Holocaustonderwijs

Documentairemaker Ruben Gischler vertelt in De Volkkrant van 4 mei dat zijn dochter van tien thuiskwam met het verhaal dat Hitler zelf van Joodse afkomst was en dat diens antisemitisme voortkwam uit zelfhaat. Hij dacht aan een incident, maar van het NIOD hoorde hij, dat dit stukje tenenkrommende amateurspsychologie (deze terminologie is van mij) blijkbaar een hit op de pabo is, want zij krijgen daar regelmatig klachten over te horen.
Tweede wereldoorlog en de shoah behoren tot de kerndoelen van het onderwijs. Daar is op zich niks op tegen maar de manier waarop deze doelen worden ingevuld stemt wel tot enig nadenken. Je hebt enerzijds het historische verhaal dat natuurlijk verteld moet worden. Ik herinner mij van mijn eigen schooltijd in de jaren vijftig, dat er verhalen werden verteld over het heldhaftige verzet, de onderduik, het bombardement van mijn geboortestad Rotterdam, de razzia’s, de standrechtelijke executies aan het einde van de oorlog en natuurlijk de hongerwinter maar geen woord over de jodenvervolging. Dat verhaal wordt nu gelukkig wel verteld.
Anderzijds is er de vraag naar de verklaring van deze gruwelijke gebeurtenissen en het morele en politieke kader waarin ze geplaatst worden. Ook hier kun je zeggen dat morele doelen als de bestrijding van antisemitisme, racisme en fascisme nastrevenswaardige doelen zijn waar het onderwijs naar vermogen moet bijdragen. Maar aan deze programma’s dienen dan ook hoge eisen gesteld te worden en aan te sluiten bij het belevings- en bevattingsniveau van het kind. Anders is de kans groot dat ze contraproductief werken. Zoals in het door Ruben Gischler vertelde voorbeeld.
De Groene van 28 april vermeldt een project uit 2004 “De Tweede Wereldoorlog in perspectief” waarin de Tweede Wereldoorlog wordt gekoppeld aan het conflict in het Midden-Oosten.. Vol van goede bedoelingen ongetwijfeld uit bestaande bezorgdheid over het sluimerend antisemitisme onder met name islamitische jongeren. Tegelijkertijd kun je je met Maria van haperen van het NIOD afvragen of de zeer gecompliceerde historische context van dit probleem zich verdraagt met de pedagogische opdracht van het bestrijden van racisme en antisemitisme. Zo is er het probleem van de verhouding tussen de holocaust en de stichting van de staat Israël.Het ideaal van de stichting van een Joodse staat kent een veel langere voorgeschiedenis dan de holocaust. In de eerste 15 jaar na de oprichting was de holocaust in Israël zelf vrijwel taboe. In het kader van dit project nu wordt de leerlingen na drie lessen doodleuk gevraagd een oplossing voor het conflict in het Midden-Oosten te formuleren. Deze verpolitisering van een moreel vraagstuk draagt naar mijn mening niet bij aan het doel van het project en speelt misschien juist het “sluimerend antisemitisme”in de kaart.
Ook moet worden opgepast voor een “overkill”. Het artikel van Casper Thomas in De Groene vermeldt een onderzoek van het Duitsland Instituut uit 2000 naar de Tweede Wereldoorlog en de holocaust in het Nederlandse onderwijs. De conclusie was; “Menig leerling die vanaf de jaren zeventig een einddiploma voortgezet onderwijs kreeg met geschiedenis in het eindpakket had vanaf de basisschool het nationaal-socialisme in een of andere vorm vier of soms wel vijf keer als lesstof gehad”. Het gevolg zou wel eens kunnen zijn dat, zoals ik in eigen omgeving helaas constateer, een aantal jongeren na hun schooltijd als gevolg daarvan hun buik vol hebben van heel die Tweede Wereldoorlog. En dat kan toch niet de bedoeling zijn.

