversie, jazeker, maar op welk niveau?
      En wat was in vredesnaam stelkunde? En beschrijvende meetkunde, was dat niet constructies met raaklijnen, bollen en cirkels, binnencirkel en buitencirkel?

      • B.M.
        Constructies met raaklijnen, cirkels, binnencirkel en buitencirkel horen bij de (vlakke) meetkunde. Beschrijvende meetkunde, later stereometrie, ging over het tekenen van driedimensionale constructies, projecties en uitslagen met bijbehorende bewijzen en berekeningen.
        Stelkunde gaat over het op de juiste manier maken van een opstel in een taal; de actieve schriftelijke beheersing van een vreemde taal (zonder gebruik van woordenboeken).

        • Grapje?
          Men had stelkunde syntaxis kunnen noemen als dat woord niet al in de taalkunde had bestaan en Cartesius een oude Griek i.p.v. de Fransman Decartes geweest zou zijn. Ter ere van de vroegere Arabieren wordt het vak Stelkunde in de ons omringende landen met de Arabische naam Algebra aangegeven.
          Seger Weehuizen

          • Stelkunde
            Inderdaad Nederlans voor algebra.
            Rond de gouden eeuw waren er geleerden zoals Stevin die het Nederlands de echte taal voor de wetenschap vonden en die de taal daar dan ook op gingen passen. Zie bv deze DBNL link

          • philosophy sive wijsbegeerte
            In het belang van het behoud van onze taal en van fatsoenlijk wiskunde-onderwijs moet in het onderwijs de Stelkunde maar weer snel terugkeren. En laten de wijsgeren van de filosofische faulteiten op de universiteiten zich als de bliksem weer met wijsbegeerte gaan bezighouden en niet meer met philosophy.
            Seger Weehuizen

  2. HAWEX (Havo Wiskunde Experimenten)
    Voor de HAWEX (1990) kende het havo ook maar 1 vak wiskunde, hier zat alles in!

Reacties zijn gesloten.