LIA heeft een slecht plan

Op de website van de nieuwe vakbond voor leraren LIA las ik dat hij instemt met een gezamenlijke optrekken van de VO-raad en de vakbonden om van Plasterk meer geld te eisen. Daarmee geeft hij een volkomen verkeerd signaal af. De VO-raad houdt een kostbare hiërarchie en bureaukratie in stand en is daardoor één van de oorzaken van lage salarissen en hoge werkdruk voor de leraren op de werkvloer. De VO-raad en de leraren, dus als het goed zou zijn de VO-raad en de organisaties van leraren, zijn dus niet elkaars natuurlijke bondgenoten en de vakbonden zouden zich er voor moeten hoeden naar buiten die indruk te wekken. Een aanwijzing voor die hoge onnodige overheadkosten is dat het bestuur van de Zelftandige Gymnasia met de helft van de “schoolcontributie” kan uitkomen die andere schoolbesturen vragen. Geld voor een hogere salaris voor leraren moet er in de eerste plaats komen door het afbreken van al die bestuurs- en advies-lagen die op de leraar op de werkvloer drukken.
Seger Weehuizen

27 Reacties

  1. Oei, ik had veel sympathie
    Oei, ik had veel sympathie voor de LIA, maar nu verdwijnt toch behoorlijk. Blijf weg van de raden! De AOB zit ook al zo lekker op schoot bij Slagter c.s. Ik zoek een bond die wel met de minister praat maar niet met die idiote raden.

    • taboedoorbrekend actie voeren
      Een HBO-gigant in het noorden des lands heeft pas een incompetente bestuurder met heel veel geld het hoofdkantoor uitgeduwd. Bij het VO lijkt het nog een graadje ernstiger te zijn: Een bestuurslid heeft zich kunnen verrijken door te frauderen dus zonder zelfs iets voor zijn extra geld te doen. Als LIA het klaar zou spelen om zonder medewerking van de MO-raad in een gesprek met Plasterk te vragen om meer geld voor de docenten op de werkvloer kan hij hem in dat geval vrijelijk vertellen waar hij het geld daarvoor vandaan kan halen: “doek de grote schoolorganisaties en waardeloze educatieve onderzoekinstituten op en stop met de lump sum financiering”.

  2. slecht plan
    Lia vindt dat nòch de VO-raad nòch de bonden destijds het convenant hadden moeten tekenen. LIA vindt dat tenminste het door de commissie Rinnooy Kan genoemde bedrag op tafel had moeten komen. Het meegaande gedrag van onze vertegenwoordigers was de aanleiding om zelf een vakbond op te richten.
    LIA hoopt op veel strijdbare leden opdat zo’n gemiste kans zich nooit meer zal voordoen.

    • Ik denk dat de LIA zich niet
      Ik denk dat de LIA zich niet moet binden aan organisaties met maffiose kenmerken maar Plasterk zou moeten voorrekenen wat een kleine school, bij voorbeeld een zelfstandige MAVO met goed opgeleide en goed betaalde leraren, de overheid per leerling zou kosten als alle, soms door de wet verplichte, flauwekul zou verdwijnen en recidiverende lastpakken van school getrapt zouden mogen worden. Die lastpakken kosten de overheid daarna dan misschien wel lastig veel geld maar anderzijds brengen MAVO-diploma’s die wat voorstellen ook hun geld op.
      Ik weet ook wel dat Plasterk dat zelf ook wel bedacht zal hebben maar ik denk ook dat hij zo’n gedachte zelf niet wil uitspreken. De druk op de politici die weigeren om de klok terug te draaien moet vergroot worden. Daar ben je niet mee bezig als je samenwerkt met mensen die belang hebben bij het voortbestaan van de huidige onderwijsstructuur die ze zelf opgebouwd hebben
      eger Weehuizen

  3. LIA gaat zich niet binden
    LIA zal totaal onafhankelijk opereren, maar als vakbond kom je automatisch in het circuit terecht waar de oudgedienden al jaren aan de macht zijn. Helaas is het zo dat de CAO wordt gesloten met de VO-Raad en niet met de minister zelf. Dan kunnen we wel gaan zeggen, ‘met de VO-Raad gaan we niet praten’, maar dan sla je toch de plank mis.

