In het jaar onzes Heere 2025

In het jaar onzes Heere 2025

De opgaande zon knipoogde naar mijn ietwat houten kop. Het feestje van gisteravond heeft zijn alcoholsporen nagelaten. Langzaam schuifel ik mijn oude lijf naar mijn vertrouwde stoel, in het schaduwplekje van de serre. Het was me het gisteravondje wel. Op het feestje met mijn twee kinderen, met ieder hun wederhelft, en mijn lieve schatjes van kleinkinderen hebben we tot laat in de nacht de op de toekomst getoost. Ik prijs me gelukkig, mijn twee kleinkinderen komen toch nog goed terecht, met dank aan de minister van onderwijs in het eerste kabinet Pechtold. Excellentie Doekle Terpstra was dan wel niet van dezelfde partij als de eerste minister, maar zijn ‘mastodont wet’ opgesteld tijdens de verschrikkelijke economische crisis van 2010-2015 en die door tweede en eerste kamer met een overdonderende meerderheid is goedgekeurd in 2014, werpt nu voor mijn kleinkinderen zijn vruchten af.

Zo net voor hun grote vakantie, die tegenwoordig beperkt is tot twee weken, zijn ze allebei geslaagd en kunnen aan hun vervolg opleiding beginnen. De jongste, mijn kleinzoon, is nu 14 en heeft na de verlengde basisschool op basis van de B & I test, de beroepen en intelligentietest het advies LTS, Landelijke Talenten Stage gekregen. De B & I test meet de voorkeur voor een beroep en de intelligentie van de leerlingen na de twee jaar verlengde basisschool. Dat op zichzelf was al een fantastisch idee van de toenmalige minister Terpstra. Door de verlengde basisschool is het mogelijk geworden om leerlingen pas op hun veertiende te selecteren. Wie niet slim genoeg is, kan onmiddellijk de arbeidsmarkt op. Op hun veertiende zijn deze jonge werknemers nog flexibel en kneedbaar en multi- inzetbaar in het Nederlandse bedrijfsleven.

Mijn kleinzoon zit bij het kleine deel dat intelligent genoeg is om nog vier jaar een opleiding te volgen. Natuurlijk wil hij zoals alle andere kinderen van zijn leeftijd piloot worden maar straks tijdens de twee jaar LTS kan hij om de tien weken proeven van een andere bedrijfstak en na twee jaar kan hij naar de MTS, de maatschappelijke talenten stage, waar hij zal worden klaargestoomd om de maatschappij en het bedrijfsleven te dienen. Zijn kostje is gekocht. Wat was hij trots toen hij gisteravond zijn inschrijfformulier van het RCI, het Regionaal Competentie Instituut liet zien. Het was het moeilijkste deel van de mastodont wet van Doekle, alle ROC’s zo laten fuseren dat er landelijk nog 5 RCI’s overbleven. Deze ‘Big Five’ zorgen voor het aanwijzen van de stageplekken, verzorgen de begeleiding in de bedrijven en houden toezicht op de ontwikkeling van de beroepscompetenties, en het moet gezegd, nu er geen leerlingen meer naar de instituten komen en de opleiding volledig in het bedrijfsleven gebeurt kwijten deze RCI’s zich uitstekend van hun taak.

Mijn kleindochter, mijn oogappel, een dame in de dop zo op haar achttiende, was geslaagd voor haar eindejaar VWO. Zes jaar geleden had ik haar moeder huilend aan de telefoon, huilend van geluk, haar dochter, mijn kleindochter kon zonder de twee jaar verlengde basisschool onmiddellijk doorstromen naar het VWO. Haar droom zou werkelijkheid worden, verpleegster worden en dan emigreren naar het buitenland, zij krijgt nu de kans om een competentiediploma te behalen aan de HBS, de Hogere Beroeps Studies, waarmee ze in een buitenland veel geld zal kunnen verdienen. Maar het was een moeilijk jaar geweest dat laatste jaar VWO. Nadat in 1017 de centrale examens zijn afgeschaft en vervangen door het “competentiejaar”, was het een heel jaar hard werken geweest. De werkstukken, samenwerkingsprojecten, feedbackformulieren, presentaties, Persoonlijke Ontwikkelingsplannen, selectiegesprekken, voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken waren in een razendsnel tempo op haar afgekomen. De helft van haar klas was afgehaakt maar zij, mijn lieve sterke kleindochter had volgehouden en nu mocht ze naar de HBS, eindelijk verpleegster worden. Tenenkrommend was het geweest, die twee dagen van competentieassessments als sluitstuk van het competentiejaar. Als ze dit niet had gehaald, niet genoeg competenties bezat, was alles voor niks geweest. Maar het was gelukt, de stoere meid had het voor elkaar gebokst. Dit was het hoogst haalbare, immers de universiteiten zijn door de minister indertijd volledig geprivatiseerd en alleen nog te betalen door de wel heel happy few en daar hoort mijn zoon niet bij, dat is meer iets voor de kinderen van ministers, ceo’s, bestuurderen en andere redders des vaderlands.

Ik ben gelukkig. Mijn kleindochter gaat een gouden toekomst tegemoet ergens in een ziekenhuis in een ander land, waar ze gewaardeerd wordt voor haar opgedane competenties. Over enkele jaren zal mijn kleinzoon aan het werk kunnen in een bedrijf met een eigen supermarkt, een eigen sportvereniging, een breed gespecialiseerde personeelsvereniging en als hij zijn best doet, zorgt zijn baas ook nog voor een woning. Het leven is heerlijk in het jaar onzes Heere 1925.

Schreef ik nou 1925, dat is fout hoor, moet 2025 zijn.

J. Jeronimoon

2 Reacties

Reacties zijn gesloten.