Over de vereniging

De vereniging Beter Onderwijs Nederland is begin 2006 opgericht met als doelstelling:

het zo goed mogelijk tot bloei laten komen van de potenties van leerlingen en studenten door gedegen vakinhoudelijke en algemene vorming.

  1. Bestuur, beheer en inrichting van onderwijsinstellingen moeten in het teken staan van gedegen onderwijs door gekwalificeerde en inspirerende docenten. Het beschikbare budget van niet-universitaire onderwijsinstellingen moet primair besteed worden aan onderwijs en aan alles wat daartoe aantoonbaar bijdraagt.
  2. Directie- en beheersfuncties mogen niet exuberant beloond worden en moeten primair worden vervuld door mensen met onderwijservaring, die bij voorkeur naast hun bestuurs- of beheerswerkzaamheden zelf onderwijs verzorgen. Zeggenschap over de inrichting van het onderwijs binnen de instituten moet liggen bij leraren en docenten.
  3. De onderwijsinstelling biedt primair vakinhoudelijke en algemene vorming aan leerlingen en studenten en heeft alleen binnen die context ook een opvoedende taak. In het geval van nevenactiviteiten van de opleiding (brede school) is het onderwijsdeel daarvan strikt gescheiden.
  4. Leerlingen van verschillende intelligentieniveaus, met verschillende vaardigheden en interesses, moeten na de basisschool in onderscheiden schooltypen lessen volgen met op hun capaciteiten toegesneden vormen van onderwijs.
  5. Het verschil tussen (overwegend) theoretische en (overwegend) praktische opleidingen moet worden gehandhaafd, dan wel hersteld.
  6. Directe instructie en oefening onder leiding van een vakkundig docent, in overzichtelijke groepen met een royaal aantal contacturen per vak, is in beginsel de meest effectieve vorm van onderwijs, mits goed uitgevoerd door de docent en binnen de opleiding ondersteund.
  7. Omdat gestreefd wordt naar het onderbrengen van leerlingen met ongeveer gelijke potenties in groepen of klassen, kan het onderwijs grotendeels klassikaal zijn; aan allen worden op hetzelfde moment, op dezelfde manier dezelfde eisen gesteld. Aandacht voor de individuele leerling is er, waar nodig of wenselijk, binnen de structuur van een gemeenschappelijk programma.
  8. Ernstige probleemleerlingen moeten worden verwezen naar op hun problematiek toegesneden vormen van speciaal onderwijs. Er moet niet minder maar juist meer onderscheid gemaakt worden tussen typen onderwijs, om kinderen in hun verscheidenheid tot hun recht te laten komen.
  9. Bij het afnemen van eindexamens/afstuderen moet de overheid onafhankelijk en bij elke gelegenheid controle uitoefenen, om de kwaliteit van diploma’s te waarborgen.
  10. De salariëring van leraren en docenten moet over de gehele linie worden verhoogd en gedifferentieerd naar gelang het schooltype waaraan ze les geven en hun niveau van opleiding. Vakinhoudelijke bijscholing moet worden gefaciliteerd en beloond.

Word lid!

12 Reacties

  1. uitgangspunten vereniging
    Eindelijk initiatief om daadwerkelijk iets te veranderen. Zit na
    10 weer in het middelbaar onderwijs, geef klassikaal les. LL zijn
    enthousiast, maar ik pas niet in de sectie, dus contract niet
    verlengd. Ik vind het onzin om ll iedere les opdrachten te laten
    opzoeken op internet, waarbij ik alleen maar een survaillant ben.
    Ik wil les geven en dat mag niet.

    • Van wie niet?
      Dit is precies een van de belangrijke punten – wie bepaalt wat er op de werkvloer gebeurt?

    • Zoek een andere school
      Jammer, maar uw enige optie is een andere school te kiezen die u wel wil hebben als docent. Scholen claimen (en ontvingen) het recht om zelf de onderwijsvorm en didactiek te bepalen, en het is aan de school of deze al of niet dwingend aan docenten wordt opgelegd. Precies de vrijheid die scholen en leraren zo graag verlangen. Maar omgaan met vrijheid is zo simpel niet.

      U kunt als eenvoudige werknemer niet eisen dat u het werk mag doen op de manier die u het beste acht. Dat mag de loodgieter in loondienst, de chirurg in het Academisch Ziekenhuis en de verkoper bij V&D ook niet. Wilt u uw beroep op een andere manier uitoefenen, dan moet u een baas zoeken die bij u past.