    LIA komt er aan om de boel eens lekker wakker te schudden. Dat hebben wij vorig jaar gedaan toen wij nog een actiegroep waren met onze actie op het Plein en dat gaan wij nu ook doen als vakbond.

    Overigens worden hier nog goede suggesties gegeven. LIA staat open voor elk commentaar. Wij horen het graag! Ga naar onze site voor meer informatie www.lerareninactie.nl

    De beste docent voor de klas!

    Met strijdbare groeten,

    Nick Vogels

    • richt je op alleen de schuldige
      Als buitenstaander komt het mij voor dat de salariëringskwestie als volgt beschreven kan worden: De leraren hebben via hun vakbonden een afspraak gemaakt met hun werkgevers, verenigd in de VO-raad. De VO-raad moet zich aan zijn afspraken houden of anders moet de rechter er aan te pas komen. Als de VO-raad een ontbindende clausule heeft laten opnemen waarin staat dat zij zich niet aan de CAO hoeft te houden als de minister zijn financiële toezeggingen niet nakomt of als de werkgevers zich om die reden op overmacht kunnen beroepen moet LIA gaan protesteren en demonstreren bij resp. tegen de minister van onderwijs. In geen van beide gevallen werkt het LIA formeel samen met of moet ze formeel samenwerken met de werkgevers en de VO-raad.
      Seger Weehuizen

  4. Clausule
    Nooit gehoord van die clausule. De VO-Raad moet aan zijn plichten voldoen. Ik ben het met je eens dat wij onze pijlen ook op minister Plasterk moeten richten, overigens zijn wij daar al mee bezig.

    Met strijdbare groeten,

    Nick Vogels

    De beste docent voor de klas is bevoegd, bekwaam en betrokken.

    www.lerareninactie.nl

    • @ de moedige strijders van LIA
      Ik wens jullie veel succes.
      xxxxxxxxxx
      (Ik wordt geen lid van jullie vakbond want ik ben 65+ en ben lid geworden van BON in mijn hoedanigheid van gefrustreerd ouder)
      xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
      met strijdbare groeten,
      Seger Weehuizen

  5. Moedige ouder @ LIA
    Fijn dat er ook ouders zijn die zich zorgen maken over het onderwijs. LIA wil proberen om juist ook de ouders te betrekken bij de onderwijsproblematiek. Tijdens de publiciteitscampagne in september gaan we ons zeker ook op de ouders richten.

    Met strijdbare groeten,

    Nick Vogels

    De beste docent voor de klas, omdat leerlingen daar recht op hebben.

    www.lerareninactie.nl

    • De parasiten; @ Nick Vogels
      Het lijkt wel of de ouders nog bangelijker zijn dan de meeste leraren. Ik hoop dat het jullie lukt om ze meer boos dan bang te maken.
      Het opstandige Gymnasium in het oosten des lands dat graag verder wil gaan onder een ander bestuur getuigt van een zienswijze waar, behalve het bestuur van een groot aantal zelfstandige gymnasia, geen enkel bestuur aan wil: Dat van een servicebureau dat als een beschermlaag voor de scholen administratieve rompslomp afwikkelt en goed op de hoogte is van de Haagse regelgeving zodat de scholen zelf zich ongehinderd en volledig naar eigen inzicht met hun kerntaak kunnen bezig houden: goed onderwijs verzorgen. Vrijwel alle schoolbesturen menen echter dat zij beleid moeten maken en dat zij de top van een pyramide vormen. De schade aan geld en menselijk geluk die het gevolg is van die opvatting is is groot.
      In het eerste jaar van haar bestaan hebben een aantal leden van BON veel energie gestopt in het meten van bureaucratie in het hoger beroepsonderwijs. De overheadkosten bleken gigantisch. Dat gigantisch geldt vast en zeker ook voor de overhead in het secundair onderwijs.
      Het zou dus een mogelijk moeten zijn om Plasterk te overreden om betere arbeidsvoorwaarden voor de leraren op de werkvloer te scheppen door de parasitaire lagen uit het onderwijs te verwijderen. Dat overreden is natuurlijk geen zaak van valide argumenten maar van politieke tegendruk. Een lange weg maar de enige weg die de leraren meer dan kruimels kan opleveren.
      Seger Weehuizen

