Passende samenwerkingsverbanden

Passende samenwerkingsverbanden

 

Renate Tebaldi schittert door het huis met ‘o mio bambino caro’ als ik het rapport van de onderwijsraad over het passend onderwijs lees. Renate geeft rust, gelukkig, want het rapport staat vol met open deuren en voor het gemak worden nog maar een aantal deuren geopend kwestie van een ‘verbeteringsslag’ betreffende het passend onderwijs te initiëren. Wat de gewone juf of meester twee jaar geleden al zag aankomen en voor waarschuwde blijkt nu pas bij de onderwijsraad door te dringen.

Wat gaat er ten principale mis met dat passend onderwijs? Laten we daarvoor teruggaan in de tijd en daarbij in het achterhoofd houden dat elke onderwijsverandering of – aanpassing die door de overheid is of werd voorgesteld primair is ingegeven door bezuinigingsdrift. Ook de verandering van subsidiering door ‘bonnetjes’ naar lumpsum, is ingegeven door gierigheid.

Vóór de eeuwwisseling werden basisscholen ondersteund door Onderwijs Begeleidingsdiensten. Zij zorgden voor ondersteuning van onderwijzer en onderwijzeres bij hulp aan moeilijk lerende kinderen, gaven voorlichting, hielpen bij remediale hulp en indien nodig stonden ze school en ouders bij voor een verwijzing naar gespecialiseerd onderwijs. Deze OBD’s werden gesubsidieerd door onze overheid die in al zijn gierige wijsheid besefte dat al het werk van de OBD medewerkers goedkoper, sneller en kwalitatief beter kon door concurrerende marktpartijen. Helemaal in de geest van het neo liberalisme werd de subsidie afgebouwd en mochten de OBD’s hun eigen broek ophouden.

‘Marktpartijen’ zagen de wolken boven de OBD’s  eerder hangen dan de OBD zelf en zorgden er al snel voor dat de OBD medewerker met kennis van zaken, lees goede contacten in het basisonderwijs, zich nestelden in de moederschoot van de marktpartij. Op het moment dat de achteruitgang van de OBD hulp duidelijk zichtbaar werd ontstaat in de basisschool het fenomeen ‘intern begeleider’. Een juf of meester werd vrijgesteld van lessen om de collega’s te ondersteunen en de zorgleerling te begeleiden, een éénmans OBD zullen we maar zeggen.

De volgende stap in de malaise wordt gezet met het optuigen van ‘weer samen naar school’. Het speciaal onderwijs gaat op de schop en de Regionale Expertise Centra met zijn vier clusters ingesteld. Het LOM MLK onderwijs wordt praktijkonderwijs en tevens eindonderwijs. Regionale verwijscommissies worden ingesteld om de stroom van leerlingen naar dat speciaal onderwijs en praktijkonderwijs in te dammen. Van de REC’s wordt verwacht dat ook zij hun gespecialiseerde kennis ten dienste stellen van de basisschool, echter daar heeft de overheid geen dubbeltje voor over.

Met de fusiegolf in het basisonderwijs, de bijna gelijktijdige inrichting van ‘weer samen naar school’ en de verbreiding van het persoonsgebonden budget ‘het rugzakje’ zien we een nieuw fenomeen ontstaan ‘het samenwerkingsverband’. Een aantal scholen ‘stroomlijnen’ de ondersteuning voor de zwakkere leerling binnen dat samenwerkingsverband. Schoolbesturen storten bijna de volledige overheidstoelage voor ondersteuning aan de zwakkere leerling in de kas van het samenwerkingsverband en wassen verder hun handen in onschuld. De individuele schooldirecteur staat met bijna lege handen, kan zelf niet meer bepalen welke hulp en ondersteuning hij voor zijn juffen en meesters inroept, daar gaan de samenwerkingsverbanden over en die ontpoppen zich tot  logge bureaucratische instituten, wie had dat nou verwacht? die eigenlijk de hele tijd op zoek zijn naar nog meer inkomsten. En die vinden ze in het PGB of rugzakje. Bijna systematisch wordt in scholen gezocht naar dyslectische leerlingen, dyscalculitische leerlingen, ADHD’ers, PDD nossers, leerlingen met een stroring in het autistisch spectrum en wat al meer, waarmee een rugzakje kan worden aangevraagd. De juf signaleert en het samenwerkingsverband incasseert.

Dat die situatie niet lang kon duren was zo klaar als een klontje en onze overheid bedacht ‘weer samen naar school 2.0’ ofwel het passend onderwijs. Het rugzakje verdwijnt, de REC’s worden opgeheven zodat de weg naar het speciaal onderwijs is afgesneden en álle leerlingen moet passend onderwijs worden aangeboden binnen het reguliere basisonderwijs. De ‘zorgleerling’ mag zich verheugen in een gang naar het gemeentelijk loket waar beslist wordt of en hoeveel ‘jeugdzorg’ kan investeren in hulp.