      Hannes Minkema

      • bevalt het niet… zoek maar een andere baas?
        Dit is wel heel kort door de bocht. Een paar opmerkingen:

        Er zijn grenzen aande manier waarop je een vakman kunt laten werken. De loodgieter zal geen genoegen nemen met een soldeerboutje, de hartchirurg komt terecht in opstand als de leiding op zijn expertiseterrein komt. Het is ook bij het onderwijs niet: u vraagt en wij draaien.

        Als je een dergelijke houding al zou willen, dan kan dat alleen maar in een omgeving waarin zowel voor scholen als docenten als leerlingen voldoende keuze is in welke beroepsrelaties worden aangegaan. Door de schaalvergroting is die flexibiliteit een illusie. De diversiteit in het onderwijs is hierdoor enorm verminderd. Precies dat maakt dat de individuele keuze: “ga maar naar een andere school” op het niveau van het Nederlandse onderwijs wel degelijk problemen oplevert die verder gaan dan de individuele docent, de beroepsgroep of de scholen, maar die ook ouders en leerlingen raken. Dat alles is een reden om het hier te bespreken en niet af te doen als: als het je niet zint, verdwijn je maar.

        • Als de baas der loodgieters
          Als de baas der loodgieters zijn personeel slechts een 15 watt soldeerboutje meegeeft, of zegt dat hij op een dag 20 klanten moet doen, komt het werk niet af, worden de klanten ontevreden en loopt het personeel weg. Terecht. Het lijkt me goed dat het personeel dan tegen de baas zegt wat wél tot hun noden en wensen behoort. Prima als dat personeel overlegt met personeel van andere bazen – dat is wat we hier op de website doen – en ook prima om als beroepsgroep een zekere stelling in te nemen, maar als ik de klager was, zou ik mijn knopen tellen en niet wachten tot de Vereniging BON voor hem in de verre toekomst de zaak heeft uitonderhandeld.

  2. verbetering onderwijs (lerarenopleidingen)
    Ik heb de uitgangspunten van uw vereniging met veel belangstelling en instemming gelezen, maar zou graag willen weten hoe u deze denkt te gaan realiseren?

    • achtergronden
      Voor achtergronden van de vereniging kunt u via het navigatiemenu links in beeld de doelstellingen van BON vinden. Zie ook Kring Wiskunde voor een andere omschrijving.

      Deze vereniging is sterk in ontwikkeling, net als deze website. Er moet nog veel gebeuren: om de vereniging op te bouwen, om een gemeenschap te creëren, en om die veranderingen te verwezenlijken die we zo belangrijk vinden. We nodigen iedereen van harte uit om hieraan bij te dragen!

      BON

  3. Uitgangspunten?
    Wat is een ‘intelligentieniveau’ precies en hoe is dit meetbaar? Is dit ‘intelligentieniveau’ genetisch bepaald?
    Geldt dit ook voor de ‘potenties van leerlingen’?

  4. Discussie gesloten?
    Ik zie dat de discussie over artikel 23 grondwet gesloten is omdat “Vanwege het feit dat de artikel-23-discussie buiten de scope van de doelstelling van Beter Onderwijs Nederland valt, is door de redactie besloten deze discussie te sluiten.”

    Dat voelt een beetje vreemd aan. Alle onderwijs willen laten voldoen aan bovenstaande (of elke andere) vastgelegde uitgangspunten, is in strijd met art. 23. Die houdt namelijk in dat er sprake is van vrijheid van stichting, richting (geloof) én inrichting (onderwijs).

    Zonder aan art. 23 te tornen kan er wel onderwijs komen dat bovenstaande uitgangspunten voldoet. Maar dat moet dan om een nieuw te stichten school gaan. Is dat de bedoeling van BON?
    Of is er nog een andere praktische uitwerkmogelijkheid van bovenstaande stellingen die ik over het hoofd zie?

    • uitgangspunten
      Beste Miriam Lavell,

      De uitgangspunten van B.O.N. waar u op doelt, beperken nergens de vrijheden zoals die in artikel 23 beschreven zijn (stichting, richting en inrichting). We hechten er aan te benadrukken dat B.O.N. politiek en religieus geheel kleurloos en onafhankelijk is.

