De Tweede Kamer wil dat de Algemene Rekenkamer uitzoekt hoeveel geld er nu echt aan overhead wordt besteed in het hoger onderwijs. Een motie daartoe van PvdA en SP werd gisteren aangenomen.Volgens de partijen is nog steeds niet duidelijk wat wordt verstaan onder de overhead bij hogescholen en universiteiten en al helemaal niet hoe groot die overhead nou eigenlijk precies is. Eerder had Harm Beertema kamervragen gesteld n.a.v. het artikel van Ad Verbrugge, Jan Willem Bruins en Presley Bergen in de Volkskrant.
Deze acties zijn een direct resultaat van het politieke forum en de voordrachten van Jan Willem Bruins en Jan Bouwens over dit onderwerp tijdens de BON symposium van 12 maart j.l.
overhead en Rekenkamer
Waarom alleen bij het hoger onderwijs?
Zou dat ook kunnen?
“Het grootste deel van de onderwijstop kan op zoek naar een andere baan. Van de honderd hoogste onderwijsmanagers blijven er nog ongeveer dertig over. Met de invoering van het nationale onderwijs in 2012 gaat de minister eerst de top en de ondersteunende diensten aanpakken”.
Dagdromen moet kunnen.
Vergeet de rekenkamer het MBO niet.
Tijdens het BON-congres jl maart werd er alleen gesproken over het doorrekenen van de overhead van de HBO’s omdat deze gegevens door de onderzoekers beter toegankelijk zijn. Maar in MBO-land is het even triest gesteld, uit een kort onderzoek blijkt het ROC, waar ik werkzaam ben, er ook wat van te kunnen. 23-27% komt ten goede aan het primair proces.
Partijen laat de rekenkamer het MBO direct meenemen in het onderzoek
klein onderzoek overhead MBO
Dag inspiron, is het mogelijk inzage te krijgen in dat kleine onderzoek overhead MBO? De cijfers 23-27% lijken overeen te komen met het HBO. Vermoedelijk zal het wel mogelijk zijn de aangenomen motie uit te breiden voor het MBO. We gaat dat bepleiten in vaste kamercommissie op 18 mei a.s. Het zou mooi zijn als u vooraf inzage kunt geven in het onderzoek.
En het VO ???
Zouden ze daar a.u.b. ook naar willen kijken.
Op mijn school staan ongeveer 150 werknemers als docent ingeschreven. 10 daarvan horen echter bij het management. Die geven niet of nauwelijks les. Van de 140 die overblijven hebben een groot aantal docenten slechts een kleine lesgevende taak. Ze houden zich verder bezig met decaan zijn, coördinator spelen, reizen organiseren etc. etc etc.
Daarnaast hebben we dan nog in de vijftig “ondersteuners”, variërend van receptionistes en conciërges (logisch) tot lesassistentes en assistentes van de decanen en assistentes v.d. assistentes zal ik maar zeggen. Van veel mensen is niet duidelijk wat ze doen, maar ze moeten wel allemaal betaald worden.
Graag zou ik willen weten of al dat personeel wel nodig is om goed les te kunnen geven? Want ondanks al die ondersteuning, werken we als docenten steeds meer en wordt ons werk alleen nog maar nog bureaucratischer.
Hoe zit eigenlijk met de verhouding “directie – docenten – ondersteuning” bij een school van ongeveer 1800 leerlingen?
het bureaucratiemes snijdt aan twee kanten
Het is niet alleen zo dat al dat gecoördineer formatie kost die beter in de klas gebruikt kan worden, maar het zorgt ook nog eens voor extra administratie en regels voor de docent.
Ik heb wel eens gedacht: laten we ze ajb gewoon doorbetalen en op vakantie sturen, zolang ze zich maar niet met de school bemoeien.
De telefoonlijst screnen helpt.
De telefoonlijst met doorkiesnummers screenen helpt ook, namelijk door de verschillende afdelingen binnen een ROC / HBO te sorteren. In het roc waar ik werk is het 1,5 A4 doorkiesnummers ”ondersteunende” diensten en 1,5 A4 docenten waarvan ook nog een groot deel geen les geeft.
En hoeveel ”dooie commissariaten” zijn er, mensen die er zijn, maar niets doen (alleen lucht verplaatsen). Ik tel er al zes in 1/5 deel van ‘’mijn’’ ROC en deze personen hebben wel een schaal 14.
Ik hoop dat deze reacties veel inspiratie opleveren voor de rekenkamer om dit varken eens te wassen. Ik wil wel helpen!!
of de lijst van interne vacatures
Bij mij is de verhouding tussen vacatures voor ondersteunende functies en diocentenvacatures ongeveer 4 op 1.
Maar … link is het wel om zo te rekenen: ik denk dat de doorstroming in ondersteunende functies aanmerkelijk groter is dan in docentfuncties.