8 Reacties

  1. En jij?
    En wat zou jij een goede manier en frequentie vinden van dit heikele thema. Neem dan gelijk de doelen er ook even bij.

    • Wat zou ik doen?
      Hinke, even een snelle reaktie op je prangende vraag. Ik sta net op het punt enige dagen tussenuit te knijpen zonder internet en zo. Vooropgesteld: HET antwoord heb ik ook niet. Ik denk:
      1. Bij overdaad: frequentie minder en meer kwaliteit
      2. In de eerste plaats denk ik aan het vak geschiedenis. Een goede geschiedenisdocent moet dit heikele thema aankunnen in het kader van de historische context.
      3. Waar thematisch/projectmatig aandacht is voor de holocaust in het kader van antirascisme/ antisemitisme geen ondoordachte koppelingen met hedendaagse politieke vraagstukken en verschijnselen. Als dit gebeurt binnen een vak als maatschappijleer mogen we toch ook hier een vakbekwame, goed geïnformeerde docent verwachten.
      4. Laat bij twijfel projectprogramma’s eens bekijken door bijv. het NIOD.
      5. Neem de serieuze kritiek serieus.
      Voor wat de doelen betreft: daar zijn we het toch over eens?

      • Doel
        Wat ik bedoelde met doelen:
        – gaat het alleen om historische feiten?
        – hebben we een moreel doel: bewijzen hoe slecht en dom racisten zijn
        – gaat het om een ander doel: Begrip rond het mechanisme dat een volk dat in de knijp zit (of zich zo voelt) grijpt naar nationalisme en racisme
        – of politiek/economisch: een economische crisis heeft ook dit soort gevolgen
        – of een menselijke/humanistisch/theologisch: hoe dapper moet/wil/kun je in zo’n situatie zijn (Sophie Scholl/de witte roos enz.)
        – of het inzicht dat je ook Duitsers niet over een kam kunt scheren. Er waren mensen die zich verzetten (zie boven)
        – of juist ontmaskeren dat ‘alle’ nederlanders na de oorlog in het verzet zaten
        – of -vertaald naar deze tijd- vergelijken van het anti-semitisme van WO-2 vergelijken met het anti-semitisme van hedendaagse moslims
        – of juist het racisme van die tijd vergelijken met het wit racisme van deze tijd?

        Het is niet makkelijk om zo’n complex onderwerp helder aan te leveren, juist omdat het zo met emoties beladen is. Er zijn ook een hoop aanleidingen om het erover te hebben.

        Een goede leerlijn moet wel meer helderheid kunnen scheppen.

        • mijmeringen
          Waarschijnlijk zijn we het eens, maar soms is de interpretatie van je reactie wat dubbel.
          Bij veel van je voorbeelden ga je uit van een specifieke set waarden en normen. Zo heb je het bijvoorbeeld over een volk dat grijpt naar nationalisme, waarmee je nationalisme expliciet en uitsluitend negatief beoordeelt. Dat is niet noodzakelijkerwijs de enige mogelijkheid natuurlijk.
          In datzelfde voorbeeld heb je het over volkeren die in de knijp zitten en daarom tot nationalisme komen, maar er zijn ook volkeren die nauwelijks inde knijp zitten en toch nationalistisch zijn, nationalistischer dan wij in ieder geval.

          Persoonlijk denk ik dat er niet alleen over de waarden en normen moeilijk overeenstemming te krijgen is, maar ook over de processen en situaties die leiden tot bepaald gedrag. Dus zowel de vraag naar wat gewenst is, als de oorzakelijkheden en correlaties zijn in mijn ogen verre van duidelijk.

          Dan lijkt het er op dat geschiedenisonderwijs alleen als doel kan hebben om de feiten te vertellen en de overwegingen en onzekerheden te bespreken. En deze conclusie is waardeloos, want dat lukt je niet met een groep pubers, zeker niet met kinderen van het vmbo. Al het gemits en gemaar, alle onzekerheden, het is voor een hoog opgeleide volwassene al om gek van te worden.