      In de praktijk kan dat betekenen dat bestaande scholen de uitgangspunten (gedeeltelijk) overnemen of dat nieuwe scholen ingericht worden in de geest van de uitgangspunten.

      Daarom, namens de redactie, een vriendelijk verzoek deze discussie binnen deze fora geen (nieuw) leven in te blazen.

      • Ander doel
        Ik kan me vinden in de mening dat het wegstemmen van art. 23 niet het doel van de vereniging kan zijn. Zeker niet met het motief ‘ik hou niet van geloof’.
        Maar er is wel iets anders aan de hand wat hiermee gerelateerd is.
        Vraag je af wat dit:”In de praktijk kan dat betekenen dat bestaande scholen de uitgangspunten (gedeeltelijk) overnemen of dat nieuwe scholen ingericht worden in de geest van de uitgangspunten.” betekent en waarin het dan nog verschilt van de projectgroepen die (met alle mogelijke belangen vermengd) scholen bestoken met geintergreerd onderwijs, competentieleren en ga zo maar door.
        Het is de vraag hoe je die vernieuwingen benadert. Ben je het er alleen maar niet mee eens (het zijn vernielingen), of gaat het dieper? Is het überhaupt wel zo handig om onderwijs te hebben dat met elke wind mee kan waaien (en dus prooi is van iedereen die brood ziet in verandering)?
        Ik ga meer van die laatste vraagstelling uit en wil daar ter verduidelijking nog wel een stelling tegenaan gooien:
        Onderwijs dat steeds verandert, kan niet meer rekenen op de steun van de maatschappij (ouders, grootouders). Al zouden ze willen (ze zijn het eens met het concept), ze weten niet meer hoe dat moet.
        Ik denk dat deze stelling grond genoeg is om elke vernieuwing, zelfs vernieuwingen die in de basis wetenschappelijk grond hebben, voorzichtig door te voeren. Zodra de school alleen staat in het lesgeven (geen ondersteuning van thuis of sociale omgeving), is het sowieso minder effectief.
        De vragen ‘wat leren ze nou eigenlijk’ en ‘hoe moeten ze dat doen’ moeten helder te beantwoorden zijn. Al is het maar om maatschappelijke steun voor het onderwijs te behouden.
        Daarmee ligt de vinger op de zere plek van het vernieuwingsonderwijs.
        Recent voorbeeld uit het forum van Ouders Online: Leerling volgt enthousiast MBO opleiding en haalt mooie cijfers (eerste jaar), maar docenten adviseren haar toch een andere opleiding te kiezen want ze is niet assertief genoeg.
        De competenties, de menseigenschappen, dat wat de mensen van je vinden, is door de leerling zelf het minst te beinvloeden. Het zijn karaktereigenschappen. Onderwijs wordt er een loterij door. Je mag meedoen zolang de mensen dat goed vinden, wat je presteert doet daar niets aan bij of af.
        Het gaat over vanalles, behalve over kennis en concrete aan te leren vaardigheden.
        Dat onderwijs mag, vanwege artikel 23. Het onderwijs dat BON wil, mag ook. Er is geen politicus die een poot hoeft te verzetten om dat mogelijk te maken. Het is aan BON dat de belangenstrijd aan zal moeten gaan met anderen die brood zien in hun eigen missie. Daar rolt dan een eerste schooltje uit dat er op vo-niveau in de praktijk niet heel anders uit zal zien dan het reeds bestaande particuliere Luzac College.
        Het recht van de sterkste marktpartij blijft gelden. Of dat nu een politieke partij is, of een handelaar in letters of competentiegerichte leerkrachten.
        Ik zie onder die omstandigheid niets wezenlijks veranderen. Het onderwijs blijft zo veranderlijk als het weer.

      • Artikel 23 en kleurloosheid
        Nicolaas Ulrich, Docent Nederlands RSG Het Rhedens, vestiging Rozendaal

        BON politiek en religieus ‘kleurloos’? Prima! Maar alle onderwijs zou dat ook moeten zijn. Artikel 23, dat de stichting van religieuze scholen faciliteert, is daarmee in strijd.

        Er is wellicht een andere reden waarom deze discussie bijna overal gesloten wordt: het onderwerp is taboe vanwege talloze gevoeligheden bij mensen met wie we ‘verder moeten.’ Kolen en geiten moeten al decennia lang gespaard worden.

        Groeten

Reacties zijn gesloten.