Vakbonden ontluisterd

JCTraasv2.jpg

Het succes van de beweging PO in Actie kwam zo overrompelend snel dat sommige mensen het niet bewust hebben meegemaakt.

In anderhalf jaar tijd  van niets tot een beweging  die 60000 leerkrachten op de been wist te brengen en die een forse salarisverhoging tot stand bracht. De initiatiefnemers, Jan van de Ven  en Thijs Roovers, werden geïnterviewd in NRC Handelsblad ( 6 oktober) en wat zij daar zeiden is vooral bedroevend voor de oude vakbonden. Die zijn achtergebleven in de wijze van communiceren  met hun leden, ze zijn niet aantrekkelijk voor jongeren, ze zijn bang om actie te ondernemen, die hebben geen eigen ideeën.

Inderdaad en dat is al meer dan dertig jaar zo. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw was het beleid van de bonden en met name van de ABP – later AOb – ook al niet het beleid dat het onderwijs nodig had en de leden wensten. De leiders van de bond – Ella Vogelaar en later Jacques Tichelaar – zagen mooie carrièrekansen  als ze in het gevlij kwamen bij ministers en staatssecretarissen van linkse signatuur. Beiden werden ook beloond voor hun trouwe dienst en beiden mislukten vervolgens.

Daarna, het spijt me het te moeten zeggen, is die club geleid door onbeduidende figuren die nooit in staat zijn geweest wezenlijke invloed op het onderwijsbeleid uit te oefenen. Hun devies was : ‘blijf zitten waar je zit en verroer je niet!’

Ook toen BON op het toneel verscheen werden ze niet wakker – ze wilden ook niet wakker worden.

En de enkeling die wel wat in zijn mars had, zoals Ton van Haperen,  bleef trouw aan de oude kameraden.

Maar goed, het bewijs is geleverd dat die oude structuren vermolmd zijn – maar is daarmee ook een mooi toekomstperspectief gerealiseerd?

Vreemd, in dat interview met van de Ven en Roovers gaat het nergens over de kwaliteit van het onderwijs. Is dat soms een taboe? Als je loonsverhoging krijgt, moet je die ook verdienen lijkt mij.

Want het gaat nog helemaal niet goed in het lager onderwijs. Dat weet ik onder andere uit in dit opzicht onverdachte hoek, nl het blad Didactief van oktober 2018. Niet minder dan 12%  van de beginnende leraren verlaat na het eerste beroepsjaar het onderwijs. Misschien nog wel meer.

Vooral het ‘klasmanagement’ van veel beginners is onvoldoende. Met dat rare woord wordt eigenlijk gewoon bedoeld ‘orde houden’.

Het artikel laat dan nog ongenoemd het probleem van het grote aantal uitvallende lessen, de vele parttimers en vervangers, het probleem van tekort schietende kennis en vaardigheden.

Om het eens zakelijk te zeggen: Zeker, de samenleving moet betalen voor het onderwijs, misschien wel meer betalen dan nu, maar mag er dan ook kwaliteit geleverd worden?

 

J.C. Traas

1 Reactie

Laat een reactie achter