  6. LIA kan beter met BON optrekken!
    .Je kunt er voor kiezen samen met andere een machtsblok te vormen om meer invloed te kunnen uitoefenen. In dit geval LIA en de VO-Raad tegen Plasterk. Het nadeel hiervan is dat je gekozen vriend veel erger is dan je vijand en tevens dat machtsdenken verkeerde strategieën oplevert. Zo zou het logischer zijn dat LIA samen met Plasterk zou optrekken om de VO-Raad te ontmantelen. BON heeft altijd aangestuurd op kleinere scholen die gekenmerkt worden door een menselijke maat en welke democratisch gecontroleerd worden doordat de politiek de onderwijsdoelen bepaalt en controleert. Plasterk wil niet terug naar de circulaires uit Zoetermeer maar zeker wel naar meer grip op de schoolprestaties. De VO- Raad dient in dit kader gewoon te verdwijnen en daar heb je de politiek voor nodig.
    Het machtsdenken ligt ook ten grondslag aan de fusiedrift in het onderwijs. Grote instellingen vormen een machtsblok t.o.v het ministerie. En wat heeft dat opgeleverd? Inefficiëntie en willekeur waarbij de core business, het onderwijzen, volledig uit het oog is verloren. Zo is het maar de vraag of onderwijs meer geld nodig heeft. Een voorbeeld van macht, willekeur en geld kunnen we op dit moment vinden binnen de hogeschool Fontys. Binnen Fontys hevelt men nu zo maar bijna 20% van de begroting voor de onderwijsondersteuners om naar die van de onderwijsuitvoering welke begroting daardoor 10% stijgt. Deze omzetting wordt dan binnen die instelling feitelijk door een mens beslist. Geld is er dus genoeg binnen het totale onderwijsbudget. Hoe het besteed wordt is op dit moment veel te afhankelijk van de keuzes van de mens aan de top van de scholen. Plasterk heeft in het slechtste geval nog een aantal zaken niet aangepakt van de rotzooi die de besturen hebben veroorzaakt.
    LIA zou ook samen met BON kunnen optrekken i.p.v. met de VO-Raad! BON staat voor goed onderwijs en daar zijn goede leraren voor nodig. Goede arbeidsvoorwaarden zijn dan weer een voorwaarde om goede leraren te krijgen en te houden. Dit klinkt logischer.

  7. Graag uitspraak van BON-bestuur over LIA
    Van zoiets als samen optrekken met de VO-raad word ik helemaal paranoia; het eerste wat ik dán weer denk is dat die professionele website van LIA een inpalmcadeautje was van die VO-raad, maar dat zal wel weer veel te ver gezocht zijn.

    Eigenlijk heb ik geen zin om zelf helemaal uit te gaan zoeken of het nou wel of voorlopig nog geen goed idee is om lid te worden van LIA. Kan het bestuur van BON zich hierover uitspreken? Liefst voordat de campagne van LIA van start gaat, en desnoods met het oordeel “neutraal”. Ooit heeft BON zich ook over het AVV uitgesproken; in dat geval positief.

    Van een goeie bond word ik graag lid, en ik zou daar ook graag andere leden voor werven. Maar bij een bond waar ik niet echt achter kan staan, sluit ik me liever niet aan.

    Overigens lees ik op de website van LIA wél over werkdruk, en te hoge werkdruk is één van de vele oorzaken van ordeproblemen, maar over ordeproblemen zelf, die op hun beurt volgens mij de hoofdoorzaak zijn van die te hoge werkdruk, lees ik niks. Komen die vanzelf weer voldoende binnen de perken als alle eisen zijn ingewilligd? Ik betwijfel het; ik zie scholen ook dan nog steeds voor me als in dit opzicht machteloze organisaties. Ook het verenigingsgedeelte van de BON-website besteedt weinig woorden aan dit probleem; ik krijg er steeds meer het “olifant in het midden van de kamer”(waar iedereen dus langsheenpraat)-gevoel bij.

    OC&W is nu bezig te onderzoeken waarom zoveel jonge docenten het onderwijs weer snel verlaten. Ja, hoe zou dát nou komen? Waarom wilt u, dames en heren van het Ministerie van Onderwijs, eigenlijk niet zélf in het onderwijs werken?

