En alles was goed ??

Ik geef toe, zo nu en dan lees ik een tekst anders dan dat het bedoeld is. Daar kom ik dan na enige tijd vanzelf achter. Maar deze begrijp ik nog steeds niet: www.aob.nl/default.aspx?id=12&article=51358

Ik vind het oprecht vervelend dat het weer de AoB is, maar ik snap hem echt niet.

Oké, de wettelijke grens van 750 klokuren les wordt door BOOR gerespecteerd. (Even bot gezegd: ze zullen wel moeten, BOOR mag echt niet even de cao herschrijven.) Klopt, snap ik.

De AoB heeft er een wat hogere functionaris opgezet, dat snap ik ook. Die heeft de bezorgdheid van de bond geuit, allemaal goed te volgen.

Maar het antwoord van BOOR op die bezorgdheid, waarmee door AoB ook nog wordt gedaan alsof het allemaal prima is, snap ik niet.

De opslagfactor gaat van 0,74 naar 0,5.

Maar,……die was te hoog, men had teveel tijd (?) om lessen voor te bereiden en af te handelen. Daardoor was er te weinig tijd voor niet-lesgebonden taken, wat als oorzaak had dat de docenten minder lessen gingen geven, om dat te compenseren.

Nu gaat het aantal lessen omhoog, maar omdat de opslagfactor omlaag gaat geeft dat niet. Er is nu meer tijd voor niet-lesgebonden taken.

En alles is goed, zei de bond. Tenminste, er staat nergens dat het niet goed is.

 

Hoe logisch het allemaal ook mag klinken, ik zit met een paar vragen.

–          Wat zit er precies IN die opslagfactor van BOOR? Handig om te weten, als je een oordeel moet vellen over een dergelijke terugval van opslagfactor.

–          Hadden die docenten gewoon veel te veel tijd? Zo wordt het nu wel gebracht. “Het kan helemaal geen kwaad om van 0,74 naar 0,5 te gaan. Heeft geen invloed op de kwaliteit van onderwijs.”

–          Hoewel rayonbestuurder Menger eerst opmerkt dat: er 33% minder tijd is , waardoor werkdruk stijgt en kwaliteit onderwijs afneemt, wordt daar na de wonderlijke verklaring van BOOR niet meer op teruggekomen.

 

–          Men doet het vooral om lesvermindering te voorkomen: dus, de gemiddelde BOOR docent gaf te weinig lessen per week, blijkbaar omdat hij anders te weinig tijd zou hebben voor mentoraat en excursies etc.

 

–          Mag ik er op wijzen dat in de cao kaart van 2008, door de AoB wordt aangegeven dat er een opslag is van 35 minuten per les voor voorwerk en nawerk?

Dat komt neer op een factor 0,7. Die was toen blijkbaar heel gewoon.

Is het dan nu heel gewoon om voor hetzelfde werk 25 minuten per les te krijgen? Zijn docenten geautomatiseerd? Is er minder werk aan verbonden? Is er meer OOP die docenten werk uit handen neemt?

En dan nog een paar lessen erbij per week, met elk weer die lagere opslagfactor. Maar,…..er is nu meer tijd voor niet lesgebonden taken. Die werden eerst hoe precies gedaan ???

Hoe je het ook draait, wendt of keert, er verdwijnt 10 minuten opslag per lesuur.

Onderbelicht blijft:

–          waaruit de opslagfactor van BOOR is samengesteld.

–          Het is ronduit bizar om nu zonder enig vraagteken te plaatsen aan te willen nemen dat het voor de docenten uiteindelijk allemaal niks uitmaakt, want, zoals het bestuur toch helder maakte, het is een bezuiniging. Een noodsprong, wegens financiële problemen.

Maakt het werkelijk voor de betrokken docenten niks uit of heeft een bond zich weer eens zonder werkelijk kritisch te durven of willen zijn met een kluitje het riet in laten sturen? De kop van het artikel: BOOR respecteert maximale lestaak. Alsof de rest van de troep daarmee onder een tapijt ligt, of helemaal verdwenen is?

Of zaten de docenten van BOOR eigenlijk veel te ruim in hun tijd en was de cao kaart van de AoB van 2008 in feite ook een weergave van taakbeleid dat veel en veel te ruim bemeten was?

Je kunt dit soort vragen niet willen stellen of lezen. Maar dan etteren we nog een paar jaar door met dezelfde soort wonden.

