Waar moeten gefaalde gymnasiasten naartoe?

Hare excellentie minister van Bijsterveldt acht het voor het handhaven van de klassieke talen noodzakelijk dat de proefvertalingen gehandhaafd blijven. Ik neem aan dat ze wil dat die afgenomen zullen worden met een tekst van gemiddeld niveau. Anderzijds wil zij de Griekse en de Romeinse cultuur opnemen in resp. Griekse taal en Latijnse taal zodat de vakken GTC en LTC ontstaan. De beide vakken moeten ook van grote waarde zijn voor een ambitieuze studiecultuur en ruimte bieden aan excellentie. Ik denk dat zij hierbij vooral aan vertalen denkt, want verderop in haar oordeelsbegronding laat zij schrijven: “Met de proefvertaling blijft de lat voor het gymnasiaal onderwijs hoog.” Het vertalen van een klassieke tekst die een leerling nog niet eerder heeft gezien, is een uniek kenmerk voor de klassieke talen. Dit komt alleen nog voor bij de vakken Latijn en Grieks en is voor gymnasiumleerlingen een extra intellectuele uitdaging”.
De minister zal binnenkort met vele partijen overleg plegen over de overgangsnormen en voldoende lesuren o.a. met de Stichting het Zelfstandig Gymnasium (SHZG), Vereniging Classici Nederland (VCN) en de Belangengroepering Gymnasiale vorming (BGV). Ik ben benieuwd hoe het gesprek over voldoende lesuren zal aflopen want net als vroeger zijn er veel lessen nodig om goed te leren vertalen. Als de taallessen al in een vroeg stadium met de cultuurlessen moeten worden geïntegreerd gaat en bij die cultuurlessen gelezen wordt in de betreffende klassieke taal zal dat sterk afbreuk doen aan de kwaliteit van de taallessen. Het beste bereidt men leerlingen immers voor op “de grote”proefvertaling als men hun de grammatica en syntaxis gestructureerd bijbrengt. Maar het grootste probleem voor de zelfstandige Gymnasia worden wel de overgangsnormen. Het mag natuurlijk niet zo zijn dat iemand voor het eindexamen Gymnasium kan slagen met een onvoldoende voor de gekozen taal en in principe zelfs niet met een onvoldoende voor de proefvertaling. Als leerlingen met matige cijfers voor de klassieke taal hunner keuze over kunnen gaan naar een hogere klasse kunnen zij voor de leerlingen die wel bij zijn met de leerstof een blok aan ’t been worden. Omdat leerlingen in de onderbouw nog zowel Latijn als Grieks volgen zou ik de Gymnasia willen adviseren aan het eind van de onderbouw de leerlingen de afsluitingsexamina klein Graecum en Klein Latinum te laten ondergaan. Alleen als zij daarvoor een voldoende halen mogen zij in de bovenbouw de desbetreffende XTC (X є {G,L}) volgen.
Natuurlijk verwacht ik niet dat de Gymnasia mijn advies zullen volgen. Maar leerlingen die geen Latijn of Grieks meer mogen of willen volgen kunnen momenteel niet op een Gymnasium blijven om een gewoon VWO-examen af te leggen en dat moet zeker zo blijven. Dat zou wel betekenen dat de zelfstandig Gymnasia vanwege de eisen voor Latijn en grieks er niet omheen komen een groot aantal leerlingen het iudicium abeundi te geven. Ook dat is niet aantrekkelijk voor de zelfstandige Gymnasia en het kan het de aanmelding van veel potentieel geschikte leerlingen schelen. De beste oplossing van dat dilemma is voor die scholen uitblinkendheid op andere vakgebieden te eisen. Dat is ook in overeenstemming met de wensen van hare excellentie voor vakken die van grote waarde zijn voor een ambitieuze studiecultuur en ruimte voor excellentie. Het zou goed zijn als BON ongevraagd met voorstellen komt voor een alternatief extra studieprogramma voor wat betreft de klassieke talen afgewezen leerlingen.

14 Reacties

    • Niet per se maar het zou dan
      Niet per se maar het zou dan wel aardig zijn als er een VWOplus-school zou komen voor alle getalenteerde leerlingen, ook de getalenteerde leerlingen die op het HAVO startten maar demonstreren over meer talent en ambitie te beschikken dan de modale VWO’er en de modale gymnasiast.
      Wat mij betreft mag de huidige VWO-school transformeren in zo’n VWOplus-school door de lat veel hoger te leggen, dit moet dan wettelijk verankerd worden.
      Ik vind het ook best als er een bètasium komt of hoe je het ook wil noemen.
      Ook de bètatalenten hebben er recht op om onderwijs op hun niveau te krijgen. Momenteel krijgen helaas enkel alpha’s die kans en dit enkel om historische redenen.