    Ik zie nu al gebeuren dat veel van de geënquêteerden gaan aankruisen dat ze te veel uren moeten lesgeven, te veel leerlingen hebben (wat beide waar is) en weinig begeleiding krijgen, maar dat er niet duidelijk uit zal komen dat er gewoon niet te werken en geen zinnige ervaring op te doen valt met die vernederende chaos in zoveel klassen. En de conclusie van OC&W zie ik ook al voor me: meer uren voor coaching. Door aangewezen coaches die je gaan trainen om over een tien meter hoge muur te springen.

    • Waarom vertrekken er zo veel jonge docenten?
      Ik denk aan de volgende punten:
      -Je kunt altijd nog terecht in het onderwijs terwijl je nauwelijks van uit het
      onderwijs (terug) kunt naar het bedrijfsleven.
      – De betaling is t.o.v. andere overheidsinstellingen en het bedrijfsleven laag
      – De maatschappelijke en politieke waardering is laag
      – De leerlingen zijn te assertief en worden erg beschermd. De docent is bijna
      ondergeschikt.
      – De school waar je zelf als leerling op hebt gezeten was geen reclame voor het
      beroep van docent
      – In het algemeen is het gevoel voor een maatschappelijke taak laag. Eigen welzijn
      en zelfontplooiing zijn nu hoger gewaardeerd
      – De zwaarte van de start in het onderwijs en de geringe begeleiding die je daarbij
      krijgt.
      – etc.etc.

      • Allemaal waar
        Alles wat je noemt is waar Corgi, maar ik denk dat Em70 gelijk heeft. Toen ik na mijn studie en promotie na ging denken over opties buiten de wetenschap (was gelukkig niet nodig…) heb ik ook serieus aan lesgeven op een middelbare school gedacht. Verreweg de belangrijkste reden om deze optie opzij te schuiven ten faveure van een kantoorbaan (mocht ik het in de wetenschap niet gered hebben) was de olifant van EM70: je moet ieder uur weer in je eentje vechten met een klas van 30 leerlingen en op steun van ouders, schoolleiding of collega’s hoef je niet te rekenen (integendeel meestal).

        • We zeggen hetzelfde!
          Beste Mark79,
          Wat jij en EM stellen heb ik verwoord als “De leerlingen zijn te assertief en worden erg beschermd. De docent is bijna ondergeschikt”.

          • Re: we zeggen hetzelfde
            Niet helemaal. Jij noemt een hele lijst dingen en brengt geen onderscheid naar belangrijkheid aan. Ik denk (lijkt het samen met EM70) dat wat jij verwoord als “De leerlingen zijn te assertief en worden erg beschermd. De docent is bijna ondergeschikt” verreweg het belangrijkst is.

        • Olifant
          Ik waardeer het enorm dat mark79 gewoon toegeeft dat het verwachte ordeprobleem de doorslag gaf. Bij mij zelf heeft een belangrijke rol gespeeld bij het uitgestellen van mijn keuze om het onderwijs in te gaan; de invoering van Tweede Fase en studiehuis was een andere belangrijke reden.

          De reden dat ik me de laatste tijd meer met dit probleem bezighoud, is dat ik begin te merken dat de duidelijke opgaande lijn (van het orde houden steeds beter onder de knie gaan krijgen), het afgelopen halfjaar ineens omboog in een neergaande lijn, en dat het me steeds duidelijker is geworden dat dit niet meer aan mij lag, maar aan allerlei factoren waar ik zelf geen controle over heb. Dat je bijvoorbeeld een leerling in je klas hebt die continu de boel op stelten zet, en waarvan jij al snel weet dat permanente verwijdering uit de les de enige oplossing is, maar waarvan pas later blijkt dat deze persoon al meer dan een jaar op een wachtlijst staat voor een intensieve psychotherapeutische behandeling (waarvan je mag hopen dat die wat uithaalt, want ook de zorgsector wordt steeds meer verziekt door grootschaligheid en de onderdrukking van bevlogen vakmensen).

          Maar als je er bij stil gaat staan, is het hele ordeprobleem eigenlijk sowieso een heel raar probleem. Ik ben er nog nooit een goed boek over tegengekomen, en op de postdoctorale lerarenopleiding heb ik slechts drie luttele (maar wel heel nuttige) middagen training gehad op dit gebied. Er valt vooral voor onervaren docenten best het één en ander te leren, maar dat weten ze dus goed op de achtergrond te houden.

