Een onverwachte ervaring

Ik kan mij niet herinneren dat ik uitspraken van een minister of politicus met zoveel instemming heb gelezen als die van minister Slob over het beroepsonderwijs in BNdeStem  van 9 februari j.l. Na vele jaren van nietszeggende frases en holle leuzen over het onderwijs  eindelijk iemand die iets zegt dat ècht overkomt. Zo heel anders dan het type Marleen Barth dat bij de regeringspartijen  van de afgelopen decennia zo rijk vertegenwoordigd was op het terrein van het onderwijs. Die mensen hebben ervoor gezorgd dat het onderwijs steeds ‘groter’ werd in omvang en steeds langduriger in levensjaren.

De kwaliteit van het onderwijs, al vanaf de basisschool, werd zichtbaar lager, evenals de status van de onderwijsgevenden. Opleidingen die vroeger alleen haalbaar waren voor de allerbeste leerlingen, kwamen nu beschikbaar voor leerlingen met middelmatig talent.

Gebouwen voor al die tienduizenden leerlingen en studenten kwamen er wel en ook grote directies en talloze managers en adviseurs maar bekwame en langdurig enthousiaste leraren waren er, voor een achterblijvende salariëring, veel minder te vinden. In het universitair onderwijs wordt nu op veel plaatsen onderwijs in het Engels gegeven, blijkbaar om het de buitenlandse studenten die geld in het laatje brengen, naar de zin te maken. De commercie regeert zeggen mensen die het van nabij meemaken. Ook dat gaat ten koste van de kwaliteit.

En wie weet hoe het verder moet met al die hoogopgeleide of zg hoogopgeleide jongelui? Liggen er inderdaad mooie banen op hen te wachten of is hun toekomst onzeker?

Meer dan veertig jaar heeft de Nederlandse overheid het langer naar school gaan in het a.v.o. gestimuleerd. Dàt werd bedoeld met ‘meer kansen voor iedereen’! Jan kan naar de h.a.v.o.!

 

Het is daarom prima dat de nieuwe minister ronduit reclame maakt voor het beroepsonderwijs: ‘Onze samenleving schreeuwt om jongeren die praktisch gevormd een plekje in de samenleving kunnen innemen. Daar moeten ouders in meegenomen worden. We moeten ze ook aanspreken, duidelijk maken dat het echt geen minpuntje is als een kind naar het vmbo gaat. Het mooie is dat je zelfs ziet dat kinderen al op heel jonge leeftijd door bedrijven worden gespot. Dat zegt ook iets: soms zijn het de gouden handjes die nodig zijn voor de toekomst. Met name in de techniek maar ook in de zorg. En denk aan het onderwijs, waar we onderwijsassistenten hard nodig hebben.’

Natuurlijk zal ik, zelf afkomstig uit het a.v.o.,  niet zeggen dat er geen goede scholen voor algemeen vormend onderwijs nodig zijn. Natuurlijk, meer dan er nu zijn. Ik ben vóór meer kansen voor iedereen in het onderwijs maar vooral voor meer kwaliteit voor iedereen.

 

J.C. Traas

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter