onderhandelen met het oog op kwaliteit

Als de huidige MBO CAO onderhandelingen een voorbode zijn van de VO CAO onderhandelingen, is er niet al te veel reden tot vreugde.

Het grootste probleem vind ik zelf dat de bonden lijken te denken dat ze weerstand aan het bieden zijn, terwijl ze eigenlijk precies doen wat de werkgevers bepalen.
De werkgevers kunnen op papier niet nog meer arbeidsproductiviteit eisen, dus slaan we een ander pad in:
De tijd en aandacht richten op zaken die helemaal niet apart vastgelegd hoeven te worden. Op die manier lijkt het alsof er serieus over stevige onderwerpen gepraat wordt, terwijl het één groot toneelspel is.
Wat voor het MBO geldt, geldt ook voor het VO.
De algemeen wettelijke bepalingen per stuk opschrijven in de CAO als arbeidsvoorwaarde is alleen maar bezigheidstherapie. En elke bond stinkt er zo in.

Waarom wordt dit pad ingeslagen?
Waarom zijn de werkgevers gespitst op het vasthouden van het gesprek op een omschrijving van iets algemeens? Omdat ze de stap erna niet willen aanroeren.
Zodra de “begrenzing”is vastgesteld, denken ze weer een paar jaar de ruimte te hebben. Ze zijn immers eisen tegemoet gekomen.

Het echte probleem: Het officieel vastleggen van de waardering in tijd van het verrichte werk, wordt dan weer voor een aantal jaar vooruit geschoven. Hopen ze.

Er is namelijk een probleem dat ze zelf geschapen hebben. Er is helemaal geen normering mogelijk die voor alle soorten docenten ineens de lading dekt.
De verschillende vakken hebben wel allemaal hetzelfde doel: kennis overdragen.
De manier waarop dat gebeurt, de bewerkelijkheid ervan en de manier van toetsen verschilt dusdanig, dat daar niet één sticker op te plakken is. Hoe zou dat ook kunnen?

De (buitengewone) taken zijn voor elke docent hetzelfde: dat zou nog wel lukken
Standaardbezigheden als rapportvergaderingen bijwonen kan al aanleiding zijn tot verschillen. Het ene vak geeft 4 uur, het andere 1. De hoeveelheid klassen die je lesgeeft bepaalt de hoeveelheid voorbereiding en bijwonen van rapport vergaderingen.

Al die verschillen zijn er de laatste 10 jaar uitgesloopt. Allemaal. Dus als er nu een tijdhoeveelheid voor bijvoorbeeld nakijken wordt genoemd, kan dat in de verste verte niet het hele spectrum dekken. Er IS een wezenlijk verschil tussen de nakijktijden van soorten toets. Er is een wezenlijk verschil tussen de hoeveelheid toetsen en schriftelijke overhoringen bovenbouw en onderbouw.

Het argument ( smoes) dat het allemaal veel te ingewikkeld werd als er onderscheid wordt gemaakt, staat nu in de weg. Het argument dat de één een beetje geeft en de ander een beetje neemt klinkt heel leuk, maar als de beetjes veranderen in heel veel, is er ( daar heb je het weer!) de wettelijke verplichting functiedifferentiatie aan te brengen. En DAT is precies wat de werknemers niet willen. Ik heb het mijn werkgever, uiteraard schriftelijk, voorgesteld en er werd niet eens op ingegaan. Aangezien de betrokken bestuurder in de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO raad zit, mogen we deze reactie exemplarisch noemen.
Zodra er gerekend kan worden, heeft elke werkgever binnen het VO een probleem. Dus wordt er alles op alles gezet om die berekeningen te vermijden.

Zelf acht ik een schriftelijke overhoring een heel belangrijk onderdeel als voorbereiding op een proefwerk. ( VMBO) Mijn opvolger heeft alle s.o.’s afgeschaft wegens tijdgebrek……..
In plaats daarvan werd het makkelijker gemaakt een proefwerk te herkansen. Dat is volgens mij niet ten gunste van de kwaliteit van het onderwijs.

Daarmee raken we het grootste probleem: deze werkgevers lijken wezenlijk niet geschikt voor de publieke sector.
Hoe het is gekomen maakt niet zoveel meer uit. Feit is dat de kwaliteit van het onderwijs geen leidraad is voor de werkgevers. En zo te zien ook niet voor de politici. De CAO onderhandelingen bewijzen dat eens te meer.

Politici willen “kwaliteit”, maar steggelen continu over het geld. Als dat zo belangrijk is, dan moeten ze er controle op houden. Dat is HUN werk.

Werkgevers willen docenten die zoveel mogelijk leerlingen tot een bepaald niveau verheffen. Daarbij vergeten ze keer op keer dat docenten geen machines zijn. Het fabriceren van een produkt niet hetzelfde is als het verlenen van opvoeding en kennisoverdracht. NB: fabricage gaat volgens de regels van de econometrie. De productie dient binnen de randvoorwaarden te blijven. Die randvoorwaarden stel je op en je zoekt binnen dat gebied het maximum haalbare. Dat kan soms heel lastig en vervelend zijn, de voorwaarden bepalen de grenzen.

Onze werkgevers denken geen randvoorwaarden te hoeven hanteren. Als ze dat menen zijn ze of totaal ongeschikt of tenminste ongeschikt voor deze markt.
Het gegeven dat er blijkbaar een veld vol managers is, dat geen bal verstand van zaken heeft, is uiterst schadelijk voor de kwaliteit van het onderwijs.

Die managers zijn er niet om docenten als productiemiddel om zeep te helpen, ze zijn aangesteld om docenten in staat te stellen hun werk zonder overige belemmeringen te verrichten. Het maximum haalbare binnen de randvoorwaarden.
Er zijn managers nodig met verstand van een publieke sector.

Vergeet niet dat de overige wensen van de werkgevers onder andere bestaan uit het vastleggen van de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs bij de docent. Iets wat juridisch niet kan zonder de docent beleidsruimte te geven, maar daar trekt geen manager zich iets van aan. Misschien schrijven ze zelfs wel op dat we beleidsruimte krijgen. In de tijd die nu al in de opslagfactor zit. Dan “gunnen” ze je de tijd, jij bent alleen niet professioneel genoeg om je tijd goed in te delen. Denk niet dat ik dit verzin. De interim manager van SCOL probeerde dit 2 jaar geleden al en hij ging er prat op dat bestuurders heel blij met hem waren.

Als dank kreeg hij een salaris waarvoor er op de personeelsbezetting bezuinigd moest worden wegens verlies op de personeelskosten. De prioriteiten die onze werkgevers hebben, lijken desastreus voor de echte kwaliteit van ons onderwijs.

P.S. De tegenpartij heeft verweer aangeleverd. Morgen plaats ik het op iemanddoetiets.nl

1 Reactie

  1. Mijn vader was hoofd afdeling

    Mijn vader was hoofd afdeling schachtbouw bij een mining company. Ik had niet de indruk dat er een lijst bestond waarop stond wanneer en hoe lang hij zich met welke schacht moest bezig houden en hoe hij dat moest doen. Neen hij moest zorgen dat het bouwen van schachten voorspoedig verliep en het was aan hem daarvoor zijn tijd in te delen. Bij Böll Biljard um halb zehn komt een chef voor die 2 mensen onafhankelijk van elkaar iets laat uitrekenen. Alleen wanneer de resultaten van die berekeningen niet met elkaar overeen kwamen sloeg hij zelf aan het rekenen. Ik herinner mij ook een gesprek met een manager-directeur die zei dat hij hard moest werken om zo gauw mogelijk niets meer te hoeven doen. Als het hem lukte vond hij dat hij zijn tijd goed gebruikt had.

    Dat precieze  voorschrijven wat en hoe en wanneer een leraar iets moet doen  typeert de degradatie van het lerarenberoep van koning in de klas tot speciaalarbeider in een leszaal. Het luidt ook een langdurige crisis in het onderwijs in omdat haast niemand een inhoudelijk moeilijke vakstudie zal gaan doen om zich daarna te laten couionneren door managers en bestuurders die meestal buiten het hen beschermende netwerk in onderwijsland als manager of bestuurder onderuit zouden zijn gegaan. Er komen dus geen mensen meer naar het onderwijs van het soort dat vertrouwt op zijn MO-akte of doctoraal en verder zijn gezond verstand. Terug naar vroeger is voor een lange tijd afgesloten en het heden van het onderwijs is ronduit slecht.

    Hoewel naar mijn weten elk schoolbestuur een CAO met de vakbonden kan sluiten hebben de huidige schoolbesturen zich verenigd in de MO-raad en sluiten zij gezamenlijk met de bonden één CAO af.

    Om het oprichten van BONscholen niet in het vooruit onmogelijk te laten maken zal BON zich er met hand en tand tegen moeten verzetten dat eventuele BON-scholen zich aan de CAO moet houden die de MO-raad met de vakbonden gesloten hebben. Dat zal een hele klus worden maar met zo’n CAO al die die nu tussen de bonden en de schoolbesturen afgesloten is kun je geen school oprichten die volgens de principes van BON opereert.

Reacties zijn gesloten.