          Interessant is ook de verhouding tussen ordeproblemen en onderwijsvernieuwing. Door op te houden met klassikaal lesgeven, ben je als docent en schoolleiding ook meteen van een groot deel van de ordeproblemen verlost. Ook daarom gaan bij veel docenten en managers de onderwijsvernieuwingen erin als koek, en zullen ze zich tot het uiterste aan hun reddingsboei vastklampen. De vernieuwingsideologen zullen het ordeprobleem graag aangrijpen om erop te wijzen dat klassikaal lesgeven dus kennelijk slecht is.

          Maar misschien kunnen we wel op een ándere manier een hoop leren van de leerlingen die de ordeproblemen veroorzaken. Politici hebben ook een bloedhekel aan ordeproblemen, oftewel, aan mensen die hun werk uit hun handen laten vallen en de straat op gaan om actie te gaan voeren. En zo zijn we weer terug bij het oorspronkelijke onderwerp van deze discussiedraad: Leraren in Actie. Vandaag heb ik m’n huidige, sowieso eigenlijk niet echt noodzakelijke rechtsbijstandsverzekering opgezegd om meteen vast ruimte te maken voor een eventueel lidmaatschap van LIA. Als het BON-bestuur zich uit wil spreken over de voors en tegens van LIA, dan heel graag. Zwijgen hierover vat ik op als een “niet voor”; als eigenlijk een “tegen” dus.

          • Gebrek aan orde is de doodssteek
            Als je graag een goede leraar wilt zijn en kennis wilt overdragen en goed ondersteunen bij het oefenen, dan is orde een basisvoorwaarde. Dat kost inderdaad veel energie en soms is het onmogelijk.

            De ervaring die Em beschrijft heb ik ook gehad. In één klas zat een totaal doorgedraaide leerling, leerplichtig en niet te verwijderen want al op twee andere scholen ook weggestuurd. Populaire jongen, tiranniseerde de hele klas en maakte het werken onmogelijk. Ik kon niet alleen geen fatsoenlijke les aanbieden, zijn klasgenoten kregen ook geen kans tot leren. Dit is de reden geweest om het onderwijs destijds te verlaten met de bedoeling om er NOOIT meer terug te keren. Het is anders gelopen, maar ik heb nu wel leerlingen die niet leerplichtig zijn.

            Daarom een pleidooi voor het creëren van een echte uitvalsfunctie voor het onderwijs. Een opvangklas of iets dergelijks, zodat dit soort leerlingen wél aan de leerplicht voldoen, maar geen leerwilligen de toekomst ontnemen.

          • Inz. orde en vernieuwers
            Em70 schrijft een heel waar woord over de symbiose tussen tussen onderwijsvernieuwing en (door die vernieuwers) als onoplosbaar gevoelde ordeproblemen.
            Wanneer je de orde probeert te handhaven kan dat makkelijk gaan of moeilijk. Gaat het makkelijk, dan maakt niemand problemen. Gaat het moeilijk, dan wordt het jou kwalijk genomen dat je probeert de orde te handhaven. Zwakke schoolleidingen hebben liever docenten die in de wanorde berusten (maar de puinhoop binnen het lokaal weten te houden) dan mensen die in zo’n geval toch tegen de stroom in willen roeien. Steun hebben ze niet te bieden, dus concluderen ze maar snel dat dergelijke mensen ‘niet kunnen lesgeven’. Natuurlijk kan zo’n conclusie ook wel eens juist zijn, maar ze zijn uit eigen zwakte veel te snel met die conclusie. Ik denk dat zwakheid in de leiding verantwoordelijk is voor meer dan de helft van de afknapgevallen.
            Diezelfde zwakheid in de leiding selecteert zo ook een grote schare leraren die niet meer hun wil aan de klas durven opleggen. Zij ‘kiezen’ voor ‘moderne’ lesvormen…. Kiezen? Ze worden gewoon door de klas gedwongen. Welke menstypen houd je zo nog over op zo’n school? Een kleine groep sterke figuren (die precies doen waar ze zelf zin in hebben) en een grote schare volgzame overlevers. Wie niet tegen een klas in durft te gaan zal zeker ook niet zijn ‘superieuren’ gaan tegenspreken. Deze grote groep overlevers zal in arren moede naar de onderwijsvernieuwing grijpen; zo lijkt hun les tenminste nog ergens op.