 

Wil een docent van BOOR mij het taakbeleid sturen, met definitie opslagfactor aub. info@iemanddoetiets.nl

3 Reacties

  1. Het verhaal lijkt mij vooral

    Het verhaal lijkt mij vooral daarom ingwikkeld omdat het niet onmiddelijk in algebraïsche expressies vertaald wordt. Sommige managers vermijden formules zoals artsen vroeger zich het liefst in Latijn uitdrukten; Vooral proberen te voorkomen dat het begrijpelijk is wat je beweert.

  2. Het BOOR voorstel is vrij

    Het BOOR voorstel is vrij helder. Veel docenten komen nu niet toe aan 750 uur doordat ze zoveel andere taken vervullen. Extra taken om de directie en aanhang te ontlasten omdat die zoveel profilerende taken hebben, omdat die zoveel moeten netwerken. Extra taken om in een of andere vorm te willen excelleren. Sportklas, tweetaligheid om er maar een paar te noemen.

    Door de opslagfactor te verlagen (nogal ruig), komt er ruimte vrij om die andere taken te vervullen. Daardoor kunnen bijna alle docenten wel 750 uur per jaar voor de klas staan. Minder docenten nodig, dus bezuiniging.

    0,74 x 750 – 0,50 x 750 = 180

    Eerst had een docent recht op 4 uur lesvermindering vanwege de vele extra taken. Gaf dan 21 wekelijkse lessen. Nu houdt de docent dezelfde vele extra taken en heeft geen recht op 4 uur lesvermindering. Geeft dus 25 wekelijkse lessen ipv 21.

    Voor de docent die nu al op 25 wekelijkse lessen zit, verandert er niet zoveel in het begin. Er staat alleen op z'n taakbeleidsformulier dat hij voor 180 uur gematst wordt. Dat duurt niet lang want een beetje directie is wel in staat om meer extra taken te verzinnen waarmee de school zich kan profileren. Dus BOOR kent over een paar jaar meer extra taken dan nu.

    Als in een reflex wordt gekozen voor het verminderen van de opslagfactor met bovengemelde gevolgen. Omdat onderwijs verzorgen de kerntaak is van een school ligt het voor de hand om te snijden in de vele extra taken. Snijden in de tijd die nodig is om het onderwijs te verzorgen is onlogisch.

    Als het personeel van BOOR akkoord gaat met het voorstel, dan geven ze daarmee aan dat zij ook vinden dat al die extra taken belangrijker zijn dan het lesgeven. Er is 2/3 meerderheid nodig.

    Blijkbaar moeten er linksom of rechtsom banen verdwijnen om de begroting kloppend te maken. De (part)time banen die te maken hebben met extra taken liggen dan meer voor de hand dan de voorgestelde oplossing.

    Onderwijs moet, extra taken mag.

    Klaas Wilms

  3. “Voor de docent die nu al op

    "Voor de docent die nu al op 25 wekelijkse lessen zit, verandert er niet zoveel in het begin. Er staat alleen op z'n taakbeleidsformulier dat hij voor 180 uur gematst wordt."

     

    zit hier niet de algemene denkfout?

    Die 180 uur waren gevuld met taken, die taken zijn niet door goddelijke interventie verdwenen.

    Die 25 lessen brengen werk met zich mee. Hoezo verandert die hoeveelheid door een ander getal eraan te plakken?

    Hoe groot is de groep die minder dan 25 lessen gaf? Aan de tekst van BOOR te zien, vrij groot. Dus die heeft pech?

     

    Het gaat om de vertaling van de realiteit in cijfers. Die volkomen los wordt gelaten.

    Waar niemand zich tegen verzet(?)

    In welke organisatie is het zo, dat je door het schuiven met wat getallen de problemen werkelijk oplost?

    WIE doet nu die extra taken? wanneer? Hoeveel tijd? WAT zit er in die opslagfactor? Zolang we het niet nodig vinden om door die krokante bovenlaag heen te prikken om te zien wat er nu eigenlijk onder zit, word je als docent genept waar je bij staat.

    En je bond vindt het goed ???? 

    wat een ongelooflijk stel , neem me niet kwalijk. Of wel, dat mag ook.

    Kijk eens naar : het evangelie van Foleta. Alles kan met een druk op de knop passend gemaakt worden. Een toepassing van regels en software is zo goed en rechtvaardig als de gebruiker ervan.

    WIE controleert er op de link tussen theorie en praktijk? Ik blijf het vragen. Het antwoord blijft: niemand. Mijn rechtszaak is nog nooit zo actueel geweest.

     

    iemanddoetiets.nl

     

     

Reacties zijn gesloten.