      By the way, het schijnt dat je hier heel wat betere boejes voor Grieks en Latijn kan vinden dan hetgeen de gymasiumleerlingen krijgen: www.textkit.com/
      Dat is leuk voor al die leerlingen die voldoende talent hebben voor het gymnasium maar desalniettemin worden geweigerd doordat er een tekort aan plaatsen is.

      • niet alles ineens, Bart!
        Zoals je weet Bart, sta ik er helemaal achter dat voor mensen die een te lage qualificatie hebben gekregen een fijnmazig kanaalstelsel wordt gebouwd dat zij kunnen gebruiken om efficient op te stromen. Ik denk dat daarvoor het beste aparte scholen in grote steden of provincieën kunnen worden opgericht. Ook heb ik de hoop dat het aandraaien van de duimschroeven op de huidige zelfstandige Gymnasia zal leiden tot het ontstaan van bètasium, eerst als onderdeel van die Gymnasia, later eventueel ook als zelfstandige scholen.
        Seger Weehuizen

  1. Fictief probleem
    Naar mijn gevoel is het een fictief probleem Seger. Leerlingen die het echt niet bij kunnen benen op een gymnasium gaan gewoon naar een VWO in de buurt. Daar is niets ergs aan.

    Sterker nog: de wetenschap dat je echt stevig moet werken voor je gymnasiumopleiding, omdat je anders naar een andere school moet werkt vaak stimulerend. Puberteitsdipje in je schoolmotivatie? Dit kan juist helpen. Best belangrijk dus! Niets aan veranderen!

    • de klassieke taal bijbenen
      Het ging mij, Hinke, specifiek om de klassieke talen. Mag je op een Gymnasiun(afdeling) een leerling doorlaten met prachtige cijfers met uitzondering voor Latijn of Grieks waarvoor ze een onvoldoende hebben? Bij een onvoldoende voor een ander vak is dat gebruikelijk. Maar de eisen voor klassieke talen op het eindexamen zullen zwaarder moeten worden, het aantal lesuren voor deze twee moeilijke vakken zal te klein blijven en het integreren van klassieke taal en de bijbehorende cultuur heeft m.i. geen goede invloed op het leren van die taal. Leerlingen zullen voor de klassieke talen extra hard moeten werken. Er kan in de klas geen aandacht voor achterblijvers opgebracht worden. Ik herinnen mij dat op het Leidsch Gymnasium Grieks in de onderbouw zou worden opgeleukt om (naar ik denk) tegemoet te komen aan de luiheid van de leerlingen die Grieks wilden abwählen. Ik vond dat heel unfair t.o.v. de leerlingen die wel met Grieks verder wilden gaan. Zo wordt het nu unfair t.o.v. de overige leerlingen om in de onderbouw leerlingen die zich onvoldoende voor een klassieke taal hebben ingespannen te bevorderen naar een hogere klasse. Alleen leerlingen die aan het eind van een schooljaar aan hoge gestelde eisen op het gebied van de klassieke talen voldoen zouden verder mogen gaan.
      Op een zelfstandig Gymnasium heeft het niet verder mogen gaan met klassieke talen tot gevolg dat de betreffende leerling zijn school moet verlaten. Je hebt wel gelijk om te stellen dat de wetenschap dat je echt stevig moet werken voor je gymnasiumopleiding, omdat je anders naar een andere school moet, vaak stimulerend werkt maar dat pleit juist voor het handhaven van strenge, schoolspecifieke, overgangsnormen en de facto uitsluitingen. Want een leerling met uitsluitend een onvoldoende voor een klassieke taal (onderbouw) of voor de gekozen klassieke taal (bovenvbouw) een jaar te laten overdoen is toch wel erg verspillend.

      • VWO
        Daarvoor blijft staan dat ze naar een goed VWO kunnen. Daar kun je ook extra vakken volgen en je talen tot het minimale reduceren.