  8. inpalmcadeautje
    Em 70 schrijft: zou de professionele website een impalmcadeautje van de VO-raad zijn, of is dat te ver gezocht…

    Op de eerste plaats: dank je wel voor het compliment, Em70. Omdat LIA geen vakbond wil worden waar kaderleden in zaaltjes in den lande vergaderen terwijl docenten intussen voor de klas staan, hebben wij gekozen voor een website die in principe alles moet kunnen: ons gedachtegoed verspreiden, leden inschrijven en straks ook digitaal onze jaarvergaderingen houden. De kosten daarvan zijn door de LIA-bestuurders voorgeschoten, omdat wij heilig in LIA geloven. We hopen met onze website leden te winnen en met hen samen te strijden voor goede arbeidsomstandigheden voor docenten ten behoeve van goed onderwijs.

    In de aanloop van onze plannen hebben wij contact gehad met het BON bestuur en met het AVV bestuur, om te zien of we elkaar niet in de wielen rijden. De uitkomst van die gesprekken was, dat wij erg veel gemeenschappelijke ideeën hebben en elkaar aanvullen.

    LIA wil de beste docent voor de klas, en die docent is bevoegd, bekwaam en betrokken. Hij/zij moet voldoende tijd krijgen om goede lessen te bieden en beginnende docenten op de werkvloer te coachen.

  9. LIA alleen voor VO ?!
    Ik juich het initiatief en de doelstellingen van het LIA van harte toe. Wel vind ik het jammer dat ze zich uitsluitend richten op de docenten die werkzaam zijn in het VO. Zeer veel docenten zijn ook werkzaam in het beroepsonderwijs. Ook daar staan 1e-graders zich te pleuris te werken voor een LB-loontje.

    Wil je dus als vakbond serieus worden genomen en een stem krijgen in onderhandelingen, dan zul je toch rekening moeten houden dat je een grote achterban vertegenwoordigd.

    Mijn advies aan het LIA zou zijn, vertegenwoordig ook de belangen van MBO-/HBO-docenten !

    • Een lange mars naar Den Haag
      De leraren van de LIA willen graag in actie komen. O.a om een beter salaris te krijgen. Veel BON-leden die op deze website schrijven zijn van mening dat de LIA-leden dat beter niet samen met hun werkgevers, verenigd in de MO-raad, kunnen doen. Als het langs die weg zou lukken blijft er van het extra geld dat de minister voor betere salarissen en betere werkomstandigheden wil geven te veel aan de strijkstokken van de schoolbesturen en hun managers hangen. Samenwerken met de AOB is ook niet aantrekkelijk. Het LIA is immers opgericht door leraren die vonden dat de AOB voor hen te weinig bereikt had. Maar wat dan? Een kleine beginnende vakbond kan misschien wat piepen maar om door de leeuwen in onderwijsland gehoord te worden zal hij moeten brullen. Ik denk daarom dat het LIA eerst flink zal moeten groeien voordat de LIA-leden met acties succes kunnen hebben.
      Het is de LIA-leden hopelijk wel duidelijk geworden dat de enige route die misschien met kans op resultaat bewandeld kan worden rechtstreeks naar Den Haag loopt. Daar zitten in het parlement de mensen die alles op hun kop gezet hebben in onderwijsland en daar zouden mensen kunnen komen die alles weer netjes overeind willen zetten. Alleen als de LIA zich daar op richt bestaat er een kans dat het over 2 jaar toch nog goed komt met het onderwijs en de arbeidsvoorwaarden voor de leraren. Wie moeten er uit het parlement verdwijnen en wie moeten erin? Het CDA helpt de MO-raad met het invoeren van CGO onderwijs. Van het CDA hebben de leraren dus weinig goeds te verwachten. De PvdA-fractie wordt geleid door mensen wier blazoen nog erger bezoedeld is door hun medewerking aan onzalige onderwijsvernieuwingen. Die 2 partijen moeten dus bij de verkiezingen zo veel mogelijk verzwakt worden Rechts en links van deze partijen en vlak bij hen zijn gelukkig andere partijen die wel met het onderwijs verstandige dingen willen doen. Daar moeten meer kiezers op gaan stemmen.
      Seger Weehuizen

      • Re: Een lange mars naar Den Haag
        Helemaal mee eens, Seger.