Heel in het kort dus een overzichtje van pakweg 20 jaar ‘leerlingenzorg’. Wat is er nu mis aan dat passend onderwijs. Het is een onderwijsverandering met als fundament een oud systeem namelijk de samenwerkingsverbanden. Deze verbanden hebben in de loop van de jaren laten zien dat ze niet meer of minder zijn dan een bureaucratie die alles, waaronder geldstromen, behalve de leerlingzorg hoog in het vaandel draagt. Mooi voorbeeldje daarvan is het CDA kamerlid die eerst directeur was van een OBD, daarna een paar jaartjes tweede kamerlid en nu directeur is van zo een samenwerkingsverband. De cirkel is rond.

Samenwerkingsverbanden zijn een systeem en hebben door de toenmalige minister van onderwijs de verantwoordelijkheid en de centen gekregen om ‘passend onderwijs’ gezicht te geven en in goede banen te leiden. De minister toen en de onderwijsraad nu moeten beseffen dat bureaucratische systemen zichzelf nooit vernietigen maar in stand houden en uitbreiden, ten koste van wat dan ook.

Als de onderwijsraad van passend onderwijs een succes wil maken moet er maar één ding gebeuren, geef het geld dat de samenwerkingsverbanden nu ontvangen aan de schooldirecteuren zodat die in samenspraak met zijn juffen en meesters kan bepalen op welke manier dit het beste ingezet kan worden ter ondersteuning van leerling en leraar.

 

Jesse Jeronimoon

PS. Na het schrijven van deze column las ik het bericht dat de samenwerkingsverbanden ongeveer 111 miljoen, bedoelt voor de zorgleerling hebben ‘gereserveerd’ voor ‘moeilijke’ tijden. Geheel volgens de uitgangspunten om het systeem draaiende te houden.

Heb uit arren moede maar een plaatje van nobelprijswinnaar B. Dylan opgezet. “The times they aren’t changing”

 

11 Reacties

  1. Zoals gewoonlijk een

    Zoals gewoonlijk een voortreffelijk verhaal, Jeronimoon. Alleen is het verhaal naar mijn gevoel niet af. Het is nu weer verkiezingstijd. Hoe komt het dat geen enkele politieke partij het huidige onderwijs met wortel en tak wil uitroeien? De onderwijsprogramma´s van de partijen streven monomaan naar het opheffen van de belemmeringen die het kinderen van laag opgeleide ouders bemoeilijken om hoger op te komen en de oplossingen worden altijd gezocht in het langer bij elkaar houden van kinderen met verschillende potenties. En er moet meer geld bij zeggen ze, althans zo lang het verkiezingstijd is. Geen enkele partij vertelt hun kiezers dat het geld voor onderwijs tegenwoordig over de balk gegooid wordt. Hoe komt dat en hoe zou je dat kunnen veranderen? Bij de BONleden zijn vast veel ouders die ontevreden zijn over het onderwijs dat hun kinderen moeten volgen. Hoe komt het dat geen van hen zich als consument ziet en zich organiseert in een onderwijsconsumentenorganisatie? Zou je daar je licht op willen werpen?

  2. @ jeronimoon, hier boven  :

    @ jeronimoon, hier boven  :

    Addendum bij de 9e alinea  :  Om te begrijpen hoe dat werkt, overal en universeel

     dus, en niet alleen in onderwijs  :

    C. Northcote Parkinson, Parkinson's Law, 1057, where he evolves a nmethematical equation describing the rate at wich bureaucracies expand over time.

    en.wikipedia.org/wiki/Parkinson%27s_law

     

  3. Ik Ik wacht met spanning op

    Ik Ik wacht met spanning op het beloofde vervolg van Jernimoon op deze kolom. De reden is dat ik het gevoel heb dat het bestuur van BON ten onrechte geen gebruik maakt van de mogelijkheden die de verkiezingsstrijd BON biedt.

    Ik Ik heb ook nog een indruk proberen te krijgen van het waarschijnlijke gejoemel met P- en N-waarden bij de beoordeling van eindexamenwerk. Dat is voor een buitenstaander moeilijk. Er is een vwo-eindxamen-opgave  (2013) over leerstof die vroeger tot de leerstof van de derde klas van het Gymnasium behoorde. Voor mij een moeilijke opgave want ik heb me meerd dan 50 jaar niet meer met Euklidische Meetkunde bezig gehouden. Maar was die vraag voor de eindexamenkandidaten moeilijk? Een lijn door een punt P buiten een cikel genereerde met die cirkel een boogsnaar AB en een andere lijn door P raakte die cirkel in D. Te bewijzen was dat driehoek PBD gelijkvormig was met driehoek PAD. De oplossing was wel heel gmakkelijk als je mag uitgaan van het intersecting secant tangent theorema PD kwadraat = AB x AC. Dan hoeft men een product alleen maar als een verhouding te herschrijven. Men kan ook uitgaan van een limietgeval van de power of a point of zelfs verder terug tot het bewijzen van die stelling voor een uitwendig punt P. Daarom is de moeilijkheid van die opgave moeilijk vast te stellen zonder te weten welk leerboek de leerlingen gebruikt hebben.

    Als het BON zou gelukken het gesjoemel aan te tonen zou dat haar een flinke boost geven.