        • Je kan er wel extra vakken
          Je kan er wel extra vakken volgen maar niet vakken op een hoger niveau dan het standaard atheneum-niveau.
          Stel dat je tot de 10% intelligentsten behoort dan is het atheneum al behoorlijk simpel aangezien het atheneum blijkbaar momenteel is afgestemd op het slimste kwart van de mensen. Zie de verdeling van de examinandi.
          Slechts voor 6% van de leerlingen is er een bevoorrecht plekje op een van de gymnasia, er zijn dus veel leerlingen die op het atheneum onder hun niveau leskrijgen. Het is bovendien niet zo dat de 6% slimste leerlingen op het gymnasium zitten en niet alleen omdat niet alle slimste kinderen hiervoor kiezen. De CITO-toets is ongeschikt om uit te maken welke kinderen de slimste kinderen zijn, zelfs al zou je veronderstellen dat de inhoudelijke kwaliteit van de CITO-vragen goed is (net als dat een IQ boven de 130 niet gemeten kan worden met een standaard IQ-test). Sommige gymnasia selecteren op basis van het schooladvies (zonder naar de CITO-toets te kijken) en op basis van familie (wanneer een broer van je op het gymnasium zit krijg je voorrang).
          Er zitten dus ook aardig wat leerlingen die tot de 6% beste leerlingen behoren op het atheneum. Het gat tussen wat zij aankunnen en wat er op het atheneum van hen wordt gevraagd is erg groot. Verwaarlozen wij het talent van veel atheneumleerlingen niet te veel? Wat is het gevolg daarvan op hun latere ontwikkeling tot wetenschapper, ondernemer enz.?
          Of zouden toptalenten altijd boven komen drijven, hoe slecht ze ook worden gekoesterd?

        • ad Hinke-1
          Toen ik voor het eerst de namen van de VWO-profielen onder ogen kreeg en zag dat het meest β-achtige profiel “Natuur & Techniek heette” vermoedde ik onmiddellijk dat die naam niet gekozen was door een echt β-mens. Ik dacht “daar heb je weer zo’n socio die denkt dat de exacte wetenschappen saai zijn en hun studie enkel gerechtvaardigd wordt door de voordelen die het gebruik ervan in de techniek ons brengt; of was het misschien een econoom die de aandelen zag stijgen door research& developpement? In elk geval geen mensen die zich konden voorstellen dat het je met een wiskundig of natuurwetenschappelijk probleem bezig houden een esthetische ervaring kan zijn. Toen ik op Gymnasium-β zat maakte statistiek geen onderdeel uit van het wiskundeprogramma; ik denk dat veel wis- en natuur-kundigen dat vak eigenlijk niet onder wiskunde lieten vallen. Het vak is belangrijk door een aantal goed bruikbare stellingen die helemaal niet zo gemakkelijk te bewijzen zijn maar verder een doodlopende straat. Geen basis voor nieuwe inzichten. Ook op de TUE was dat vak bij de basiswiskunde minimaal vertegenwoordigd.
          Seger Weehuizen

        • ad Hinke-2
          Ik ben van mening dat de tegenhanger van de klassieke talen iets moet zijn als “Euklidische Meetkunde” (streng in spreektaal redeneren met goed definieerbare begrippen) eventueel uitgebreid met niet-Euklidische meetkundes om verbazing op te wekken. De Euklidische Meetkunde past bovendien goed in een Gymnasiale school want zij maakte deel uit van de Hellenistische beschaving. De Aristoteliaanse Logika levert schitterende en hilarische voorbeelden op maar bevat een ernstige ontwerpfout. Daarom zou dan ook daarnaast post-Aristoteliaanse logica gegeven moeten worden. Binaire logica kan de leerling de universele toepasbaarheid van de wiskunde laten beleven. Bij Natuurkunde zou gekozen kunnen worden voor het vak “De Ontwikkeling van het Entropiebegrip”. Bij een Technasium ligt het accent op het leren toepassen van de Theorie in de Praktijk. Dat is zeker niet mijn bedoeling.
          Er komen steeds minder goede VWO’s want de mammoetscholen, die scholengemeenschappen automatisch zijn, doen helemaal niet hun best om voor goed VWO-onderwijs te zorgen. Hun directies en besturen volgden eerst slaafs de oukazes uit Den Haag op en ze willen geen salaris inleveren om eerstegraders een goed salaris te bieden en ze willen trouwens helemaal geen eigengereide academici hebben. Een goed salaris en macht horen bij elkaar zoals we ongetwijfeld a.s. Zaterdag zullen horen en zoals we nu ook van de Arabische Wereld hebben geleerd.
          Seger Weehuizen

          • Ander pleidooi
            Als overtuigde Alfa-gamma kan ik je pleidooi voor moeilijker wiskunde-onderwijs niet erg goed invoelen.
            Toch denk ik dat het hier om een ANDER pleidooi gaat dan de start van de draad, waarin je je zorgen maakt om falende gymnasiasten. Het zou handiger zijn om die twee thema’s los van elkaar te bespreken. Nu loopt de boel door elkaar.