        Ideaal zou het zijn als CDA en PvdA samen zélfs geen meerderheid meer kunnen vormen met onderwijsconflictvermijdende partijen als D66, VVD en CU.

        En het zou inderaad echt een fout zijn als LIA gaat samenwerken met de VO-raad en de AOb, in plaats van zich er tegen af te zetten. Juist omdat je moet groeien is je profileren extra belangrijk en moet je dus je eigen koers varen. Compromissen sluit je pas als je gewicht in de schaal kunt leggen, anders kun je beter rustig doorgroeien. Alleen al door die groei word je een bedreiging en krijg je al invloed zonder te hoeven samenwerken, zonder compromissen te hoeven sluiten. Begin je meteen met compromissen sluiten en samenwerken, dan ben je meteen veilig ingekapseld en word je zo ook meteen deel van het probleem, en niet van de oplossing.

        • Het BON-evangelie en de kamerverkiezingen
          Ik denk, Em70, dat het ook voor BON goed is om zich te richten op de komende verkiezingen. En wel eerder dan de politieke partijen dat doen. Als BON de politieke partijen bijtijds een “ideaal” hervormingsprogramma voor het onderwijs toestuurt en bij elke partij de hoop uitspreekt dat zij dit programma zal overnemen bestaat de kans dat een partij zich bij het zelf opstellen van haar onderwijsparagraaf laat leiden of inspireren door het BON-programma. Vanzelfsprekend wil BON haar opvattingen graag bij de onderwijscommissie van de partij komen toelichten. Op deze wijze kan BON in de aanloop van de verkiezingen de trom roeren en veel van zichzelf en haar opvattingen over onderwijs laten horen. Het CDA en het PvdA zullen waarschijnlijk geen boodschap aan het BONprogramma hebben maar haar er bij te betrekken accentueert de onpartijdigheid van BON wat betreft extra-educatieve zaken. Dat hoeft BON er echter niet van te weerhouden om in de verkiezingstijd kiezers die bij hun partijkeuze onderwijs de overhand willen geven op te roepen om op bepaalde partijen te stemmen. Pikant maar verhelderend voor de neutraliteit van BON zodra het niet meer over onderwijs gaat zou natuurlijk zijn als BON zowel de SP als de PVV aanprijst als partijen waarop een kiezer voor wie onderwijs het belangrijkste is zou moeten stemmen.Seger Weehuizen

          • BON-kieswijzer. Begrip en tijdschema
            Mijn wens is dat BON i.v.m. de verkiezingen al actief wordt VOORDAT de partijen met de compositie van hun onderwijsparagraaf beginnen. Onder een stemwijzer wordt meestal iets (ik ken geen stemwijzers uit persoonlijke ervaring) verstaan dat de kiezer helpt via afweging van ALLE themata tot een stemkeuze te komen. Het schrijven dat volgens het door mij voorgestelde plan elke politieke partij van BON krijgt is niet voor de kiezer bestemd maar voor de politieke partijen en beperkt het afwegen tot onderwijsgerelateerde zaken. Ik vindt een BON-onderwijskieswijzer voor de kiezer op zich een goed idee maar wel voor later in een wenselijk tijdschema van BONner verkiezings-activiteiten. Als BON vroeg genoeg met onderwijsdeskundigen van de politieke partijen een discussie over een ideale onderwijsparagraaf aangaat heeft zij kans om op de inhoud en de verwoording daarvan invloed uit te oefenen. Dat laatste maakt het trouwen voor haar gemakkelijker om haar BON-onderwijskieswijzer op te stellen.Seger Weehuizen

  10. LIA alleen voor VO?
    LIA kreeg dezelfde vraag ook van docenten uit het PO. Wij hebben er bewust voor gekozen uitsluitend een vakbond voor het VO te worden, omdat wij denken dat binnen de verschillende onderwijssectoren er specifieke problemen zijn die elk om hun eigen aanpak vragen. Dat lukt niet als bij elke beleidswijziging het hele onderwijsveld bij de besluitvorming wordt betrokken.

    LIA wil herkenbaar zijn voor de leraar uit het voortgezet onderwijs en wil strijden voor de kwaliteit van dat voortgezet onderwijs.

    Teja Bodewes
    www.lerareninactie.nl

Reacties zijn gesloten.