          Wat hou je over? Ik zou zeggen vertrouwen in de huidige eigen en tijdelijke cultuur. Zie die als leidend op dit moment en probeer die als bindend element te zien in een complexe wereld. Geen geschiedenis met daaraan gekoppelde waarden en normen doceren maakt kinderen stuurloos en de maatschappij ook. Hoe intrinsiek tijdelijk en plaatselijk een cultuur op wereldschaal ook is, het hier en nu bepaalt toch de visie die je hebt op samenleven nu en in het verleden. Laten we die cultuur dan ook maar koesteren, tot hij evalueert tot een andere, die dan ook weer gekoesterd dient te worden.

          Ik ben blij dat ik wiskunde geef … een stuk makkeljiker 😉

          • leeswaar terzake
            Debatten in Duitsland hierover in de media zijn te vinden in:
            -“Historikerstreit” 1987 Serie Piper 816.
            -Das Vergehen der Vergangenheit. Antwort an meine Kritiker im sogenannten Historikerstreit. Ernst Nolte, 1987, Ullstein.
            Deutsche Sorgen. Martin Walser, Suhrkamp taschenbuch 2658.
            Die Walser-Bubis-Debatte. O.r.v. F. Schirmacher, Suhrkamp, 1999.
            Als je dat leest -aanbevolen- besef je dat er heel veel slechte mensen zijn en veel minder lieve. En dat argumenteren hier niets oplevert. En dat je je handen vuil zult moeten maken als je hier iets wilt veranderen. Ik haak dan af en denk dat dat niet goed is. Het oude verhaal dus.

            Willem Smit

  2. Stil staan ……………………..
    bij oorlog en onrecht lijkt het mij verantwoordelijk als onderwijsinstelling om hier aandacht aan te besteden (heet dat niet burgerschap ?).

    De oorlog bespreken is al moeilijk genoeg, waarom maken wij eigenlijk oorlog ?

    De Joden die de Holocaust overleefden maakten er grappen over, waarom ?

    Omdat het onbegrijpelijk was en nog steeds is.

    Hoe moet je het onbegrijpelijke dan begrijpelijk uitleggen ?

    Enig historisch besef en gevoel is dan wel op zijn plaats en dat blijkt dus erg moeilijk te zijn.

  3. Mythe voor het onbegrijpelijke
    Onderzoek naar de herkomst van het Y-chromosoom van de recentelijk nog in leven zijnde nazaten van Alois Hitler, de later geechte zoon van johann Hiedler en vader van Adolf Hirler, toont aan dat zij in de mannelijke lijn van arische afkomst waren zodat Hitler geen kleinkind van de Jood Frankenberger kan zijn geweest. Dat dat verhaal nog steeds circuleert wijst op een behoefte om aan voor een moeilijk te geloven maar wel ware gebeurtenis een steekhoudende reden te zoeken.
    Seger Weehuizen

  4. bijzonder onderwijs
    Dat is het voordeel van bijzonder onderwijs: men (ouders, bestuur en leerkrachten) deelt aan gemeenschappelijke set waarden en normen. Die set doordesemt het hele onderwijs. Daarbinnen wordt het vertellen van feiten bijna vanzelf onderworpen aan een moreel oordeel.
    Dan roepen verhalen Jodenvervolging, abortus,christenvervolging en het slachtofferschap onder het communisme, vanzelf walging op.
    Dan hoeft men zich niet speciaal bezig te houden met politiek correcte issues. Uiteraard vormen degenen die aan die conservatieve waarden vasthouden een steeds grotere minderheidsgroep in Nederland. Maar ook dat feit past binnen een totaalconcept dat een bijzondere school kan aanbieden: dat men tot een vervolgde minderheid kan behoren.
    Ik zie dus weinig problemen in het benoemen van de feiten zoals we die kennen. Ik zal ook niet aarzelen de ellende die het communisme aanrichtte te vertellen.

Reacties zijn gesloten.