          • ad Hinke 3
            Ik denk dat als je met een voorstel komt zelfstandige spiegelbeeldscholen van Gymnasia, laten we ze bètasia noemen, op te richten niet ver komt. Eén reden is dat het idee al gepikt en gebruikt is toen er Technasia opgericht werden. Het extra van deze scholen zit hem in het gebruiken van de reeds aanwezige science-kennis aangevuld met met opgezochte ad hoc kennis. Bij een bètasia is het de bedoeling om wat kennis en inzicht betreft meer de diepte in te gaan, te verdiepen. Deze verdieping aan de bètakant kan in tegenstelling tot wat een Technasium te bieden heeft voor een pendant aan de bètakant van het Gymnasium zorgen. (Vanwege de pretentie die de Technasia door de naamskeuze met uitgang -asia uitdragen verdienen zij, vanuit de Franse taal beschouwd, eigenlijk Bètasia genoemd te worden). Het tweede argument is al door Bart uiteengezet: Het VWO is, gekeken naar de intelligentie van de leerlingen, voor de bovenste 25% van de Nederlandse leerlingen en het Gymnasium voor de bovenste 10%.. Vol trots wordt vermeld dat in wiskunde D bewijsvoering wordt behandeld. Toen ik op het Gymnasium zat was dat eersteklasstof en dat gold ook voor de HBS. Van de huidige hoeders van het VWO, onze eigen ayatolla’s met hun lofzangen op het nieuwe onderwijs, mag je niet genoeg logisch denken verwachten om een echte pendant van een echt Gymnasiun te verwezenlijken. Maar de Gymnasiale organisaties kunnen we misschien wel geïnteresseerd maken. Zij zetten zich als sedert de flauwekul van de basisvormig begon voor die 10% in.
            Seger Weehuizen
            ad Hinke-4 volgt

          • Ik denk dat het gymnasium
            Ik denk dat het gymnasium niet eens op de top-10% is gericht, eerder op de top-16% aangezien de top-16% van de CITO-toetsscores wordt aanvaard om op het gymnasium toegelaten te worden.
            Aangezien het gymnasium maar voor 6% van de Nederlandse leerlingen plaats heeft en lang niet altijd de beste en meest gemotiveerde leerlingen worden geselecteerd door de gymnasia (omdat je geen oudere broer hebt die al op het gymnasium zit, omdat je leraar geen gymnasium aanbeveelt terwijl jij een CITO-score van 550 hebt) behoren dus enorm veel leerlingen die op het gewone VWO zitten tot de top-10% en zelfs tot de top-5%. Hen lessen aanbieden die op het slimste kwart van de leerlingen zijn afgestemd vind ik bijna misdadig. Is het verschil in niveau tussen de top-10% en de top-25% bovendien niet groter dan het verschil tussen de top-25% en de top-40%? Dit in verband met het verloop van een Gauss-curve.
            We moeten niet bang zijn om ook de slimste leerlingen op hun niveau les te geven. Zij hebben daar net zo veel recht op als dat een normaal intelligent iemand heeft om op MBO- en HBO-niveau les te krijgen.

          • Geen gymnasium
            Vergeet ook niet de delen van het land waar geen zelfstandige gymnasia zijn.

          • de boel loopt niet door elkaar maar… ad Hinke-4
            Overigens zouden Bètaria net zo min als Gymnasia deel uit moeten maken van een scholengemeenschap. De aanwezigheid van andere, lagere, schooltypen zal een slechte invloed hebben.
            Gymnasia zouden leerlingen die niet hard genoeg naar de proefvertaling aan het einde toewerken moeten uitsluiten van les in klassieke talen. Dat is fair t.o.v. de medeleerlingen die dat wel doen en vergemakkelijkt het handhaven van een hoog niveau van de proefvertalingen. Bovendien is er een chronisch tekort aan bevoegde en goed opgeleide leraren klassieke talen en je mag daarom van de leerlingen eisen dat ze hun leraren efficiënt gebruiken. Van veel leerlingen die er vroeger de kantjes afliepen zullen er veel voor zorgen dat ze voortaan bij de overgang aan de speciale hoge eisen voor de klassieke voldoen. Maar een groot aantal van de leerlingen die weggestuurd moeten worden of moeten blijven zitten omdat ze falen bij de klassieke talen is zeer geschikt voor een Bètarium. Die moet je niet laten afzakken tot VWO-niveau. De boel loopt niet door elkaar maar sluit naadloos op elkaar aan.
            Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.