  4. Nog even over de P- en N

    Nog even over de P- en N-waarden en de betrouwbaarheid of de competentie van onze politici: Het werken met P- en N- waarden bij de beoordeling van centraal-schriftelijk eindexamenwerk is ingevoerd omdat het niet mogelijk was om de examenopgaven elk jaar even moeilijk te maken. Omdat het niveau van de leerlingen elk jaar hetzelfde is betekent een lage uitkomst P van het gemiddelde van de beoordelingen dat de opgaven dt jaar moeilijker waren en dan gebiedt de eerlijkheid om dat te compenseren met een hoge N-waarde. Toen de minister en de secretaris van Onderwijs wilden aantonen dat als gevolg van door hen genomen maatregelen het niveau van de examinandi gestegen was, was de beoordelingscommissie plotseling wel van oordeel dat ze het niveau van het examen constant konden en daarom hogere P-waarden duidden op betere prestaties van de leerlingen. Naar mijn weten heeft geen enkele politicus daar zijn verbazing over uitgesproken. 

  5. Jeronimoon noemt het

    Jeronimoon noemt het liberalisme en het grote vertrouwen in marktwerking als oorzaak van al die ellende in het onderwijs. In de oudere bijdragen aan deze website werd juist een vergelijking gemaakt met het communisme en de daarbij behorende regelzucht. Bij onderwijs hebben we van allebij het slechtste. We kennen machtige onderwijsondernemers die eendrachtig met de politiek werken aan het onderwijs. Maar te gelijker tijd is het onderwijs overgereguleerd, de leraar machteloos en uitgeput gemaakt en worden opstandige nieuwkomers van de onderwijsmarkt geweerd. Onderwijs is een ratjetoe. Omdat de politieke partijen denken dat kiezers onderwijs niet voldoende belangrijk vinden om er een issue van te maken en halve waarheden verspreidt mist het onderwijs demokratische contrôle. Links slaat zich op de borst omdat zij er voor strijdt kinderen die het voordeel hebben dat hun ouders hoogopgleide zijn dat voordeel af te pakken. En Rechts houdt de kiezer voor de gek met desinformatie over het hoge niveau dat ons onderwijs op grond van internationale vergelijkingen zou hebben. Eendrachtig houden Links en Rechts het beeld van een onderwijsruïne uit het zicht van de kiezer. Daar heeft BON niets aan kunnen veranderen.

    Ik wacht nog steeds met spanning af wat Jeronimoon als aanvulling over het voortgezet onderwijs zal schrijven en wat zijn analyse is over de onverwoestbaarheid van de onderwijsmaffia 

  6. Als men het op een bepaald

    Als men het op een bepaald gebied niet met het beleid van de regering eens is ligt het voor de hand om van de parlementsverkiezingen gebruik te maken om aan dat stuk beleid een einde te maken. Dat kon tot 19 december voor de verkiezingen in maart 2017 voor de Tweede Kamer bij voorbeeld door een politieke partij voor de vrijheid van (BON)onderwijs op te richten. Ook door een partij die onderwijs in overeenstemming met de beginslen van BON voor alle leerlingen wil voorschrijven. Deze kans heeft BON om de haar movende redenen voorbij laten gaan. Ik hoop dat er nog een politieke partij gevonden kan worden die bon-onderwijs wil adopteren en in haar verkiezingsprogramma wil incorporeren. Anders gaan de verkiezingen voorbij alsof er helemaal geen BON bestaat.

  7. Ik ben teleurgesteld dat

    Ik ben teleurgesteld dat Jeronimoon de door hem in dit blog gewekte verwachting niet gestand heeft gedaan. Ik had hem gevraagd op de volgende vragen antwoord te geven:

    Alle politieke partijen zeggen dat er meer geld naar het onderwijs moet.

    Geen enkele politieke partij zegt haar kiezers dat er bij onderwijs veel geld over de balk gegooid wordt (en dat de bureaukratie en de vernieuwingsdrang verstikkend werkt op de kwaliteit van het onderwijs).

    Hoe komt dat en hoe zou je dat kunnen veranderen?

    Hoe komt het dat BONleden zich in hun hoedanigheid van ouder niet organiseren in een consumentenafdeling? (Ouders kunnen op grond van internationale rechten-van-de-mensverklaringen waaraan ook Nederland zich geconfirmeerd heeft eisen stellen) 

    Hier meer inzicht in verkrijgen zou het verzet tegen de onderwijsverloedering doeltreffender kunnen maken.

    Mogellijk wil hij de grenslijn tussen kolomschrijver en activist niet overschrijden.

  8. Ik had ook gehoopt op een

    Ik had ook gehoopt op een antwoord op de vraag: Waarom streven de partijen in hun onderwijsprogramma´s monomaan naar het opheffen van de belemmeringen die het kinderen van laag opgeleide ouders bemoeilijken om hoger op te komen en zoeken zij de oplossingen worden steevast het langer bij elkaar houden van kinderen met verschillende potenties?

  9. Geduld is een mooie deugd,

    Geduld is een mooie deugd, tenzij u een Trumpiaans antwoord wil krijgen. 

Reacties zijn gesloten.